Toelichtingen bij de geconsolideerde jaarrekening
Toelichting 1: Samenvatting van de voornaamste waarderingsregels
Voorstellingsbasis
De
De
De aandelen van de JENSEN-GROUP noteren op Euronext.
De Raad van Bestuur heeft deze geconsolideerde jaarrekening op 6 maart 2025 goedgekeurd voor publicatie.
Deze geconsolideerde jaarrekening heeft betrekking op 12 maanden en eindigt op 31 december 2024. De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld volgens de IFRS-normen en volgens de IFRIC-interpretaties die van toepassing zijn per 31 december 2024 en goedgekeurd zijn door de Europese Unie.
De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld volgens het principe van historische kost, met financiële activa en passiva (inclusief financiële instrumenten), te koop gestelde activa en toegezegd-pensioenregelingen die aan reële waarde worden gewaardeerd in de resultatenrekening, of tegen niet-gerealiseerde resultaten of ‘amortised cost’ (afgeschreven kostprijs) .
De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld op ‘accrual basis’ en volgens het principe van ‘going concern’, nl. dat de Groep zijn activiteiten in de nabije toekomst zal voortzetten.
Bij de voorbereiding van de jaarrekening maakt het management gebruik van schattingen en veronderstellingen. Deze kunnen betrekking hebben op de opbrengsten, kosten, activa en passiva en op de toelichting van niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen. De schattingen en veronderstellingen die een aanmerkelijk risico in zich dragen of die bepalend zijn voor de geconsolideerde jaarrekening, worden verder toegelicht in de waarderingsregels.
Standaarden en interpretaties die van toepassing zijn voor het boekjaar beginnend op of na 1 januari 2024:
▪ Wijzigingen aan IAS 1 Presentatie van de jaarrekening: Classificatie van verplichtingen als kortlopend of langlopend en verplichtingen op lange termijn met financiële ratio’s
▪ Wijzigingen aan IFRS 16 ‘Leaseovereenkomsten’: Leaseverplichting in een Sale en Leaseback
▪ Wijzigingen aan IAS 7 ‘Het kasstroomoverzicht’ en IFRS 7 ‘Financiële instrumenten: Toelichtingen: Leveranciersfinancieringsovereenkomsten
Standaarden en interpretaties gepubliceerd, maar nog niet van toepassing voor het boekjaar beginnend op of na 1 januari 2024:
▪ Wijzigingen aan IAS 21 ‘De gevolgen van wisselkoerswijzigingen: Gebrek aan inwisselbaarheid (van toepassing voor het boekjaar beginnend op of na 1 januari 2025)
▪ IFRS 18 Presentatie en Toelichting in de jaarrekening (van toepassing voor boekjaren vanaf 1 januari 2027, maar nog niet goedgekeurd binnen de EU)
▪ IFRS 19 Dochterondernemingen zonder publieke verantwoordingsplicht - Toelichtingen (van toepassing voor boekjaren vanaf 1 januari 2027, maar nog niet goedgekeurd binnen de EU)
▪ Aanpassing aan IFRS 9 en IFRS 7 Classificatie en waardering van financiële instrumenten (van toepassing voor boekjaren vanaf 1 januari 2026, maar nog niet goedgekeurd binnen de EU)
▪ Jaarlijkse verbeteringen - Volume 11 (van toepassing voor boekjaren vanaf 1 januari 2026, maar nog niet goedgekeurd binnen de EU)
Geen van deze IFRS-standaarden heeft een materieel effect op de financiën van de Groep in 2024.
ESEF
Door technische beperkingen inherent aan het block-taggen van de geconsolideerde financiële staten kan de voorstelling van bepaalde tags van toelichtingen mogelijk niet identiek worden weergegeven in vergelijking met de geconsolideerde financiële staten.
De belangrijkste waarderingsregels van de Groep zijn:
Consolidatiemethode
De geconsolideerde jaarrekening wordt uitgedrukt in duizenden euro en afgerond op het duizendtal.
Dochterondernemingen zijn alle entiteiten (inclusief gestructureerde entiteiten) waarin de Groep zeggenschap heeft. Zeggenschap wordt gerealiseerd wanneer de Groep is blootgesteld aan, of rechten heeft op, variabele rendementen vanwege zijn betrokkenheid bij de entiteit en over de mogelijkheid beschikt zijn macht over de entiteit te gebruiken om de omvang van deze rendementen te beïnvloeden.
Dochterondernemingen zijn volledig geconsolideerd vanaf de datum waarop de zeggenschap overgaat naar de Groep tot de datum waarop deze zeggenschap eindigt.
De Groep maakt gebruik van de overnamemethode om bedrijfscombinaties te verwerken. De overgedragen vergoeding voor de acquisitie van een dochteronderneming stemt overeen met de som van de reële waarde van de getransfereerde activa, de aangegane verplichtingen en de deelname in het eigen vermogen dat door de Groep werd uitgegeven. De overgedragen vergoeding omvat de reële waarde van elk actief of passief dat voortvloeit uit een overeenkomst met betrekking tot een voorwaardelijke vergoeding. Identificeerbare overgenomen activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen in een bedrijfscombinatie worden initieel gewaardeerd tegen hun reële waarde op de datum van de overname. De Groep neemt op een acquisitie-per-acquisitie basis elk minderheidsbelang in de overgenomen onderneming op tegen ofwel reële waarde of tegen het proportionele aandeel van het minderheidsbelang in de netto activa van de overgenomen onderneming.
De aan de overname gerelateerde kosten worden als lasten verantwoord zodra deze zich voordoen.
Intragroepstransacties, intragroepssaldi en niet-gerealiseerde winsten en verliezen op verrichtingen tussen groepsondernemingen worden geëlimineerd. Grondslagen voor financiële verslaggeving van dochterondernemingen zijn waar nodig gewijzigd om consistentie te verzekeren met de grondslagen die door de Groep zijn aangenomen.
Investeringen in geassocieerde deelnemingen en joint ventures worden geboekt onder de ‘equity’-methode zoals beschreven in IAS28, behoudens bepaalde uitzonderingen. Volgens de vermogensmutatiemethode wordt de investering initieel opgenomen tegen kostprijs en wordt de boekwaarde verhoogd of verlaagd om het aandeel van de investeerder in de winst of het verlies van de deelneming na de overnamedatum op te nemen. Geassocieerde deelnemingen zijn investeringen waarbij de investeerder een invloed van betekenis uitoefent. Een joint venture is een gezamenlijke onderneming waarbij de investeerder gezamenlijke zeggenschap heeft, maar geen rechtstreekse rechten of plichten. Voor entiteiten waarin de Groep 20% of meer van de stemrechten bezit, direct of indirect, wordt de Groep verondersteld om invloed van betekenis uit te oefenen over die entiteit.
De veronderstelling van invloed van betekenis uit een deelneming van 20% of meer kan worden weerlegd als de Groep kan aantonen dat hij al dan niet een invloed van betekenis heeft. Invloed van betekenis kan evengoed worden aangetoond voor een deelneming van minder dan 20%. Dat een andere entiteit een belangrijke of meerderheidsdeelneming bezit, sluit de Groep niet noodzakelijk uit van het hebben van een invloed van betekenis.
Gebruik van schattingen en belangrijke beoordelingen
Bij de opmaak van de jaarrekening worden schattingen en veronderstellingen gebruikt die een impact kunnen hebben op de waardering van de activa en passiva op balansdatum en op de resultatenrekening. Er zijn geen belangrijke bronnen van schattingsonzekerheden bij de Groep. Schattingen zijn gebaseerd op economische gegevens, die kunnen wijzigen in de tijd, en zijn dus deels onzeker. Deze hebben voornamelijk betrekking op contracten in uitvoering (‘percentage of completion’-methode), pensioenverplichtingen, voorzieningen voor overige risico’s en kosten. We verwijzen naar de toelichtingen voor meer informatie.
Er zijn geen belangrijke beoordelingen bij het opstellen van de jaarrekening.
Vreemde valuta’s - transacties
De omrekening van in vreemde valuta’s uitgedrukte bezittingen, schulden en verplichtingen gebeurt op basis van de volgende grondslagen:
- monetaire activa- en passivabestanddelen uitgedrukt in deviezen, worden omgerekend aan slotkoers;
- transacties uitgedrukt in deviezen worden omgerekend aan de valutakoers geldend op de transactiedatum;
- buitenlandse winsten en verliezen die voortkomen uit het afwikkelen van transacties in vreemde munten en uit de omzetting tegen wisselkoersen aan het eind van het jaar van monetaire activa en passiva in vreemde munten worden in het resultaat opgenomen, behalve als ze worden opgenomen in overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten als gekwalificeerde cash flow hedges en gekwalificeerde netto-investering hedges;
- niet-monetaire activa en passiva worden omgezet aan de valutakoers die geldt op de transactiedatum.
Omrekening van vreemde valuta’s - activiteiten
De resultaten en de financiële posities van alle groepsentiteiten (geen enkele groepsentiteit rapporteert in een hyperinflatie markt) waarvan de functionele valuta verschilt van de presentatievaluta, moeten als volgt worden omgerekend in de presentatievaluta:
- de activa en verplichtingen moeten voor elke gepresenteerde balans worden omgerekend tegen slotkoers op die balansdatum;
- de kosten en opbrengsten dienen voor elke resultatenrekening te worden omgerekend tegen de gemiddelde wisselkoers over de periode (tenzij dit gemiddelde geen redelijke inschatting is van het cumulatieve effect van de koersen geldig op het moment van de transacties; in voorkomend geval dienen kosten en opbrengsten te worden omgerekend tegen de wisselkoers op de transactiedata);
- alle resulterende valutakoersverschillen dienen als een afzonderlijke component van het eigen vermogen te worden opgenomen.
Initiële opname
Bij consolidatie worden de wisselkoersverschillen die ontstaan uit de omzetting van de netto-investeringen in de buitenlandse activiteiten van leningen toegerekend aan het eigen vermogen. Wanneer een buitenlandse activiteit wordt verkocht, worden wisselkoersverschillen die in het eigen vermogen waren opgenomen, in de resultatenrekening opgenomen als onderdeel van de winst of het verlies op de verkoop.
Goodwill en aanpassingen in reële waarden die resulteren uit de investering in vennootschappen die rapporteren in vreemde munten, worden geboekt als activa of passiva van de vennootschap en worden herrekend aan slotkoers.
Erkenning opbrengsten - projecten
De JENSEN-GROUP heeft een vijfstappenmodel ontwikkeld voor het verwerken van opbrengst uit contracten met klanten:
- Stap 1. Identificatie van de klantencontracten
Een contract creëert afdwingbare rechten en verplichtingen. Het contract kan schriftelijk, mondeling
of impliciet zijn. Een contract bevat een belofte (of beloften) om goederen of diensten aan een klant
over te dragen.
Bij het identificeren van de klantcontracten moet eerst de klant worden bepaald en vervolgens moet worden beoordeeld of er een contract bestaat. De JENSEN-GROUP definieert een ‘klant’ en een ‘contract’ als volgt:
- Klant: een partij die zich contractueel heeft verbonden tot het verkrijgen van goederen of diensten die een output zijn van gewone activiteiten in ruil voor een vergoeding;
- Contract: een overeenkomst tussen twee of meer partijen die afdwingbare rechten en verplichtingen creëert.
o Contracten worden gecombineerd wanneer ze (bijna) op hetzelfde moment worden aangegaan en als een pakket worden onderhandeld, de betaling van het ene afhangt van het andere of de beloofde goederen/diensten een enkele prestatieverplichting zijn.
o Een contractwijziging of wijzigingsorder wordt verantwoord als een afzonderlijk contract of als een voortzetting van het oorspronkelijke contract, prospectief of retrospectief (‘cumulative catch-up method’) afhankelijk van feiten en omstandigheden.
- Stap 2. Identificatie van de prestatieverplichtingen
De prestatieverplichtingen zijn de rekeneenheid voor de toepassing van de omzetstandaard en bepalen dus wanneer en hoe de opbrengst wordt opgenomen. Een prestatieverplichting is een belofte om een bepaald goed of een bepaalde dienst of een reeks van bepaalde goederen of diensten te leveren, met inbegrip van de goederen of diensten die een klant kan doorverkopen of leveren aan zijn klanten.
De Groep heeft binnen zijn contracten één prestatieverplichting geïdentificeerd: de installatie van een operationeel of in werking gezet heavy-duty wasserijsysteem.
De opbrengst met betrekking tot deze prestatieverplichting wordt in de tijd opgenomen, aangezien de JENSEN-GROUP geen activa creëert met een alternatief gebruik (het is praktisch niet mogelijk om het gebouwde actief in voltooide staat naar een andere klant te brengen of over te dragen, aangezien de installaties typisch ontworpen zijn volgens de specifieke behoeften en vereisten van de klant) en zijn contracten de JENSEN-GROUP een afdwingbaar recht geven op betaling voor de tot op heden geleverde prestaties. Dit afdwingbaar recht op betaling vertegenwoordigt een bedrag dat de JENSEN-GROUP minstens compenseert voor de tot op heden geleverde prestaties, indien het contract door de klant of een andere partij wordt beëindigd om andere redenen dan het feit dat de JENSEN-GROUP de beloofde prestaties niet uitvoert.
- Stap 3. Bepaling van de transactieprijs
De transactieprijs in een contract weerspiegelt het bedrag van de vergoeding waarop de Groep verwacht recht te hebben vanwege een klant in ruil voor goederen of diensten die aan die klant zijn overgedragen.
De transactieprijs omvat alleen de bedragen waarop de Groep onder het huidige contract recht heeft.
- Stap 4. Toewijzing van de transactieprijs
De transactieprijs wordt in het contract toegewezen aan de prestatieverplichting op basis van de relatieve standalone verkoopprijzen van de goederen of diensten die aan de klant worden geleverd.
- Stap 5. Erkenning van opbrengsten
Opbrengst wordt opgenomen wanneer (of als) de prestatieverplichtingen worden nagekomen. Opbrengst wordt toegewezen aan de individuele prestatieverplichtingen wanneer of als de klant controle verwerft over de te leveren producten of de uit te voeren diensten in het kader van het klantcontract.
De JENSEN-GROUP neemt de opbrengst in de tijd op door de vooruitgang te meten van de volledige uitvoering van de prestatieverplichting. De JENSEN-GROUP gebruikt de inputmethode (kosten gemaakt tot op de balansdatum in vergelijking met de totale geschatte kosten om het project te voltooien) waarbij de opbrengsten worden opgenomen op basis van de inspanningen van de Groep om de prestatieverplichting na te komen. Alle kosten in verband met niet-geïnstalleerde materialen of gemaakte kosten die betrekking hebben op toekomstige activiteiten worden uitgesloten van de meting van de vooruitgang van de volledige uitvoering van de prestatieverplichting.
- Wanneer het resultaat van een bestelling in uitvoering niet precies kan worden ingeschat, wordt enkel dat deel van de opbrengst uit contracten erkend dat met zekerheid zal worden gerealiseerd.
- Wanneer de afloop van een bouwproject op een betrouwbare manier kan worden ingeschat, en wanneer het waarschijnlijk is dat het project winstgevend is, dan wordt de opbrengst erkend over de periode van het contract. Wanneer het waarschijnlijk is dat de kosten groter zullen zijn dan de baten, wordt het totale verwachte verlies onmiddellijk in het resultaat opgenomen.
De JENSEN-GROUP presenteert een contract als een contractactief, met uitsluiting van de bedragen die reeds zijn ontvangen door vooruitbetalingen, indien de JENSEN-GROUP heeft gepresteerd door goederen of diensten over te dragen aan een klant voordat de klant de vergoeding betaalt of voordat de betaling verschuldigd is.
Een contractactief is het recht van een entiteit op een vergoeding in ruil voor goederen of diensten die de entiteit heeft overgedragen aan een klant.
De JENSEN-GROUP presenteert een contract als een contractverplichting wanneer de betaling is gedaan of wanneer de betaling verschuldigd is (ongeacht wat eerder is), als de klant een vergoeding heeft betaald voordat de JENSEN-GROUP een goed of dienst overdraagt aan de klant. Een contractverplichting is de verplichting van een entiteit om goederen of diensten over te dragen aan een klant waarvoor de entiteit een vergoeding heeft ontvangen (of waarvoor een vergoeding verschuldigd is) van de klant. De timing van de facturatie en de betalingsvoorwaarden worden geval per geval besproken. Het facturatieschema en de typische timing van de betaling verschillen niet materieel van het model van opbrengstverantwoording.
Er zijn geen belangrijke variabele vergoedingen voor projecten. Het hele proces van een order – produceren, installeren, in werking zetten en overdragen – duurt gewoonlijk een jaar of minder.
Erkenning opbrengsten - Overige
- Royalty’s en huuropbrengsten worden in de resultatenrekening opgenomen als het waarschijnlijk is dat de economische voordelen van de transactie naar de Groep zullen vloeien en met een zekere graad van betrouwbaarheid kunnen worden gemeten. De opbrengsten worden op ‘accrual basis’ geboekt, in overeenstemming met de essentie van de hierop betrekking hebbende overeenkomst.
- Opbrengsten uit reserveonderdelen worden op een bepaald moment in de tijd opgenomen.
Overige opbrengsten en kosten hebben hoofdzakelijk betrekking op opbrengsten ontvangen van de verzekeringsmaatschappij, overheidssteun, aftrekbare belastingen, herstructureringsmaatregelen of andere opbrengsten of uitgaven die voortvloeien uit gebeurtenissen of transacties die duidelijk te onderscheiden zijn van de gewone bedrijfsactiviteiten van de Groep.
Goodwill
Bij verwerving van nieuwe deelnemingen wordt het verschil tussen de aanschaffingsprijs en de waarde van de activa, passiva en mogelijke verplichtingen van de geconsolideerde dochtervennootschappen, na toewijzing van eventuele meer- en minderwaarden op de activa en passiva, in de geconsolideerde balans opgenomen als goodwill. Goodwill wordt niet afgeschreven maar jaarlijks getest op bijzondere waardevermindering, of frequenter indien specifieke aanwijzingen of gebeurtenissen dit vereisen. Winsten en verliezen op de verkoop van een entiteit omvatten de boekwaarde van de goodwill met betrekking tot de verkochte entiteit. Goodwill wordt toegewezen aan een kasstroomgenererende eenheid met het oog op een test op bijzondere waardeverminderingen.
Jaarlijkse afschrijvingspercentages: | ||
Gebouwen | 3,33% | 30j |
Infrastructuur | 10% - 20% | 5j - 10j |
Dak | 10% | 10j |
Installaties, uitrusting en machines | 10% - 33% | 3j - 10j |
Kantoorbenodigdheden en meubilair | 10% - 20% | 5j - 10j |
Computer | 20% - 33% | 3j - 5j |
Rollend materieel | 20% - 33% | 3j - 5j |
Immateriële vaste activa
Kosten van onderzoek en ontwikkeling
De kosten van onderzoek worden onmiddellijk ten laste genomen in het jaar waarin ze worden gemaakt.
Tot eind 2020 heeft de JENSEN-GROUP de kosten voor ontwikkeling niet geactiveerd, maar ze ten laste genomen wanneer ze werden gemaakt. De kosten hadden toen vooral betrekking op productverbeteringen.
Voor specifieke projecten (zoals Inwatec) worden ontwikkelingskosten alleen geactiveerd als het waarschijnlijk is dat zij toekomstige economische voordelen zullen opleveren.
Geactiveerde ontwikkelingskosten worden lineair afgeschreven over de geschatte gebruiksduur, die normaal gesproken niet langer dan 10 jaar wordt beschouwd. De afschrijvingsperiode wordt voortdurend geëvalueerd en jaarlijks wordt nagegaan of het actief een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan.
Concessies, patenten, licenties, knowhow en andere soortgelijke rechten
Materiële vaste activa
De materiële vaste activa worden geboekt tegen hun aanschaffingswaarde of vervaardigingsprijs, verminderd met de gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen, eventueel verhoogd met de aanverwante kosten.
Materiële vaste activa worden gewaardeerd op basis van grote componenten. Deze componenten, die regelmatig worden vervangen, worden afgeschreven over hun verwachte levensduur.
Materiële vaste activa worden lineair afgeschreven over hun geraamde nuttige levensduur vanaf de maand van aanschaf. Indien nodig worden activa beschouwd als een samenstelling van verschillende componenten met elk hun specifieke levensduur.
De jaarlijkse afschrijvingspercentages zijn als volgt:
Leaseovereenkomsten waarbij de Groep optreedt als huurder - Activa met gebruiksrecht
De Groep neemt in de balans bijna alle leaseovereenkomsten op die het gebruiksrecht van een actief gedurende de leaseperiode weerspiegelen, en eveneens de daarmee samenhangende leaseverplichting voor betalingen die de huurder gedurende de leaseperiode aan de verhuurder moet verrichten.
De Groep verantwoordt de activa voor gebruiksrecht op de aanvangsdatum van de leaseovereenkomst (d.w.z. de datum waarop het onderliggende actief beschikbaar is voor gebruik). Gebruiksrechtvorderingen worden gewaardeerd tegen kostprijs, verminderd met eventuele geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingsverliezen, en worden aangepast voor eventuele herwaardering van leaseverplichtingen.
De kostprijs van activa met een gebruiksrecht omvat het bedrag van de opgenomen leaseverplichtingen, de initiële directe kosten en de leasebetalingen die op of vóór de aanvangsdatum van de leaseovereenkomst zijn gedaan, verminderd met de ontvangen leasebonussen.
Tenzij de Groep redelijk zeker is dat de eigendom van het geleasede actief op het einde van de leaseperiode wordt verkregen, worden de opgenomen activa met recht van gebruik lineair afgeschreven over de geschatte gebruiksduur of, indien deze korter is, de leaseperiode. Activa met een gebruiksrecht zijn onderhevig aan bijzondere waardeverminderingen.
