JAARVERSLAG 2024
Het Nederlandstalige jaarverslag is de officiële versie van het jaarverslag. Er is eveneens een Engelstalige versie
beschikbaar om de aandeelhouders ter wille te zijn. De overeenstemming tussen beide versies werd door de
JENSEN-GROUP op eigen verantwoordelijkheid gecontroleerd.
In dit rapport verwijst de term ‘de JENSEN-GROUP’ en ‘de Groep’ naar JENSEN-GROUP NV en zijn
dochterondernemingen, terwijl de termen ‘de JENSEN-GROUP NV’, ‘het bedrijf’ of ‘de vennootschap’ verwijzen
naar de holdingmaatschappij in België. De zakelijke activiteiten worden verricht via operationele
dochterondernemingen verspreid over de gehele wereld. De termen ‘we’, ‘onze’ en ‘ons’ worden gebruikt om
de Groep te beschrijven.
JAARVERSLAG 2024
Inhoudstafel
STRATEGISCH RAPPORT .......................................................................................................................................... 4
Bericht aan onze aandeelhouders ...................................................................................................................... 6
Kerncijfers ........................................................................................................................................................... 8
Strategie van de JENSEN-GROUP ...................................................................................................................... 11
DUURZAAMHEIDSRAPPORT ................................................................................................................................. 15
Kader voor duurzaam ondernemen .................................................................................................................. 16
Duurzaamheidsverklaring ................................................................................................................................. 19
1. Dubbele materialiteitsbeoordeling ....................................................................................................... 20
2. KLIMAATVERANDERING ESRS E1 ....................................................................................................... 23
3. VERONTREINIGING ESRS E2 ............................................................................................................... 41
4. WATER ESRS E3 .................................................................................................................................. 50
5. MATERIAALGEBRUIK EN CIRCULAIRE ECONOMIE ESRS E5 ................................................................ 54
6. EIGEN PERSONEEL ESRS S1 ................................................................................................................ 60
7. CONSUMENTEN EN EINDGEBRUIKERS ESRS S4 .................................................................................. 74
8. ZAKELIJK GEDRAG ESRS G1 ................................................................................................................ 79
VERSLAG RAAD VAN BESTUUR ........................................................................................................................... 132
Stand van zaken in 2024 ................................................................................................................................. 133
Vooruitzichten 2025 ........................................................................................................................................ 134
Resultaatsbestemming ................................................................................................................................... 135
Verklaring Deugdelijk Bestuur ........................................................................................................................ 136
Risicobeheersing en interne controle .............................................................................................................. 139
Overige informatie .......................................................................................................................................... 176
INFORMATIE VOOR AANDEELHOUDERS EN BELEGGERS .................................................................................... 183
Informatie voor aandeelhouders en beleggers ............................................................................................... 184
JAARREKENING ................................................................................................................................................... 189
Geconsolideerde winst- en verliesrekening ..................................................................................................... 190
Geconsolideerd overzicht van het volledige periode resultaat ....................................................................... 191
Geconsolideerde balans - Activa ..................................................................................................................... 192
Geconsolideerde balans - Passiva ................................................................................................................... 193
Geconsolideerd mutatieoverzicht van het eigen vermogen ........................................................................... 194
Geconsolideerd kasstroomoverzicht ............................................................................................................... 195
Toelichtingen bij de geconsolideerde jaarrekening ........................................................................................ 196
VERKORTE VERSIE STATUTAIRE JAARREKENING JENSEN-GROUP NV ............................................................. 274
STRATEGISCH RAPPORT
Creating the future in laundry automation
MISSIE
De doelstelling van de JENSEN-GROUP is om zijn klanten die wereldwijd actief zijn in de heavy-duty
wasserijindustrie de beste oplossingen aan te bieden.
De JENSEN-GROUP werkt voor en samen met zijn klanten om de wasserijwereld te voorzien van
vernieuwende en duurzame producten en diensten: van enkelvoudige machines en systemen tot volledig
geïntegreerde oplossingen en procesautomatisering. Wasserijen die worden uitgerust door JENSEN-GROUP
mikken op de hoogste productie- en energie-efficiëntie in de industrie.
De JENSEN-GROUP investeert voortdurend in de ontwikkeling van zijn mensen en hun talenten.
Door klanten de combinatie aan te bieden van zijn globale expertise en zijn lokale aanwezigheid kan de
JENSEN-GROUP een omzetgroei en een verantwoordelijk leiderschap in de sector realiseren.
STRATEGISCH RAPPORT
JAARVERSLAG 2024
Bericht aan onze aandeelhouders
De JENSEN-GROUP zette zijn groei in omzet en rentabiliteit verder door in 2024.
Met een stevig orderboek bij aanvang van het jaar en dankzij sterke operationele uitvoering in gunstige
marktomstandigheden, bereikte het aantal orders in de loop van het jaar een recordhoogte.
Surfend op een sterke vraag in alle sectoren en door middel van een aantrekkelijk product- en dienstenaanbod
realiseerde de JENSEN-GROUP voor het tweede jaar op rij recordcijfers op het vlak
van opbrengsten, operationeel resultaat en winst per aandeel.
Deze recordgroei bevestigt nogmaals de kracht van een businessmodel dat ons onderscheidt van de
concurrentie. Met productievestigingen op drie continenten en met eigen verkoopkantoren en servicecenters
in de belangrijkste markten wereldwijd, is de JENSEN-GROUP uniek gepositioneerd om
in te spelen op de specifieke behoeften van lokale markten en klanten. Vanwege de doorgedreven
optimalisering en digitalisering van de bedrijfsprocessen, zorgt het businessmodel voor een dynamisch
evenwicht tussen wereldwijde consistentie en lokale relevantie, wat leidt tot een efficiënt gebruik van
middelen en een hogere productiviteit.
De innovatiekracht van de JENSEN-GROUP kwam overtuigend tot uiting op de Texcare beurs 2024 in Frankfurt,
waar het allernieuwste productaanbod en de lancering van het geautomatiseerde Inwatec
Thor sorteersystem en het Blizz toevoersysteem de show stalen.
Sinds de aanstelling van een Corporate Sustainability Leader in 2022 heeft de JENSEN-GROUP zijn
duurzaamheidsinspanningen systematisch opgedreven. In 2024 versnelde het bedrijf zijn ESG-programma door
het verzamelen en aanwenden van relevante data te verbreden en te verdiepen, en daarmee het kader uit te
breiden voor het bepalen en behalen van duurzaamheidsdoelen en het meten
en opvolgen van de resultaatsverbetering.
Voor het eerst hebben we nu onze koolstofvoetafdruk volledig in kaart gebracht en ons geëngageerd voor het
Science Based Targets initiatief (SBTi), waarbij we emissiereductiedoelstellingen vastleggen die in lijn zijn met
de doelstellingen van het klimaatakkoord van Parijs om klimaatverandering tegen te gaan. Daarnaast houden
we ons aan de Corporate Sustainability Reporting Directive, en hebben we een bijzonder verfijnd
duurzaamheidsverslag uitgebracht in overeenstemming met de European Sustainability Reporting Standards.
Deze mijlpalen markeren een nieuw hoofdstuk in onze langdurige inzet voor het leveren van duurzame en
innovatieve oplossingen die onze klanten in staat stellen om zowel op economisch als ecologisch vlak beter te
presteren.
Door gebruik te maken van geavanceerde technologieën zoals IoT, AI en robotica, verlaagt onze geïntegreerde
Cleantech-aanpak de ecologische voetafdruk van wasserij-activiteiten aanzienlijk.
Dit zorgt er niet alleen voor dat er minder energie, water en chemicaliën worden verbruikt; het verlengt ook de
levensduur van textiel, terwijl de productiviteit, kwaliteit en veiligheid en hygiëne van werknemers worden
verbeterd.
STRATEGISCH RAPPORT
JAARVERSLAG 2024
Ons ESG-programma omspant alle facetten van het bedrijf. Het ESG-routeplan omvat initiatieven om de
uitstoot van broeikasgassen, energieverbruik en afval in de productie te verminderen, maar bevat ook
maatregelen om de gezondheids- en veiligheidsnormen te verbeteren en de gedragscode en ethische
bedrijfspraktijken van onze leveranciers te versterken.
In lijn met ons plan om onze industriële capaciteit te verhogen en het productieapparaat verder te versterken
met het oog op toekomstige groei, investeerde de JENSEN-GROUP in meer productiecapaciteit in Zweden en
Denemarken en in een bijkomende productievestiging in China.
Om onze globale marktpositie te verstevigen, verwierf de JENSEN-GROUP 85% van het aandelenkapitaal van
MAXI-PRESS Holding GmbH in Duitsland, samen met zijn dochterondernemingen. MAXI-PRESS wordt erkend
als marktleider in perskussens, en biedt een uniek gamma hulpstoffen aan. Deze overname past perfect in de
strategie van de JENSEN-GROUP om langetermijnwaarde te creëren, omdat ze nieuwe bronnen van recurrente
opbrengsten aanboort en de mogelijkheid biedt om wasserijen wereldwijd een uitgebreider dienstenpakket
aan te bieden.
We willen onze klanten en leveranciers danken voor hun vertrouwen en loyaliteit, evenals onze
aandeelhouders voor hun blijvend engagement en steun in ons streven naar uitmuntendheid en
marktleiderschap.
We willen ook alle medewerkers van de JENSEN-GROUP bedanken voor hun teamwerk en hun creatieve en
competente inbreng en inzet om de klant steeds centraal te plaatsen. De passie, het doorzettings-vermogen
en de fierheid van onze mensen zijn het toonbeeld van de JENSEN Spirit die ze elke dag opnieuw vormgeven,
en die aan de basis ligt van de lange geschiedenis van vooruitgang en succes van onze onderneming.
Rudy Provoost Jesper Munch Jensen
Voorzitter van de Raad van Bestuur Chief Executive Officer
Kerncijfers
Boekjaar eindigend op
31 december
31 december
Verschil
(in duizenden euro)
2024
2023
%
Opbrengsten
453.166
400.121
13%
Operationeel resultaat (EBIT)
50.737
40.743
25%
EBITDA
63.046
48.376
30%
Netto rentelasten (+) / inkomsten (-)
-771
-341
126%
Resultaat van participaties geconsolideerd
volgens de vermogensmutatiemethode
3.938
2.141
84%
Resultaat voor belastingen
52.498
41.926
25%
Geconsolideerd resultaat van de voortgezette
activiteiten
39.433
31.432
25%
Resultaat van te koop gestelde activa
-108
-124
-13%
Resultaat toerekenbaar aan minderheidsbelang
-1.737
277
-727%
Resultaat toerekenbaar aan de eigenaars van de
moedermaatschappij
41.170
31.031
33%
Toegevoegde waarde
195.348
166.862
17%
Netto kasstroom
53.479
38.664
38%
Eigen vermogen
282.560
262.142
8%
Netto financiële schuld (+) / netto cash (-)
-3.093
-35.873
-91%
Werkkapitaal
180.636
151.962
19%
Vaste activa (NCA)
105.683
69.877
51%
Geïnvesteerd vermogen (CE)
286.320
221.842
29%
Marktkapitalisatie (hoog)
436.080
322.092
35%
Marktkapitalisatie (laag)
307.260
244.314
26%
Marktkapitalisatie (gemiddeld)
375.964
289.425
30%
Marktkapitalisatie (31 december)
409.735
319.261
28%
Bedrijfswaarde (31 december) (EV)
406.642
283.388
43%
RATIO’S
EBIT / Opbrengsten
11,20%
10,18%
10%
EBITDA / Opbrengsten
13,91%
12,09%
15%
ROCE (EBIT / Geïnvesteerd vermogen - CE)
19,97%
19,81%
1%
ROE (Nettowinst / eigen vermogen)
15,13%
14,34%
5%
Gearing (Nettoschuld (+) netto cash (-)/ eigen
vermogen)
EBITDA rentedekking
-81,77
-141,87
-
Netto financiële schuld (+) of netto cash (-) /
EBITDA
-0,31
-0,49
-37%
Werkkapitaal / opbrengsten
36,70%
34,97%
5%
Bedrijfswaarde/EBITDA (31 december)
5,47
4,94
11%
STRATEGISCH RAPPORT
JAARVERSLAG 2024
Kerncijfers per aandeel
Boekjaar eindigend op
31 december
Verschil
(in euro)
2023
%
EBITDA
5,29
25%
Geconsolideerd resultaat toerekenbaar aan de
eigenaars van de moedermaatschappij (= winst
per aandeel)
3,39
27%
Netto kasstroom
4,23
32%
Eigen vermogen (= boekwaarde)
27,26
9%
Brutodividend*
0,50
50%
Aantal uitstaande aandelen (gemiddelde)
9.150.330
4%
Aantal uitstaande aandelen (op het einde van het
jaar)
9.616.286
-1%
Beurskoers (hoog)
45,70
35,20
30%
Beurskoers (laag)
32,20
26,70
21%
Beurskoers (gemiddelde)
39,40
31,63
25%
Beurskoers (31 december)
43,20
33,20
30%
Koers-winstratio (hoog)
10,40
2%
Koers-winstratio (laag)
7,90
-5%
Koers-winstratio (gemiddelde)
9,30
-2%
Koers-winstratio (31 december)
9,80
2%
(*) Dividenduitkering binnen het boekjaar, gebaseerd op de winstbestemming van het voorgaande jaar.