Leaseverplichtingen
Op de aanvangsdatum van de leaseovereenkomst neemt de Groep leaseverplichtingen op tegen de contante waarde van de over de leaseperiode te verrichten leasebetalingen. De leasebetalingen omvatten vaste betalingen (inclusief in wezen vaste betalingen), verminderd met eventuele te ontvangen huurincentives, variabele leasebetalingen die afhangen van een index of een rentevoet, en bedragen die naar verwachting zullen worden betaald onder restwaardegaranties. De leasebetalingen omvatten ook de uitoefenprijs van een aankoopoptie waarvan redelijk zeker is dat deze door de Groep zal worden uitgeoefend en de betaling van boetes voor het beëindigen van een leaseovereenkomst, indien de leaseperiode een weerspiegeling is van het feit dat de Groep de optie tot beëindiging van de overeenkomst uitoefent. De variabele leasebetalingen die niet afhangen van een index of een rentevoet worden als kost opgenomen in de periode waarin de gebeurtenis of voorwaarde die de betaling veroorzaakt, zich voordoet.
De Groep boekt de betaalde rente op zijn leaseverplichtingen als financieringsactiviteiten in het kasstroomoverzicht. Variabele betalingen en bedragen betaald voor huurcontracten van korte termijn en geringe waarde worden weergegeven onder de lijn operationele activiteiten.
Bij de berekening van de contante waarde van de leasebetalingen gebruikt de Groep de marginale leenrentevoet op de aanvangsdatum van de leaseovereenkomst indien de impliciete rentevoet van de leaseovereenkomst niet onmiddellijk kan worden bepaald. Na de aanvangsdatum wordt het bedrag van de leaseverplichtingen verhoogd om de toename van de rente te weerspiegelen en verlaagd voor de betaalde leasebetalingen.
Bovendien wordt de boekwaarde van de leaseverplichtingen geherwaardeerd indien er sprake is van een wijziging, een aanpassing van de leaseperiode, een wijziging in de inhoudelijke vaste leasebetalingen of een wijziging in de beoordeling van de aankoop van het onderliggende actief.
Leaseovereenkomsten op korte termijn en van activa met geringe waarde
De Groep past de vrijstelling voor kortetermijnleasing toe op de kortetermijnleasing van machines en uitrusting (d.w.z. met een leaseperiode van 12 maanden of minder vanaf de aanvangsdatum en die geen aankoopoptie bevatten). Hij past ook de vrijstelling van de erkenning van de lease van laagwaardige activa toe op de lease van kantooruitrusting die als laagwaardig wordt beschouwd (d.w.z. minder dan 5.000 euro). Leasebetalingen voor kortetermijn- en leasing van laagwaardige activa worden lineair ten laste genomen over de leaseperiode.
Belangrijke oordeelsvorming bij het bepalen van de leasetermijn van contracten met verlengingsopties
De Groep bepaalt de leaseperiode als de niet-opzegbare looptijd van de leaseovereenkomst, samen met eventuele periodes die worden gedekt door een optie om de leaseovereenkomst te verlengen indien er een redelijke zekerheid bestaat dat deze zal worden uitgeoefend, of periodes die worden gedekt door een optie om de leaseovereenkomst te beëindigen indien er een redelijke zekerheid bestaat dat deze niet zal worden uitgeoefend.
De Groep beoordeelt of het redelijk zeker is dat de optie tot verlenging zal worden uitgeoefend. Dit wil zeggen dat de Groep rekening houdt met alle relevante factoren die voor hem een economische stimulans vormen om de optie tot verlenging uit te oefenen. Na de aanvangsdatum beoordeelt de Groep de leaseperiode opnieuw indien er zich een belangrijke gebeurtenis of wijziging in de omstandigheden voordoet die binnen zijn macht ligt en die van invloed is op zijn vermogen om de optie tot verlenging al dan niet uit te oefenen (bijvoorbeeld een wijziging in zijn bedrijfsstrategie).
Bijzondere waardeverminderingen van activa
Indien er door omstandigheden aanwijzingen zijn dat de realisatiewaarde van de activa – met uitzondering van voorraden, uitgestelde belastingvorderingen, personeelsvoordelen, afgeleide financiële instrumenten en activa met betrekking tot bestellingen in uitvoering – is veranderd, worden de activa van de Groep nagezien voor bijzondere waardeverminderingen.
Indien de boekwaarde van een actief de realisatiewaarde (zijnde het hoogste van de netto verkoopprijs en de bedrijfswaarde) overschrijdt, wordt een bijzondere waardevermindering geboekt in de resultatenrekening. De bedrijfswaarde wordt bepaald door verdiscontering van de verwachte toekomstige kasstromen uit het verdere gebruik van de activa en van de verkoopwaarde op het einde van de gebruiksduur.
De realisatiewaarde wordt geschat per individueel actief of, indien dit niet mogelijk is, per kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort.
Terugnemingen van eerder geboekte bijzondere waardeverminderingen worden in inkomsten opgenomen voor het oorspronkelijke bedrag.
Minstens eenmaal per jaar wordt getest wat de goodwill waard is (impairment test). De bijzondere waardevermindering op goodwill kan niet worden teruggenomen.
Voorraden en bestellingen in uitvoering
Voorraden worden gewaardeerd tegen de laagste waarde van de kostprijs of directe opbrengstwaarde. Afhankelijk van de verschillende ERP-systemen wordt de kostprijs bepaald aan de hand van de FIFO-methode (first in, first out) of op basis van de gewogen gemiddelde methode. Voor geproduceerde voorraden is de kostprijs gelijk aan de volledige kostprijs inclusief alle directe en indirecte productiekosten die voortvloeien uit de afwerking van de voorraden op balansdatum. De directe opbrengstwaarde is de verwachte verkoopprijs in het kader van de normale bedrijfsvoering, verminderd met de afwerkingskosten en de variabele verkoopkosten.
Voorzieningen voor risico's en kosten
Een voorziening dient uitsluitend te worden opgenomen als en slechts als de Groep een bestaande (in rechte afdwingbare of feitelijke) verplichting heeft ten gevolge van een gebeurtenis in het verleden; en als het waarschijnlijk is (dat wil zeggen, meer kans dat het gebeurt dan niet) dat een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen, vereist zal zijn om de verplichting af te wikkelen en als het bedrag van de verplichting op betrouwbare wijze kan worden geschat.
Het bedrag van de voorziening is gebaseerd op een schatting naar best vermogen van de uitgaven die vereist zijn om de bestaande verplichtingen op balansdatum af te handelen. De voorzieningen worden verdisconteerd als de impact van de tijdswaarde van geld materieel is.
Er wordt een voorziening aangelegd voor terugkoopverplichtingen in het geval dat de JENSEN-GROUP materiaal verkoopt aan een klant en de klant voor dat materiaal een leasingovereenkomst wil afsluiten met een leasingmaatschappij. Indien de klant in gebreke blijft, kan de leasingmaatschappij in bepaalde situaties de JENSEN-GROUP vragen om de machine terug te nemen (zie financiering, p.171). Op basis van historische gegevens wordt een passend percentage van de openstaande vordering geboekt en teruggenomen a rato van de terugbetaling door de klant.
Personeelsverplichtingen
De Groep voorziet voor bepaalde werknemers in vergoedingen na uitdiensttreding. Deze vergoedingen worden verstrekt onder de vorm van toegezegde bijdrageregelingen en toegezegd-pensioenregelingen.
Een externe, onafhankelijke actuaris bereidt de berekening voor van de voorzieningen voor personeelsverplichtingen. De berekening gebeurt op basis van de toekomstig pensioenwaarderingsmethode (‘projected unit credit’-methode).
- Toegezegde bijdrageregelingen: de betaalde bijdragen worden onmiddellijk als kost in de resultatenrekening opgenomen.
- Toegezegd-pensioenregelingen: de boekwaarde op de balansdatum van de toegezegd-pensioenregelingen wordt bepaald als de contante waarde van de bruto verplichtingen uit hoofde van het toegezegd-pensioenplan, verminderd met de reële waarde van fondsbeleggingen.
De nog niet- opgenomen pensioenkosten van verstreken diensttijd worden opgenomen in de resultatenrekening.
De opname van actuariële winsten en verliezen in het geconsolideerd overzicht van het totaalresultaat gebeurt in de periode waarin ze zich voordoen, buiten de winst- en verliesrekening.
Uitgestelde belastingen
Uitgestelde belastingen worden volledig opgenomen via de balansmethode voor tijdelijke verschillen die ontstaan tussen de fiscale basis van activa en verplichtingen en hun boekwaarde in de geconsolideerde jaarrekening. De uitgestelde belastingen worden echter niet geboekt als ze ontstaan uit de eerste opname van een actief of de verplichting in een transactie die geen bedrijfscombinatie is en op het moment van de transactie geen invloed heeft op de boekhoudkundige of op de fiscale winst (het fiscale verlies).
De uitgestelde belastingen worden gewaardeerd op basis van de belastingtarieven die wettelijk van toepassing zijn op de balansdatum en die naar verwachting van toepassing zullen zijn op de periode waarin de vordering wordt gerealiseerd of de verplichting wordt afgewikkeld. Uitgestelde belastingen moeten worden opgenomen als het waarschijnlijk is dat fiscale winsten beschikbaar zullen zijn die voor de uitgestelde belastingen kunnen worden aangewend. Een onderneming dient uitgestelde belastingen op te nemen voor alle belastbare tijdelijke verschillen die verband houden met investeringen in dochterondernemingen, filialen en geassocieerde deelnemingen, tenzij de moedermaatschappij het tijdstip kan bepalen waarop het tijdelijke verschil wordt afgewikkeld; en het waarschijnlijk is dat het tijdelijke verschil in de nabije toekomst niet zal worden afgewikkeld.
Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen worden verrekend, als er een in rechte afdwingbaar recht is om de actuele belastingvorderingen te verrekenen met de actuele belastingverplichtingen en de uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen verband houden met winstbelastingen die door dezelfde belastinginstantie worden geheven op ofwel dezelfde belastbare entiteit, of verschillende belastbare entiteiten die voornemens zijn om de actuele belastingvorderingen op een nettobasis af te wikkelen.
Courante belastingen
De belastingen op het resultaat van het boekjaar omvatten courante en uitgestelde belastingen.
Beide belastingen worden in de resultatenrekening geboekt, behalve in die gevallen waar het bestanddelen betreft die rechtstreeks in overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten of in het eigen vermogen geboekt worden. In dat geval worden de belastingen eveneens rechtstreeks ten laste van de overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten of het eigen vermogen genomen.
De over de huidige periode verschuldigde winstbelastingen worden berekend op basis van de belastingwetten waarvan het wetgevingsproces materieel is afgesloten aan het einde van de rapporteringsperiode in de landen waar de Groep en zijn dochtervennootschappen actief zijn en belastbare inkomsten genereren. Het management evalueert geregeld de standpunten in belastingaangiftes met betrekking tot situaties waarin de toepasselijke fiscale regelgeving vatbaar is voor interpretatie. Het legt waar nodig voorzieningen aan op basis van bedragen die het aan de fiscus verwacht te moeten betalen.
Overlopende rekeningen
Toe te rekenen kosten zijn kosten die op balansdatum nog niet gemaakt zijn maar die wel toegewezen zijn in de winst- en verliesrekening. Over te dragen opbrengsten zijn opbrengsten die pas gerealiseerd worden in toekomstige periodes.
Financiële instrumenten
Financiële instrumenten worden geboekt op transactiedatum. De reële waarde van de financiële instrumenten wordt bepaald d.m.v. verschillende waarderingstechnieken. De Groep gebruikt een waaier van waarderingstechnieken en formuleert hypotheses die gebaseerd zijn op marktomstandigheden die zich voordoen op elke balansdatum.
Vorderingen
De vereenvoudigde benadering wordt toegepast.
Geldbeleggingen en liquide middelen
Geldbeleggingen en liquide middelen hebben betrekking op kastegoeden, bankdeposito’s en kredietlijnen. In de balans worden de kredietlijnen opgenomen onder de korte termijn schulden, leningen.
Schulden (op meer dan één jaar - op ten hoogste één jaar)
De schulden worden gewaardeerd tegen nominale waarde op balansdatum.
Afgeleide financiële instrumenten
De Groep gebruikt afgeleide financiële instrumenten om het risico op ongunstige wisselkoers- en intrestevoluties in te dekken. Het is een politiek van de Groep om geen afgeleide financiële instrumenten te gebruiken voor speculatieve doeleinden of trading.
Financiële instrumenten worden initieel gewaardeerd tegen reële waarde. Na initiële erkenning worden de financiële instrumenten opgenomen in de balans tegen reële waarde. De boekhoudkundige verwerking van de hieruit voortvloeiende winsten en verliezen is afhankelijk van de aard van de ingedekte positie. Veranderingen in de reële waarde van derivaten die formeel niet toegewezen zijn als financieel instrument of niet in aanmerking komen voor hedge accounting, worden opgenomen in de resultatenrekening.
Kasstroomindekkingen
Het effectieve deel van de winsten of verliezen uit de reële waardeveranderingen van derivaten die als indekkingsinstrument specifiek toegewezen werden ter indekking van de variabiliteit van de kasstromen van een in de balans opgenomen actief of passief, een niet in de balans opgenomen bestaand order of een verwachte transactie, wordt opgenomen in de overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten.
Als het bestaand order of de verwachte transactie aanleiding geeft tot de effectieve opname van een actief of een passief in de balans, zullen alle gecumuleerde winsten of verliezen die tot dan toe opgenomen werden in de overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, geïncorporeerd worden in de aanschaffings- of boekwaarde van het betrokken actief of passief.
In de andere gevallen wordt de gecumuleerde winst of het gecumuleerde verlies verwijderd uit de overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten en tegelijk met de ingedekte transactie in de resultatenrekening opgenomen. Het niet-effectieve deel van de winsten of verliezen wordt onmiddellijk in de resultatenrekening opgenomen. Winsten of verliezen afkomstig van de veranderingen in de tijdswaarde van de derivaten worden niet in rekening genomen in de effectiviteitsbepaling van de indekkingstransactie en worden onmiddellijk in de resultatenrekening geboekt.
Cumulatieve winsten of verliezen met betrekking tot reeds afgelopen derivaten blijven verwerkt als onderdeel van de overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, zolang het waarschijnlijk is dat de afgeleide transactie zich zal voordoen. Dergelijke transacties worden verwerkt zoals beschreven in voorgaande paragraaf. Indien de ingedekte transactie niet langer waarschijnlijk blijkt, worden alle gecumuleerde niet-gerealiseerde winsten of verliezen op dat moment overgedragen van de overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten naar de resultatenrekening.
Financiële activa aan afgeschreven kostprijs
Alle bewegingen in financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs worden geboekt op de transactiedatum. Financiële activa aan afgeschreven kostprijs worden gewaardeerd tegen aankoopprijs.
Financiële activa aan reële waarde via de overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten
Overheidssubsidies
De overheidssubsidies die de JENSEN-GROUP ontvangt, worden systematisch in de resultatenrekening opgenomen als overige opbrengsten gedurende de periodes waarin de entiteiten de gerelateerde kosten opnemen die de subsidies beogen te compenseren. In het geval van subsidies met betrekking tot activa vereist dit dat de subsidie wordt opgenomen als over te dragen opbrengsten of in mindering wordt gebracht op de boekwaarde van het actief.
De opbrengsten van overheidssubsidies worden alleen opgenomen als er een redelijke mate van zekerheid is dat de entiteiten zullen voldoen aan de voorwaarden die eraan verbonden zijn, en dat de subsidie zal worden ontvangen. Zolang niet aan alle voorwaarden is voldaan, wordt de ontvangen overheidssubsidie als een schuld opgenomen.
Leningen
De leningen worden initieel opgenomen onder hun reële waarde exclusief transactiekosten. Vervolgens worden ze gewaardeerd volgens afgeschreven kostprijs. Het verschil tussen de opbrengst (exclusief transactiekosten) en de aflossingswaarde wordt opgenomen in de resultatenrekening over de periode van
de lening op basis van de effectieve intrestmethode.
Vaste activa te koop (of verkoop van een groep)
Wanneer een vaste activa (of een groep) hoogstwaarschijnlijk verkocht zal worden, dan wordt ze in de balans apart opgenomen onder de activa te koop en gewaardeerd aan de laagste van de boekwaarde of
de marktwaarde, min de kosten die nodig zijn om de activa te verkopen.
Aankoop op termijn (‘forward’) van minderheidsbelang
De termijnkoopovereenkomst wordt als een verplichting opgenomen op de balans. Bij de eerste opname wordt de debetpost in het eigen vermogen gepresenteerd als een aftrek van de belangen van derden (NCI), het verschil wordt weergegeven in het eigen vermogen.
Geconsolideerd kasstroomoverzicht
Het geconsolideerde kasstroomoverzicht geeft een overzicht van de gegenereerde kasstroom tijdens
het boekjaar en dit voor operationele kasstromen, investerings- en financieringsactiviteiten.
Bedrijfscombinatie
Acquisitie per acquisitie waardeert de Groep een niet-controlerend belang in de overgenomen onderneming aan reële waarde of aan het proportioneel deel van het niet-controlerend belang in de nettovermogenswaarde van de overgenomen onderneming.
Gesegmenteerde informatie
De Groep is actief in één enkel bedrijfssegment: de heavy-duty wasserij-sector.
Afsluitdatum en lengte boekjaar
Alle boekjaren omvatten 12 maanden van activiteit, beginnend op 1 januari van elk jaar.
Wijziging in waarderingsregels
Er zijn geen wijzigingen in de waarderingsregels ten opzichte van de waarderingsregels die gebruikt werden bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening per 31 december 2023.
In 2022 werd aan alle voorwaarden voldaan om Turkije volgens de IFRS-normen als een hyper inflatoire economie te beschouwen. Bijgevolg werd de IAS 29-norm over financiële verslaggeving in hype inflatoire economieën van toepassing. De Groep past dan ook vanaf 1 januari 2022 hyperinflatieboekhouding toe op zijn Turkse dochterondernemingen. De IAS 29-norm vereist de aanpassing van de niet-monetaire elementen van de activa en passiva van het land in hyperinflatie, alsook van zijn resultatenrekening om de evolutie van de algemene koopkracht van zijn functionele munt weer te geven. Dit resulteert in een winst of een verlies op de netto monetaire positie die in de winst van het jaar wordt opgenomen. Bovendien wordt de jaarrekening van dit land omgerekend tegen de slotkoers van de betrokken periode. De gevolgen van de toepassing van IAS 29 voor Turkije worden beschreven in Toelichting 22.
Toelichting 2: Consolidatiekring
De geconsolideerde jaarrekening omvat de JENSEN-GROUP NV en alle dochtervennootschappen die
zij controleert.
Wijzigingen in de consolidatiekring in 2024
In oktober 2023 verwierf JENSEN Denmark A/S, een Deense dochteronderneming van de JENSEN-GROUP, Ole Almeborg A/S. Vervolgens sloot JENSEN Denmark op 17 mei 2024 een overeenkomst voor de verkoop en aankoop van aandelen met Logitrans A/S, wat resulteerde in de verkoop van 50% van de aandelen tegen eind augustus 2024. Bijgevolg heeft de JENSEN-GROUP nu een participatie van 50% in Ole Almeborg, dat geconsolideerd werd volgens de vermogensmutatiemethode vanaf 1 september 2024. Deze transactie heeft geen significante impact op de geconsolideerde jaarrekening van de JENSEN-GROUP.
Eind mei 2024 verwierf JENSEN Italië 33% van de aandeelhoudersrechten in PrimaFolder. De participatie wordt opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode.
Op 23 juli 2024 verwierf de JENSEN-GROUP een meerderheidsbelang van 85% in MAXI-PRESS Holding GmbH, Duitsland en zijn dochterondernemingen. Deze participatie wordt geconsolideerd volgens de integrale consolidatiemethode vanaf 1 augustus 2024. Voor meer informatie, zie toelichting 23.
Toelichting 3: Gesegmenteerde informatie
De volledige wasserijsector kan worden opgedeeld in consumentenmarkt, commerciële en heavy-duty wasserijen. De entiteiten van de JENSEN-GROUP bedienen alleen eindklanten in de heavy-duty wasserijsector. De meeste van deze wasserijen variëren van grote on-premise wasserijen tot grote internationale textielverhuurgroepen. In principe werken alle klanten van de JENSEN-GROUP volgens hetzelfde proces. De JENSEN-GROUP verkoopt zijn producten en diensten onder de merknamen JENSEN en INWATEC via eigen verkoopkantoren en via onafhankelijke distributeurs wereldwijd.
Bedrijfssegmenten verwijzen naar de verschillende gebieden van de activiteiten van een bedrijf die regelmatig worden geanalyseerd door de ‘chief operating decision maker’ (CODM) met het oog op de toewijzing van middelen en de beoordeling van de prestaties van de segmenten.
De segmentrapportering van de JENSEN-GROUP is afgestemd op de organisatie- en rapporteringstructuur van zijn interne financiële informatie, zoals die werd beoordeeld door de Chief Executive Officer (CEO), het Executive Management Team (EMT) en de Raad van Bestuur.
Het management van de Groep, met inbegrip van de CEO, het EMT en de Raad van Bestuur, houdt toezicht op de heavy-duty wasserijactiviteiten als één enkele entiteit, geleid door het strategische ‘50/500’ plan.
De beoordeling van de prestaties van het bedrijf, samen met beslissingen over de toewijzing van middelen, zijn gebaseerd op de uitgebreide beoordeling van de resultatenrekening.
De voortgang en prestaties van deze rekening worden tien keer per jaar onder de loep genomen, met een meer diepgaande rapportage en analyse op kwartaalbasis. In mei en november worden trading updates uitgegeven, waarbij halverwege het jaar een verkorte reeks financiële cijfers wordt vrijgegeven en aan het einde van het boekjaar een volledige reeks.
De belangrijkste maatstaf voor het beoordelen van de winstgevendheid binnen de resultatenrekening, die beschouwd wordt als de CODM van de JENSEN-GROUP, is het operationeel resultaat (EBIT).