Definities
EBITDA (Earnings Before Interest, Taxes, Depreciation and Amortization) = operationeel resultaat (EBIT)
+ afschrijvingen + bijzondere waardeverminderingen en voorzieningen
Netto rentelasten = rentelasten rentebaten
Toegevoegde waarde = EBIT + vergoedingen, sociale lasten en pensioenlasten + afschrijvingen +
bijzondere waardeverminderingen en voorzieningen
Netto kasstroom = geconsolideerd resultaat toerekenbaar aan de aandeelhouders afschrijvingen +
bijzondere waardeverminderingen en voorzieningen
Netto financiële schuld (+) / netto cash (-) = leningen (korte en lange termijn) + subsidies financiële
activa aan afgeschreven kostprijs - financiële activa aan reële waarde via overig resultaat - liquide
middelen
Werkkapitaal = voorraad + vooruitbetalingen + handelsvorderingen op korte termijn + contractactiva
handelsschulden contractpassiva
Vaste activa = immateriële vaste activa + goodwill + activa, gebouwen en materieel
Geinvesteerd vermogen (CE) = werkkapitaal + vaste activa (zie bovenstaande definities)
Marktkapitalisatie = aandelenkoers x aantal uitstaande aandelen
Bedrijfswaarde (EV) = marktkapitalisatie (31 december) + netto financiële schuld (+) / netto cash ( -) (zie
bovenstaande definities)
EBITDA rentedekking = EBITDA / netto rentelasten (zie bovenstaande definities)
Voor ratio’s die cijfers uit de geconsolideerde resultatenrekening vergelijken met cijfers uit de geconsolideerde
balans wordt voor het balanscijfer het jaargemiddelde gebruikt, namelijk de beginbalans + de eindbalans
gedeeld door twee.
ROCE (return on capital employed) = EBIT/ gemiddeld geinvesteerd vermogen
ROE (return on equity) = geconsolideerd resultaat toerekenbaar aan de aandeelhouders / gemiddeld
eigen vermogen
Gemiddelde netto financiële schuld (+) of netto cash (-) / EBITDA.
STRATEGISCH RAPPORT
JAARVERSLAG 2024
Strategie van de JENSEN-GROUP
Wij maken het verschil
Dankzij gespecialiseerde kennis van de sector, technische excellentie en aanzienlijke investeringen in
productontwikkeling kan de JENSEN-GROUP alles ontwikkelen, plannen, produceren, installeren en
onderhouden, gaande van alleenstaande machines en productielijnen tot volledig geïntegreerde oplossingen
en procesautomatisering. Zijn partners zijn textielverhuurbedrijven, industriële wasserijen, centrale wasserijen
en ook wasserijen in ziekenhuizen, hotels en cruiseschepen. De klanten dan de Groep kennen hun wasserij-
activiteiten beter dan wie ook en met de steun van JENSEN-GROUP’s uitgebreide competentie en ervaring
kunnen ze de juiste oplossing vinden voor hun specifieke wasserij-vereisten.
Businessmodel
De Groep is voortdurend in overleg met zijn klanten via zijn lokale aanwezigheid om de toekomst in wasserij-
automatisering te creëren en de beste oplossingen te bieden. Deze oplossingen houden rekening met de Total
Cost of Ownership en zijn er bovendien op gericht om de productiviteit voortdurend te verhogen en tegelijk de
milieu-impact van de machines en processen te verminderen.
De afgelopen jaren heeft de JENSEN-GROUP vooral geïnvesteerd in verdere modernisering en uitbreiding van
zijn productassortiment in robotica voor wasserijen, artificiële intelligentie (AI) en automatisering, nieuwe
softwaretoepassingen voor de sector en in milieuvriendelijke producten.
De Groep toont engagement, betrokkenheid, toewijding en verantwoordelijkheid bij elke interactie met zijn
klanten.
Productontwikkeling en automatisering vormen de kern van duurzame wasoplossingen, omdat ze de schaarste
van natuurlijke en menselijke hulpbronnen helpen in acht nemen door meer aandacht te besteden aan milieu
en adequate arbeidsomstandigheden. Ook de eco-sociale kosten en baten om schoon linnen beschikbaar te
hebben zijn belangrijk; daarom heeft de Jensen-Group zijn duurzame Cleantech-concept ontwikkeld,
gebaseerd op machines en oplossingen die een positieve impact hebben op het ecologische, sociale en
economische succes van wasserijen en die klanten in staat stellen om hun ESG-doelstellingen te halen.
Wasserijen voor de gezondheidszorg: een gemiddelde instelling voor gezondheidszorgen levert tal
van artikelen aan haar wasserij: operatiekleding en -textiel, afdekdoeken voor patiënten,
patiëntenkleding, jassen voor artsen en verpleegkundigen, bedlinnen, handdoeken en meer.
Linnengoed voor de gezondheidszorg vereist uitzonderlijk hoge normen en flexibiliteit in de keuze van
wasprogramma's om ervoor te zorgen dat het textiel schoon en onbesmet is.
Wasserijen voor de horeca: schoon en perfect gevouwen linnengoed maakt deel uit van de
totaalervaring van elk restaurant- of hotelbezoek. Horecawasserijen verwerken een grote
verscheidenheid aan textiel, waaronder beddenlakens, hoeslakens, dekbedovertrekken, kussens en
kussenhoezen, matrashoezen, tafellakens, servetten, placemats, schorten en donzige artikelen zoals
badjassen en badhanddoeken.
Industriële wasserijen: zowel grote als kleine vertrouwen op textielverzorgingsdiensten voor hun
werkkleding. Professionele werkkleding omvat verschillende soorten overhemden, uniformjassen en -
broeken, overalls, militaire uniformen, jassen en broeken met reflecterende strepen, veiligheids-
vesten, politie- en brandweeruniformen, en brandvertragende jassen of broeken. Professionele
kledingstukken zorgen ervoor dat de dragers ervan worden herkend, gerespecteerd en beschermd.
Mattenwasserijen: vuilwerende matten zijn een visitekaartje voor elke zaak en garanderen een
uitstekende eerste indruk. Winkeliers en managers vertrouwen erop in alle weersomstandigheden.
Zonder de matten zouden hun gebouwen voortdurend moeten worden schoongemaakt.
Grote on-premise wasserijen (OPL): op cruiseschepen bevinden duizenden passagiers en
bemanningsleden zich dagen- of wekenlang in een beperkte ruimte. Duurzaamheid en de gezondheid
en het welzijn van alle mensen aan boord van het schip zijn belangrijke aandachtspunten voor
cruisemaatschappijen. De normen voor hygiëne, betrouwbaarheid, energie-efficiëntie en uitstoot zijn
dan ook uniek in de cruisescheepvaart.
De oplossingen van de JENSEN-GROUP omvatten alle stadia van het sorteren, wassen, drogen en afwerken van
linnengoed, kleding en matten. De wasserij-installaties van de JENSEN-GROUP combineren automatisering en
hoge kwaliteit, en zorgen tegelijk voor een laag verbruik van energie, water en chemicaliën. Op die manier
garanderen ze een hogere output met minder input.
Het businessmodel is bijzonder schaalbaar en dient als platform voor geografische expansie.
De Groep streeft naar een fysieke aanwezigheid over de hele wereld om de communicatielijnen met zijn
eindklanten zo kort mogelijk te houden. Op die manier garandeert hij een hoogwaardige klantenservice en
verkleint hij de ecologische voetafdruk van het bedrijf. De lokale aanwezigheid van de Groep is een belangrijk
concurrentievoordeel en een kritische succesfactor. Met 18 Sales and Service Companies (SSC's) en 7
Production and Engineering Centers (PEC's), verspreid over 5 continenten, denkt de JENSEN-GROUP globaal en
handelt hij lokaal.
Organisatie
Het Executive Management Team (EMT) van de JENSEN-GROUP bestaat uit een Chief Executive Officer, een
Chief Financial Officer, een Chief Operating Officer, een Chief Digital Officer en een Chief Innovation Officer
(sinds januari 2024).
De JENSEN-GROUP PEC’s ontwikkelen, produceren en leveren een volledig en competitief assortiment
producten aan klanten via een wereldwijd netwerk van SSC’s en erkende lokale distributeurs. Dit wereldwijde
distributienetwerk zorgt er samen met zijn expertise in de ontwikkeling van wasinrichtingen, deskundig
projectbeheer en dienstverlening na verkoop voor dat de JENSEN-GROUP uitstekend geplaatst is om op lokaal
niveau snel en betrouwbaar te beantwoorden aan de verwachtingen van de klant, of het nu gaat om één
STRATEGISCH RAPPORT
JAARVERSLAG 2024
enkele machine of om een totaaloplossing, waar ook ter wereld.
Productontwikkeling
De belangrijkste technologieën van de JENSEN-GROUP zijn toegespitst op de verschillende fasen van
het wasproces, gaande van het wassen en drogen, de logistiek en het transport van het linnen binnen de
wasserij, tot de afwerking van het gewassen linnen via toevoer-, strijk- en vouwmachines, met inbegrip van de
softwaretechnologie om het volledige proces te sturen. Samengevat gaat het om de verschillende
technologieën die gebruikt worden in het proces om vuil linnen om te zetten in proper linnen, klaar voor
gebruik.
Gezien de vele technologieën die nodig zijn om aan de noden van zijn klanten te voldoen, focust de JENSEN-
GROUP niet op fundamenteel onderzoek en ontwikkeling. De Groep wil bestaande technologieën gebruiken en
die integreren in de industrieprocessen, met de nadruk op energie- en arbeidsefficiëntie.
De afgelopen jaren heeft de JENSEN-GROUP vooral geïnvesteerd in de verdere modernisering en uitbreiding
van zijn productassortiment in robotica voor wasserijen, artificiële intelligentie (AI) en automatisering, nieuwe
softwaretoepassingen voor de sector en in milieuvriendelijke producten. Tal van productontwikkelingen
gericht op het besparen van natuurlijke hulpbronnen en energie zijn ondergebracht onder het CleanTech-
concept.
Dankzij de integratie van technologie en software kunnen klanten de productie in real time controleren en
opvolgen en de statistieken ervan gebruiken om hun productiviteit te verbeteren op basis van relevante
gegevens. Ook zullen de investeringen in Inwatec ApS met het oog op automatisering en AI
de sector naar een nieuw niveau tillen en de JENSEN-GROUP voorbereiden op Industrie 4.0 en het IoT (internet
der dingen). Software om het gehele wasproces te sturen en te controleren is essentieel om
de klanten een complete wasserij-oplossing aan te bieden.
De Groep heeft voor specifieke machineonderdelen tal van patenten of patentaanvragen. Die worden
voornamelijk gebruikt om aan te tonen dat de Groep als eerste gebruik maakte van de nieuwe technologie. De
Groep beschermt zijn patenten op individuele basis, vooral in de grotere markten. Productontwikkelingsteams
in de verschillende JENSEN-GROUP competentiecentra onderzoeken voortdurend de mogelijkheid om verdere
nieuwe ontwikkelingen te patenteren.
Over het algemeen investeert de JENSEN-GROUP jaarlijks 1,5% tot 2% van zijn omzet in productontwikkeling.
Productie
De JENSEN-GROUP beschikt over 7 productievestigingen (PEC’s) in 5 landen verspreid over 3 continenten:
- Denemarken: JENSEN Denmark in Rønne en in Hasle, en Inwatec ApS in Odense
- Zweden: JENSEN Sweden in Borås
- Duitsland: JENSEN GmbH in Harsum
- VS: JENSEN USA in Panama City, FL
- China: JENSEN China in Xuzhou.