Ondanks de analyse van opbrengsten en bepaalde directe kosten door het Group Controlling departement, maakt de CODM geen gebruik van een meer gedetailleerde uitsplitsing van de geconsolideerde resultatenrekening voor zakelijk of operationeel management. Beslissingen over prestatiebeoordeling of toewijzing van middelen worden op geconsolideerde basis genomen. Bijgevolg heeft de JENSEN-GROUP vastgesteld dat het als één bedrijfssegment functioneert.
Europa | Amerika | Azië en Australië | 31 december | |||||
(in duizenden euro) | 2024 | 2023 | 2024 | 2023 | 2024 | 2023 | 2024 | 2023 |
Opbrengsten van externe klanten | 265.933 | 232.910 | 114.630 | 96.407 | 72.603 | 70.804 | 453.166 | 400.121 |
Toerekenbaar aan | ||||||||
(in duizenden euro) | België | Duitsland | Frankrijk | Amerika | Denemarken | China | ||
Opbrengsten van externe klanten | 21.075 | 52.263 | 42.832 | 99.192 | n.v.t. | n.v.t. | ||
Vaste activa* | 1.644 | 4.660 | 3.313 | 6.534 | 16.062 | 11.467 |
De volgende tabel geeft informatie over omzet op basis van de geografische locaties van de Groep.
De basis voor de toewijzing van de opbrengsten is de locatie van de klant:
Ten tweede, als opbrengsten van externe klanten die worden toegekend aan een individueel land materieel zijn, dan moeten deze opbrengsten afzonderlijk worden bekendgemaakt volgens de standaard, zoals Duitsland, Frankrijk en Amerika die hierna worden toegelicht. De Groep identificeert 10% van de totale geconsolideerde opbrengsten als materieel. België wordt bekendgemaakt als het vestigingsland van de moedermaatschappij van de Groep. De basis voor de toegelichte externe opbrengsten en vaste activa is de juridische entiteit in dat gebied (vóór enige consolidatieboekingen).
Tot slot merkt de Groep op dat er geen belangrijke klanten zijn, of groepen van klanten waarover dezelfde eigenaar zeggenschap heeft, die per 31 december 2024 materieel zijn en waarover informatie moet worden verstrekt.
* Vaste activa uit bovenstaande tabel zijn beperkt tot de lokale goodwill, immateriële activa en materiële vaste activa.
(in duizenden euro) | 31 december 2024 | 31 december 2023 |
ACQUISITIEKOST | ||
Aan het einde van het voorgaande jaar | 24.820 | 24.868 |
Omrekeningsverschillen | 8 | -48 |
Toevoegingen | 24.939 | 0 |
Verkopen | 0 | 0 |
Overdrachten | 0 | 0 |
Totale verwervingskost | 49.767 | 24.820 |
AFSCHRIJVINGEN EN WAARDEVERMINDERINGEN | ||
Aan het einde van het voorgaande jaar | 1.995 | 1.989 |
Omrekeningsverschillen | 1 | 6 |
Afschrijving | 0 | 0 |
Verkopen | 0 | 0 |
Overdrachten | 0 | 0 |
Totaal afschrijvingen en waardeverminderingen | 1.996 | 1.995 |
Netto boekwaarde aan het einde van het jaar | 47.771 | 22.826 |
Toelichting 4: Vaste activa
Goodwill
De goodwill is voornamelijk ontstaan bij de overname van JENSEN Australië, JENSEN Austria, JENSEN Benelux, JENSEN France, JENSEN Italia, JENSEN Norway, JENSEN Spain , JENSEN Sverige (Zweden), JENSEN Zwitserland en Inwatec.
Dankzij de acquisitie van MAXI-PRESS nam de goodwill van de JENSEN-GROUP met 24,9 miljoen euro toe. Voor meer informatie, zie toelichting 23.
De JENSEN-GROUP stelt de kasstroom genererende eenheden gelijk met de Groep. De JENSEN-GROUP ondersteunt de heavy-duty wasserijsector wereldwijd door duurzame enkelvoudige machines, systemen en geïntegreerde oplossingen te ontwikkelen en te leveren.
Het succes van de JENSEN-GROUP is het resultaat van de combinatie van globale kennis en lokale aanwezigheid. De vaste activa van de fabrieken worden samen beheerd, en de kasstromen die gegenereerd worden door het gebruik van deze fabrieken komen van één groep lokale, regionale of internationale klanten. Deze worden voorzien van dezelfde producten om de activiteiten in heavy-duty wasserijen te optimaliseren. Voor de testen op bijzondere waardeverminderingen worden de activa van de fabrieken daarom toegewezen aan één kasstroom genererende eenheid.
Goodwill wordt onderworpen aan een jaarlijkse test op bijzondere waardevermindering, door middel van een aantal kritische beoordelingen, schattingen en veronderstellingen. Op basis van de vergelijking van de ‘waarde in gebruik’ (afgeleid met behulp van de verdisconteerde vrije kasstroom benadering) en de boekwaarde (boekwaarde van het geïnvesteerde vermogen) van de kasstroom genererende eenheid
(de Groep), wordt de realiseerbare waarde berekend. De JENSEN-GROUP is van mening dat zijn schattingen redelijk zijn; ze zijn gebaseerd op ervaringen, externe informatiebronnen (zoals het langetermijn-groeipercentage en de verdisconteringsvoet) en geven de best mogelijke inschatting van het management weer.
31 december 2024 (in duizenden euro) | Knowhow en productontwikkeling | Licenties | Overige immateriële vaste activa | TOTAAL |
ACQUISITIEKOST | ||||
Aan het einde van het voorgaande jaar | 6.546 | 2.512 | 1.440 | 10.498 |
Omrekeningsverschillen | -5 | -1 | 0 | -6 |
Acquisitie van dochterondernemingen | 0 | 190 | 0 | 190 |
Wijzigingen in de consolidatiekring | 0 | 0 | -1.440 | -1.440 |
Toevoegingen | 856 | 21 | 0 | 877 |
Verkopen | 0 | -343 | 0 | -343 |
Overdrachten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totale verwervingskost | 7.397 | 2.379 | 0 | 9.766 |
AFSCHRIJVINGEN EN WAARDEVERMINDERINGEN | ||||
Aan het einde van het voorgaande jaar | 2.808 | 1.833 | 24 | 4.665 |
Omrekeningsverschillen | -17 | 21 | -30 | -26 |
Acquisitie van dochterondernemingen | 0 | 66 | 0 | 66 |
Wijzigingen in de consolidatiekring | 0 | 0 | -96 | -96 |
Afschrijving | 612 | 182 | 102 | 896 |
Verkopen | 0 | -343 | 0 | -343 |
Overdrachten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal afschrijvingen en waardeverminderingen | 3.402 | 1.760 | 0 | 5.162 |
Netto boekwaarde 31 december 2024 | 3.994 | 619 | 0 | 4.614 |
De belangrijkste beoordelingen, veronderstellingen en schattingen voor de kasstroom genererende eenheid zijn:
- Het eerste jaar van het model is gebaseerd op de best mogelijke inschatting van het management van het vrije kasstroomvooruitzicht voor het volgende jaar; voor het tweede, derde, vierde en vijfde jaar van het model zijn de kasstromen gebaseerd op het langetermijnplan van de Groep, waarin belangrijke schattingen zijn opgenomen, zoals het impliciete groeipercentage van de omzet en de EBIT-marge;
- Kasstromen na de periode van de eerste vijf jaar worden geëxtrapoleerd, meestal door gebruik te maken van een groeipercentage van 0% (tegenover 0% PY) van de vrije kasstromen;
- Projecties worden verdisconteerd aan de gewogen gemiddelde kapitaalkost die tussen de 9% en 10% ligt;
Deze berekende waarde wordt vergeleken met de boekwaarde.
Hoewel de JENSEN-GROUP van mening is dat zijn beoordelingen, veronderstellingen en schattingen geschikt zijn, kunnen werkelijke resultaten afwijken van deze inschattingen in geval van andere veronderstellingen of voorwaarden. De Groep is van mening dat redelijke schattingswijzigingen niet zullen leiden tot een bijzonder waardeverminderingsverlies gezien de realiseerbare waarde.
Immateriële vaste activa
De overige immateriële activa op het einde van 2023 hebben betrekking op de acquisitie van Ole Almeborg in oktober 2023. Vanaf september 2024 is deze entiteit niet langer opgenomen in de consolidatiekring van de JENSEN-GROUP.
31 december 2023 (in duizenden euro) | Knowhow en productontwikkeling | Licenties | Overige immateriële vaste activa | TOTAAL |
ACQUISITIEKOST | ||||
Aan het einde van het voorgaande jaar | 5.746 | 2.516 | 0 | 8.262 |
Omrekeningsverschillen | -12 | -4 | 0 | -16 |
Acquisitie van dochterondernemingen | 0 | 0 | 1.440 | 1.440 |
Toevoegingen | 812 | 0 | 0 | 812 |
Verkopen | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overdrachten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totale verwervingskost | 6.546 | 2.512 | 1.440 | 10.498 |
AFSCHRIJVINGEN EN WAARDEVERMINDERINGEN | 0 | |||
Aan het einde van het voorgaande jaar | 2.297 | 1.664 | 0 | 3.962 |
Omrekeningsverschillen | 4 | -5 | 0 | -1 |
Afschrijving | 507 | 174 | 24 | 705 |
Verkopen | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overdrachten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal afschrijvingen en waardeverminderingen | 2.809 | 1.833 | 24 | 4.666 |
Netto boekwaarde 31 december 2023 | 3.737 | 679 | 1.416 | 5.832 |
Ontwikkelingskosten worden alleen geactiveerd als het waarschijnlijk is dat zij toekomstige economische voordelen zullen opleveren voor specifieke projecten (bijv. Inwatec). De geactiveerde ontwikkelingskosten worden lineair afgeschreven over de geschatte gebruiksduur, die normaal gesproken niet langer dan 10 jaar wordt beschouwd. De afschrijvingsperiode wordt voortdurend geëvalueerd en jaarlijks wordt nagegaan of het actief een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan. Ontwikkelingskosten voor een bedrag van 7,5 miljoen euro (6,7 miljoen euro in 2023) werden in kosten genomen gedurende het jaar. Deze kosten zijn opgenomen in de posten ‘Diensten en overige goederen’, ‘Bezoldigingen en sociale lasten’ en ‘Afschrijvingen’.
De licenties verwijzen naar de kapitalisatie van de licentiekosten van het ERP-systeem en andere IT-middelen.
31 december 2024 (in duizenden euro) | Terreinen en gebouwen | Machines en uitrusting | Meubilair en rollend materieel | Activa met gebruiksr echt - gebouwe n | Activa met gebruiks recht – Overige | Overige immateri ële vaste activa | Activa in aanbouw | TOTAAL |
ACQUISITIEKOST | ||||||||
Aan het einde van het voorgaande jaar | 44.684 | 30.974 | 14.448 | 11.340 | 2.766 | 0 | 881 | 105.095 |
Omrekeningsverschillen | 251 | 446 | 62 | 321 | -2 | 0 | 20 | 1.099 |
Acquisitie van dochterondernemingen | 2.458 | 2.741 | 392 | 1.883 | 714 | 70 | 0 | 8.258 |
Wijzigingen in de consolidatiekring | 0 | -130 | 0 | 0 | -112 | 0 | 0 | -242 |
Toevoegingen | 1.982 | 1.972 | 3.110 | 4.769 | 1.883 | 33 | 304 | 14.054 |
Verkopen | -151 | -882 | -1.190 | -1.563 | -279 | -4 | 0 | -4.070 |
Overdrachten | 0 | 1.375 | 0 | 0 | -396 | 0 | -979 | 0 |
Totale verwervingskost | 49.224 | 36.496 | 16.822 | 16.749 | 4.574 | 99 | 226 | 124.192 |
AFSCHRIJVINGEN EN WAARDEVERMINDERINGEN | ||||||||
Aan het einde van het voorgaande jaar | 22.611 | 26.839 | 10.720 | 2.549 | 1.151 | 0 | 0 | 63.871 |
Omrekeningsverschillen | 64 | 392 | 13 | -17 | -1 | 0 | 0 | 450 |
Acquisitie van dochterondernemingen | 22 | 1.751 | 258 | 0 | 0 | 77 | 0 | 2.108 |
Wijzigingen in de consolidatiekring | 0 | -63 | 0 | 0 | -112 | 0 | 0 | -175 |
Afschrijving | 2.504 | 1.417 | 1.539 | 1.688 | 866 | 18 | 0 | 8.033 |
Verkopen | -151 | -874 | -1.017 | -1.005 | -344 | -4 | 0 | -3.395 |
Overdrachten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal afschrijvingen en waardeverminderingen | 25.050 | 29.463 | 11.511 | 3.216 | 1.561 | 91 | 0 | 70.892 |
Netto boekwaarde 31 december 2024 | 24.174 | 7.033 | 5.311 | 13.533 | 3.013 | 8 | 226 | 53.299 |
Materiële vaste activa
In de loop van 2024 steeg de netto boekwaarde van de materiële vaste activa met 12,1 miljoen euro. Wanneer de afschrijvingskosten van 8 miljoen euro buiten beschouwing worden gelaten, vertoonden de materiële vaste activa een stijging van 20,1 miljoen euro.
De kapitaaluitgaven in deze periode waren gericht op het verder verbeteren van onze infrastructuur om aan de toekomstige marktvraag te kunnen voldoen. Dit omvatte strategische investeringen in de uitbreiding van onze fabrieken in China (3,4 miljoen euro), geclassificeerd als activa met gebruiksrecht, en Denemarken (2,6 miljoen euro). Andere investeringen in machines, apparatuur en voertuigen bedroegen 4,5 miljoen euro. Bovendien voegde de acquisitie van MAXI-PRESS 6,2 miljoen euro toe aan de vaste activa, waarvan 2,6 miljoen euro activa met gebruiksrecht. De verlenging van verschillende huurovereenkomsten zorgt voor een stijging van de activa met gebruiksrechten tot 3,2 miljoen euro.
De netto boekwaarde van de activa, gebouwen en materieel die als zakelijke zekerheid voor de schulden worden gesteld, bedraagt 12,0 miljoen euro (7,6 miljoen euro in december 2023).
De gebouwen geclassificeerd als activa met gebruiksrecht bestaan voornamelijk uit gebouwen in China en Denemarken. Er zijn geen materiële opbrengsten uit onderverhuur van de activa per eind december 2024.
Meer informatie over de gerelateerde leaseverplichtingen is te vinden in toelichting 9.
Er zijn geen materiële beperkingen of financiële ratio’s opgelegd door de bovenstaande leaseovereenkomsten.
31 december 2023 (in duizenden euro) | Terreinen en gebouwe n | Machines en uitrusting | Meubilair en rollend materieel | Activa met gebruiksr echt | Activa in aanbouw | TOTAAL |
ACQUISITIEKOST | ||||||
Aan het einde van het voorgaande jaar | 37.969 | 30.442 | 12.577 | 15.343 | 794 | 97.146 |
Omrekeningsverschillen | -248 | -575 | -64 | -549 | -29 | -1.465 |
Acquisitie van dochterondernemingen | 3.355 | 110 | 0 | 762 | 0 | 4.227 |
Toevoegingen | 3.651 | 1.000 | 2.506 | 1.818 | 117 | 9.092 |
Verkopen | 0 | -54 | -585 | -3.265 | 0 | -3.905 |
Overdrachten | -43 | 52 | 14 | 0 | 0 | 0 |
Totale verwervingskost | 44.684 | 30.974 | 14.448 | 14.107 | 881 | 105.095 |
AFSCHRIJVINGEN EN WAARDEVERMINDERINGEN | ||||||
Aan het einde van het voorgaande jaar | 21.490 | 26.094 | 10.069 | 5.148 | 0 | 62.801 |
Omrekeningsverschillen | -73 | -453 | 46 | -99 | 0 | -578 |
Acquisitie van dochterondernemingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Afschrijving | 1.194 | 1.252 | 1.115 | 1.674 | 0 | 5.234 |
Verkopen | 0 | -53 | -510 | -3.022 | 0 | -3.585 |
Overdrachten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal afschrijvingen en waardeverminderingen | 22.611 | 26.839 | 10.720 | 3.701 | 0 | 63.871 |
Netto boekwaarde 31 december 2023 | 22.073 | 4.135 | 3.727 | 10.405 | 881 | 41.219 |
Er zijn geen toegezegde leaseovereenkomsten die nog niet zijn opgenomen in de bovenstaande tabel per
31 december 2024. De berekeningen in het kader van IFRS16 worden jaarlijks bijgewerkt met de indexering,
om de huidige status van de verplichting weer te geven. Er zijn geen andere posten die naar verwachting
de toekomstige kasuitstromen zullen beïnvloeden.
In de loop van 2023 steeg de netto boekwaarde van de materiële vaste activa met 6,9 miljoen euro. Wanneer de afschrijvingskosten van 5,2 miljoen euro buiten beschouwing worden gelaten, vertoonden de materiële vaste activa een stijging met 12,1 miljoen euro.
De kapitaaluitgaven in deze periode waren voornamelijk gericht op het verbeteren van onze infrastructuur om aan de toekomstige marktvraag te kunnen voldoen. Dit omvatte aanzienlijke investeringen in de uitbreiding van onze vestigingen in Odense, Denemarken, om de AI- en Robotica-capaciteiten van Inwatec te versterken, evenals de strategische overname van Ole Almeborg in Hasle.
De activa met gebruiksrecht bestaan voornamelijk uit gebouwen voor een bedrag van 8,8 miljoen euro.
(in duizenden euro) | 31 december 2023 | Acq. van dochter maatsch. | Via winst of verlies | Via niet- gerealiseerde resultaten | Wissel -koers | 31 december 2024 | DTA uitgestelde belasting- vordering | DTL uitgestelde belasting- verplichting |
Voorraden | 1.122 | 102 | -312 | 0 | 0 | 912 | 1.061 | -149 |
Vaste activa | -2.945 | -695 | 578 | 0 | 0 | -3.062 | -1.028 | -2.034 |
Voorzieningen | 3.677 | -37 | 1.067 | -87 | 0 | 4.620 | 4.376 | 244 |
Fiscale verliezen | 101 | 0 | -13 | 0 | 0 | 88 | 88 | 0 |
Uitgestelde belastingen op andere verschillen tussen fiscale en lokale boekhouding | 247 | 5 | 141 | -64 | 446 | 775 | 877 | -102 |
Valutaresultaat in permanente financiering | -951 | 0 | -51 | 0 | 0 | -1.002 | 0 | -1.002 |
Financiële instrumenten | -45 | 0 | -355 | 95 | 0 | -305 | -136 | -169 |
Totaal uitgestelde belastingvorderingen (netto) | 1.207 | -625 | 1.055 | -56 | 447 | 2.027 | 5.238 | -3.211 |
(in duizenden euro) | 31 december 2022 | Acq. van dochter maatsch. | Via winst of verlies | Via niet- gerealiseerde resultaten | Wissel -koers | 31 december 2023 | DTA uitgestelde belasting vordering | DTL uitgestelde belasting verplichting |
Voorraden | -190 | 0 | 1,312 | 0 | 0 | 1.122 | 818 | 305 |
Vaste activa | -2.114 | -803 | -28 | 0 | 0 | -2.945 | -733 | -2.212 |
Voorzieningen | 3.109 | 0 | 238 | 329 | 0 | 3.677 | 3.484 | 193 |
Fiscale verliezen | 128 | 0 | -27 | 0 | 0 | 101 | 101 | 0 |
Uitgestelde belastingen op andere verschillen tussen fiscale en lokale boekhouding | 675 | 0 | -22 | -133 | -273 | 247 | 533 | -286 |
Valutaresultaat in permanente financiering | -955 | 0 | 4 | 0 | 0 | -951 | 0 | -951 |
Financiële instrumenten | -291 | 0 | 177 | 69 | 0 | -45 | -42 | -3 |
Totaal uitgestelde belastingvorderingen (netto) | 363 | -803 | 1,653 | 266 | -272 | 1.207 | 4.161 | -2.954 |
Toelichting 5: Uitgestelde belastingen
Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen kunnen worden toegerekend aan de volgende posten, waarbij hun beweging sinds vorig jaar hieronder wordt samengevat:
De stijging houdt verband met de uitgestelde belastingvorderingen die zijn geboekt op de tijdelijke verschillen tussen de groepsboekhouding en de fiscale boekhouding, vooral op de voorzieningen.
De uitgestelde belastingen hebben voornamelijk betrekking op JENSEN USA (1,8 miljoen euro), JENSEN Italia (0,7 miljoen euro) en JENSEN Australia (0,6 miljoen euro).
De uitgestelde belastingvorderingen worden erkend omdat het management en de Raad van Bestuur ervan overtuigd zijn, conform de waarderingsregels van de Groep, dat deze uitgestelde belastingvorderingen binnen een redelijke periode kunnen gerealiseerd worden. De Groep is voorzichtig met het opnemen van uitgestelde belastingen op overgedragen fiscale verliezen.
(in duizenden euro) | 31 december 2024 | 31 december 2023 |
Opbrengsten | 453.166 | 400.121 |
Contractactiva | 68.046 | 62.336 |
Contractpassiva | 54.751 | 43.966 |
(in duizenden euro) | YTD Q4 2024 | Q4 2024 | Q3 2024 | Q2 2024 | Q1 2024 |
Orderontvangst | 517.266 | 157.249 | 118.527 | 126.551 | 114.939 |
Opbrengsten | 453.166 | 118.348 | 107.503 | 118.188 | 109.127 |
(in duizenden euro) | Contractactiva | Contractpassiva |
31 december 2023 | 62.336 | 43.965 |
Opbrengsten die waren opgenomen in het saldo van de contractverplichting aan het begin van de periode | -25.867 | |
Toename als gevolg van ontvangen geldmiddelen, exclusief bedragen opgenomen als opbrengsten gedurende de periode | 35.601 | |
Waardeverminderingen geboekt tijdens het jaar | 455 | |
Overboeking van contractactiva opgenomen aan het begin van de periode naar vorderingen | -35.501 | |
Toenames als gevolg van wijzigingen in de maatstaven van vooruitgang | 40.184 | |
Omrekeningsverschillen | 573 | 1.051 |
31 december 2024 | 68.046 | 54.750 |
Toelichting 6: Contractactiva en -passiva
De bovenstaande contractactiva vertegenwoordigen het recht van de Groep op een vergoeding in ruil voor goederen of diensten die de Groep heeft overgedragen aan een klant. Deze bedragen konden echter nog niet worden gefactureerd gezien het recht op vergoeding nog niet onvoorwaardelijk is, omdat er nog aanvullende verplichtingen aan de klant moeten worden voldaan. De projecten worden gewaardeerd op basis van de ‘percentage of completion’-methode. Op 31 december 2024 was in de contractactiva 23,5 miljoen euro, 15,1%, aan gecumuleerde winst op de brutowaarden opgenomen (20,4 miljoen euro, 15,8% op 31 december 2023). Zowel de contractactiva als -passiva zijn aan het einde van het jaar hoger dan vorig jaar door de groei in 2024.
De opbrengsten uit contracten houden verband met bouwcontracten voor klanten. De orders die in de loop van 2024 werden binnengehaald, bereikten een nieuwe recordhoogte, en onderstrepen de voortdurende groei en lokale aanwezigheid van de Groep op de markt.
- Op 31 december 2024 heeft de Groep 19,4 miljoen euro aan uitstaande, nog niet vervulde prestatie-verplichtingen die voortvloeien uit lopende contracten die na 2025 zullen worden uitgevoerd (15,3 miljoen euro op 31 december 2023). Deze prestatieverplichtingen hebben voornamelijk betrekking op scheepswerven en openbare ziekenhuizen.
- Er zijn geen prestatieverplichtingen die meer dan 12 maanden in beslag nemen tussen het opstarten van de productie en de oplevering. Voor werven van cruiseschepen duurt de installatie van de wasserij minder dan 12 maanden. Dit kan echter uitlopen tot 24 maanden tussen de installatie van de wasserij en de uiteindelijke oplevering van het cruiseschip. Voor deze periode tekent de JENSEN-GROUP uitvoerings-garanties.
De reconciliatie van de contractactiva en -passiva is als volgt:
(in duizenden euro) | 31 december 2024 | 31 december 2023 |
Handelsvorderingen | 133.032 | 107.196 |
Voorziening voor dubieuze debiteuren | -4.835 | -3.475 |
Belastingen | 4.359 | 4.978 |
Overige vorderingen | 5.387 | 4.591 |
Overlopende rekeningen | 4.313 | 2.910 |
Afgeleide financiële instrumenten | 315 | 652 |
Totale handels- en overige vorderingen | 142.570 | 116.852 |
Handelsvorderingen | 4.641 | 6.574 |
Overige vorderingen | 3.872 | 3.860 |
Afgeleide financiële instrumenten | 193 | 307 |
Vorderingen op lange termijn | 8.707 | 10.741 |
Vorderingen op korte termijn | 133.863 | 106.111 |
Toelichting 7: Handels- en overige vorderingen
Vorderingen op lange termijn
Het langlopende deel van de handels- en overige vorderingen daalde met 2,0 miljoen euro door betalingen van de projectfinanciering in de vorige periode. De Groep is actief bezig om klanten bij te staan door hen financiële oplossingen aan te reiken, zoals de implementatie van strikte terugbetalingsschema's (4,4 miljoen euro) en terugkoopverplichtingen bij financiële instellingen (1,6 miljoen euro). Deze aanpak maakt deel uit van ons streven naar sterke, ondersteunende relaties met onze klanten, ook in financieel uitdagende tijden.
In de overige vorderingen zijn garanties in contanten opgenomen voor een bedrag van 0,8 miljoen euro, wat stabiel is in vergelijking met vorig jaar, alsook overige vorderingen voor 1,7 miljoen euro.
Vorderingen op korte termijn
De opbrengsten voor het vierde kwartaal bedroegen 118,3 miljoen euro (+ 17% tegenover het laatste kwartaal van 2023). Naast de hogere activiteiten stijgen de handelsvorderingen op korte termijn door het hoge volume aan facturen in de laatste weken van het jaar.
Bedragen | Aantal aandelen | |
Staat van het kapitaal (positie op 31 december 2024) | (in duizenden euro) | |
A. Kapitaal | ||
1. Kapitaal | ||
Aan het einde van het voorbije jaar | 38.050 | |
Wijzigingen tijdens het jaar | 0 | |
Aan het einde van dit jaar | 38.050 | |
2. Kapitaalvertegenwoordiging | ||
2.1 Aandelen zonder nominale waarde | 38.050 | 9.631.408 |
2.2 Aandelen op naam of aan toonder | ||
Op naam | 6.230.339 | |
Gedematerialiseerd | 3.401.069 | |
B. Eigen aandelen gehouden door | ||
het bedrijf of een zijn dochterondernemingen | 5.264 | 146.793 |
C. Verplichtingen tot uitgifte van aandelen | ||
1. Als gevolg van de uitoefening van conversierechten | 0 | 0 |
2. Als gevolg van de uitoefening van inschrijvingsrechten | 0 | 0 |
D. Toegestaan, niet-geplaatst kapitaal | 38.280 |
Aantal aandelen | Totaal aandelen | % | |
- Aantal aandelen | 4.260.781 | 9.631.408 | 44,24% |
- Stemrechten | 4.260.781 | 9.484.615 | 44,92% |
Toelichting 8: Eigen vermogen
Kapitaal
Op 31 december 2024 bedroeg het aandelenkapitaal 38,3 miljoen euro (voor aftrek van de uitgiftekosten van 0,2 miljoen euro), en bestond het uit 9.631.408 gewone aandelen zonder nominale waarde. Er waren geen preferente aandelen. Alle aandelen zijn volledig volstort. Op 31 december 2024 had de vennootschap 146.793 eigen aandelen.
Hierna wordt meer informatie weergegeven over de staat van het kapitaal per 31 december 2024 en 2023.
Volgende kennisgevingen van deelname in aandelen die het kapitaal van de vennootschap vertegenwoordigen, werden ontvangen:
JENSEN Invest A/S, JF Tenura ApS, dhr. Jesper M. Jensen, The Jørn M. Jensen en Lise M. Jensen Family Trust, mevr. Anne M. Jensen en mevr. Karine Munk Finser
JENSEN INVEST A/S, Ejnar Jensen Vej 1, 3700 Rønne, Denmark
De controleketen is als volgt: JENSEN Invest A/S bezit 44,2% van de aandelen van de JENSEN-GROUP NV. JF Tenura Aps bezit 100 % van de aandelen in JENSEN Invest A/S. SWID AG, vertegenwoordigd door dhr. Jesper M. Jensen, bezit 51% van het aandelenkapitaal en 99% van de stemrechten in JF Tenura Aps. De Jørn Munch Jensen en Lise Munch Jensen Family Trust, waarvan Mevr. Anne Munch Jensen en Mevr. Karine Munk Finser de uiteindelijke begunstigden zijn, bezit de overige 49% van de aandelen in JF Tenura Aps.
Aantal aandelen | Totaal aandelen | % | |
- Aantal aandelen | 484.473 | 9.631.408 | 5,03% |
- Stemrechten | 484.473 | 9.484.615 | 5,11% |
Aantal aandelen | Totaal aandelen | % | |
- Aantal aandelen | 1.926.282 | 9.631.408 | 20,00% |
- Stemrechten | 1.926.282 | 9.484.615 | 20,31% |
Lazard Frères Gestion SAS
25, rue de Courcelles 75008 PARIS France
Lazard Frères Gestion SAS wordt gecontroleerd door Compagnie Financière Lazard Frères SAS, Compagnie Financière Lazard Frères SAS wordt gecontroleerd door Lazard Group LLC, Lazard Group LLC wordt gecontroleerd door Lazard Inc. Lazard Frères Gestion SAS treedt onafhankelijk op van Compagnie Financière Lazard Frères, Lazard Group LLC, Lazard Ltd en van de rest van de Lazard Group, inclusief Lazard Asset Management, een vennootschap onder Amerikaans recht.
Miura Co Ltd.
7 Horie, Matsuyama, Ehime, 799-2696 Japan
De controleketen is als volgt: Miura Co. Ltd. bezit 20% van de aandelen van de JENSEN-GROUP NV.
Op 31 december 2023 bedroeg het aandelenkapitaal 38,3 miljoen euro (voor aftrek van de uitgiftekosten van 0,2 miljoen euro), en bestond het uit 9.631.408 gewone aandelen zonder nominale waarde. Er waren geen preferente aandelen. Alle aandelen zijn volledig volstort. Op 31 december 2023 had de vennootschap 15.122 eigen aandelen in bezit.
Op 3 april 2023 verhoogde de JENSEN-GROUP NV zijn kapitaal met een inbreng in natura (4,6 miljoen euro) en een inbreng in cash (2,9 miljoen euro). Bij beide transacties werden 1.926.282 nieuwe aandelen gecreëerd. Meer details over de nieuwe aandelen vindt u in het prospectus voor beursgang dat op de website van de vennootschap beschikbaar is, onder Prospectus.
Op 16 mei 2023 keurden de aandeelhouders de vernietiging van 113.873 eigen aandelen goed.
Bedragen | Aantal aandelen | |
Staat van het kapitaal (positie op 31 december 2023) | (in duizenden euro) | |
A. Kapitaal | ||
1. Kapitaal | ||
- Aan het einde van het voorbije jaar | 30.710 | |
- Wijzigingen tijdens het jaar | 7.340 | |
- Aan het einde van dit jaar | 38.050 | |
2. Kapitaalvertegenwoordiging | ||
2.1 Aandelen zonder nominale waarde | 38.050 | 9.631.408 |
2.2 Aandelen op naam of aan toonder | ||
- Op naam | 6.230.339 | |
- gedematerialiseerd | 3.401.069 | |
B. Eigen aandelen gehouden door | ||
- het bedrijf of een zijn dochterondernemingen | 499 | 15.122 |
C. Verplichtingen tot uitgifte van aandelen | ||
1. Als gevolg van de uitoefening van conversierechten | 0 | 0 |
2. Als gevolg van de uitoefening van inschrijvingsrechten | 0 | 0 |
D. Toegestaan, niet-geplaatst kapitaal | 38.280 |
Elk aandeel heeft één stem. De stemrechten zijn in overeenstemming met het Wetboek van vennootschappen en verenigingen. De statuten bevatten geen andere regelingen met betrekking tot de stemrechten.
De regelingen betreffende de overdracht van aandelen zijn in overeenstemming met het Wetboek van vennootschappen en verenigingen. De statuten bevatten geen andere regelingen met betrekking tot de overdracht van aandelen.
Uitgiftepremie
De uitgiftepremie is het resultaat van (i) de fusie van LSG, dat toen de naam JENSEN-GROUP NV aannam (5,8 miljoen euro), (ii) de kapitaalverhoging in 2023 door inbreng in natura (37,9 miljoen euro) en (iii) de kapitaal-verhoging in 2023 door inbreng in cash (23,9 miljoen euro). De eindbalans van de uitgiftepremie bedraagt 67,6 miljoen euro.
Eigen aandelen
De statuten (art. 11) staan de Raad van Bestuur toe om eigen aandelen terug te kopen. Tijdens de vergadering van 10 maart 2022 heeft de Raad van Bestuur beslist om een programma voor de inkoop van eigen aandelen in te voeren en zo maximaal 781.900 of 10% van de eigen aandelen in te kopen. In het licht van de transactie met MIURA, kondigde de JENSEN-GROUP op 9 maart 2023 aan dat de Raad van Bestuur het programma heeft opgeschort. Op 16 mei 2023 keurden de aandeelhouders de vernietiging van 113.873 eigen aandelen goed. De Raad van Bestuur van 10 augustus 2023 besliste om een programma voor de terugkoop van eigen aandelen in te voeren en zo maximaal 668.027 of 10% van zijn aandelen terug te kopen. De aandelen worden op de beurs ingekocht door een investeringsbank, gemandateerd door de Raad van Bestuur. Het mandaat voor de terugkoop vervalt op 18 mei 2026. Per 31 december 2024 had de vennootschap 146.793 eigen aandelen.
Munt | Gemiddelde koers | Slotkoers | ||
2024 | 2023 | 2024 | 2023 | |
AED | 3,9730 | 3,9676 | 3,8252 | 3,8831 |
AUD | 1,6399 | 1,6285 | 1,6772 | 1,6263 |
BRL | 5,8268 | 5,4016 | 6,4253 | 5,3618 |
CHF | 0,9526 | 0,9717 | 0,9412 | 0,9260 |
CNY | 7,7863 | 7,6591 | 7,5833 | 7,8509 |
DKK | 7,4589 | 7,4510 | 7,4578 | 7,4529 |
EUR | 1,0000 | 1,0000 | 1,0000 | 1,0000 |
GBP | 0,8466 | 0,8699 | 0,8292 | 0,8691 |
JPY | 163,8175 | 151,9425 | 163,0600 | 156,3300 |
NOK | 11,6268 | 11,4243 | 11,7950 | 11,2405 |
NZD | 1,7879 | 1,7618 | 1,8532 | 1,7504 |
SEK | 11,4309 | 11,4728 | 11,4590 | 11,0960 |
SGD | 1,4457 | 1,4523 | 1,4164 | 1,4591 |
TRY | 35,5653 | 25,7487 | 36,7372 | 32,6531 |
USD | 1,0821 | 1,0816 | 1,0389 | 1,1050 |
Omrekeningsverschillen
De geconsolideerde jaarrekening wordt in dit jaarverslag uitgedrukt in duizenden euro. Alle posten van de balans van buitenlandse vennootschappen worden omgerekend in euro, de valuta waarin de Groep werkt en de cijfers rapporteert, aan de wisselkoers per einde van het boekjaar, met uitzondering van het eigen vermogen, dat aan historische koers wordt opgenomen. De resultatenrekeningen worden omgezet aan de gemiddelde koers van het boekjaar. De wisselkoersverschillen die aldus ontstaan uit de omzetting van het eigen vermogen en de resultatenrekeningen worden afzonderlijk vermeld in overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten onder de post ‘Omrekeningsverschillen’.
De omrekeningsverschillen daalden met 3,3 miljoen euro, voornamelijk door de zwakkere JPY en TRY, maar werden gecompenseerd door een sterkere USD.
De wisselkoersverschillen die ontstaan uit de omzetting van de netto-investeringen in de buitenlandse activiteiten worden opgenomen in overige resultaten. In totaal wordt 0,2 miljoen euro aan wisselkoersverliezen van de financiële resultaten naar overige resultaten overgedragen.
De gebruikte wisselkoersen voor de omzetting waren de volgende:
Hedging reserves
De Groep merkt valutacontracten en renteswaps aan als kasstroomindekkingen van zijn valuta- en renterisico. Veranderingen in de reële waarde van het afdekkingsinstrument en de afgedekte positie (toerekenbaar aan het afgedekte risico), vanaf het begin van de afdekking, worden onmiddellijk in de overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten opgenomen als de afdekking effectief wordt geacht (toelichting 20).
Op jaareinde werd 0,03 miljoen euro in overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten geboekt.
Winsten en verliezen opgenomen in de afdekkingsreserve in overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten:
- op valutatermijncontracten per 31 december 2024 zullen op verschillende data tussen één en zes maanden in de resultatenrekening worden opgenomen.
- op de renteswapcontracten per 31 december 2024, zullen in de resultatenrekening opgenomen worden a rato van de terugbetaling van de bankleningen.
Wijzigingen in de herwaarderingen van toegezegd-pensioenregelingen
De JENSEN-GROUP heeft vier toegezegd-pensioenregelingen waarvoor alle actuariële winsten en verliezen rechtstreeks worden opgenomen in niet-gerealiseerde resultaten. Het gecumuleerde verlies van de vier regelingen bedraagt op 31 december 2024 4,7 miljoen euro.
Dividend
De Raad van Bestuur stelt aan de aandeelhoudersvergadering voor om een dividend van
In 2023 stelde de Raad van Bestuur een dividend van
Kapitaalrisicobeheer
De doelstelling van de JENSEN-GROUP bij het kapitaalbeheer is ervoor te zorgen dat de JENSEN-GROUP verder kan functioneren als een ‘going concern’ om rendement te genereren voor de aandeelhouders en voordelen te bieden aan de andere stakeholders, en om een optimale structuur te behouden die de vermogenskosten minimaliseert.
(in duizenden euro) | 31 december 2023 | Acq. dochter maats. | Opbrengst -en | Terug- betalingen | Herclass. LT naar KT | CTA | 31 december 2024 |
LT-leningen bij kredietinstellingen | 24.090 | 0 | 2.235 | 0 | -13.342 | 95 | 13.078 |
Overige LT-leningen | 1.764 | 0 | 441 | 0 | 0 | 0 | 2.205 |
LT-factoring | 2.034 | 0 | 0 | 0 | -468 | 29 | 1.595 |
Subtotaal | 27.888 | 0 | 2.676 | 0 | -13.810 | 124 | 16.878 |
Leaseverplichtingen – KT | 2.655 | 2.390 | 3.327 | -472 | -2.464 | 3 | 5.440 |
Totaal langetermijnleningen | 30.543 | 22.318 | |||||
(in duizenden euro) | 31 december 2023 | Acq. dochter maats. | Opbrengst -en | Terug- betalingen | Herclass. LT naar KT | CTA | 31 december 2024 |
Kortlopend deel van LT-leningen | 3.112 | 0 | 115 | -3.226 | 13.371 | 22 | 13.393 |
Kredietinstellingen KT | 0 | 20.005 | 20.005 | ||||
Kredietlijnen | 9.656 | 4 | -1.351 | 0 | 305 | 8.613 | |
Ontvangen betalingen (factoring) | 1.674 | 0 | 1.736 | -1.735 | 468 | 54 | 2.197 |
Subtotaal | 14.442 | 4 | 21.856 | -6.312 | 13.839 | 380 | 44.208 |
Leaseverplichtingen - KT | 1.346 | 423 | 335 | -1.819 | 2.570 | 46 | 2.900 |
Totaal kortetermijnleningen | 15.788 | 47.108 | |||||
Totaal leningen | 46.331 | 69.426 |
Toelichting 9: Financiële schuld
De korte- en langetermijnleningen kunnen als volgt worden samengevat:
De totale leningen stegen van 46,3 miljoen euro op 31 december 2023 tot 69,4 miljoen euro op 31 december 2024, voornamelijk door de nieuwe roll-over lening van 20 miljoen euro die de transactie voor de verwerving van een participatie van 85% in MAXI-PRESS mogelijk maakt. De terugbetalingen voor leaseverplichtingen houden rekening met rentelasten op leaseverplichtingen voor een bedrag van 0,2 miljoen euro.
Meer informatie over de gerelateerde activa met gebruiksrecht is te vinden in toelichting 4.
De Groep heeft handelsvorderingen voor een totaal bedrag van 3,8 miljoen euro in factoring, waarvan 2,2 miljoen euro op lange termijn en 1,6 miljoen euro op korte termijn. Aangezien de controle niet substantieel wordt overgedragen aan de derde partij, leidt de factoringregeling niet tot de verwijdering van een bedrag op de balans.
Rekening houdend met de totale leningen (69,4 miljoen euro), financiële activa (30,1 miljoen euro) en liquide middelen (42,4 miljoen euro), rapporteert de Groep een netto kaspositie van 3,0 miljoen euro per eind december 2024, ten opzichte van 35,9 miljoen euro netto kasstroom per eind december 2023. De belangrijkste kasuitgaven hebben betrekking op de acquisitie van MAXI-PRESS, de dividenduitkering en de verwerving van eigen aandelen, gecompenseerd door een positieve EBITDA. De Groep heeft een netto kaspositie, en maakt daarom geen gebruik van de beschikbare kredietfaciliteiten.
(in duizenden euro) | 31 december 2024 | 31 december 2023 |
Tussen 1 en 2 jaar | 8.785 | 15.173 |
Tussen 2 en 5 jaar | 5.884 | 9.306 |
> 5 jaar | 7.650 | 6.064 |
Totaal langetermijnleningen | 22.318 | 30.543 |
(in duizenden euro) | Minder dan 1 jaar | Tussen 1 en 2 jaar | Tussen 2 en 5 jaar | > 5 jaar | TOTAAL |
Kredietinstellingen (incl. kredietlijn) | 42.011 | 5.879 | 2.350 | 4.850 | 55.089 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 2.205 | 2.205 |
Ontvangen betalingen (factoring) | 2.197 | 500 | 500 | 595 | 3.792 |
Leaseverplichtingen | 2.900 | 2.406 | 3.090 | 8.340 | |
Totaal | 47.108 | 8.785 | 5.884 | 7.650 | 69.426 |
Renteswaps afgedekt | 0 | 444 | 1.333 | 1.625 | 3.402 |
Totaal niet-afgedekt | 47.108 | 8.341 | 4.551 | 6.024 | 66.024 |
(in duizenden euro) | 31 december 2024 | 31 december 2023 |
EUR | 19.267 | 21.570 |
DKK | 27.015 | 5.702 |
CNY | 14.804 | 15.058 |
Totaal | 61.086 | 42.330 |
Leaseverplichtingen | 8.340 | 4.001 |
Totaal leningen | 69.426 | 46.331 |
(in duizenden euro) | 31 december 2024 | 31 december 2023 |
Hypotheken | 7.009 | 5.702 |
Letter of Intent | 12.893 | 14.404 |
Totaal | 19.902 | 20.106 |
De volgende tabel geeft de langetermijnleningen weer per vervaldag:
De blootstelling van de Groep met betrekking tot rentewijzigingen op de leningen en met betrekking tot contractuele herzieningen van de intresten op de leningen voor en na het effect van de renteswaps (Interest Rate Swaps of IRS) is als volgt:
Het management gaat ervan uit dat de boekwaarde van de leningen aan vaste rente de reële waarde benadert.