Distributie
De JENSEN-GROUP verkoopt zijn producten en diensten onder de merknamen JENSEN en Inwatec via eigen
verkoopkantoren (SSC’s) en via onafhankelijke, gemachtigde distributeurs wereldwijd.
De voorbije jaren nam de relatieve verkoop via de eigen SSC’s van de Groep toe. Deze SSC’s zijn actief in de
belangrijkste heavy-duty wasserijmarkten: Australië, Oostenrijk, de Benelux, Brazilië, China, Denemarken,
Frankrijk, Duitsland, Italië, het Midden-Oosten, Nieuw-Zeeland, Noord-Amerika, Noorwegen, Singapore,
Spanje, Zweden, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk. De verkoop- en servicekantoren spelen een cruciale
rol in de coördinatie van het toenemend aantal complexe installaties, waarbij tegelijk verschillende
productievestigingen van de Groep betrokken zijn. Dankzij zijn lokale aanwezigheid kan de Groep een on-
demand dienstverlening na verkoop leveren aan zijn klanten. Bovendien beschikt de Groep over een netwerk
met ervaren distributeurs in meer dan 50 landen. Sinds oktober 2023 wordt de Japanse markt bediend via Inax
ltd, de joint-venturepartner van de JENSEN-GROUP in Japan, en één distributeur.
De JENSEN-GROUP in de wereld
Samen met een wereldwijd distributienetwerk.
DUURZAAMHEIDSRAPPORT
JAARVERSLAG 2024
DUURZAAMHEIDSRAPPORT
1. Dubbele materialiteitsbeoordeling
2. Klimaatverandering
3. Verontreiniging
4. Water
5. Materiaalgebruik en circulaire economie
6. Eigen personeel
7. Consumenten en eindgebruikers
8. Zakelijk gedrag
Bijlagen
Bijlage A: Algemene toelichtingen en toelichtingen over governance
Bijlage B: Volledige lijst met JENSEN-GROUP IRO’s
Bijlage C: BKG-scope van het boekhoudbeleid
Bijlage D: Taxonomie
Bijlage E: Verslag van de commissaris betreffende de beperkte mate van zekerheid met
betrekking tot de geconsolideerde duurzaamheidsinformatie
Kader voor duurzaam ondernemen
De JENSEN-GROUP wil klanten wereldwijd de beste oplossingen bieden en aan hun verwachtingen
beantwoorden. Bovendien maakt de doelstelling om duurzame en innovatieve oplossingen te creëren deel uit
van het DNA van de Groep. De textielverzorging is de oudste circulaire economie ter wereld, gezien
haar wortels teruggaan tot het einde van de 19e eeuw. De levensduur van textiel verlengen is cruciaal, maar de
levensduur van wasserijmachines verlengen is net zo belangrijk.
Ons doel is om die erfenis te koesteren en te stimuleren door een duurzaamheidsaanpak te ontwikkelen rond de
drie aspecten die samen bekendstaan als ESG:
Onze producten en diensten zijn ontworpen om de huidige en toekomstige uitdagingen aan te gaan, zoals
klimaatverandering, waterschaarste, stijgende energiekosten, tekorten aan arbeidskrachten en steeds strengere
duurzaamheidsvoorschriften. We slagen daarin door de nadruk te leggen op energie- en waterefficiëntie,
automatisering en ergonomische producten te ontwikkelen.
Op die manier creëren we veiligere en meer aantrekkelijke werkomstandigheden en dragen we hierdoor bij aan
de duurzaamheid en het welzijn van de werknemers van onze klanten. Bovendien verlengen onze
ontwikkelingen op het vlak van robotica en kunstmatige intelligentie, samen met onze hoogwaardige
aftermarket-oplossingen, de levensduur van machines en textiel. Dit onderstreept niet alleen ons engagement
om de belangen en behoeften van de samenleving aan te pakken, maar ook de milieu-uitdagingen in een
complexe wereld met een groeiende en vergrijzende bevolking.
Energie besparen, verantwoord gebruik van natuurlijke hulpbronnen, het beperken van klimaatrisico's en het
verminderen van negatieve milieueffecten zijn ingebed in onze manier van zakendoen.
Bij de JENSEN-GROUP beschouwen we de ontwikkeling van innovatieve technologieën en de samenwerking met
onze klanten en partners om de industrie duurzamer te maken als een kans. Met onze holistische CleanTech-
aanpak helpen we onze klanten bij het behalen van hun milieudoelstellingen en hun sociale en economische
doelstellingen. Automatisering en innovatie spelen hierbij een cruciale rol, en zijn de hoofdingrediënten voor
verbeterde productiviteit, veiligheid en welzijn van de werknemers.
DUURZAAMHEIDSRAPPORT
JAARVERSLAG 2024
Duurzaamheid is één van de belangrijkste strategische pijlers van de JENSEN-GROUP, en wordt beschouwd als
een kritische succesfactor voor waarde creatie op lange termijn. De ESG-roadmap en het rapporteringkader van
het bedrijf onderbouwen de gemeenschappelijke doelstelling van de Raad van Bestuur en het Executive
Management Team (EMT) om vooruitgang op een systematische manier te stimuleren en te meten.
Terwijl ESG een vast punt op de agenda van de maandelijkse EMT-vergaderingen is geworden, heeft het Head of
Corporate Sustainability wereldwijd processen, procedures en systemen ontwikkeld en geïmplementeerd om
volledige naleving van de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) en de European Sustainability
Reporting Standards (ESRS) te garanderen.
Voor meer informatie over hoe duurzaamheid geïntegreerd is in ons businessmodel, verwijzen we graag naar het
profiel van de JENSEN-GROUP zoals beschreven in dit jaarverslag, alsook naar het deel over de materiële impact,
risico's en opportuniteiten en hun interactie met onze strategie en ons businessmodel.
DUURZAAMHEIDSRAPPORT
JAARVERSLAG 2024
Duurzaamheidsverklaring
Richtlijnen voor de lezers
Deze duurzaamheidsverklaring is opgesteld in overeenstemming met de vereisten van de European Sustainability
Reporting Standards (ESRS), gepubliceerd door de European Financial Reporting Advisory Group (EFRAG).
Het rapport is als volgt gestructureerd:
Het eerste hoofdstuk “Dubbele materialiteitsbeoordeling” geeft een overzicht van de materiële impacts,
risico's en opportuniteiten voor de JENSEN-GROUP.
Daarna hebben we gerapporteerd over de materiële rapportage-eisen voor elke materiële ESRS-standaard:
E1 klimaatverandering, E2 verontreiniging, E3 water, E5 materiaalgebruik en circulaire economie, S1
eigen personeel, S4 consumenten en eindgebruikers, en G1 zakelijk gedrag.
Elk hoofdstuk of elke paragraaf heeft een titel in cursief die verwijst naar de officiële naam van de
rapportage-eis onder de ESRS-standaarden (bv. SBM-3, ESRS2 IRO-1, enz.).
Elk van de materiële standaarden volgt dezelfde structuur:
Eerst leggen we uit waarom de standaard van belang is voor ons bedrijf door de materiële Impacts, Risico's
en Opportuniteiten (IRO's) toe te lichten.
Daarna rapporteren we over de beleidslijnen, acties en doelstellingen van de JENSEN-GROUP om deze IRO's
te beheren.
Tot slot rapporteren we over materiële parameters en andere standaard specifieke rapportage-eisen.
Een reeks bijlagen vervolledigen het rapport:
Algemene rapportage-eisen (ESRS 2) worden gerapporteerd in Bijlage A.
Bijlage B bevat de volledige lijst met materiële IRO's.
Het boekhoudbeleid voor de gerapporteerde BKG-emissies (Scope 1,2,3) worden toegelicht in Bijlage C.
Taxonomierapportages zijn te vinden in Bijlage D.
De belangrijkste afkortingen die in het rapport worden gebruikt zijn:
DMA Dubbele Materialiteitsbeoordeling
ESG Milieu, Sociaal en Bestuur
ESRS European Sustainability Reporting Standards
GHG Greenhouse Gas (Broeikasgassen)
IRO's Impacts, Risico's en Opportuniteiten
SBTi Science Based Targets initiative
tCO
2e
ton kooldioxide (CO
2
) equivalent
UoM Unit of Measurement (Meeteenheid)
1. Dubbele materialiteitsbeoordeling
SBM-3 Materiële impacts, risico's en opportuniteiten en hun interactie met strategie en businessmodel(len)
Context
Onderstaande illustratie toont hoe de activiteiten van de JENSEN-GROUP interageren binnen zijn waardeketen.
Ze geeft contextuele informatie die nodig is om de materiële impacts en risico's te begrijpen.
Als belangrijk onderdeel van het werk dat we hebben gedaan om ons bedrijf voor te bereiden op ESRS-
rapportering, hebben we een dubbele materialiteitsbeoordeling uitgevoerd op basis van de twee dimensies
van dubbele materialiteit, namelijk impactmaterialiteit en financiële materialiteit, in overeenstemming met
de Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/2772 van de Commissie en de ESRS-vereisten.
Terwijl impactmaterialiteit de positieve of negatieve impact van een bedrijf op mens en milieu onderzoekt,
onderzoekt financiële materialiteit hoe duurzaamheidskwesties risico's en opportuniteiten genereren voor de
ontwikkeling, financiering en financiële prestaties van het bedrijf.
Het uitgangspunt van deze dubbele materialiteitsbeoordeling was een enkelvoudige materialiteitsanalyse die in
de zomer van 2022 werd uitgevoerd. Dit was het resultaat van een interne evaluatie door het Executive
Management Team (inside-out perspectief) en van een uitgebreide stakeholder-enquête bij klanten,
werknemers en leveranciers (outside-in perspectief).
DUURZAAMHEIDSRAPPORT
JAARVERSLAG 2024
De materiële onderwerpen die geëvalueerd werden in de drie ESG-pijlers (Milieu, Sociaal, Bestuur) werden
geselecteerd op basis van internationaal erkende kaders en peer reviews, en waren gebaseerd op de
bedrijfsactiviteiten van de Groep.
Na de implementatie en publicatie van de ESRS begin 2024 moest deze enkelvoudige materialiteitsanalyse
ESRS-conform worden gemaakt. Dit betekende dat de rapportagedrempel moest worden uitgebreid van
enkelvoudige naar dubbele materialiteit en dat de duurzaamheidsonderwerpen moesten worden opgenomen
die ontbraken in de beoordeling van 2022 maar wel in de huidige ESRS aan bod komen.
De volgende pagina's geven gedetailleerde informatie over de resultaten van onze dubbele
materialiteitsbeoordeling en over het proces dat we hebben toegepast.
Resultaat
We hebben onze impact op de planeet en de mensen geïdentificeerd (impactmaterialiteitsbeoordeling),
evenals de duurzaamheid gerelateerde risico's en opportuniteiten waaraan we zijn blootgesteld (financiële
materialiteitsbeoordeling). Het resultaat werd voor elk hoofdstuk en alle sub onderwerpen van ESRS in de
matrix hieronder samengevoegd. De onderwerpen staan in willekeurige volgorde.
Onze strategische inspanningen om een meer duurzame wasserij-industrie te bevorderen, zijn nauw verweven
met de milieu -impacten, -risico's en -opportuniteiten die in de hoofdstukken E1, E2, E3 en E5 van deze
duurzaamheidsverklaring worden beschreven. Wasserijen zijn afhankelijk van machines die zijn gemaakt van
koolstof intensieve materialen zoals staal. Die machines hebben aanzienlijke hoeveelheden natuurlijke
hulpbronnen zoals water en energie nodig om te functioneren, wat op zijn beurt indirecte negatieve gevolgen
heeft voor het klimaat en het milieu. Door milieuvriendelijke en duurzame oplossingen te ontwikkelen, kunnen
we deze milieu-impact verminderen.
Onze activiteiten hebben ook gevolgen voor de mensen, wat tot uiting komt in de impact, risico's en
opportuniteiten die te vinden zijn in de hoofdstukken S1 en S4 van de duurzaamheidsverklaring.
Onze medewerkers en klanten zijn essentieel voor onze prestaties. Daarom zetten we ons in om hen veilige en
aantrekkelijke werkomstandigheden te bieden die leiden tot hun tevredenheid en succes.
Als beursgenoteerd bedrijf handelen we in overeenstemming met de lokale wet- en regelgeving.
We zetten ons in voor verantwoordelijk leiderschap en beschouwen integriteit, eerlijke bedrijfspraktijken en
wettig gedrag als onze topprioriteiten. De impact en risico's die gepaard gaan met deze waarden worden
weergegeven in hoofdstuk G1 van de duurzaamheidsverklaring.