Voor meer details met betrekking tot de renteswaps verwijzen we naar toelichting 20, Financiële instrumenten - markt- en overige risico’s.
Het bedrag van de leningen van de Groep per munt kan als volgt worden samengevat:
Er zijn geen bankconvenanten.
Schulden gewaarborgd door zakelijke zekerheden
De boekwaarde van de activa, gebouwen en materieel die als zakelijke zekerheid voor de schulden worden gesteld, bedraagt 12,0 miljoen euro.
(in duizenden euro) | 31 december 2024 | 31 december 2023 |
Voorzieningen voor toegezegd-pensioenregelingen | 9.730 | 10.394 |
Voorzieningen voor overige personeelsverplichtingen | 327 | 298 |
Totale voorziening voor personeelsverplichtingen | 10.058 | 10.692 |
(in duizenden euro) | 31 december 2024 | 31 december 2023 |
Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten | 211 | 170 |
Rentelasten | 398 | 442 |
Rentebaten op fondsbeleggingen | -103 | -133 |
Administratieve uitgaven en belastingen | 22 | 18 |
Pensioenlasten | 528 | 497 |
Toelichting 10: Voorziening voor personeelsverplichtingen
De voorziening voor overige personeelsverplichting heeft betrekking op een toegezegde bijdrageregeling in Oostenrijk en Duitsland.
Toegezegd-pensioenregeling
JENSEN GmbH, JENSEN France, JENSEN Italia en JENSEN AG Burgdorf voorzien in een toegezegd-pensioenregeling. Deze vergoedingen zijn gebaseerd op het salaris van de werknemer en het aantal dienstjaren.
- De verplichtingen van de JENSEN-GROUP met betrekking tot de toegezegd-pensioenregelingen worden berekend door onafhankelijke actuarissen, rekening houdend met de verwachte eindsalarissen en gebruikmakend van veronderstellingen zoals disconteringsvoet, sterftecijfer, omzet, salarisevolutie en inflatie.
- De gewogen gemiddelde duur van de toegezegd-pensioenregeling aan het einde van het jaar 2024 is 13,90 jaar (2023: 13,32).
Per 31 december 2024 bedroeg de totale netto verplichting 9,7 miljoen euro. De netto verplichting daalde ten gevolge van veranderingen in de veronderstellingen en door ervaringseffecten. Globaal genomen resulteerde de verandering in de disconteringsvoet in een winst van 28 kEUR. Ervaringswinsten van 0,3 miljoen euro houden verband met een winst van 0,5 miljoen euro als gevolg van een volledige waardering uitgevoerd in Zwitserland na twee jaar van roll-forwards. Deze ervaringswinsten weerspiegelen voornamelijk de veranderingen in bevolking, lonen en kredietverhogingen, en worden gedeeltelijk gecompenseerd door een verlies van 0,2 miljoen euro in Duitsland.
Voor de toegezegd-pensioenregelingen bedroeg de nettokost voor 2024 0,5 miljoen euro (2023: 0,5 miljoen euro)
(in duizenden euro) | 31 december 2024 | 31 december 2023 |
Nettoverplichting uit hoofde van toegezegd-pensioenregelingen (actief) aan het begin van het jaar | 10.394 | 9.201 |
Kosten voor toegezegd-pensioenregelingen opgenomen in resultatenrekening | 528 | 497 |
Werkgeversbijdrage of uitkeringen betaald door werkgever | -762 | -779 |
Totaal waardeaanpassingen opgenomen in niet-gerealiseerde resultaten | -393 | 1.373 |
Effect van wisselkoerswijzigingen | -37 | 102 |
Nettoverplichting uit hoofde van toegezegd-pensioenregelingen (actief) aan het einde van het jaar | 9.730 | 10.394 |
(in duizenden euro) | 31 december 2024 | 31 december 2023 |
Toegezegd-pensioenverplichting aan het einde van vorig jaar | 18.165 | 15.482 |
Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten | 211 | 170 |
Rentelasten | 398 | 442 |
Betaalde uitkeringen | -737 | -84 |
Bijdrage van de deelnemers | 250 | 238 |
Effect van wijzigingen in demografische hypotheses | 8 | 0 |
Effect van wijzigingen in financiële hypotheses | -28 | 1.285 |
Effect van ervaringsaanpassingen | -254 | 81 |
Effect van wisselkoerswijzigingen | -156 | 551 |
Toegezegd-pensioenverplichting aan het einde van het jaar | 17.857 | 18.165 |
(in duizenden euro) | 31 december 2024 | 31 december 2023 |
Reële waarde van fondsbeleggingen aan einde van vorig jaar | 7.771 | 6.281 |
Bijdragen | 1.012 | 1.016 |
Rendement op fondsbeleggingen | 119 | -7 |
Rentebaten op fondsbeleggingen | 103 | 133 |
Betaalde uitkeringen | -737 | -84 |
Administratieve uitgaven | -22 | -18 |
Effect van wisselkoerswijzigingen | -119 | 450 |
Reële waarde van fondsbeleggingen aan einde van het jaar | 8.127 | 7.771 |
De wijziging in de nettoverplichting gedurende de jaren 2024 en 2023 wordt in onderstaande tabel weergegeven:
Voor Zwitserland is de hoogte van de bijdragen gebaseerd op het op dat moment geldende pensioenplan in combinatie met het reglement voor het pensioenfonds van de stichting. De spaarbijdragen worden voor de helft gefinancierd door de werkgever en voor de helft door de werknemer. De risicopremies worden betaald door de werknemer tegen een tarief van 1% vanaf de leeftijd van 18 tot 24 jaar en 1,5% vanaf de leeftijd van 25 jaar. De werkgeversbijdrage komt overeen met het verschil tussen het totaal van alle bijdragen en de som van de bijdragen van alle werknemers. In geval van onderfinanciering moeten herstelmaatregelen worden genomen. Een mogelijke maatregel is het betalen van aanvullende herstelbijdragen.
De wijzigingen in de toegezegd-pensioenregelingen en in fondsbeleggingen zijn samengevat als volgt:
De JENSEN-GROUP is aangesloten bij een collectieve stichting die verantwoordelijk is voor het beheer van de activa en de reconciliatie van de activa en passiva. De fondsbeleggingen worden belegd in overeenstemming met de huidige investeringsregels van deze stichting. De beleggingsstrategie en de verplichtingenstructuur worden op regelmatige basis op elkaar afgestemd.
(in duizenden euro) | 31 december 2024 | 31 december 2023 |
Toegezegd-pensioenverplichtingen - volledig ongefinancierd | 8.413 | 8.515 |
Toegezegd-pensioenverplichtingen - (gedeeltelijk gefinancierd) | 9.444 | 9.650 |
Reële waarde van fondsbeleggingen | 8.127 | 7.771 |
Netto toegezegd-pensioenverplichting (actief) | 9.730 | 10.394 |
Disconteringsvoet | Prijsinflatie | Verwachte loonstijging | ||||||
2024 | 2023 | 2024 | 2023 | 2024 | 2023 | |||
Zwitserland | 1,10% | 1,35% | 1,10% | 1,25% | 1,60% | 1,75% | ||
Frankrijk | 3,45% | 3,30% | n.v.t. | n.v.t. | 3,00% | 3,00% | ||
Duitsland | 3,50% | 3,30% | 2,25% | 2,25% | 3,00% | 3,00% | ||
Italië | 3,40% | 3,25% | 2,00% | 2,23% | n.v.t. | n.v.t. |
De volgende tabel geeft de voornaamste veronderstellingen weer die gebruikt worden bij de berekening van de voorzieningen:
Voor de eurozone zijn de disconteringsvoeten in de loop van 2024 toegenomen vanwege de stijgende rendementen op de internationale obligaties. Voor Zwitserland is het rendement op obligaties gedaald,
wat resulteerde in een lagere disconteringsvoet. Wat de inflatie in de eurozone betreft, hebben we rekening gehouden met een prijsinflatie van 2,25% voor Duitsland en 2,00% voor Italië (respectievelijk 2,25% en 2,23% gebruikt vorig jaar), door de inflatiecurve toe te passen op de kasstromen voor deze regelingen. In Frankrijk heeft de inflatie geen invloed op de uitkering. De verwachte loonstijgingspercentages zijn sinds vorig jaar niet gewijzigd voor de eurozone, maar daalden voor Zwitserland met 15 basispunten.
Via zijn toegezegd-pensioenverplichtingen is de Groep blootgesteld aan verschillende risico’s, waarvan de belangrijkste de volgende zijn:
- Volatiliteit van de activa: Van andere beleggingsinstrumenten dan obligaties wordt verwacht dat ze op lange termijn beter presteren dan (bedrijfs)obligaties, maar op korte termijn volatiliteit en risico creëren. De toewijzing van de fondsbeleggingen wordt opgevolgd om ervoor te zorgen dat deze passend is met betrekking tot de looptijd van het plan.
- Wijzigingen in obligatierendementen: De verplichtingen worden berekend aan de hand van een verdisconteringsfactor waarvoor als referentie het rendement op bedrijfsobligaties wordt genomen. De discontovoet voor de verplichtingen uit hoofde van vergoedingen na uitdiensttreding wordt bepaald aan de hand van het marktrendement op bedrijfsobligaties van hoge kwaliteit aan het einde van de verslagperiode, dit in overeenstemming met IAS 19.83. Een daling van de rendementen op bedrijfsobligaties zal de verplichtingen van de regelingen doen toenemen. Voor regelingen met kapitaaldekking zal dit gedeeltelijk gecompenseerd worden door een stijging van de reële waarde van de activa van de regeling.
(in duizenden euro) | Wijziging in veronderstelling | |
Disconteringsvoet | -25bp | 623 |
+25bp | -586 | |
Gewogen gemiddelde duur (in jaren) | -25bp | 14 |
+25bp | 13 |
De sensitiviteit van de toegezegd-pensioenverplichtingen voor wijzigingen in de veronderstellingen is:
Deze voornoemde sensitiviteitsanalyses zijn gebaseerd op een wijziging in één parameter in de veronderstelling dat alle andere veronderstellingen gelijk blijven. Toch is het waarschijnlijk dat wijzigingen in de veronderstellingen met elkaar gecorreleerd kunnen zijn.
Het percentage fondsbeleggingen volgens asset-allocatie is als volgt op 31 december 2024 (2023):
- Gewone aandelen 5,79% (3,92%)
- Obligaties en andere schuldinstrumenten: 46,36% (49,74%)
- Onroerend goed: 24,55% (23,72%)
- Derivaten: 9,68% (10,32%)
- Cash: 0,40% (0,60%)
- Overige: 13,23% (11,70%)
De te verwachten bijdragen aan het plan en als directe betalingen tijdens het jaar dat begint na deze rapporteringsperiode worden geschat op 0,7 miljoen euro.
De JENSEN-GROUP biedt één pensioenplan aan in België dat wettelijk gestructureerd is als een toegezegde bijdrageregeling. In het boekjaar 2024 bedroegen de kosten van dit plan voor de JENSEN-GROUP NV 0,1 miljoen euro (2023: 0,1 miljoen euro).
Volgens de Belgische wet op de aanvullende pensioenen, de zogenaamde ‘Wet Vandenbroucke’, moeten alle Belgische toegezegde bijdrageregelingen volgens IFRS beschouwd worden als toegezegd-pensioenregelingen. De Wet Vandenbroucke voorziet in de context van toegezegde bijdrageregelingen dat de werkgever een jaarlijks minimumrendement van 1,75% op de bijdragen vanaf 2016 dient te garanderen, en een minimumrendement van 3,75% op de bijdragen van voor 2016.
Ten gevolge van dit minimumrendement voor toegezegde bijdrageregelingen in België wordt de werkgever blootgesteld aan een financieel risico. Het is immers wettelijk verplicht om de bijdragen te blijven betalen als het fonds over onvoldoende middelen beschikt om alle uitkeringen uit te betalen met betrekking tot de diensttijd in de huidige en voorgaande periodes. Deze regelingen moeten daarom worden geclassificeerd en geboekt als toegezegd-pensioenregelingen onder IAS 19.
In het verleden boekte het bedrijf deze regelingen niet als toegezegd-pensioenregelingen omdat hogere disconteringsvoeten van toepassing waren en het rendement dat verzekeringsmaatschappijen voorzagen op fondsbeleggingen volstond om het minimumrendement te garanderen.
Ten gevolge van de continu lage rentevoeten op de Europese financiële markten worden werkgevers in België daadwerkelijk blootgesteld aan een hoger risico met betrekking tot pensioenplannen met een gegarandeerd minimumrendement dan in het verleden, zodat ze de mogelijke gevolgen van een boeking als toegezegd-pensioenregelingen van deze plannen moeten evalueren.
Wij vroegen aan een externe partij om een schatting te maken van de mogelijke bijkomende verplichtingen en zij oordeelden dat er geen mogelijke bijkomende verplichtingen waren per 31 december 2024.
(in duizenden euro) | 31 december 2024 | 31 december 2023 |
Voorzieningen voor garanties | 8.686 | 8.377 |
Voorzieningen voor terugnameverplichtingen | 354 | 256 |
Overige voorzieningen | 820 | 1.338 |
Voorzieningen voor overige risico’s en kosten | 9.861 | 9.971 |
(in duizenden euro) | 31 december 2023 | Acq. dochter maats. | Toevoeg -ingen | Gebruik | Terug- name | Wissel -koers | Herclass. | 31 december 2024 |
Voorzieningen voor garanties | 8.377 | 49 | 6.573 | -4.521 | -1.797 | 5 | 0 | 8.687 |
Voorzieningen voor terugkoopverplichtingen | 256 | 0 | 173 | 0 | -75 | 0 | 0 | 354 |
Overige voorzieningen | 1.338 | 0 | -1 | -40 | -100 | 24 | -400 | 820 |
Totaal voorzieningen | 9.971 | 49 | 6.745 | -4.561 | -1.972 | 29 | -400 | 9.861 |
Toelichting 11: Voorzieningen voor overige risico’s en kosten
Wijzigingen in voorzieningen kunnen als volgt worden samengevat:
Garantieverplichting: Op basis van de verkopen tijdens het jaar wordt een voorziening voor garantie-verplichtingen aangelegd. De voorziening wordt berekend op basis van de huidige verkoopcijfers van het jaar en de beschikbare informatie over de producten die terugkeren tijdens de standaardgarantie (gemiddeld tussen 18 en 24 maanden). De voorziening voor garantieverplichtingen aan het einde van 2024 komt proportioneel overeen met de toename van onze operationele activiteiten gedurende het jaar. Het is opmerkelijk dat de voorziening voor garantieverplichtingen als percentage van de opbrengsten van de Groep ondanks de uitbreiding van de activiteiten constant is gebleven op 2%. Deze stabiliteit onderstreept het streven van de Groep naar kwaliteit en uitmuntende klantenservice, zelfs te midden van een aanzienlijke operationele groei.
Terugkoopverplichtingen: Een voorziening voor terugkoopverplichtingen wordt opgenomen wanneer de JENSEN-GROUP apparatuur verkoopt waarvoor de klant een leasingovereenkomst aangaat met een leasingmaatschappij en deze partij een terugkoopclausule vraagt. Indien de klant in gebreke blijft, kan de leasingmaatschappij aan de JENSEN-GROUP vragen om de machine terug te nemen.
Dit verhoogt het risico dat de Groep machines moet terugnemen tijdens de duur van de financiering.
De waarde van de machines zou al lager kunnen zijn dan de resterende financiële verplichting, en daarom is er een voorziening getroffen.
Overige voorzieningen: worden gevormd voor juridische geschillen, waarvoor op basis van een voorzichtige beoordeling, een voorziening werd aangelegd. De meeste geschillen zijn gedekt door de verzekering. Op basis van ingewonnen juridisch advies, verwacht het management dat deze geschillen geen significante invloed zullen hebben op de winstgevendheid van de Groep. De voorziening voor onzekere belastingposities werd opgenomen als belastingverplichting (0,4 miljoen euro).
(in duizenden euro) | 31 december 2024 | 31 december 2023 |
Handelsschulden | 30.485 | 28.450 |
Schulden m.b.t. bezoldigingen en sociale lasten | 16.605 | 16.380 |
Overige schulden | 13.025 | 5.724 |
Overlopende rekeningen | 13.491 | 8.645 |
Afgeleide financiële instrumenten | 611 | 67 |
Totale handels- en overige schulden | 74.217 | 59,266 |
Overige schulden | 6.670 | 2.545 |
Vorderingen op lange termijn | 6.670 | 2.545 |
Toelichting 12: Handels- en overige schulden
De handelsschulden komen gemiddeld overeen met de laatste maand van uitstaande aankopen. Eind december zijn de uitstaande handelsschulden met 7% gestegen ten opzichte van de vorige periode, een verandering die volledig toerekenbaar is aan de toegenomen activiteit van de Groep.
De uitbreiding van ons personeelsbestand van 1.830 naar 2.059 werknemers aan het einde van het jaar, in combinatie met de inflatie en wisselende economische omstandigheden in verschillende landen, heeft geleid tot een stijging van 12% van de personeels-vergoedingen zoals weergegeven in de resultatenrekening. Ondanks deze stijging blijft het te betalen bedrag stabiel ten opzichte van december 2023.
De overige schulden stijgen met 7,3 miljoen euro, voornamelijk door de lopende investeringen in de uitbreiding van de productiefaciliteiten in China (0,7 miljoen euro) en de termijnaankoop (5,4 miljoen euro) op het minderheidsbelang (NCI) van MAXI-PRESS waarvan 1,2 miljoen euro is opgenomen in het kortlopende gedeelte. Voor meer informatie, zie toelichting 23.
De toe te rekenen kosten hebben voornamelijk betrekking op de gemaakte kosten voor bouwcontracten
die worden toegewezen aan het relevante boekjaar. Bovendien zijn ook niet-operationele kosten die in het jaar 2024 moeten worden geboekt, in deze overlopende post opgenomen.
De over te dragen opbrengsten bedragen 3 miljoen euro (1,4 miljoen euro in 2023). Deze factoren dragen samen bij aan de toename van de uitstaande schulden aan het einde van het jaar
(+15,0 miljoen euro). Deze stijging weerspiegelt onze strategische investeringen en groei-initiatieven.
(in duizenden euro) | 31 december 2024 | 31 december 2023 | Verschil % |
Grond- en hulpstoffen | -202.886 | -188.928 | 7% |
Diensten en diverse goederen | -56.145 | -45.772 | 23% |
Bezoldigingen en sociale lasten | -132.302 | -118.486 | 12% |
Afschrijvingen en waardeverminderingen | -8.888 | -5.995 | 48% |
Bijzondere waardeverminderingen en voorzieningen | -3.421 | -1.638 | 109% |
Totale kosten | -403.642 | -360.819 | 12% |
Toelichting 13: Operationele kosten
De kosten voor grond-en hulpstoffen, die gedetailleerd worden weergegeven in de verschillende hieronder vermelde subcomponenten, zijn met 7% gestegen ten opzichte van vorig jaar. Deze stijging is zowel toe te schrijven aan de uitbreiding van de operationele activiteiten als aan de schommelingen in de marktprijzen door de inflatie. De belangrijkste onderdelen zijn:
- Grond- en hulpstoffen
- Handelsgoederen
- Verpakking
- Vracht
- Reserveonderdelen & diensten
- Onderaanneming
De groei in onze operationele activiteiten, inclusief orders en opbrengsten, is bijzonder hoog. Onze uitgaven aan grondstoffen worden momenteel echter beperkt door de capaciteit van onze productie- en engineeringcentra (PEC's). In antwoord hierop investeert de Groep actief in de uitbreiding van productiefaciliteiten in China en Denemarken, met bijkomende investeringen gepland voor Zweden.
Diensten en overige goederen bedragen 56,1 miljoen euro en hun evolutie (+ 10,4 miljoen euro) ligt in lijn met de groei van de Groep.
De belangrijkste onderdelen bestaan uit:
- Marketing
- Nuts- en kantoordiensten
- IT
- Onderhoud en herstellingen
- Reizen
- Onderzoek
De uitbreiding van ons personeelsbestand van 1.830 naar 2.059 op het einde van het jaar, in combinatie met de inflatie en de wisselende economische omstandigheden in verschillende landen, heeft geleid tot een stijging van de bezoldigingen en sociale lasten met 12% ten opzichte van 31 december 2023.
Afschrijvingen bedragen 8,9 miljoen euro in 2024. Deze kosten worden verder gedetailleerd per activaklasse in toelichtingen 4 en 5.
(in duizenden euro) | 31 december 2024 | 31 december 2023 | Verschil |
Waardeverminderingen op handelsvorderingen | 2.144 | 1.210 | 934 |
Waardeverminderingen op contractactiva | 455 | 0 | 455 |
Waardeverminderingen op voorraden | 811 | 309 | 502 |
Wijzigingen in voorzieningen voor personeelsverplichtingen | -228 | -288 | 60 |
Wijziging in voorzieningen | 241 | 405 | -164 |
Bijzondere waardeverminderingen en voorzieningen | 3.421 | 1.636 | 1.785 |
(in duizenden euro) | 31 december 2024 | 31 december 2023 | Verschil |
Overige bedrijfsopbrengsten | 1.406 | 1.797 | -391 |
Overige operationele kosten | -193 | -356 | 163 |
Totaal | 1.213 | 1.441 | -228 |
Bijzondere waardeverminderingen en voorzieningen worden in onderstaande tabel samengevat:
Als gevolg van een toename in de uitstaande saldi van debiteuren neemt de voorziening voor dubieuze debiteuren toe ten opzichte van de vorige periode. Zie toelichting 20 voor de roll-forward van de voorziening voor dubieuze debiteuren van 31 december 2023 tot 31 december 2024.