De volledige lijst met IRO's per ESRS-standaard is te vinden in Bijlage B. De relevante IRO's worden ook steeds
uitgelegd aan het begin van elke standaard. Het volledige proces waarin wordt uitgelegd hoe IRO's werden
geïdentificeerd, is opgenomen in Bijlage A onder de titel “Dubbel Materialiteitsproces”.
DUURZAAMHEIDSRAPPORT
JAARVERSLAG 2024
2. KLIMAATVERANDERING ESRS E1
Onze aanpak om BKG-emissies te beperken
Waarom de klimaatverandering belangrijk is voor ons bedrijf
ESRS 2 SBM-3 Materiële impacts, risico's en opportuniteiten en de wisselwerking met strategie en
businessmodel
De JENSEN-GROUP erkent dat het gebruik van onze machines energie-intensief is en bijdraagt aan de
klimaatverandering, en deze benadrukt de noodzaak van een uitgebreide rapportage over onze
koolstofvoetafdruk om te voldoen aan de wettelijke en klantverwachtingen.
Potentiële risico's zijn onder andere hogere grondstofkosten als gevolg van nieuwe koolstofheffingen, hogere
transportkosten gekoppeld aan de klimaatverandering en strengere energieregelgeving die van invloed is op
onze energieafhankelijke machines in belangrijke markten, terwijl onze CleanTech-strategie ons de
mogelijkheid biedt om energie-efficiënte producten aan te bieden die de uitstoot en energiekosten voor onze
klanten verlagen.
Het overgrote deel van de emissies komt vrij wanneer onze machines in werking zijn bij onze klanten.
Dit werd dit jaar bevestigd met een totale BKG-uitstoot van 4,066,892 tCO
2e
, waarvan 3,642,834 tCO
2e
vrijkomt
in de gebruiksfase van de machines. Hoewel we de veerkracht van ons bedrijf met betrekking tot deze
klimaatrisico's niet zo gedetailleerd hebben beoordeeld als ESRS vereist, hebben we toch een antwoord
geformuleerd op klimaat gerelateerde transitierisico's en opportuniteiten in een klimaatscenario dat consistent
is met een beperking van de opwarming van de aarde tot 1,5 °C.
DUURZAAMHEIDSRAPPORT
JAARVERSLAG 2024
ESRS 2 IRO-1 Beschrijving van de processen om materiële klimaatimpact, -risico's en -opportuniteiten in kaart
te brengen en te analyseren
De materialiteit van klimaat gerelateerde impact, risico's en opportuniteiten werd geanalyseerd volgens het
proces dat is beschreven in Bijlage A “Dubbel Materialiteitsproces”.
Hoewel de klimaatverandering beoordeeld is als een materieel onderwerp, werden klimaatadaptatie en
gerelateerde fysieke risico's als niet-materieel beschouwd, hoewel onze veerkracht met betrekking tot deze
klimaatrisico's niet zo gedetailleerd werd beoordeeld als vereist door het ESRS. We hebben niettemin een
analyse op hoog niveau uitgevoerd en enkele klimaat gerelateerde gevaren geïdentificeerd in een
klimaatscenario met hoge intensiteit in lijn met een temperatuurstijging van bijna 4 °C.
Volgens het risicobeheersingsinstrument van het WWF zouden twee fabrieken inderdaad in toenemende mate
te maken krijgen met extreme weersomstandigheden als gevolg van de klimaatverandering, zoals extreme hitte
en overstromingen. Als we echter het antwoord bekijken dat we kunnen bieden om fysieke risico's te
beperken, verklaart dit waarom we het onderwerp als niet-materieel hebben beoordeeld:
Doordat we fabrieken hebben op meerdere locaties, kunnen we de financiële impact van regionale
weersomstandigheden beperken en toch de operationele continuïteit op peil houden.
Verhoogde verzekeringspremies als gevolg van overstromingen blijven niet-materieel omdat er slechts
twee locaties bij betrokken zijn.
De specifieke bouwvoorschriften worden strikt nageleefd. Waterstations in de fabrieken, pauzes en
aangepaste airconditioning met een lage financiële impact (slechts twee betrokken locaties) zorgen
voor behoorlijke werkomstandigheden tijdens hittegolven.
Hoe de JENSEN-GROUP zijn transitieplan vormgeeft
CleanTech onze aanpak voor duurzame oplossingen
De CleanTech-aanpak werd reeds in 2008 ontwikkeld en vormt de kern van onze productontwikkeling.
Geleid door het principe van maximalisatie van de output en minimalisatie van de input in het wasproces,
resulteert onze aanpak in:
De toepassing van innovatieve technologieën
Minder verbruik van grondstoffen en energie
Verbeterde prestaties en productiviteit in alle activiteiten
De langere levensduur van machines en textiel
Creatie van een veiligere en aantrekkelijkere werkplek
Dit concept wordt tot leven gebracht door slimme productontwerpen te creëren en te optimaliseren met
geavanceerde functionaliteiten, zoals automatisering, robotica en articifiële intelligentie.
Wij streven ernaar om de milieu-, sociale en economische prestaties van onze klanten te verbeteren, en hen te
helpen om hun ESG-doelstellingen te behalen.
Door ons te focussen op het optimaliseren van het energieverbruik en de levensduur van CO
2
-intensieve activa
zoals machines en textiel te verlengen, leveren we een proactieve bijdrage aan de initiatieven m.b.t.
klimaatmitigatie binnen onze waardeketen.
Transitieplan inclusief belangrijkste reductiehefbomen, acties en doelen
E1-1 Transitieplan voor klimaatmitigatie
Bij de JENSEN-GROUP is duurzaamheid een kernaspect van onze cultuur, waarden en bedrijfsstrategie.
Dit onderstreept ons engagement op het vlak van CleanTech en initiatieven rond milieu, sociaal en bestuur
(ESG). Dankzij onze uitgebreide klimaat mitigerende aanpak kunnen we onze kernactiviteiten afstemmen op
onze duurzaamheidsambities. Door gerichte acties te ondernemen en duidelijke doelstellingen te formuleren,
willen we onze impact op het milieu verminderen en een voorbeeldfunctie hebben in de wasserijmarkt.
Ons transitieplan is een integraal onderdeel van onze bedrijfsstrategie en financiële planning, en zorgt ervoor
dat onze duurzaamheidsinspanningen operationele uitmuntendheid en innovatie stimuleren.
Dit omvat de ontwikkeling van efficiëntere producten dankzij onze CleanTech-aanpak en de samenwerking
binnen de waardeketen om onze activiteiten en die van onze klanten koolstofarm te maken.
Het Executive Management Team en de Raad van Bestuur zijn actief betrokken bij het transitieplan voor
klimaatverandering dat in augustus 2024 werd goedgekeurd. Dat plan onderstreept de toewijding van ons
senior management ten aanzien van duurzaamheid.
Hoewel JENSEN niet is opgenomen in de EU Parijs-benchmarks, wordt ons transitieplan ondersteund door onze
klimaat mitigerende doelstellingen die zijn afgestemd op 1,5 °C, zoals beschreven in sectie E1-4. De JENSEN-
GROUP heeft zich geëngageerd om in 2024 kortetermijndoelstellingen te behalen, in afwachting van de
validatie van het Science Based Targets Initiative (SBTi). Doelstellingen zijn vastgelegd voor een periode van
tien jaar, en omvatten een tussentijdse mijlpaal voor 2030.
Die wordt door de wetenschappelijke gemeenschap erkend als een kritiek punt als het gaat om het beperken
van de opwarming van de aarde tot 1,5°C boven het pre-industriële niveau.
We streven specifiek naar een vermindering van:
Scope 1- en Scope 2-emissies met 42% tegen 2030 en 58,8% tegen 2034, en
Scope 3-emissies (gebruik van verkochte producten) met 25% tegen 2030 en 35% tegen 2034.
Om onze SBTi-doelen te bereiken, hebben we de volgende belangrijke hefbomen geïdentificeerd voor onze
Scope 1-, 2- en 3-emissies.
DUURZAAMHEIDSRAPPORT
JAARVERSLAG 2024
Elektrificatie van ons wagenpark (Scope 1-reductiehefboom)
Toegewezen middelen: De investeringen van de JENSEN-GROUP in de aankoop en leasing van
elektrische en hybride auto's zijn niet gerapporteerd als afgestemde kapitaaluitgaven vanwege
taxonomie-criteria (voor meer details zie sectie E1-3 hieronder).
Hernieuwbare elektriciteit (Scope 2- reductiehefboom)
Toegewezen middelen: De huidige en toekomstige operationele kosten van groene energie van
het net en de toekomstige investeringen in infrastructuur voor hernieuwbare energie zullen deel
uitmaken van ons lang termijnplan.
Optimalisatie van wasserij-activiteiten (Scope 3-reductiehefboom)
Ongeveer 90% van onze emissies wordt veroorzaakt tijdens de gebruiksfase van de JENSEN-GROUP-producten.
We zijn ons bewust van de potentiële lange termijnimpact van broeikasgassen die gepaard gaat met de
ingesloten (‘locked-in’) emissies tijdens de levenscyclus van onze producten. Deze risico's zijn gekoppeld aan de
energieafhankelijkheid van onze producten (gas en stoom) en zijn tegelijkertijd afhankelijk van de keuzes die
onze klanten en overheden maken met betrekking tot energie bronnen (specifieke contracten of algemene
netbronnen) en de beschikbaarheid van infrastructuur. We pakken deze risico's aan door ons in te zetten om de
koolstofintensiteit van onze productportefeuille af te bouwen in overeenstemming met de doelstellingen van
het klimaatakkoord van Parijs. We voorzien geen verdere ingesloten emissies die de JENSEN-GROUP zouden
verhinderen om zijn doelstellingen te bereiken.
Onze strategie om de BKG-uitstoot tijdens de gebruiksfase van onze producten af te bouwen, omvat onder
meer:
Productinnovatie en aftermarket-oplossingen: Innovatie en service-gedreven energie-efficiëntie
zullen deze vermindering blijven ondersteunen. De wasprocessen van onze klanten optimaliseren
om zo het water- en energieverbruik te minimaliseren blijft onze grootste aandacht krijgen.
Daarnaast kijken we naar de ontwikkeling van onze interne expertise met betrekking tot nieuwe
technologieën door tegen 2025 een expert in thermodynamica aan te werven.
Samenwerking met klanten: Aangezien een belangrijk deel van onze emissies onder Scope 3 valt
(gebruik van verkochte producten), werken we actief samen met onze klanten om het
energieverbruik te optimaliseren en de milieu-impact van hun activiteiten te verminderen.
Ondertussen verzamelen we koolstofgegevens en verfijnen we ons Scope 3-berekeningsmodel.
Langetermijndenken over hernieuwbare energieoplossingen: We onderzoeken de mogelijkheid
om voor onze producten de transitie te maken naar het gebruik van hernieuwbare
energiebronnen, inclusief de integratie van zonne- en windenergie en andere koolstofarme
energietechnologieën. Op die manier worden we minder afhankelijk van fossiele brandstoffen,
en pakken we de lange termijnrisico's aan die gepaard gaan met ingesloten emissies.
Toegewezen middelen: Tijd, arbeid en indirecte kosten.
E1-2 Beleid
In overeenstemming met ons overkoepelende transitieplan dat zich richt op Scope 1- en Scope 2-emissies,
zetten we ons in voor de elektrificatie van ons wagenpark.
Ons wagenbeleid onderstreept dit engagement door de aanschaf van elektrische voertuigen te stimuleren en
door EV-oplaadstations op onze locaties te financieren.
We hebben geen ander klimaat gerelateerd beleid op Groepsniveau.
E1-3 Maatregelen en middelen
Om onze klimaatmitigatiedoelstellingen te behalen, nemen we de volgende maatregelen voor onze eigen
activiteiten binnen de Groep als geheel (Scopes 1 en 2) en voor onze downstream-waardeketen (Scope 3),
meer specifiek op klantniveau in de gebruiksfase van de machines:
Elektrificatie van ons wagenpark (Scope 1)
Deze transformatie is al begonnen met een toename van het aantal hybride en elektrische voertuigen in ons
wagenpark.
31 december
31 december
31 december
Actieve vloot
2024
2023
2022
Elektrische/Hybride wagens van totale vloot
18%
15%
12%
Door alle huidige voertuigen met verbrandingsmotor (ICE) en de hybride voertuigen te vervangen door volledig
elektrische wagens, kunnen we in de komende tien jaar tot 906 ton CO
2e
besparen en onze Scope 1
verminderen met 46%. Gezien het feit dat voor bepaalde bedrijfsactiviteiten, zoals klantenservice, voertuigen
steeds klaar moeten staan voor gebruik, en medewerkers afhankelijk zijn van de beschikbaarheid van
oplaadpunten, zou een meer realistische en conservatieve besparing 589 ton CO
2e
zijn, omdat de servicebusjes
buiten beschouwing worden gelaten. Dit zou een besparing van 30% betekenen voor onze Scope 1-emissies, en
veronderstelt dat ongeveer 70% van ons totale wagenpark elektrisch zou zijn tegen 2034. Deze berekening
steunt op cijfers voor 2024, en we verwachten dat het doel zal verbeteren. Gebaseerd op de vooruitgang in
infrastructuur en technologie waardoor ons hele wagenpark zou moeten kunnen opgenomen worden in deze
cijfers. Ons engagement wordt benadrukt door ons herziene bedrijfswagenbeleid dat de aankoop van
dergelijke voertuigen aanmoedigt. Hoewel er geen verdere belangrijke acties werden ondernomen tijdens de
rapporteringsperiode, zullen we de aankoop van elektrische auto's blijven stimuleren en de behoefte aan
voertuigen met verbrandingsmotor in vraag stellen. Dit kan op een zeer doeltreffende manier gebeuren,
aangezien elk investeringsvoorstel voor nieuwe voertuigen door de CEO en de CFO moet worden goedgekeurd.
Toegewezen middelen: Lopende investeringen en leasingcontracten voor elektrische voertuigen en EV-
laadstations maken deel uit van onze kapitaaluitgaven die worden vermeld op pagina 218 van het jaarverslag.
DUURZAAMHEIDSRAPPORT
JAARVERSLAG 2024
Deze uitgaven worden niet gerapporteerd als afgestemde kapitaaluitgaven in het hoofdstuk taxonomie. Ze
voldoen immers niet aan alle doelstellingen en criteria van de taxonomie.
Een gedetailleerd investeringsplan voor ons wagenpark voor de komende tien jaar zal worden opgesteld in
overleg met het Executive Management Team en in 2025 worden voorgelegd aan de Raad van Bestuur.
31 december 2024
2030
2034
109.000
Nog niet bepaald
Nog niet bepaald
Hernieuwbare elektriciteit (Scope 2)
We zijn van plan om onze elektriciteitsvoorziening te vergroenen door waar mogelijk over te schakelen op
emissievrije elektriciteit of elektriciteit uit hernieuwbare bronnen. Onze Chinese fabriek en onze nieuwste joint
venture, MAXI-PRESS (overgenomen tijdens de rapporteringsperiode) zijn al uitgerust met zonnepanelen die
13% van het totale energieverbruik van de Groep dekken. Tal van andere entiteiten profiteren al van groene
energie van het net. We zijn van plan om zonnepanelen te installeren op andere locaties en in situaties waar
zonnepanelen geen optie vormen, zijn we van plan om binnen de komende tien jaar over te schakelen op
emissievrije elektriciteit of om elektriciteit uit hernieuwbare bronnen aan te kopen van het elektriciteitsnet.
In landen waar de elektriciteitsopties beperkt zijn door de markt of door het feit dat we huurders zijn, is dit
misschien niet haalbaar. De transitie naar net-zero en het behalen van onze doelstellingen hangt daarom ook af
van externe factoren waar we geen invloed op hebben. Op basis van de huidige marktsituatie en de
energieverbruikscijfers voor 2024 zouden we met deze aanpak 2.060 ton CO
2e
kunnen besparen, wat neerkomt
op een besparing van 58% van onze Scope 2-emissies. We verwachten dat we deze doelstelling zullen
overtreffen, aangezien de beschikbaarheid van hernieuwbare energie-infrastructuren naar verwachting zal
toenemen, en de energiemix in het elektriciteitsnet in de loop der jaren zal vergroenen. Hoewel er tijdens de
rapporteringsperiode geen belangrijke actie is ondernomen, zullen de eerste omschakelingen naar groene
energietarieven in sommige entiteiten in 2025 plaatsvinden. Er wordt geen materiële stijging van de
operationele kosten verwacht voor deze veranderingen. Er zijn geen vergelijkbare gegevens beschikbaar van
vorige rapporteringsperiodes.
Toegewezen middelen: De huidige operationele kosten voor groene energie zijn niet benoemingswaardig, en
maken reeds deel uit van onze operationele uitgaven, zoals vermeld op pagina 237 van het jaarverslag. Een
gedetailleerd tienjarig investeringsplan voor zonnepanelen zal worden opgesteld in overleg met het Executive
Management Team en in 2025 worden voorgelegd aan de Raad van Bestuur.
Vermindering van operationeel brandstof- en energieverbruik (Scopes 1+2)
Aangezien we de bruto Scope 1- en Scope 2-emissies niet volledig kunnen elimineren, is het ook belangrijk dat
we voortdurend werken aan het verminderen van ons operationele brandstof- en energieverbruik. Op basis
van ‘lean management’-principes maken de fabrieken gebruik van een geconcentreerde productieplanning met
jaarlijkse sluitingen om ervoor te zorgen dat de productie op een constant hoog niveau blijft.
Alle transport-routes binnen de fabriek worden zo kort mogelijk gehouden en vorkheftrucks op fossiele
brandstoffen werden vervangen door elektrische. Waar mogelijk is het lassen met gas vervangen door
laserlassen, wat de operationele efficiëntie verbetert en het verbruik van fossiele brandstoffen doet afnemen.
Sommige van onze productievestigingen zijn overgeschakeld op led-verlichting en hebben de
kamertemperatuur verlaagd. Een upgrade van de oppervlaktebehandeling van onze verffabriek in China droeg
tussen 2023 en 2024 bij tot een vermindering van het aardgasverbruik van de Groep met 28%.
Een belangrijke actie tijdens de rapporteringsperiode was de installatie van een nieuwe verfcabine in onze
fabriek in Denemarken, waardoor de warmte kan worden teruggewonnen en hergebruikt.
In de volgende rapporteringsperiode kunnen we cijfers bekendmaken over de potentiële besparingen die we
hebben bereikt. Er zijn geen belangrijke acties en doelstellingen voor de toekomst gedefinieerd en er zijn geen
vergelijkbare gegevens beschikbaar van eerdere rapporteringsperiodes.
Toegewezen middelen: Er werd 1.794 KEUR geïnvesteerd in nieuwe verfcabines in China en Denemarken.
Uitgaven in verband met de installatie van energie-efficiënte maatregelen, zoals LED-verlichting, zijn niet
significant. De details zijn te vinden in het gedeelte Taxonomie (Bijlage D) van dit verslag.
Deze investeringen maken deel uit van onze kapitaaluitgaven vermeld op pagina 218 van het jaarverslag.
Emissiereductie veroorzaakt door het gebruik van de machines (Scope 3)
90% van onze emissies in deze categorie vindt downstream plaats terwijl onze producten in gebruik zijn. Om
deze emissies effectief te verminderen, zijn er verschillende reductiehefbomen geïdentificeerd.
Samenwerking met klanten op het vlak van klimaatdoelstellingen: Hoewel het gebruik van onze
machines door klanten is opgenomen in onze Scope 3 (gebruik van verkochte producten), valt het
voor onze klanten onder Scope 1 en 2, aangezien het bedienen van de machines onder hun directe
controle valt. Het is daarom essentieel om met klanten samen te werken en oplossingen te vinden die
hen helpen hun Scope 1- en Scope 2-emissies te verminderen. Dit zal een positieve impact hebben op
de belangrijkste bron van Scope 3-emissies binnen de Groep. We zijn reeds continu in dialoog met
onze klanten op bilaterale basis of via onze betrokkenheid bij nationale en internationale
sectorverenigingen. Onze dagelijkse activiteiten zijn ook gebaseerd op het bieden van ondersteuning
en het aanreiken van CleanTech-oplossingen die wasserij-activiteiten optimaliseren en hun
energieverbruik verminderen. We zullen deze relaties en samenwerkingsverbanden blijven stimuleren
binnen de context van onze respectieve plannen om de CO
2
-uitstoot te verminderen.
Toegewezen middelen: indirecte kosten van tijd en arbeid.
Energie-efficiëntiemaatregelen: 1,5 - 2% van onze omzet wordt geïnvesteerd in productontwikkeling
op basis van onze CleanTech-aanpak. We zijn altijd toegewijd geweest aan het creëren van zo energie-
efficiënt mogelijke oplossingen om de resultaten te maximaliseren en de kosten en het energie-
verbruik voor onze klanten te minimaliseren.
DUURZAAMHEIDSRAPPORT
JAARVERSLAG 2024
Energie-efficiëntiemaatregelen omvatten ook een strategische focus op aftermarket-oplossingen die
klanten voorzien van regelmatige onderhouds-controles en opleidingen in het meest efficiënte gebruik
van de machines. We zullen innovatie blijven ontwikkelen en stimuleren en ons dienstenaanbod
blijven ontwikkelen om onze Scope 3-klimaatdoelstellingen te halen.
Toegewezen middelen: 1,5 - 2% van onze omzet wordt geïnvesteerd in productontwikkeling (PD),
indirecte kosten voor tijd en arbeid, en meer dan 60 extra servicetechnici werden aangeworven
tijdens de rapporteringsperiode om de operationele efficiëntie van wasserijen te optimaliseren en
ondersteuning te bieden bij de installatie van nieuwe machines.
Hernieuwbare verwarmingsoplossingen: Voor onze klant ligt een belangrijke emissiebron in het
verwarmingsproces. In de meeste gevallen wordt de warmte zelf opgewekt met behulp van fossiele
brandstoffen. Om de emissies effectief te verminderen, is het essentieel dat we hernieuwbare
verwarmingsoplossingen ontwikkelen. Gasgestookte machines spelen een cruciale rol in deze
overgang naar koolstofvrije technologieën, omdat gas minder CO
2
-intensief is dan steenkool of olie.
Het wasproces maakt gebruik van stoom als verwarmingsmedium, wat leidt tot energieverlies door
indirecte verwarming. Aardgas maakt directe verwarming mogelijk, waardoor dergelijke verliezen tot
een minimum worden beperkt.
De JENSEN-GROUP is zich bewust van de milieu-impact van fossiele brandstoffen. Daarom werkt de
Groep aan hernieuwbare oplossingen. Het is echter belangrijk te onderstrepen dat heavy-duty
wasserijmachines fundamenteel zeer verschillend en veel complexer zijn qua energiebehoefte dan
commerciële wasmachines. Dit is ook te wijten aan het grotere volume textiel dat verwerkt wordt.
Bijgevolg zijn de oplossingen die gebruikt kunnen worden om deze industriële wasserijen van energie
te voorzien, niet vergelijkbaar met de oplossingen die gebruikt worden in de huishoudelijke of
commerciële marktsector.
Toegewezen middelen: 1,5 - 2% van onze omzet wordt geïnvesteerd in productontwikkeling (PD)
De kwaliteit van Scope 3-data verbeteren: de kwaliteit van onze Scope 3-emissiedata verbeteren is
een genuanceerde uitdaging die de complexiteit onderstreept van het berekenen en begrijpen van
onze bredere milieu-impact. Gezien het ingewikkelde web van activiteiten in onze waardeketen, zijn
we vaak genoodzaakt om veronderstellingen te maken omdat specifieke data ontbreken. Daarom reikt
ons commitment verder dan enkel naleving; het gaat over het ontwikkelen van onze data-
verzamelingsprocessen om veronderstellingen te minimaliseren en de betrouwbaarheid van onze
cijfers na verloop van tijd te vergroten.
Door te streven naar meer nauwkeurige en controleerbare data, willen we onze
duurzaamheidsstrategieën met grotere precisie verfijnen en een cultuur van voortdurende
verbetering en transparantie bevorderen. Dit streven naar betere data onderstreept onze toewijding
om weloverwogen beslissingen te nemen die echt bijdragen aan onze duurzaamheidsdoelstellingen.
Als eerste stap hebben we een berekeningsmodel ontwikkeld voor onze gebruiksfase.
Waarbij we niet langer steunen op emissieberekeningen op basis van uitgaven (zie voor meer
informatie het hoofdstuk ‘Broeikasgasemissie’ hierna). Daarnaast zijn we informatie beginnen
verzamelen over productiecycli (bv. het aantal ploegen, uren/dagen productie, enz.) voor elke klant.