De wijziging in voorzieningen wordt samengevat in toelichting 11, en vertegenwoordigt voornamelijk de beweging van de voorziening voor garantieverplichting.
Toelichting 14: Overig operationeel resultaat
In 2023 stegen de overige bedrijfsopbrengsten - voornamelijk commissies - met 0,5 miljoen euro uit bepaalde producten, samen met eenmalige verzekeringsbaten van 0,3 miljoen euro. In 2024 zijn de opbrengsten weer op het voorgaande niveau, gezien de toegenomen activiteit van de Groep.
(in duizenden euro) | 31 december 2024 | 31 december 2023 | Verschil |
Financiële opbrengsten | 4.326 | 3.697 | 629 |
Interest opbrengsten | 2.577 | 1.994 | 583 |
Overige financiële opbrengsten | 235 | 121 | 114 |
Wisselkoerswinsten | 1.513 | 1.582 | -68 |
Financiële kost | -6.503 | -4.655 | -1.848 |
Interest kosten | -1.806 | -1.653 | -153 |
Overige financiële kosten | -1.672 | -954 | -718 |
Wisselkoersverliezen | -3.024 | -2.048 | -976 |
Totaal netto financiële kosten | -2.177 | -958 | -1.219 |
Toelichting 15: Financiële opbrengsten en financiële kosten
De interest opbrengsten zijn voornamelijk afkomstig van opbrengsten uit financiële activa en uit liquide middelen en stijgen met 0,6 miljoen euro.
De Groep belegt in twee soorten obligaties, geclassificeerd als financiële activa (zie toelichting 20):
- aangehouden binnen een bedrijfsmodel met als doel de contractuele kasstroom en de kasstromen te innen (betalingen van hoofdsom en interesten);
- en obligaties die niet worden aangehouden voor handelsdoeleinden.
De kost van de financiële schuld stijgt met 0,2 miljoen euro door de positieve impact van terugbetalingen en van de stijging als gevolg van nieuwe financiële schulden bij kredietinstellingen (zie toelichting 9).
De overige financiële kosten stijgen met 0,7 miljoen euro in vergelijking met de vorige periode door de gerealiseerde minderwaarde op de verkoop van 50% van de aandelen van Ole Almeborg (0,4 miljoen euro).
De herwaardering van de posities op de balans en van de hedgingcontracten aan slotkoers leidt tot een wisselkoerswinst of -verlies. De classificatie van deze wisselkoersresultaten als operationeel of financieel resultaat is afhankelijk van de specifieke aard van het wisselkoerseffect.
(in duizenden euro) | 31 december 2024 | 31 december 2023 | Verschil |
Courante belastingen | -14.012 | -12.147 | -1.865 |
Uitgestelde belastingen | 1.055 | 1.653 | -598 |
Totale winstbelastingen | -12.957 | -10.494 | -2.463 |
(in duizenden euro) | 31 december 2024 | 31 december 2023 |
Boekhoudkundige winst vóór belastingen | 52.498 | 41.926 |
Resultaat van participaties opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode | 3.938 | 2.141 |
Belastingbasis | 48.560 | 39.785 |
Theoretisch belastingtarief | 24,50% | 23,84% |
Winstbelasting berekend aan het gewogen gemiddelde van de theoretische belastingtarieven voor de verschillende entiteiten. | 11.897 | 9.484 |
Verworpen uitgaven | 211 | 233 |
Belastingaanpassingen vorig jaar | 120 | -50 |
Fiscale verliezen waarvoor geen uitgestelde belastingvordering is opgenomen | 616 | 176 |
Overige | 113 | 651 |
Subtotaal | 211 | 879 |
Werkelijke belastinguitgaven | 12.957 | 10.494 |
Effectief belastingtarief | 26,68% | 26,38% |
Toelichting 16: Winstbelastingen
De winstbelastingen kunnen als volgt worden samengevat:
De totale winstbelastingen stijgen met 2,5 miljoen euro, en zijn te wijten aan een verbeterd resultaat voor belastingen. De beweging van de balansposities van uitgestelde belastingen wordt verder uitgesplitst naar hun aard in toelichting 5.
Het verband tussen belastinglasten en boekhoudkundige winst per 31 december 2024 en 31 december 2023 wordt in onderstaande reconciliatietabel samengevat:
Reconciliatie van effectief belastingtarief:
Het effectieve belastingtarief van 26,68% is hoger dan het theoretische belastingtarief van 24,50% van de verschillende entiteiten, en is voornamelijk te wijten aan verworpen uitgaven en fiscale verliezen waarvoor geen uitgestelde belastingvordering is opgenomen.
In 2024 worden op verschillende locaties belastingcontroles aangekondigd. De Groep heeft de nodige voorzieningen aangelegd op basis van de beste schatting van de verwachte uitkomst van deze controle.
31 december 2024 | 31 december 2023 | Verschil % | |
Gewone winst per aandeel (in euro) | 4,31 | 3,39 | 27% |
Gewogen gem. aantal uitstaande aandelen | 9.542.241 | 9.150.330 |
Toelichting 17: Winst per aandeel
De gewone winst per aandeel wordt berekend door het aandeel van de Groep in de winst van het jaar, d.i. 41,2 miljoen euro (31 miljoen euro in 2023) te delen door het gewogen gemiddeld aantal gewone uitstaande aandelen gedurende de jaren eindigend op 31 december 2024 en 2023.
De winst per aandeel (WPA) steeg met 0,92 euro per aandeel, een stijging met 27% in vergelijking met de vorige periode.
(in duizenden euro) | 31 december 2024 | 31 december 2023 | Verschil |
Geldbeleggingen en liquide middelen | 42.455 | 51.112 | -8.657 |
Kredietlijn | -8.613 | -9.656 | 1.043 |
Nettokas en liquide middelen | 33.842 | 41.455 | -7.614 |
KASSTROOM UIT OPERATIONELE ACTIVITEITEN | 30.619 | 21.621 |
KASSTROOM UIT INVESTERINGSACTIVITEITEN | -41.360 | -12.756 |
KASSTROOM UIT FINANCIERINGSACTIVITEITEN | 1.958 | 2.826 |
Netto toename / (afname) van liquide middelen | -8.783 | 11.691 |
Wisselkoerswinst /(verlies) op liquide middelen en opgenomen kredietlijnen | 1.169 | -147 |
Toelichting 18: Kasstroomoverzicht
In het kasstroomoverzicht zijn liquide middelen en opgenomen kredietlijnen als volgt samengesteld:
Net als in 2023 hebben de operationele activiteiten in 2024 geprofiteerd van verbeterde jaarresultaten. Deze positieve impact werd gedeeltelijk geneutraliseerd door een stijging van het werkkapitaal, wat resulteerde in een kasuitstroom van 16,6 miljoen euro. De contractactiva stegen met 29,3 miljoen euro, wat het indrukwekkende orderboek weerspiegelt dat de Groep blijft realiseren. Anderzijds stijgen de contractpassiva ook met 29,8 miljoen euro. In 2023 bleef de betaalde winstbelasting beperkt tot 4,5 miljoen euro. Door de sterke resultaten van 2023 en de vooruitbetalingen voor de verwachte resultaten van 2024 is de kasuitstroom voor winstbelastingen in 2024 echter gestegen tot 18,4 miljoen euro.
De verwerving van 85% van de aandelen van MAXI-PRESS Holding GmbH, Duitsland, en zijn dochter-ondernemingen heeft de investeringsactiviteiten aanzienlijk geïmpacteerd met 31,7 miljoen euro (na aftrek van verworven liquide middelen). Daarnaast resulteerden strategische investeringen in de uitbreiding van productie-faciliteiten in China en Denemarken, samen met reguliere investeringen in materiële vaste activa, in een extra uitstroom van 11,8 miljoen euro. Deze investeringen vergroten onze productiefaciliteiten en sluiten ook aan bij onze strategische doelen van capaciteitsuitbreiding en diversificatie van ons productaanbod. Deze investerings-activiteiten werden gedeeltelijk gecompenseerd door de positieve impact van de opbrengsten uit en aankoop van financiële instrumenten voor een bedrag van 1,2 miljoen euro en de ontvangst van een dividend van Inax van 0,9 miljoen euro met betrekking tot de resultaten van 2023.
De dividenduitkering aan de aandeelhouders, gebaseerd op de financiële resultaten van 2023, bedraagt
7,4 miljoen euro. Daarnaast werden de financieringsactiviteiten verder beïnvloed door het terugkoopprogramma van aandelen, waarmee de Groep voor een totaalbedrag van 4,8 miljoen euro aan aandelen terugkocht. De ontvangsten uit en terugbetalingen van leningen worden voornamelijk beïnvloed door de nieuwe roll-over lening van 20 miljoen euro die de transactie voor de verwerving van 85% in MAXI-PRESS mogelijk maakt.
(in duizenden euro) | 31 december 2024 | 31 december 2023 | Verschil |
Letters of Intent | 12.893 | 14.404 | -1.511 |
Bankgaranties | 9.277 | 9.344 | -67 |
Hypotheken | 7.009 | 5.702 | 1.307 |
Onderpand | 20.006 | 0 | 20.006 |
Terugkoopverplichtingen | 3.368 | 2.560 | -5.362 |
Toelichting 19: Zakelijke zekerheden
De JENSEN-GROUP ging de volgende verbintenissen aan:
Het nieuwe onderpand van 20 miljoen euro is gerelateerd aan de acquisitie van MAXI-PRESS, die de Groep gedeeltelijk financierde via een roll-over lening van 20 miljoen euro. Die roll-over werd gegarandeerd door een onderpand op de financiële activa dat geboekt werd aan reële waarde via overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, DKK-obligaties, zoals weergegeven in toelichting 20.
Het management verwacht niet dat deze verbintenissen een grote impact zullen hebben op de financiële positie of de rentabiliteit van de Groep.
(in duizenden euro) | 31 december 2024 | 31 december 2023 | |||
Boekwaarde | Bedrag reële waarde | Boekwaarde | Bedrag reële waarde | ||
FINANCIËLE ACTIVA | |||||
Financiële activa aan afgeschreven kostprijs | 4.869 | 4.433 | 5.139 | 4.609 | |
Financiële activa aan reële waarde via overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten | 25.234 | 25.234 | 25.953 | 25.953 | |
Overige LT-vorderingen | 1.455 | 1.351 | 1.929 | 1.791 | |
Handelsvorderingen | 128.197 | 128.197 | 103.721 | 103.721 | |
Afgeleide financiële instrumenten - Valutacontracten | 121 | 121 | 345 | 345 | |
Afgeleide financiële instrumenten - Renteswaps | 193 | 193 | 307 | 307 | |
Geldbeleggingen en liquide middelen | 42.455 | 42.455 | 51.112 | 51.112 | |
Totaal | 202.524 | 201.984 | 188.506 | 187.839 | |
FINANCIËLE VERPLICHTINGEN | |||||
Financiële schulden | 57.294 | 56.793 | 38.622 | 38.052 | |
Financiële schulden - factoring | 3.792 | 3.792 | 3.708 | 3.708 | |
Aankoop op termijn (forward) van het minderheidsbelang | 5.400 | 5.400 | 0 | 0 | |
Handelsschulden | 30.485 | 30.485 | 28.450 | 28.450 | |
Afgeleide financiële instrumenten - Valutacontracten | 611 | 611 | 67 | 67 | |
Afgeleide financiële instrumenten - Renteswaps | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Totaal | 97.582 | 97.081 | 70.842 | 70.277 |
Toelichting 20: Financiële instrumenten - Markt- en overige risico’s
De onderstaande tabel geeft een overzicht van de financiële instrumenten van de Groep. De boekwaarden worden verondersteld dicht bij de reële waarde te liggen.
Financiële activa
Om het risico te beperken dat gepaard gaat met het aanhouden van contanten, heeft de Groep er strategisch voor gekozen om een deel van de kasreserves toe te wijzen aan financiële activa, meer specifiek aan beleggingen in obligaties. Deze beleggingen worden geclassificeerd als financiële activa aan geamortiseerde kostprijs. Deze classificatie is gebaseerd op het feit dat de activa worden aangehouden binnen een bedrijfsmodel dat gericht is op het innen van contractuele kasstromen en dat de contractuele voorwaarden van deze activa kasstromen genereren die uitsluitend bestaan uit betalingen van hoofdsom en interesten. Deze benadering zorgt niet alleen voor een diversificatie van de beleggingsportefeuille van de Groep, maar sluit ook aan bij zijn risicobeheersingsstrategie.
Daarnaast is een deel van de kasreserves van de Groep belegd in obligaties die geclassificeerd zijn als financiële activa aan reële waarde via overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten. Deze specifieke DKK-obligaties, uitgegeven door Nykredit Realkredit AS en Realkredit Denmark, hebben vervaldagen in respectievelijk 2025, 2026 en 2033. Er wordt verwacht dat ze stabiele coupons zullen genereren over de periode en ze worden niet aangehouden om te worden verhandeld. In plaats daarvan heeft de Groep bij de initiële opname een onherroepelijke keuze gemaakt om deze obligaties op deze manier te categoriseren. Deze beslissing is gebaseerd op de beoordeling van de Groep dat een dergelijke classificatie beter aansluit bij zijn beleggingsstrategie en een meer relevante weergave geeft van de waarde van de financiële activa en de financiële positie van de Groep.
Overige vlottende en vaste activa
Handelsvorderingen worden door de Groep geëvalueerd, waarbij verschillende parameters in overweging worden genomen zoals rentevoeten, specifieke risicofactoren van landen, individuele kredietwaardigheid van de klant en de risicokenmerken van het gefinancierde project. Deze uitgebreide beoordeling vormt de basis voor het aanleggen van voorzieningen voor de verwachte verliezen op deze vorderingen. De Groep is van mening dat de boekwaarde van deze vorderingen per 31 december 2024, na verwerking van de voorzieningen, nauw aansluit bij hun berekende reële waarde.
Afgeleide financiële instrumenten
De Groep gaat afgeleide financiële transacties aan met financiële instellingen, waarbij derivaten worden gewaardeerd met behulp van waarderingstechnieken die gebruikmaken van marktconforme inputs.
Deze derivaten bestaan voornamelijk uit renteswaps en valutatermijncontracten. De meest toegepaste waarderingstechnieken zijn forward pricing en swapmodellen, die gebaseerd zijn op actuele waarde berekeningen. Deze modellen maken gebruik van een reeks inputs, waaronder contante wisselkoers, termijnkoersen en rentecurves.
Afgeleide financiële instrumenten in de portefeuille van de Groep worden gewaardeerd door een onafhankelijke financiële instelling op basis van de huidige rentevoeten en wisselkoersen op de liquide markten. Deze financiële instrumenten worden gewaardeerd tegen reële waarde, en worden geclassificeerd in niveau 2. Deze classificatie geeft aan dat de gebruikte waarderingstechnieken gebruikmaken van andere inputs dan genoteerde prijzen die direct of indirect waarneembaar zijn voor de activa of verplichtingen.
Methoden en veronderstellingen om de reële waarden te schatten die afwijken van de boekwaarde:
- De financiële activa aan geamortiseerde kostprijs: de reële waarde is gebaseerd op de waardering door een onafhankelijke financiële instelling, die gebruikmaakt van de huidige rentevoeten en wisselkoersen op de liquide markten. Deze financiële instrumenten worden gewaardeerd tegen reële waarde, en worden geclassificeerd in niveau 2.
- Vorderingen op lange termijn binnen de Groep hebben voornamelijk betrekking op de financiering die aan klanten wordt verstrekt. De reële waarde van deze vorderingen op lange termijn wordt bepaald door de toekomstige kasstromen te disconteren naar hun huidige waarde met behulp van de effectieve rentevoeten die momenteel van toepassing zijn voor vorderingen met vergelijkbare voorwaarden, kredietrisicoprofielen en resterende looptijden.
- Handelsvorderingen, liquide middelen en handelsschulden benaderen hun boekwaarde als gevolg van de korte looptijden van deze instrumenten.
- De reële waarde van de financiële schulden wordt bepaald door de toekomstige kasstromen te disconteren naar hun huidige waarde met behulp van de effectieve rentevoeten die momenteel van toepassing zijn voor schulden met vergelijkbare voorwaarden, kredietrisico en resterende looptijden.
(in duizenden euro) | 31 december 2024 | 31 december 2023 | |
Vaste activa | 193 | 307 | |
Vlottende activa | 121 | 346 | |
Verplichtingen op lange termijn | 0 | 0 | |
Verplichtingen op korte termijn | -611 | -67 | |
Totaal | -296 | 586 | |
Valutatermijncontracten: reële waarde | -489 | 279 | |
Renteswaps: reële waarde | 193 | 307 | |
Totaal | -296 | 586 |
Bij de normale bedrijfsvoering is de JENSEN-GROUP blootgesteld aan valuta-, kredietrisico’s en risico’s
van rentevoeten. De Groep analyseert elk van deze risico’s afzonderlijk, en bepaalt strategieën om de economische impact op de resultaten van de JENSEN-GROUP te beheersen.
Reconciliatie van activa en passiva
Valutarisico's
De JENSEN-GROUP is blootgesteld aan valutarisico's op leningen, investeringen, alsook actuele en verwachte verkopen en aankopen, wanneer deze financiële transacties uitgedrukt zijn in een andere munt dan de functionele munt van de betrokken dochteronderneming. De belangrijkste valuta’s die een risico vormen zijn de US dollar, Zwitserse frank, Zweedse kroon, Deense kroon, Britse Pond, Chinese yuan, Australische dollar en Nieuw-Zeelandse dollar. Deze blootstelling weerspiegelt het wereldwijde karakter van de activiteiten en de verschillende valutaomgevingen waarin de Groep actief is.
De belangrijkste afgeleide financiële instrumenten die de Groep gebruikt om valutarisico’s te beheersen zijn valutatermijncontracten. In overeenstemming met het beleid van de Groep worden deze afgeleide instrumenten niet aangehouden voor speculatieve doeleinden of trading.
De JENSEN-GROUP hanteert een duidelijk omschreven beleid dat o.a. volgende bepalingen omvat:
- Het implementeren van indekkingen op alle bestaande orders in vreemde valuta’s op voortschrijdende basis van 12 maanden, om een consistent en proactief beheer van het valutarisico te garanderen.
- Afwijkingen van dit beleid moeten vooraf worden goedgekeurd door het Audit- en Risicocomité, zodat het Risk Management Framework van het bedrijf wordt nageleefd.
Bijgevolg worden deze indekkingen dus geclassificeerd als kasstroomindekkingen. Ze worden systematisch gecontracteerd als onderdeel van onze standaard operationele procedures, onafhankelijk van enige anticiperende visie op wisselkoersschommelingen. Het hoofddoel van deze aanpak is om de winstmarge veilig te stellen op het moment dat een projectcontract wordt getekend met een klant.
Alle valutacontracten binnen de JENSEN-GROUP worden gecentraliseerd en beheerd door de treasury-afdeling van de Groep. De contracten worden enkel aangegaan op basis van de input van de verschillende dochter-ondernemingen. Deze gecentraliseerde aanpak zorgt voor een coherent en gestroomlijnd beheer van de valutarisico's binnen de Groep en vergemakkelijkt een effectief toezicht op en hefboomwerking van de collectieve valutarisico's van de Groep.
2024 | |||
(in duizenden euro) | Totale blootstelling | Totaal derivaten | Open positie |
EUR/USD | -11.361 | 11.000 | -361 |
EUR/GBP | -1.647 | 1.500 | -147 |
EUR/AUD | -5.809 | 2.165 | -3.644 |
EUR/SEK | 5.225 | -3.500 | 1.725 |
EUR/NZD | -18 | 380 | 362 |
EUR/CHF | 2.315 | -538 | 1.777 |
TOTAAL | -11.295 | 11.007 | -287 |
2023 | |||
(in duizenden euro) | Totale blootstelling | Totaal derivaten | Open positie |
EUR/USD | -7.059 | 9.936 | 2.877 |
EUR/GBP | -3.354 | 3.000 | -354 |
EUR/AUD | -652 | 1.324 | 672 |
EUR/SEK | 3.233 | -1.500 | 1.733 |
EUR/NZD | -69 | 350 | 281 |
EUR/NOK | -1.601 | 901 | -700 |
TOTAAL | -9.502 | 14.010 | 4.508 |
Het valutarisico als gevolg van omzetting van de financiële staten van niet-euro vennootschappen, wordt niet ingedekt (toelichting 8).
De volgende tabel geeft inzicht in de netto posities van de Groep in vreemde valuta’s per 31 december 2024 en 31 december 2023, die zowel gerelateerd zijn aan bestaande orders als aan verwachte transacties. Een negatieve blootstelling duidt op de intentie van het bedrijf om vreemde valuta’s te verkopen in ruil voor euro's, terwijl een positieve positie een plan aangeeft om vreemde valuta’s te kopen en tegelijk euro's te verkopen. Deze open posities zijn een rechtstreeks gevolg van het uitgebreide risicobeheersingsbeleid
van de JENSEN-GROUP.
De productie binnen de JENSEN-GROUP gebeurt wereldwijd op verschillende locaties, waarbij elke locatie in haar eigen munt werkt om zo te kunnen inspelen op de regionale economische omgeving:
- De Europese vestigingen werken met de euro, Deense kroon en Zweedse kroon als transactievaluta.
- In de VS worden de productieactiviteiten uitgevoerd in USD, wat de lokale munteenheid weerspiegelt.
- In China is de operationele munteenheid voor productieactiviteiten de CNY.
Deze geografische en financiële diversificatie weerspiegelt de wereldwijde voetafdruk van de productiecapaciteit van de JENSEN-GROUP en zijn strategische aanpak om te navigeren doorheen de complexiteit van de internationale valutamarkten.
(in duizenden euro) | Valutawijziging | Impact op nettowinst1 | Impact op eigen vermogen |
USD | -5,98% | -993 | -2.670 |
5,98% | 1.259 | 3.009 | |
GBP | -3,71% | -63 | -167 |
3,71% | 99 | 180 | |
AUD | -2,34% | -268 | -105 |
2,34% | 285 | 110 | |
NZD | -3,87% | -38 | -20 |
3,87% | 40 | 21 | |
CNY | -3,33% | 263 | -414 |
3,33% | -479 | 441 | |
SEK | -3,21% | 240 | -493 |
3,21% | -238 | 526 | |
CHF | -5,26% | 142 | -463 |
5,26% | -92 | 515 | |
DKK | -0,09% | 37 | -145 |
0,09% | -57 | 145 | |
NOK | -3,88% | -10 | -12 |
3,88% | 17 | 13 | |
SGD | -3,27% | -132 | |
3,27% | 141 | ||
JPY | -7,60% | -1.693 | |
7,60% | 1.971 | ||
BRL | -19,20% | -1 | |
19,20% | 1 | ||
AED | -4,52% | -11 | |
4,52% | 12 | ||
TRY | -15,26% | -834 | |
15,26% | 1.134 |
Gevoeligheidsanalyse voor 2024
1: De raming is gebaseerd op de standaard afwijking van de dagelijkse volatiliteit van de wisselkoersen gedurende de laatste 360 dagen per 31 december 2024, en gaat uit van een betrouwbaarheidsmarge van 95%.
Deze berekeningen zijn een puur theoretische oefening en houden geen rekening met de potentiële winst of verlies in verkoop als gevolg van de relatieve verzwakking of versterking van valuta’s. Deze benadering richt zich enkel op het wiskundige aspect van wisselkoersschommelingen zonder rekening te houden met de praktische impact op de verkoopprestaties en de marktdynamiek.
Munt | Verkoop | Gemiddelde wisselkoers | Vervaldatum | Reële waarde in duizenden euro | |||||
EUR/GBP | 1.245.955 | 0,83 | 16/1/2025 | -2 | |||||
EUR/AUD | 3.532.734 | 1,63 | 4/03/2025 | 88 | |||||
EUR/USD | 12.076.407 | 1,10 | 25/2/2025 | -605 | |||||
EUR/NZD | 684.434 | 1,80 | 17/4/2025 | 11 | |||||
Munt | Koop | Gemiddelde wisselkoers | Vervaldatum | Reële waarde in duizenden euro | |||||
EUR/SEK | 40.300.993 | 11,51 | 2/03/2025 | 22 | |||||
EUR/CHF | 500.000 | 0,93 | 27/2/2025 | -3 |
Munt | Verkoop | Gemiddelde wisselkoers | Vervaldatum | Reële waarde in duizenden euro |
EUR/GBP | 2.604.181 | 0,87 | 4/2/2024 | 7 |
EUR/AUD | 2.214.133 | 1,67 | 19/4/2024 | -31 |
EUR/USD | 10.763.272 | 1,08 | 10/4/2024 | 252 |
DKK/SEK | 11.247.823 | 1,43 | 30/12/2024 | 16 |
EUR/NZD | 640.606 | 1,83 | 20/6/2024 | -14 |
EUR/NOK | 10.349.000 | 11,49 | 10/1/2024 | -22 |
Munt | Koop | Gemiddelde wisselkoers | Vervaldatum | Reële waarde in duizenden euro |
EUR/SEK | 17.466.336 | 11,64 | 19/1/2024 | 70 |
Per 31 december 2024 had de Groep een portefeuille van valutacontracten. Het is opmerkelijk dat de saldi die binnen de komende 12 maanden vervallen gelijk zijn aan hun boekwaarde, aangezien de impact van discontering van deze saldi als onbelangrijk wordt beschouwd. Dit wijst op een nauwe afstemming tussen de nominale en geboekte waarden van deze contracten, wat een weerspiegeling is van het efficiënte beheer door de Groep van zijn valutarisico op de korte termijn.
2024
2023
In overeenstemming met vorig jaar zijn alle valutacontracten die door de Groep worden aangehouden vanaf eind 2024 toegewezen, en dienen ze effectief als kasstroomafdekkingen. De variaties in hun reële waarde in de loop van 2024, die in totaal -0,1 miljoen euro na belastingen bedragen (0,1 miljoen in 2023), zijn overgedragen in het eigen vermogen. Het is belangrijk om op te merken dat er geen ineffectiviteit van deze afdekkingen is opgenomen, wat duidt op een nauwkeurige afstemming tussen de gebruikte afdekkingsstrategieën en de beoogde financiële resultaten.
Renterisico
De Groep gebruikt afgeleide financiële instrumenten als strategische maatregel om het risico op ongunstige schommelingen in rentepercentages te beperken. De Groep voert een strikt beleid om afgeleide instrumenten niet te gebruiken voor speculatieve of trading doeleinden, en zorgt er zo voor dat hun gebruik duidelijk is
(in duizenden euro) | Effectieve rentevoet | Boekwaarde | < 1 maand | > 1 maand < 3 maanden | > 3 maanden < 12 maanden | 1-5 jaar | > 5 jaar |
VARIABELE RENTE | |||||||
CNY | 3,25% - 4,80% | 12.893 | 8.610 | 158 | 475 | 3.650 | 0 |
Totaal variabele rente | 12.893 | 8.610 | 158 | 475 | 3.650 | 0 | |
VASTE RENTE | |||||||
EUR | 1,32% - 2,28% | 17.383 | 191 | 382 | 11.717 | 2.632 | 2.462 |
DKK1 | 0,44% -2,99% | 27.011 | 20.039 | 78 | 354 | 1.947 | 4.593 |
Totaal vaste rente | 44.394 | 20.230 | 460 | 12.071 | 4.579 | 7.055 | |
FACTORING | |||||||
EUR | 3.792 | 183 | 366 | 1.648 | 1.000 | 595 | |
Totaal | 61.079 | 29.023 | 984 | 14.193 | 9.229 | 7.650 |
2023 | ||||||||||
(in duizenden euro) | Effectieve rentevoet | Boek- waarde | < 1 maand | > 1 maand < 3 maanden | > 3 maanden < 12 maanden | 1-5 jaar | > 5 jaar | |||
VARIABELE RENTE | ||||||||||
CNY | 3,94% -5,0% | 14.404 | 9.655 | 153 | 458 | 4.138 | 0 | |||
Totaal variabele rente | 14.404 | 9.655 | 153 | 458 | 4.138 | 0 | ||||
VASTE RENTE | ||||||||||
EUR | 1,32% - 2,28% | 18.515 | 183 | 366 | 1.646 | 14.316 | 2.005 | |||
DKK1 | 0,44% -1,5% | 5.703 | 26 | 51 | 232 | 1.336 | 4.059 | |||
Totaal vaste rente | 24.218 | 208 | 417 | 1.877 | 15.652 | 6.064 | ||||
FACTORING | ||||||||||
EUR | 3.708 | 139 | 279 | 1.255 | 2.034 | 0 | ||||
Totaal | 42.330 | 10.003 | 848 | 3.591 | 21.824 | 6.064 | ||||
1: Omvat zowel leningen tegen vaste rente als leningen tegen variabele rente gedekt door renteswaps. |
afgestemd op de doelstellingen van de risicobeheersing.
De financieringingsactiviteiten binnen de JENSEN- GROUP worden gecentraliseerd in de treasury-afdeling. Deze centralisatie vergemakkelijkt het afdekkingsbeleid van de Groep door gebruik te maken van renteswaps (Interest Rate Swaps of kortweg IRS).
Een dergelijke aanpak verbetert de efficiëntie en effectiviteit van de financiële managementpraktijken van de Groep, en zorgt voor een coherent en eenduidig overzicht van de afdekkingsstrategieën en blootstellingen aan financiële risico’s.
Met betrekking tot rentedragende financiële verplichtingen geeft de tabel hun effectieve rentevoeten op balansdatum weer, samen met de vervaldagen of de intervallen waarop deze verplichtingen moeten worden herzien. Het is belangrijk op te merken dat voor saldi die binnen de komende 12 maanden vervallen, de verschuldigde bedragen gelijk zijn aan hun boekwaarde, aangezien het effect van discontering als verwaarloosbaar wordt beschouwd.
2024
2024 | ||||
Munt | SWAP bedrag | Vaste rente | Vervaldatum | Reële waarde in duizenden euro |
DKK | 13.206.509 | 0,44% | 30/12/2039 | 241 |
DKK | 12.162.025 | 2,99% | 31/3/2029 | -47 |
TOTAAL in euro | 3.401.611 | 193 |
2023 | ||||
Munt | SWAP bedrag | Vaste rente | Vervaldatum | Reële waarde in duizenden euro |
DKK | 14.083.848 | 0,44% | 30-12-2039 | 307 |
TOTAAL in euro | 1.889.714 | 307 |
(in duizenden euro) | Boekwaarde | Effectieve rentevoet | Mogelijke rentes op 31 december 2024 |
CNY | 12.893 | 3,25% - 4,80% | 1,69% - 6,36% |
TOTAAL in euro | 12.893 |
De volgende tabel geeft een overzicht van de voorwaarden van de renteswaps:
In overeenstemming met vorig jaar zijn de renteswaps die worden aangehouden door het bedrijf effectieve kasstroomafdekkingen. Gedurende 2024 werden de schommelingen in hun reële waarde, die 0,2 miljoen euro bedroegen na belastingen (0,2 miljoen euro in 2023), overgedragen in het eigen vermogen.
Deze boekhoudkundige verwerking weerspiegelt de strategie van het bedrijf om het renterisico te beheren, en is in lijn met de principes van hedge accounting. Het is significant dat er geen ineffectiviteit van deze afdekkingsactiviteiten is opgenomen, wat duidt op een nauwkeurige afstemming tussen de gebruikte afdekkingsinstrumenten en het onderliggende risico.
Zoals toegelicht in de bovenstaande tabel, hebben in totaal 12,9 miljoen euro van de totale rentedragende financiële verplichtingen van de Groep een variabele rentevoet. Dit bedrag bevat niet de 3,4 miljoen euro
die wordt ingedekt door een renteswap.
Volgens de inschatting van de Groep zouden de marktrentes die van toepassing zijn op de leningen met variabele rentevoet redelijkerwijs als volgt kunnen wijzigen:
Rekening houdend met de redelijkerwijs mogelijke fluctuatie in de marktrente zoals beschreven en door
dit toe te passen op de leningen met variabele rentevoet van de Groep per 31 december 2024 – terwijl alle andere variabelen constant worden gehouden – wordt geschat dat de winst voor 2024 0,6 miljoen euro lager of hoger had kunnen zijn. Deze projectie onderstreept de gevoeligheid van de financiële prestaties van de Groep voor veranderingen in rentevoeten, en benadrukt de potentiële impact op zijn winstgevendheid als gevolg van variaties in de kosten van zijn leningen met variabele rente. Deze analyse is van cruciaal belang om inzicht te krijgen in de financiële risico's die gepaard gaan met rentebewegingen en om de strategieën van de Groep voor risicobeheersing te beoordelen.
2024 | ||||||
(in duizenden euro) | Korte termijn | < 60 dagen | > 60 dagen < 90 dagen achterstallig | > 90 dagen < 120 dagen achterstallig | > 120 dagen achterstallig | Totaal |
Uitstaande handelsvorderingen | 92.312 | 15.721 | 5.191 | 4.614 | 10.552 | 128.390 |
Onderpand als zekerheid | 0 | |||||
Netto blootstelling | 92.312 | 15.721 | 5.191 | 4.614 | 10.552 | 128.390 |
Geboekte voorzieningen | -4.835 | |||||
Totaal | 123.555 |
2023 | ||||||
(in duizenden euro) | Korte termijn | < 60 dagen | > 60 dagen < 90 dagen achterstallig | > 90 dagen < 120 dagen achterstallig | > 120 dagen achterstallig | Totaal |
Uitstaande handelsvorderingen | 71.062 | 10.194 | 4.324 | 3.304 | 11.378 | 100.622 |
Onderpand als zekerheid | 0 | |||||
Netto blootstelling | 71.062 | 10.194 | 4.324 | 3.304 | 11.378 | 100.622 |
Geboekte voorzieningen | -3.475 | |||||
Totaal | 97.147 |
Kredietrisico
Kredietrisico is het risico waarbij een partij die betrokken is bij een financieel instrument haar verplichting niet nakomt, wat leidt tot een financieel verlies voor de andere partij.
Bij het beheren van kredietrisico's maakt de Groep in zijn beleid gebruik van historische gegevens over achterstallige handelsvorderingen. Naast deze retrospectieve analyse, zoals uiteengezet in zijn waarderingsbeleid, neemt de Groep toekomstgerichte informatie op om een volledig beeld te krijgen van potentiële kredietrisico's.
In overeenstemming met het kredietbeleid van de Groep worden klanten die projecten uitvoeren verplicht om ofwel een voorschot te betalen ofwel een vorm van garantie te geven, zoals kredietbrieven of bankgaranties. Deze vereiste maakt deel uit van het due diligence proces van de Groep, waarbij de kredietwaardigheid wordt beoordeeld van zowel nieuwe als bestaande klanten van wie het inkoopvolume toeneemt. Deze uitgebreide aanpak zorgt ervoor dat de Groep kredietrisico's effectief beheert en beperkt, waardoor zijn financiële gezondheid en stabiliteit worden gewaarborgd.
Geconsolideerde ouderdomsbalans van de openstaande klanten KT
Saldi die binnen de komende 12 maanden vervallen, worden opgenomen tegen hun boekwaarde, aangezien het effect van discontering van deze bedragen niet significant wordt geacht.
Handelsdebiteuren en overige vorderingen worden in de balans opgenomen aan hun geamortiseerde kostprijs. Die is gewoonlijk gelijk aan het oorspronkelijk gefactureerde bedrag, en gecorrigeerd met een voorziening voor verwachte kredietverliezen.
(in duizenden euro) | ||
Voorziening voor dubieuze debiteuren eind 2023 | 3.475 | |
Toevoegingen | 2.144 | |
Terugnames | -818 | |
Wisselkoersverschil | 34 | |
Voorziening voor dubieuze debiteuren eind 2024 | 4.835 |
Gezien de projectmatige aard van de activiteiten van de Groep en de opmerkelijke concentratie van handelsvorderingen/contractactiva met betrekking tot individueel significante projecten binnen de Groep, worden voorzieningen voor zowel geleden als verwachte toekomstige verliezen bepaald op individuele projectbasis.
Deze benadering omvat echter geaggregeerde historische gegevens met betrekking tot ervaringen uit het verleden met gelijkaardige klanten. Deze methode zorgt voor een evenwichtige en onderbouwde beoordeling van het kredietrisico, waarbij zowel specifieke projectrisico's als bredere trends tot uiting komen die bij soortgelijke opdrachten zijn waargenomen.
Bij de toepassing van IFRS 9 gaat de JENSEN-GROUP heel oordeelkundig te werk om de realiseerbare waarde met betrekking tot handelsvorderingen te bepalen. De Groep hanteert de vereenvoudigde benadering zoals beschreven in IFRS 9 om verwachte kredietverliezen te waarderen. Die benadering legt een voorziening op voor levenslange verwachte verliezen, en dit voor alle handelsvorderingen. Bij de berekening van de levenslange verwachte kredietverliezen houdt de JENSEN-GROUP rekening met factoren zoals de waarschijnlijkheid van wanbetaling en de blootstelling op het moment van wanbetaling.
Deze evaluatie omvat ook een inschatting van mogelijke recuperaties via kredietverzekering en de effectiviteit van andere vormen van onderpand.
De historische kredietverliezen bij individuele klanten worden regelmatig herzien en waar nodig bijgewerkt om rekening te houden met eventuele verschillen tussen de huidige en verwachte economische omstandigheden en die welke in het verleden zijn opgetreden.
Naast de voorzieningen voor verwachte kredietverliezen (ECL) op basis van historische gegevens en toekomstige projecties, erkent de Groep ook blootstellingen die op individuele basis worden beheerd. Deze worden afzonderlijk opgenomen voor zover ze niet worden behandeld in het ECL-model. Dit model zorgt voor een omvattende en evenredige aanpak om kredietrisico's te beheren en beperken in overeenstemming met de vereisten van IFRS 9.
Onderstaande tabel geeft de wijziging weer in de voorziening dubieuze debiteuren:
Als gevolg van een toename van de uitstaande saldi van debiteuren werd de voorziening voor potentiële kredietverliezen netto met 1,4 miljoen euro verhoogd. Deze aanpassing weerspiegelt een genuanceerde benadering van het beheer van het kredietrisico in verband met vorderingen, waarbij de positieve impact van teruggevorderde middelen wordt afgewogen tegen de noodzaak om rekening te houden met een verhoogde blootstelling als gevolg van hogere uitstaande saldi. De impact van de beweging van de voorziening op het resultaat bedraagt 2,1 miljoen euro.
Per 31 december 2024 is er één klantengroep, Elis genaamd, met een concentratie van meer dan 10% van de totale uitstaande vorderingen.
De drie belangrijkste financiële groepen waarmee de JENSEN-GROUP werkt zijn Nordea, KBC en Nykredit. De kredietratings van hun bank (S&P) per 31 december 2024 zijn:
- Nordea: AA-
- KBC: A+
- Nykredit: AA-
Liquiditeitsrisico
Liquiditeitsrisico verwijst naar het risico waarbij een entiteit moeilijkheden ondervindt om aan haar financiële verplichtingen te voldoen wanneer deze vervallen, omdat ze niet in staat is om activa te liquideren of om tijdig voldoende financiering te verkrijgen.
De Groep pakt het liquiditeitsrisico aan door zijn financiële middelen strategisch te beheren en ervoor te zorgen dat er voldoende kasreserves en kredietopnemingsfaciliteiten beschikbaar zijn. Dit houdt in dat zowel de verwachte als de actuele kasstromen nauwlettend worden opgevolgd, naast een zorgvuldige afstemming van de looptijden van de financiële activa en passiva (Toelichting 9). Met deze aanpak wil
de Groep zijn financiële stabiliteit behouden en ervoor zorgen dat hij aan zijn verplichtingen kan voldoen wanneer deze zich voordoen.
De belangrijkste stimulansen van de kasinstroom voor de Groep zijn afkomstig van de operationele activiteiten. Deze aanpak benadrukt hoe gericht de Groep is op het handhaven van een robuust liquiditeitsbeheer. Door zowel gebruik te maken van de opbrengsten uit zijn bedrijfsactiviteiten als van strategische financiële activiteiten zoals kapitaalverhogingen, verzekert de Groep de beschikbaarheid van de nodige fondsen om zijn lopende activiteiten te ondersteunen en het financiële welzijn te waarborgen.
Toelichting 21: Te koop gestelde activa
De resultaten opgenomen als verlies uit te koop gestelde activa voor een bedrag van 0,5 miljoen euro, hebben betrekking op het voormalige Cissell-gebouw in het Amerikaanse Kentucky, dat verband houdt met de vroegere CLD-activiteiten. Daarnaast zijn de kosten met betrekking tot dit gebouw, in totaal 0,1 miljoen euro, opgenomen in het resultaat van te koop gestelde activa.
In duizenden euro | 31 december 2024 | 31 december 2023 | |
Vergoedingen betaald aan Bestuurders | 365 | 336 | |
Brutosalarissen betaald aan senior managers | 3.121 | 2.382 | |
Basisvergoeding | 1.182 | 897 | |
Gefactureerde diensten | 954 | 836 | |
Variabele vergoeding over een jaar | 862 | 570 | |
Vaste onkosten | 30 | 30 | |
Extralegale voordelen | 42 | 19 | |
Pensioenplan | 50 | 31 |
Toelichting 22: Transacties met betrokken partijen
Aandeelhoudersstructuur
De aandeelhouders van de vennootschap per december 2024 zijn:
(*) Terugkoopprogramma van aandelen
Transparantiekennisgevingen
In 2024 ontving de JENSEN-GROUP NV de volgende kennisgevingen:
- een kennisgeving van
- een kennisgeving van Lazard Frères Gestion SAS dat ze de minimumdrempel van 5% hebben overschreden door de verwerving of overdracht van stemrechtverlenende aandelen of stemrechten.
Vergoeding aan het key management
Voor meer details over de remuneratie van het senior management verwijzen we naar het remuneratierapport dat opgenomen is in het rapport van de Raad van Bestuur.
In duizenden euro | 31 december 2024 | 31 december 2023 | |
Vennootschappen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode | 47,538 | 49.764 |
In duizenden euro | 31 december 2024 | 31 december 2023 | |
Ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode aan het einde van het jaar | 49.764 | 5.573 | |
Overname van Inax | 0 | 42.374 | |
Wijzigingen in de consolidatiekring van Ole Almeborg (50%) | 613 | 0 | |
Acquisitie van PrimaFolder (33%) | 412 | 0 | |
Aandeel in de resultaten | 4.562 | 3.085 | |
Impact van hyperinflatie op het aandeel in het resultaat | -624 | -944 | |
Correctie hyperinflatie - direct eigen vermogen | 0 | 3.266 | |
Omrekeningsverschillen | -6.778 | -3.589 | |
Ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode aan het einde van het jaar | 47.538 | 49.764 |
Vennootschappen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode
De ondernemingen die worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode vertegenwoordigen de waardering van de participaties in Tolon, Inax Corporation (opgenomen vanaf 3 april 2023), PrimaFolder (30 mei 2024) en Ole Almeborg (vanaf 1 september 2024). Deze boekhoudkundige benadering weerspiegelt de investeringsstrategie van de Groep en zijn relatie met deze entiteiten.
Volgens de vermogensmutatiemethode neemt de Groep zijn aandeel in de winsten of verliezen van deze ondernemingen op in zijn jaarrekening, waarbij de boekwaarde van de investeringen in die zin wordt aangepast.
Eind mei 2024 verwierf JENSEN Italië 33% van de aandelen van PrimaFolder voor een aankoopprijs van 0,4 miljoen euro. PrimaFolder is een bedrijf dat gevestigd is in Italië. Het is gespecialiseerd in het ontwerp en de productie van automatische vouwmachines.