Waardoor we op dat vlak geen veronderstellingen meer hoeven maken.
Bovendien hebben we ons Scope 3-berekeningsmodel gedeeld met zowel klanten als interne en
externe specialisten om een objectieve beoordeling te krijgen van de gebruikte veronderstellingen en
emissiefactoren, om zo het model te verfijnen.
Toegewezen middelen: indirecte kosten van tijd en arbeid.
In dit stadium is het kwantificeren van de bijdragen van onze producten aan het behalen van de gestelde
reductiedoelstellingen tijdens de gebruiksfase een uitdaging, en dit omwille van de diverse producten die
worden verkocht en de verschillende manieren waarop ze door klanten worden gebruikt. Hoewel onze
industriële wasmachines worden ontworpen en gebouwd met onderdelen van topkwaliteit en voldoen aan
strenge productienormen, hangt de energie-efficiëntie van de machines af van de manier waarop de
eindgebruiker die bedient. Dit omvat ook de keuze van het proces (vaak bepaald door de leveranciers van
chemicaliën), dat een aanzienlijke invloed heeft op de energie- en nutsefficiëntie. Daarnaast heeft het type
textiel dat wordt gewassen (zoals linnengoed, kleding, stofmatten, enz.) ook invloed op de totale efficiëntie,
net als de ondersteunende infrastructuur (zoals het gebouw en de energievoorziening).
Het energieverbruik kan dus sterk verschillen van de ene wasserij tot de andere, afhankelijk van de mix van
textiel die verwerkt wordt, de specifieke werkprocedures en de infrastructuur. Aangezien een klant bovendien
van week tot week soms verschillende soorten textiel verwerkt, kan het energieverbruik schommelen, ook al
wordt dezelfde machine gebruikt. Deze variabiliteit, naast een verschillende mix van jaarlijks verkochte
producten op basis waarvan we de Scope 3-gebruiksfase-emissies berekenen, maakt het moeilijk om
productspecifieke energieverbruiksdata bij te houden en vrij te geven waaruit we een kwantificeerbaar
besparingscijfer van BKG-emissies zouden kunnen afleiden.
E1-4 Doelen ten aanzien van klimaatmitigatie
We hebben ons verbonden tot het internationaal erkende ‘near-term Science Based Targets Initiative’ (SBTi) in
2024 en ons bedrijf legt zichzelf strikte en wetenschappelijk onderbouwde CO
2e
-reductiedoelstellingen op voor
de komende tien jaar. Met deze doelstellingen willen we de CO
2
-voetafdruk van het bedrijf verkleinen in
overeenstemming met de doelstellingen voor de opwarming van de aarde die vastgelegd zijn in het
klimaatakkoord van Parijs. Onze klimaatdoelstellingen voor de nabije toekomst werden ontwikkeld met behulp
van de ‘SBTi target setting tool’, en simuleren een klimaatscenario gebaseerd op een klimaatopwarming van
ruim onder de 2 °C. Ze werden vastgelegd op basis van de emissiecategorieën van het Greenhouse Gas
Protocol (Scope 1, 2 en 3), en zullen in 2025 het SBTi-validatieproces ondergaan. Het basisjaar is 2024, met een
totale uitstoot van 4.066.892 ton CO
2e
, inclusief een markt gebaseerde benadering voor Scope 2.
DUURZAAMHEIDSRAPPORT
JAARVERSLAG 2024
DOEL
DOEL
31 december
Reductietraject voor BKG-emissies
2034
2030
2024
Scope 1+2 in ton CO2e (marktgebaseerde aanpak)
2.264
3.187
5.494
Reductie Scope 1+2
58,8%
42%
-
Scope 3 ‘gebruik van verkochte producten’ in ton
CO2e
Absolute
vermindering
niet
kwantificeerbaar
Absolute
vermindering
niet
kwantificeerbaar
3.642.834
Reductie Scope 3 ‘gebruik van verkochte
producten’
35%
25%
-
Het opvolgen van de prestaties met betrekking tot Scopes 1 en 2 wordt uitgevoerd door activiteitsgegevens
met betrekking tot energieverbruik en de energiemix op kwartaalbasis te rapporteren. Het Head of Corporate
Sustainability geeft prestatie-updates aan het Executive Management Team tijdens de maandelijkse ‘ESG driver
update meeting’. Dit proces maakt efficiënte en snelle besluitvorming mogelijk, indien corrigerende
maatregelen nodig zijn. De handmatige methode voor het verzamelen en berekenen van Scope 3-data maakt
regelmatige opvolging onhaalbaar. In plaats daarvan zullen die data jaarlijks worden berekend en herzien in
overleg met het Executive Management Team, samen met interne experts en een selecte groep klanten,
waarbij specifiek wordt gefocust op reductiestrategieën tijdens de gebruiksfase van de machines.
Hoe de JENSEN-GROUP het energieverbruik van klanten aanpakt
Energiebesparingen zijn van onmiskenbaar belang voor onze klanten, wat de hoge mate van materialiteit van
dit onderwerp verklaart. Een efficiënter gebruik van primaire energie en een zuiniger verbruik ervan is een van
de belangrijkste doelstellingen van onze CleanTech-aanpak. Het gaat hierbij ook om geïntegreerde water- en
energieterugwinning in de machines. Het energieverbruik van onze machines en wasprocessen optimaliseren
vormt de kern van ons businessmodel, en maakt ook deel uit van ons klimaattransitieplan, aangezien de
hoeveelheid energie die door klanten wordt gebruikt een directe impact heeft op de hoeveelheid
broeikasgassen die vrijkomt in de atmosfeer. Bijgevolg zijn de eerder geïdentificeerde hefbomen, acties en
middelen om een vermindering tot stand te brengen voor Scope 3 ook van toepassing op dit onderwerp.
We erkennen het belang om doelstellingen te formuleren die zijn afgestemd op de prioriteit van klanten om
hun operationele energieverbruik te verminderen. De energieprestaties in een wasserij zijn evenwel afhankelijk
van verschillende factoren die verder gaan dan het ontwerp van elke individuele machine.
Hierdoor is het moeilijk om te kwantificeren hoe de JENSEN-GROUP bijdraagt tot betere prestaties op langere
termijn, omdat de vooruitgang en de evolutie in grote mate beïnvloed worden door externe factoren waarover
de Groep geen controle heeft. Bijgevolg zijn we nog niet klaar om specifieke doelstellingen te bepalen of de
vooruitgang te meten zolang we geen berekeningsmethode kunnen uitwerken die in de eerste plaats kijkt naar
de bijdragen van JENSEN, onafhankelijk van andere factoren waarop we geen invloed hebben.
Via onze deelname aan verschillende werkgroepen van nationale en internationale sectorverenigingen willen
we actief samenwerken met onze klanten om energie reducerende doelstellingen te ontwikkelen. Hiertoe
behoren de Werkgroep Duurzaamheid van de Europese sectorvereniging ETSA (European Textile Service
Association), die mee wordt voorgezeten door JENSEN en waarin tal van wasserijen vertegenwoordigd zijn.
Het overleg met onze klanten is een essentieel onderdeel van ons actieplan om het energieverbruik te
verminderen, en zal ons helpen om ons KPI-berekeningsmodel te verfijnen en een doelstelling voor volgend
jaar te bepalen.
In de afgelopen rapporteringsperiodes maakten we het energieverbruik bekend voor de meest energie-
intensieve types van machines, in plaats van rekening te houden met het energieverbruik voor het hele
wasproces. Omdat we dit datapunt en de manier waarop we het meten, aan het herbeoordelen zijn, is een
vergelijking niet mogelijk.
DUURZAAMHEIDSRAPPORT
JAARVERSLAG 2024
Broeikasgassen van de JENSEN-GROUP
E1-5 Energieverbruik en -mix (Scope 1+2)
UoM
31 december
2024
Brandstofverbruik uit steenkool en steenkoolproducten
MWh
0
Brandstofverbruik uit ruwe olie en olieproducten*
MWh
4.159
Brandstofverbruik uit aardgas
MWh
3.329
Brandstofverbruik uit andere fossiele bronnen
MWh
1.690
Verbruik van ingekochte of verworven elektriciteit, warmte, stoom en koeling uit fossiele
bronnen
MWh
6.179
Totaal verbruik fossiele energie
MWh
15.357
Aandeel fossiele bronnen in totaal energieverbruik
%
75%
Totaal energieverbruik uit nucleaire bronnen
MWh
843
Aandeel verbruik uit nucleaire bronnen in totaal energieverbruik
%
4%
Brandstofverbruik uit hernieuwbare bronnen
MWh
0
Verbruik van ingekochte of verworven elektriciteit, warmte, stoom en koeling uit
hernieuwbare bronnen
MWh
3.003
Verbruik van ingekochte of verworven elektriciteit, warmte, stoom en koeling uit
hernieuwbare bronnen op locatie
MWh
1.173
Verbruik van zelf opgewekte hernieuwbare energie uit andere bronnen dan brandstof (non-
fuel)
MWh
0
Totaal verbruik hernieuwbare energie
MWh
4.176
Aandeel hernieuwbare bronnen in totaal energieverbruik
%
21%
Totaal energieverbruik
MWh
20.376
Energie-intensiteit van activiteiten in sectoren met een grote impact op het klimaat (totaal
energieverbruik per netto-opbrengsten**)
MWh/1
KEUR
0,045
Boekhoudbeleid
* Het brandstofverbruik omvat een schatting van de brandstof die wordt verbruikt door bedrijfswagens op
basis van een gemiddeld verbruik in liters per 100 km bij een afgelegde afstand van 25.000 km per jaar. Voor
bedrijfswagens die tijdens de rapporteringsperiode zijn aangeschaft of verkocht, wordt de afgelegde afstand op
een lagere waarde geschat indien de auto werd aangeschaft of verkocht in respectievelijk het eerste of laatste
kwartaal van de rapporteringsperiode.
**De volledige omzet van de Groep is afkomstig van de distributie van heavy-duty wasserijmachines.
Dit wordt beschouwd als een sector met een grote impact op het klimaat.
De activiteitsgegevens met betrekking tot energieverbruik (exclusief brandstofverbruik voor bedrijfswagens)
zijn afkomstig van facturen en kunnen, afhankelijk van de facturatiecyclus van de leverancier, gebaseerd zijn op
veronderstellingen met betrekking tot de verbruikscijfers van het voorgaande jaar. De opsplitsing tussen
fossiele, hernieuwbare en nucleaire energiebronnen, inclusief ingekochte elektriciteit en stoom, is
voornamelijk gebaseerd op informatie van leveranciers.
DUURZAAMHEIDSRAPPORT
JAARVERSLAG 2024
Indien er geen informatie van leveranciers beschikbaar was, hebben we nationale of regionale energiemixen
gebruikt die verstrekt werden door lokale autoriteiten, of de mixen die beschikbaar zijn op de website van de
International - U.S. Energy Information Administration (EIA).
Met betrekking tot onze data inzake energie-intensiteit zijn de opbrengsten diegene die te vinden zijn op
pagina 190 van het jaarverslag.
In eerdere rapporteringsperiodes hebben we enkel het elektriciteitsverbruik van onze belangrijkste fabrieken
en het aantal kilowattuur per euro omzet openbaar gemaakt, waardoor de gegevens niet vergelijkbaar zijn met
die van dit jaar.
E1-6 Bruto Scopes 1, 2, 3 en totale BKG-emissies
Als fabrikant van industriële wasmachines wordt onze BKG-uitstoot gecategoriseerd en gerapporteerd in
overeenstemming met het Greenhouse Gas Protocol voor Scope 1-, Scope 2- en Scope 3-emissies.
De aanzienlijke groei en een betere gegevenskwaliteit tussen eind vorig jaar en tijdens de rapporteringsperiode
hebben bijgedragen aan een toename van onze BKG-uitstoot ten opzichte van vorig jaar. Deze huidige
rapporteringsperiode dient als referentiejaar om onze voortgang ten opzichte van onze doelen te volgen.
Scope 1: directe uitstoot
Scope 1-emissies omvatten de directe uitstoot van bronnen die eigendom zijn van of beheerd worden door ons
bedrijf. Het grootste deel van deze uitstoot wordt veroorzaakt door onze productieactiviteiten en is het gevolg
van de verbranding van aardgas en propaangas die worden gebruikt in het productieproces en van de
brandstof die wordt verbruikt door ons wagenpark.