Roll-over van de vennootschappen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode
Tolon
Op 29 januari 2016 nam de JENSEN-GROUP een participatie van 30% in TOLON GLOBAL MAKINA Sanyi Ve Tikaret Sirketi A.S., Turkiye, en ging de Groep ermee akkoord om de komende drie jaar in totaal 19% bijkomende aandelen te verwerven. In 2017 verhoogde de JENSEN-GROUP zijn deelneming met 6,33% tot 36,33%, in 2018 met nog eens 6,33% tot 42,66% en in 2019 met 6,34% tot 49%.
Gezien de JENSEN-GROUP slechts een belang van minder dan 50% bezit in TOLON, is deze deelneming geconsolideerd volgens de vermogensmutatiemethode.
Het nettoresultaat per eind december 2024 (hyperinflatie niet meegerekend) bedraagt 2,5 miljoen euro, vergeleken met 2,6 miljoen euro per eind december 2023 (hyperinflatie niet meegerekend).
(in duizenden euro) | 31 december 2024 | 31 december 2023 |
Opbrengsten | 33.796 | 31.086 |
Operationeel resultaat (EBIT) | 3.679 | 3.825 |
Geconsolideerde winst van het boekjaar | 1.272 | 689 |
Vaste activa | 12.823 | 9.242 |
Vlottende activa | 13.206 | 16.986 |
Eigen vermogen | 9.232 | 8.856 |
Verplichtingen op lange termijn | 2.655 | 2.953 |
Verplichtingen op korte termijn | 14.143 | 14.420 |
Netto activa - % | 4.524 | 4.339 |
Goodwill | 352 | 3.322 |
Ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode aan het einde van het jaar | 4.876 | 7.661 |
(in duizenden euro) | 31 december 2024 | 31 december 2023 (9 maanden) |
Opbrengsten | 122.798 | 77.692 |
Operationeel resultaat (EBIT) | 9.149 | 5.399 |
Geconsolideerde winst van het boekjaar | 6.907 | 3.682 |
Vaste activa | 45.628 | 50.166 |
Vlottende activa | 67.844 | 72.837 |
Eigen vermogen | 48.589 | 45.536 |
Verplichtingen op lange termijn | 13.619 | 15.451 |
Verplichtingen op korte termijn | 51.264 | 62.016 |
Netto activa - % | 23.809 | 22.313 |
Goodwill | 17.925 | 20.182 |
Ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode aan het einde van het jaar | 41.734 | 42.494 |
Hyperinflatie
De Groep past IAS29 toe (Financiële verslaggeving in economieën met hyperinflatie) voor de consolidatie van zijn Turkse dochterondernemingen. Voor de toepassing van deze standaard en om de resultatenrekeningen en niet-monetaire activa en passiva per 31 december 2024 aan te passen, heeft de Groep de producentenprijsindex (PPI) ‘PPI.ITUR’ gebruikt vanaf januari 2005, gepubliceerd door het Turks Statistisch Instituut (Turkstat): de PPI per 31.12.2024 bedraagt 3.746,52 (de PPI per 31.12.2023 bedraagt 2.915,02).
De impact van de herwaardering op het aandeel in het resultaat voor het jaar 2024 was een kost van 0,6 miljoen euro.Vorig jaar resulteerde de impact van de toepassing van IAS 29 voor het boekjaar eindigend op 31 december 2023 in een verlies van 0,9 miljoen euro in de resultatenrekening van de Groep.
Inax
Op 3 april 2023 verwierf de JENSEN-GROUP 49% van de aandelen van Inax Corporation (‘Inax’), een Japanse dochteronderneming van MIURA, via de uitgifte van aandelen van de JENSEN-GROUP NV.
Omdat de JENSEN-GROUP slechts een belang van minder dan 50% bezit, is deze deelneming geconsolideerd volgens de vermogensmutatiemethode.
In duizenden euro | 31 december 2024 | 31 december 2023 | |
Resultaat toerekenbaar aan minderheidsbelang | -1.737 | 277 | |
Eigen vermogen van NCI | -58 | 1.896 |
Ole Almeborg
Op 15 oktober 2023 nam JENSEN Denmark A/S, een Deense dochteronderneming van de JENSEN-GROUP, Ole Almeborg A/S over. Deze participatie wordt geconsolideerd volgens de integrale consolidatiemethode vanaf 15 oktober 2023.
Op 17 mei 2024 sloot JENSEN Denemarken een overeenkomst af met Logitrans A/S voor de verkoop en aankoop van aandelen. Bijgevolg bezit de JENSEN-GROUP per eind augustus 2024 50% van Ole Almeborg, en wordt deze participatie vanaf 1 september 2024 geconsolideerd volgens de vermogensmutatiemethode.
Het bedrijf dat is opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode wordt gewaardeerd op 0,6 miljoen euro op het einde van het jaar.
Minderheidsbelangen
In 2016 richtten de JENSEN-GROUP en Veins Holding BV samen een nieuw bedrijf op, Gotli Labs AG. Aangezien de JENSEN-GROUP beslissende zeggenschap uitoefent over Gotli Labs AG (meer dan 50% van de aandelen), is deze deelneming volledig geconsolideerd. Contractueel heeft de JENSEN-GROUP recht op 40% van de resultaten, waarvan de overige 60% in de resultatenrekening wordt weergegeven als ’opbrengsten toerekenbaar aan minderheidsbelangen’.
Op 2 januari 2018 verwierf de JENSEN-GROUP een participatie van 30% in Inwatec ApS (Denemarken). De JENSEN- GROUP heeft de optie om zijn participatie te verhogen tussen 2020 en 2023. Op 26 maart 2021 verhoogde de JENSEN-GROUP zijn participatie in Inwatec ApS van 30% naar 70%. Aangezien de JENSEN-GROUP een participatie heeft van 70%, wordt de participatie geconsolideerd volgens de integrale consolidatiemethode vanaf 26 maart 2021. Voor die datum werd de participatie geconsolideerd volgens de vermogensmutatiemethode.
Op 23 juli 2024 verwierf de JENSEN-GROUP 85% van de aandelen in MAXI-PRESS Holding GmbH, Duitsland en zijn dochterondernemingen. Aangezien de JENSEN-GROUP een participatie heeft van 85%, wordt de participatie geconsolideerd volgens de integrale consolidatiemethode. Zie Toelichting 23 voor meer informatie over de acquisitie.
Het aan de minderheidsbelangen toerekenbare resultaat bedraagt een verlies van 1,7 miljoen euro vergeleken met een inkomen van 0,3 miljoen euro in de vorige periode. Deze daling is voornamelijk te wijten aan een afname in de ontvangen bestellingen voor Inwatec, een bedrijf dat uitsluitend op basis van klantorders produceert in plaats van voor voorraad.
In de tweede helft van het jaar richtte het management zich op het versterken van het orderboek voor Inwatec. Beperkte personeelsinkrimpingen werden doorgevoerd om de capaciteit voor groei te behouden. Tegen eind december 2024 waren deze initiatieven succesvol, wat resulteerde in een orderboek dat een solide basis biedt voor 2025 en daarna.
De Groep is niet op de hoogte van enige beperkingen om fondsen over te dragen in de vorm van cash en dividenden, noch van enige verplichtingen of voorwaardelijke verplichtingen gerelateerd aan het belang in de joint ventures en geassocieerde deelnemingen.
Voor de wettelijke structuur verwijzen we naar toelichting 26.
(in duizenden EUR) | 31 juli 2024 | 31 juli 2024 | |
Vóór PPA | PPA- aanpassingen | Na PPA | |
Immateriële vaste activa (excl. goodwill) | 19 | 123 | 142 |
Materiële vaste activa | 4.061 | 2.408 | 6.469 |
Voorraad | 5.230 | 1.538 | 6.767 |
Handels- en overige vorderingen | 4.024 | 0 | 4.024 |
Cash | 2.881 | 0 | 2.881 |
Handels- en overige schulden | -8.360 | 0 | -8.360 |
Uitgestelde belastingen | 345 | -1.172 | -827 |
VERWORVEN NETTOACTIVA | 8.199 | 2.897 | 11.096 |
Goodwill | 24.939 | ||
Betaalde vergoeding (85%) | 34.371 | ||
Minderheidsbelang (15%) | 1.664 |
Toelichting 23: Acquisities
MAXI-PRESS
Op 23 juli 2024 verwierf de JENSEN-GROUP 85% van de aandelen in MAXI-PRESS Holding GmbH, Duitsland en zijn dochterondernemingen ("MAXI-PRESS"). MAXI-PRESS staat bekend voor zijn marktaandeel in perskussens en zijn uniek gamma hulpstoffen. Het zal een cruciale rol spelen in de uitbreiding van het dienstenaanbod van de JENSEN-GROUP. De acquisitie is volledig afgestemd op de langetermijnstrategie van de JENSEN-GROUP om een uitgebreid dienstenaanbod te bieden aan wasserijen over de hele wereld.
De onderstaande tabel geeft een overzicht van de reële waarde op acquisitiedatum, na IFRS-conversie, van
de totale overgedragen vergoeding en van het resterende bedrag aan goodwill dat is opgenomen als deel van de investering:
Vergoeding
De verwerving van een participatie van 85% in MAXI-PRESS gebeurde tegen een aankoopprijs van 34,4 miljoen euro, vrij van cash en zonder schulden, wat overeenkomt met 85% van de totale bedrijfswaarde van MAXI-PRESS.
Daarnaast heeft de JENSEN-GROUP zich ertoe verbonden om de resterende 15% van de aandelen die momenteel in handen zijn van de stichtende CEO en aandeelhouder, de heer Zaiser, in de komende drie jaar te verwerven. Deze transacties zullen gebeuren volgens waarderingsprincipes die consistent zijn met deze die van toepassing waren bij de initiële acquisitie, waarbij de aandelen gekocht worden in drie jaarlijkse schijven van 5%, met als eindpunt dat de JENSEN-GROUP tegen het einde van juni 2027 volledige eigendom is van MAXI-PRESS.
Schattingen van de reële waarde van de PPA
- De reële waarde van de merknaam MAXI-PRESS is bepaald via de ‘relief from royalty’ methode, en wordt afgeschreven over een periode van tien jaar.
- De machines en apparatuur worden geherwaardeerd door de historische aanschaffingswaarde te actualiseren voor het resterende deel van de economische levensduur van elk actief, in combinatie met de expertise van het management. Hun gebruiksduur stemt overeen met de beleidslijnen van de JENSEN-GROUP.
- De voorraad aangehouden voor handelsdoeleinden wordt gewaardeerd aan de individuele verkoopwaarde minus de verkoopkosten per 31 juli 2024. De opwaardering van deze reële waarde gebeurt in overeenstemming met de rotatiesnelheid van de voorraad van elke betrokken dochteronderneming.
Goodwill
De goodwill die geboekt is bij de acquisitie van MAXI-PRESS bedraagt 24,9 miljoen euro. Dit bedrag vertegenwoordigt, onder andere, de intrinsieke waarde van het personeelsbestand van MAXI-PRESS, evenals de verwachte toekomstige economische voordelen die aan de transactie verbonden zijn.
De waardering van de goodwill in deze context onderstreept het strategische belang van de acquisitie, en erkent niet alleen de materiële vaste activa, maar ook de immateriële vaste activa en het groei- en synergie-potentieel dat MAXI-PRESS toevoegt aan de JENSEN-GROUP.
Het minderheidsbelang wordt gewaardeerd op 15% van de reële waarde van de verworven netto activa.
Transactiekosten
De totale transactiekosten voor de overname bedragen 0,7 miljoen euro in 2024.
Aankoop op termijn (Forward) van het minderheidsbelang (NCI)
In lijn met onze verbintenis om het resterende belang van 15% te verwerven, wordt de aankoop op termijn van een minderheidsbelang ('NCI') geboekt als een financiële verplichting op de balans van de JENSEN-GROUP. Deze waardering wordt bepaald door berekening van de contante waarde van de verwachte betalingen voor de drie komende termijnen. De gebruikte methodologie voor deze berekening houdt rekening met de kost van schulden op een termijn van drie jaar, in combinatie met de toepasselijke kredietspreiding. De JENSEN-GROUP zal de reële waarde halfjaarlijks herwaarderen. De reële waarde wordt gewaardeerd volgens niveau 3.
De belangrijkste beoordelingen, veronderstellingen en schattingen die in aanmerking werden genomen voor de berekening van de reële waarde zijn de volgende:
- Elke schijf van 5% van de participatie is gebaseerd op het gewogen resultaat van drie opeenvolgende jaren, beoordeeld op een waarde vrij van cash en zonder schulden.
- Projecties zijn gebaseerd op het budget van de MAXI-PRESS Group, met inbegrip van belangrijke veronderstellingen zoals het impliciete groeipercentage (0%) en de inflatie (2%).
(in duizenden euro) | 31 december 2024 (eerste 7 maanden) | 31 december 2024 (laatste 5 maanden) | 31 december 2024 (12 maanden) |
Opbrengsten | 13.508 | 9.331 | 22.839 |
Operationeel resultaat (EBIT) | 3.083 | 775 | 3.858 |
Winst voor het jaar | 2.111 | 533 | 2.644 |
De JENSEN-GROUP bevestigt dat zijn schattingen degelijk zijn. Ze steunen op de historische prestaties van de MAXI-PRESS Group en zijn aangevuld met externe gegevensbronnen, zoals cijfers over de kost van schulden. Deze schattingen vertegenwoordigen de beste beoordeling van het management en er wordt erkend dat de werkelijke resultaten kunnen afwijken als gevolg van verschillende veronderstellingen of omstandigheden. Desondanks is de Groep van mening dat redelijke variaties in deze schattingen geen materiële impact zouden hebben voor 2024.
Bij aanvang neemt de JENSEN-GROUP het minderheidsbelang niet langer op in de balans door de aankoop op termijn (forward) van het minderheidsbelang te boeken als een financiële verplichting. De resulterende afwijking wordt rechtstreeks aangepast via het eigen vermogen van de Groep. De verplichting wordt opgenomen onder overige schulden voor een bedrag van 5,1 miljoen euro, waarvan 1,2 miljoen euro kortlopende schulden zijn.
Pro forma resultatenrekening MAXI-PRESS Group
MAXI-PRESS draagt 9,3 miljoen euro bij aan de opbrengsten en 0,5 miljoen euro aan de winst voor het jaar. Als de overname op 1 januari 2025 had plaatsgevonden, dan zou de bijdrage aan de opbrengsten en nettowinst respectievelijk 22,8 miljoen euro en 2,6 miljoen euro geweest zijn.
Het operationeel resultaat in de tweede periode wordt aanzienlijk beïnvloed door de gedeeltelijke vrijgave van de reële opwaardering van voorraden aangehouden voor handelsdoeleinden, die rekening houdt met de omzetsnelheid van handelsgoederen. Deze aanpassing bedraagt 1,1 miljoen euro voor belastingen.
Toelichting 24: Non-audit fees
De commissaris is Deloitte bv, vertegenwoordigd door mevr. Charlotte Vanrobaeys.
Wereldwijd hebben de commissaris en zijn netwerk een vergoeding van 578.460 euro (excl. btw), ontvangen voor de uitoefening van hun mandaat met betrekking tot de statutaire jaarrekening van de juridische entiteiten en de geconsolideerde jaarrekening van de JENSEN-GROUP. Naast hun mandaat hebben de commissaris en zijn netwerk in de loop van 2024 een bijkomende vergoeding ontvangen van 133.000 euro (excl. btw) voor de beoordeling (beperkte zekerheid) van de Duurzaamheidsverklaring in overeenstemming met het ESRS. Dat bedrag werd gefactureerd aan de JENSEN-GROUP NV. De vennootschap heeft één enkel auditkantoor benoemd voor de audit van de geconsolideerde jaarrekening.
Toelichting 25: Belangrijke gebeurtenissen na jaareinde
Er zijn geen belangrijke gebeurtenissen na balansdatum te melden.
Toelichting 26: Wettelijke structuur
Geconsolideerde vennootschappen | Maatschappelijke zetel | Deelnemingspercentage |
België | ||
JENSEN-GROUP NV | Neerhonderd 33 9230 Wetteren | Moedervennootschap |
TOLON Europe BV | Neerhonderd 33 9230 Wetteren | 49% |
Australië | ||
JENSEN Laundry Systems Australia PTY Ltd. | Unit 16, 38-46 South Street Rydalmere NSW 2116 | 100% |
Orboc Pty Ltd | 3/14 Hinkler Court 4500 Brendale- QLD | 85% |
MAXI-PRESS Australia Pty Ltd | 3/14 Hinkler Court 4500 Brendale- QLD | 85% |
Oostenrijk | ||
JENSEN Austria Holding GmbH | Reinhartsdorfgasse 9 2324 Schwechat-Rannersdorf | 100% |
JENSEN ÖSTERREICH GmbH | Reinhartsdorfgasse 9 A-2324 Schwechat-Rannersdorf | 100% |
Brazilië | ||
JENSEN-GROUP BRASIL COMERCIO E SERVICOS DE EQUIPAMENTOS DE LAVANDERIA LTDA | Rua Aparecida José Nunes de Campos 19 CEP 18087-089, Jardim do Paço, Sorocaba-SP | 100% |
China | ||
JENSEN Industrial Laundry Technology (Xuzhou) Co., Ltd | Phoenix Avenue, Xuzhou Clean Technology Zone 221121 Xuzhou, Jiangsu Province, P.R. China | 100% |
Denemarken | ||
JENSEN Industrial Group A/S | Industrivej 2 3700 Rønne | 100% |
JENSEN Denmark A/S | Industrivej 2 3700 Rønne | 100% |
Ole Almeborg A/S | Svalhøjvej 15 3790 Hasle | 50% |
Toelichting 27: Consolidatiekring per 31 december 2024
Inwatec ApS | Hvidkærvej 30 5250 Odense SV | 70% |
Svalhøjvej 15 ApS | Svalhøjvej 15 3790 Hasle | 100% |
Frankrijk | ||
JENSEN France SAS | 2 “Village d’entreprises” ZA de la Couronne des Près Avenue de la Mauldre 78680 Epône | 100% |
Duitsland | ||
JENSEN GmbH | Jörn-Jensen-Straβe 1 31177 Harsum | 100% |
JENSEN Components GmbH | Ludwig-Erhard-Strasse 18 30982 Pattensen | 100% |
MAXI-PRESS Holding GmbH | Zum Lingeshof 1 c 36124 Eichenzell-Welkers | 85% |
MAXI-PRESS Elastomertechnik GmbH | Zum Lingeshof 1 c 36124 Eichenzell-Welkers | 85% |
ELASTOPRESS Polytex GmbH | Im Weilerlen 12 74321 Bietigheim-Bissingen | 85% |
SPE Polymertechnik GmbH | Zum Mühlgraben 6 68642 Bûrstadt | 85% |
Italië | ||
JENSEN Italia s.r.l. | Strada Provinciale Novedratese 46 22060 Novedrate | 100% |
Prima Folder s.r.l. | Via Agostino Depretis, 9 48123 Ravenna | 33% |
Japan | ||
JENSEN Japan Co., Ltd. | 4-9-1-203 Imagawa, Urayasu-city 279-0022 Japan | 100% |
Inax Corporation | 5-1-11, Osaki, Shinagawa-ku, Tokyo, 141-0032 Japan | 49% |
Midden-Oosten | ||
JENSEN Industrial Laundry Systems M.E. M.E. DMCC | JENSEN Industrial Laundry Systems M.E. DMEE Unit No: 204 Fortune Tower Plot No: JLT-PH1-C1A Jumeirah Lakes Towers Dubai VAE | 100% |
Noorwegen | ||
JENSEN NORGE AS | Østensjøveien 36 0667 OSLO | 100% |
Nieuw-Zeeland | ||
JENSEN New Zealand Ltd | C/- MinterEllisonRuddWatts 15 Customs Street Auckland Central 1010 | 100% |
Singapore | ||
JENSEN Asia PTE Ltd. | No. 6 Jalan Kilang #02-01 Dadlani Industrial House Singapore 159406 | 100% |
Spanje | ||
JENSEN Spain S.L. | Calle Energia, 34 Poligono Famades ES-08940 Cornella de Llobregat (Barcelona) | 100% |
Zweden | ||
JENSEN Sweden AB | Företagsgatan 68 504 94 Borås | 100% |
JENSEN Sweden Holding AB | Box 363 503 12 Borås | 100% |
Zwitserland | ||
JENSEN AG Burgdorf | Buchmattstrasse 8 3400 Burgdorf | 100% |
JENSEN Holding AG | Buchmattstrasse 8 3400 Burgdorf | 100% |
GOTLI Holding | Industriestrasse 51 6312 Steinhausen | 51% |
GOTLI Labs AG | Industriestrasse 51 6312 Steinhausen | 51% |
Turkije | ||
TOLON GLOBAL MAKINA Sanyi Ve | A.O.S.B. 10007. Sk. No:9 Çiğli, | 49% |
Tikaret Sirketi A.S. | İzmir | |
TOLON EXPORT MAKİNE TİCARET A.Ş. | 10007 SOK. NO:9 AOSB ÇİĞLİ İzmir | 49% |
Verenigd Koninkrijk | ||
JENSEN UK Ltd. | Unit 5, Network 11 Thorpe Way Industrial Estate Banbury, Oxfordshire OX16 4XS | 100% |
Verenigde Staten | ||
JENSEN NA Inc. | Corporation Trust Center Orange Street 1209 Wilmington - Delaware | 100% |
JENSEN USA, Inc. | Aberdeen loop 99 Panama City, FL 32405 | 100% |
831 South 1st Street, Inc. | 831 South 1st Street Louisville, KY 40203 | 100% |
Tolon US | Aberdeen loop 99 Panama City, FL 32405 | 49% |
MAXI-PRESS ELASTOMERIC Inc | 80 Turnpike Drive Suite #4 6762 Middlebury - CT | 85% |