Scope 2: indirecte uitstoot door energieverbruik
Scope 2-emissies omvatten de indirecte uitstoot van broeikasgassen die het gevolg zijn van het verbruik van
ingekochte energie en stadsverwarming. Onze Scope 2-emissies zijn voornamelijk afkomstig van de elektriciteit
die we inkopen om onze productiefaciliteiten, kantoren en verkoop- en servicekantoren van stroom te
voorzien. 3% van de verbruikte energie werd gedekt door contractuele instrumenten, waarvan 3% gebundeld
is, wat betekent dat de eigenlijke netenergie uitsluitend afkomstig is van hernieuwbare bronnen. Niets van deze
energie is niet-gebundeld, wat betekent dat er geen garanties van oorsprong of hernieuwbare energie
certificaten zijn aangekocht om aanspraak te maken op milieuvoordelen en om uitstoot te compenseren die
mogelijk wordt veroorzaakt door niet hernieuwbare netstroom. Deze instrumenten vormen een integraal
onderdeel van ons transitieplan en zorgen ervoor dat een steeds groter deel van onze elektriciteit uit
hernieuwbare bronnen wordt meegenomen in onze markt gebaseerde Scope 2-berekeningen.
Scope 3: indirecte uitstoot in de waardeketen
Scope 3-emissies vertegenwoordigen het grootste deel van onze koolstofvoetafdruk, omdat ze de indirecte
uitstoot in onze hele waardeketen omvatten, zowel upstream als downstream.
Onze grootste uitstoot vindt plaats in:
Gekochte goederen en diensten (10%): Uitstoot door de productie van grondstoffen en onderdelen
die we kopen van leveranciers om onze machines te maken.
Gebruik van verkochte producten (90%): Het grootste deel van onze Scope 3-emissies is afkomstig
van het gebruik van onze machines door klanten. De energie-intensieve processen en de lange
productlevensduur verklaren dit cijfer.
In ton CO2e
Aandeel in emissies
in 2024 in %
Emissies in 2024 in
ton CO2e
Emissies in 2023
in ton CO2e
Directe uitstoot van stationaire verbrandingsbronnen
0
1.000
Directe uitstoot van mobiele bronnen met
verbrandingsmotor
0
954
Directe uitstoot van processen
0
0
Directe vluchtige uitstoot
0
0
Totale Scope 1-emissies
0
1.954
Indirecte uitstoot door elektriciteitsverbruik
(locatiegebaseerd)
0
3.597
Indirecte uitstoot door elektriciteitsverbruik
(marktgebaseerd)
0
3.425
Indirecte uitstoot door opwekking van stoom, verwarming of
koeling (locatiegebaseerd)
0
111
Indirecte uitstoot door opwekking van stoom, verwarming of
koeling (marktgebaseerd*)
0
111
Totale Scope 2-emissies (locatiegebaseerd)
0
3.708
Totale Scope 2-emissies (marktgebaseerd)
0
3.536
Totale Scope 1 & 2-emissies (locatiegebaseerd)
0
5.665
Totale Scope 1 & 2-emissies (marktgebaseerd)
0
5.490
Gekochte goederen en diensten
10
379.326
Kapitaalgoederen
1
2.650
Uitstoot van brandstoffen en energie (niet opgenomen in
Scope 1 en Scope 2)
0
364
Upstreame transport en distributie
0
6.169
Gegenereerd afval
0
55
Zakenreizen
0
5.534
Woon-werkverkeer van werknemers
0
3.375
Upstream geleasede activa
0
0
Andere indirecte uitstoot upstream
0
0
Scope 3-emissies upstream
11
397.472
DUURZAAMHEIDSRAPPORT
JAARVERSLAG 2024
Downstreame transport en distributie
0
0
Verwerking van verkochte producten
0
0
Gebruik van verkochte producten
88
3.642.834
Einde levensduur van verkochte producten
0
4.342
Downstream geleasede activa
0
0
Franchises
0
0
Investeringen
0
16.750
Andere indirecte uitstoot downstream
0
0
Scope 3-emissies downstream
88
3.663.926
Totale Scope 3-emissies
100
4.061.398
TOTALE UITSTOOT SCOPE 1, 2 en 3 (locatiegebaseerd)
4.067.063
TOTALE UITSTOOT SCOPE 1, 2 en 3 (marktgebaseerd)
4.066.892
Broeikasgasintensiteit per netto-opbrengsten in ton
CO2e/KEUR* (locatiegebaseerd)
8,97
-
Broeikasgasintensiteit per netto-opbrengsten in ton
CO2e/KEUR* (marktgebaseerd)
8,97
-
*Zie de netto-opbrengsten in de jaarrekening op pagina 180.
Boekhoudbeleid
Alle entiteiten binnen de JENSEN-GROUP, dus zowel onze fabrieken als onze geconsolideerde en niet-
geconsolideerde dochterondernemingen en joint ventures, zijn opgenomen in de berekening van de
koolstofvoetafdruk op basis van het eigen vermogen. Door de beperkte invloed en actieradius van de Groep
worden de Scope 1-, 2- en 3-emissies van de niet-geconsolideerde joint ventures Tolon, Inax en Primafolder
beschouwd als Scope 3-emissies gerelateerd aan investeringen. Dit omvat ook Ole Almeborg A/S, aangezien de
financiële participatie vanaf 31 augustus 2024 van 100% naar 50% is gegaan.
Onze Scope 1- en Scope 2-emissies van 2023 werden niet herzien, omdat de toegepaste berekeningsmethode
dezelfde is gebleven en gebaseerd is op het Greenhouse Gas Protocol.
Het boekhoudbeleid voor scope 1-, 2- en 3-emissies zijn te vinden in Bijlage C.
Andere klimaatgerelateerde openbaarmakingen
E1.GOV-3 Integratie van duurzaamheidsprestaties in beloningsregelingen
Duurzaamheidsprestaties worden niet geïntegreerd in de beloningsregelingen van het management
van de JENSEN-GROUP of van de Raad van Bestuur.
E1-7 Broeikasgasverwijderingen en projecten voor broeikasgasmitigatie gefinancierd met koolstofkredieten
Op dit moment hebben wij geen projecten om broeikasgassen die worden gefinancierd met koolstofkredieten
te verwijderen of te verminderen.
E1-8 - Interne koolstofprijsstelling
Wij hanteren momenteel geen intern koolstofprijssysteem.
E1-9 Beoogde financiële effecten van materiële fysieke en transitierisico's en potentiële
klimaatopportuniteiten
We hebben geen financiële effecten geïdentificeerd die zijn veroorzaakt door materiële risico's en verwijzen
naar de sectie hierboven “Waarom de klimaatverandering belangrijk is voor ons bedrijf.
DUURZAAMHEIDSRAPPORT
3. VERONTREINIGING ESRS E2
Onze aanpak om verontreiniging te beheren
Waarom verontreiniging belangrijk is voor ons bedrijf
IRO-1 Beschrijving van processen om materiële impact, risico’s en opportuniteiten in verband met
verontreiniging in kaart te brengen en te analyseren
Zie Bijlage A ‘Dubbel Materialiteitsproces’ voor het algemene beoordelingsproces.
Om de materialiteit van luchtverontreiniging en zorgwekkende stoffen volledig te kunnen beoordelen, was de
inbreng van interne specialisten zoals productie- en inkoopmanagers bijzonder belangrijk.
De discussies onderstreepten het essentiële belang van de genomen preventieve maatregelen om aanzienlijke
gevolgen voor de gezondheid die gepaard gaan met luchtverontreiniging te minimaliseren. Een ander resultaat
van de discussies was het besef dat we ons inzicht in de totale impact van zorgwekkende stoffen in producten
en productieprocessen moeten verbeteren.
In onze fabrieken zijn tests op luchtverontreiniging uitgevoerd door geaccrediteerde derde partijen om
te voldoen aan de eisen voor openbaarmaking. Ze geven ons een beter inzicht in de ernst van de gevolgen en
stellen ons in staat om mogelijke incidenten aan te pakken en effectief te voldoen aan de verwachtingen van
stakeholders. We hebben aanbevelingen ontvangen om verbeteringen door te voeren op de werkplek en zullen
die in de praktijk brengen indien onze doelstellingen rond luchtverontreiniging in de toekomst niet worden
gehaald door een toename van de productie- en lasactiviteiten.
Dergelijke ontwikkelingen kunnen ook leiden tot een herziening van de dubbele materialiteitsbeoordeling en
een herbeoordeling van de negatieve gevolgen en materialiteit van dit onderwerp.
DUURZAAMHEIDSRAPPORT
JAARVERSLAG 2024
Hoe de JENSEN-GROUP zijn aanpak m.b.t. verontreiniging vormgeeft en opvolgt
We presenteren eerst luchtverontreiniging, gevolgd door zorgwekkende stoffen en daarna microplastics.
Luchtverontreiniging
E2-1 Beleid
Hoewel er op Groepsniveau geen beleid is omtrent luchtverontreiniging, zijn de wettelijk vereiste gezondheids-
en veiligheidsprocedures van kracht in onze fabrieken om werknemers te beschermen tegen
luchtverontreiniging.
E2-2 Maatregelen en middelen
Hoewel er in de rapporteringsperiode geen nieuwe maatregelen werden genomen, zijn de reeds genomen
maatregelen succesvol gebleken, aangezien onze gegevens onder de rapportagedrempel liggen. Deze acties zijn
cruciaal voor het behoud van de luchtkwaliteit en de bescherming van de gezondheid van onze werknemers en
het milieu. De belangrijkste huidige acties zijn onder meer:
Maatregelen om verontreiniging te bestrijden: Onze productievestigingen zijn uitgerust met
luchtfiltersystemen die regelmatig worden onderhouden om ervoor te zorgen dat ze efficiënt werken.
Dergelijke systemen vangen verontreinigende stoffen op en verwijderen ze uit de emissies voordat ze
in het milieu terechtkomen. In onze fabriek waar de meest intensieve laswerkzaamheden
plaatsvinden, is een alarmsysteem aanwezig dat werknemers waarschuwt als het ventilatiesysteem
uitvalt.
Verbeteren van industriële processen: Door over te stappen op minder vervuilende technologieën,
zoals het overschakelen van autogeen lassen naar laserlassen in de productie, wordt de hoeveelheid
schadelijke uitstoot aanzienlijk verminderd. Dit zorgt niet alleen voor schonere lucht, maar verbetert
ook de operationele efficiëntie. Er zijn laserlasstations geïnstalleerd in onze fabrieken in Denemarken
en Duitsland.
Testen en opvolgen: Sommige van onze fabrieken voeren maandelijkse controles uit op
luchtverontreiniging of laten steekproefsgewijs controles uitvoeren door lokale autoriteiten om ervoor
te zorgen dat de emissieniveaus binnen de wettelijke norm blijven. Deze informatie helpt het bedrijf
bij het beoordelen van de effectiviteit van de huidige maatregelen ter bestrijding van verontreiniging
en bij het nemen van geïnformeerde beslissingen over verdere verbeteringen.
Bescherming van de gezondheid op de werkplek: Wij voorzien onze lassers van beschermende
werkkleding en maskers die hun blootstelling aan verontreinigende stoffen minimaliseren en zo
zorgen voor een veiligere werkomgeving.
Correcte verwijdering van verontreinigende stoffen: We garanderen een correcte verwijdering van
verontreinigende stoffen door filteronderhoud uit te voeren en doen een beroep op externe
specialisten om filters professioneel te laten verwijderen.
Financiële planning en beheer: Wij voorzien de kosten die gepaard gaan met deze maatregelen, van
de installatie van schonere technologieën tot verzekeringspremies die de milieurisico's weerspiegelen.
Dit is een integraal onderdeel van het beheren van luchtverontreiniging.
Toegewezen middelen: huidige operationele kosten bestaan uit het verwijderen/behandelen van
verontreinigde omgeving, tests op luchtverontreiniging, onderhoud van filters, beschermende werkkleding en
maskers voor werknemers, en verzekeringspremies. Deze zijn niet significant en vormen deel van onze
operationele uitgaven toegelicht op pagina 237 van dit jaarverslag.
In elke fabriek is er eveneens een medewerker in dienst die verantwoordelijk is voor de gezondheid,
de veiligheid en het milieu.
E2-3 Doelen
De JENSEN-GROUP werkt strikt binnen het reglementair kader van de nationale en lokale overheden. De
emissies worden beheerd volgens de toegestane belasting per luchtverontreinigende stof die voor elke fabriek
werd vastgelegd, zodat alle toepasselijke milieuvoorschriften worden nageleefd.
Tests op luchtverontreiniging werden uitgevoerd door geaccrediteerde derde partijen in overeenstemming met
hun methodologieën. De uitstoot werd gemeten ten opzichte van de toegestane lokale drempelwaarden. Onze
doelstelling is om onder de drempelwaarde voor uitstoot te blijven die is vastgelegd in bijlage II van de E-PRTR-
verordening en om te blijven voldoen aan de lokale regelgeving en autoriteiten. Als onze activiteiten uitbreiden
en onze laswerkzaamheden toenemen, zullen we bijkomende tests uitvoeren. Ook los van enige operationele
veranderingen zullen de tests echter minstens elke drie jaar worden uitgevoerd. Wij zijn ervan overtuigd dat
deze aanpak volstaat, aangezien onze twee fabrieken met de meeste lasactiviteiten over robuuste systemen
beschikken: de ene wordt maandelijks getest, terwijl de andere regelmatig onderhoud uitvoert en een
waarschuwingssysteem heeft. De JENSEN-GROUP heeft geen vrijwillige doelstellingen die verder gaan dan de
naleving van de lokale regelgeving, maar zal blijven voldoen aan de volgende drempels voor luchtemissies.
China
Jaarlijks vastgestelde
drempel & eenheid
Gerelateerde wetgeving
Zwaveldioxide (SO2)
200 mg/Nm³
Geïntegreerde
emissienorm voor
luchtverontreinigende
stoffen
大气染物合排放
DB32/4041-2021
Stikstofoxiden (NOX)
100 mg/Nm³
Fijne deeltjes (PM)
20 mg/Nm³
Niet-methaan vluchtige
organische stoffen
(NMVOC)
50 mg/Nm³
Emissienormen voor
luchtverontreinigende
stoffen van industriële
coatingprocessen
涂装工序大气
物排放
DB32/4439-2022
DUURZAAMHEIDSRAPPORT
JAARVERSLAG 2024
Ammoniak (NH3)
Niet van toepassing voor JENSEN China
Zware Metalen (ZM):
aluminium (Al), ijzer (Fe),
stofdeeltjes
Denemarken
Jaarlijks vastgestelde
drempel & eenheid
Gerelateerde wetgeving
Zwaveldioxide (SO2)
Niet van toepassing
naleving wordt
geregeld door een door
de Deense wetgeving
verplicht filtersysteem
dat 99% van de
verontreinigende
stoffen verwijdert.
Leidraad voor
luchtverontreiniging en
lijst met B-waarden van
het Deense
milieuagentschap
Stikstofoxiden (NOX)
Niet-methaan vluchtige
organische stoffen
(NMVOC)
Fijne deeltjes (PM)
Ammoniak (NH3)
Zware Metalen (ZM)
Al: 2,5 mg/seconde
Fe: 20 mg/seconde
Stofdeeltjes: 20
mg/seconde
Duitsland
Jaarlijks vastgestelde
drempel & eenheid
Gerelateerde wetgeving
Zwaveldioxide (SO2)
1,3 mg/m³
TRGS 900
Stikstofoxiden (NOX)
0,95 mg/m³
TRGS 900
Niet-methaan vluchtige
organische stoffen
(NMVOC)
bestaat uit
afzonderlijke
chemische stoffen; we
hebben geen
grenswaarde
gevonden.
Emissies van fijne deeltjes
(PM) naar lucht
A-stoffractie
E-stoffractie
1,25 mg/m³
10 mg/m³
TRGS 900
Ammoniak (NH3)
14 mg/m³
TRGS 900
Zware Metalen (ZM)
bestaat uit
afzonderlijke
chemische stoffen; we
hebben geen
grenswaarde
gevonden.
VS
Primair/Secundair*
Gemiddelde
tijd
Niveau
Vorm
Gerelateerde
wetgeving
Zwaveldioxide
(SO2)
Primair
1 uur
75 delen
per miljard
(ppb)
99e percentiel
van 1-uurs
maximale
dagconcentraties,
gemiddeld over 3
jaar
Clean Air Act
Secundair
1 jaar
10 ppb
Jaargemiddelde,
gemiddeld over 3
jaar
Stikstofdioxide
(NO2)
Primair
1 uur
100 ppb
98e percentiel
van 1-uurs
maximale
dagconcentraties,
gemiddeld over 3
jaar
Secundair
1 jaar
53 ppb
Jaargemiddelde
Fijne
deeltjes
(PM)
PM2.5
Primair
1 jaar
9,0
microgram
per
kubieke
meter
lucht
(μg/m3)
Jaargemiddelde,
gemiddeld over 3
jaar
Secundair
1 jaar
15,0
μg/m3
Primair en
secundair
24 uur
35 μg/m3
98e percentiel,
gemiddeld over 3
jaar
PM10
Primair en
secundair
24 uur
150 μg/m3
Mag gemiddeld
over 3 jaar niet
meer dan één
keer per jaar
worden
overschreden
Ammoniak (NH3)
Niet opgenomen als een van de luchtverontreinigende stoffen onder de Clean Air Act
Niet-methaan
vluchtige
organische stoffen
(NMVOC)
Zware Metalen
(ZM)
* De Clean Air Act onderscheidt twee soorten nationale luchtkwaliteitsnormen. Primaire normen bieden
bescherming voor de volksgezondheid, waaronder bescherming van de gezondheid van “gevoelige”
bevolkingsgroepen zoals astmapatiënten, kinderen en ouderen. Secundaire normen bieden bescherming voor
het openbaar welzijn, waaronder bescherming tegen verminderde zichtbaarheid en schade aan dieren,
gewassen, vegetatie en gebouwen.
E2-4 Verontreiniging van lucht algemeen
Uit berekeningen is gebleken dat de emissies van luchtverontreinigende stoffen afkomstig van de betrokken
vestigingen van de JENSEN-GROUP met lasactiviteiten de drempelwaarde per luchtverontreinigende stof, zoals
bepaald in bijlage II van Verordening (EG) nr. 166/2006, niet overschrijden. Er moeten dus geen emissies
bekendgemaakt worden.
De resultaten zijn verkregen via tests door derden op verontreinigende stoffen en hun drempelwaarden zoals
gedefinieerd in het Europees register inzake de uitstoot en overbrenging van verontreinigende stoffen (E-
PRTR). Alleen de vestigingen met significante lasactiviteiten (de oorsprong van de luchtverontreinigende
DUURZAAMHEIDSRAPPORT
JAARVERSLAG 2024
stoffen) zijn gemeten (JECN, JEDE, JEDK, JEUS). Dit is de eerste keer dat we informatie over dit onderwerp
bekendmaken. Er zijn dus geen vergelijkende gegevens van eerdere rapporteringsperiodes.
Zorgwekkende stoffen
E2-1 Beleid
Er is door JENSEN-GROUP geen beleid bepaald voor dit onderwerp, maar wij zijn van plan om onze
inkooprichtlijnen tegen 2026 bij te werken met richtlijnen voor de aankoop van producten die schadelijke
stoffen bevatten. De herziene richtlijnen zullen prioriteit geven aan het minder inkopen van zorgwekkende
stoffen waar mogelijk en aan het actief zoeken naar alternatieven die de productkwaliteit en -veiligheid
behouden.
E2-2 Maatregelen en middelen
Wij maken een onderscheid tussen:
1) zorgwekkende of zeer zorgwekkende stoffen die gebruikt worden in het productieproces
2) zorgwekkende of zeer zorgwekkende stoffen die gebruikt worden in de aangekochte producten
Tijdens deze rapporteringsperiode zijn we voor het eerst begonnen met het verzamelen van gegevens over dit
onderwerp en hebben we onze inspanningen toegespitst op de gevaarlijke stoffen in onze productieprocessen.
Het komende jaar moeten we een beter inzicht krijgen in de manier waarop met deze stoffen wordt omgegaan
en moeten we de stoffen in aangekochte producten beginnen onderzoeken.
Tijdens de rapporteringsperiode waren er geen specifieke acties met betrekking tot zorgwekkende stoffen. Er
werden dan ook geen financiële middelen toegewezen.
E2-3 Doelen
Onze doelstelling voor de komende twee jaar is om een dataverzamelingssysteem op te zetten waarmee we de
zorgwekkende stoffen in aangekochte producten kunnen rapporteren.
E2-5 Verontreiniging door zorgwekkende stoffen algemeen
Zorgwekkende stoffen die gebruikt worden in productieprocessen werden geïdentificeerd en gecategoriseerd
op basis van de productaanduiding, classificatie en concentratie op het gegevensblad van het product. Deze
data is verkregen door onze fabriek in Denemarken. Vanuit de assumptie dat deze artikelen en hun
toepassingen in ons productieproces gelijk lopen over alle JENSEN PECs, is deze data geëxtrapoleerd om het
gebruik van deze stoffen in te schatten. Deze stoffen zitten in producten zoals detergenten, spuitvet, coatings,
lijm of smeermiddelen en verlaten de fabriek als onderdeel van de producten.
Zeer zorgwekkende stoffen gebruikt in het productieproces in kg
31 december
2024
Carcinogeniteit voor categorie 1 en 2
5,436
Mutageniteit voor kiemcellen categorie 1 en 2
0
Giftigheid voor de voortplanting categorie 1 en 2
29
Persistent, bioaccumulerend, toxisch (PBT) / zeer persistent, zeer
bioaccumulerend (zPzB)
0
Hormoonontregeling voor de menselijke gezondheid
0
Hormoonontregeling voor het milieu
0
Zorgwekkende stoffen gebruikt in het productieproces in kg
31 december
2024
Persistent, Mobiel, Toxisch (PMT) / zeer Persistent, zeer Mobiel (zPzM)
0
Sensibilisatie van de luchtwegen categorie 1
20
Huidsensibilisatie categorie 1
100
Chronisch gevaar voor het aquatisch milieu cat. 1-4
671
Gevaarlijk voor de ozonlaag
0
Specifieke doelorgaantoxiciteit bij eenmalige blootstelling categorie 1 en 2
162
Specifieke doelorgaantoxiciteit bij herhaalde blootstelling categorie 1 en 2
502
Dit is de eerste keer dat we informatie over dit onderwerp bekendmaken. Er zijn dus geen vergelijkende
gegevens van eerdere rapporteringsperiodes.
Wij zijn ons ervan bewust dat sommige producten en onderdelen die we kopen zorgwekkende stoffen
bevatten. Toch hebben we momenteel geen duidelijk overzicht van waar en in welke hoeveelheid ze aanwezig
zijn. We werken momenteel aan een methode om deze informatie van onze leveranciers te verzamelen en zijn
van plan om in ons volgende jaarverslag meer details bekend te maken.
Microplastics
E2-1 Beleid
De verontreiniging door microplastics wordt steeds meer erkend als een belangrijk milieuprobleem. Het is een
uitdaging die de JENSEN-GROUP op de voet volgt, vooral omdat microplastics kunnen loskomen uit textiel
tijdens het wassen. Hoewel de microplastics in kwestie afkomstig zijn van het linnen dat klanten wassen en niet
van onze productieprocessen, is de JENSEN-GROUP zich bewust van de downstream milieu-impact.
In samenwerking met sectorverenigingen en belangrijke spelers in de wasserijmarkt wordt er gezocht naar
oplossingen om het vrijkomen van microplastics tot een minimum te helpen beperken.
Hoewel geen eigen formele beleidslijnen of doelstellingen rond dit onderwerp werden vastgelegd, engageert
de JENSEN-GROUP zich om te onderzoeken hoe zijn machines kunnen bijdragen tot het verminderen van de
hoeveelheid microplastics in afvalwater, bijvoorbeeld door middel van geavanceerde filtratietechnologieën en
innovatief machineontwerp, en om de relevante wetgeving op dit vlak te blijven opvolgen. Door samen te
werken met de verschillende actoren binnen de sector, werkt de JENSEN-GROUP aan verantwoorde praktijken
die de inspanningen van de sector ondersteunen om de verontreiniging door microplastics te verminderen.
E2-2 Maatregelen en middelen
DUURZAAMHEIDSRAPPORT
JAARVERSLAG 2024
Als leverancier van machines met een sterke interesse in nieuwe technologieën die het leven van onze klanten
vergemakkelijken, nemen wij deel aan een Europees R&D-project om een microplastics-filter te ontwikkelen
die geschikt is voor industriële wasserijen.
Wij nemen ook al veel jaren actief deel aan milieu- en standaardiseringswerkgroepen van de Europese
sectorvereniging ETSA (European Textile Service Association) en dragen zo bij aan de ontwikkeling van zinvolle
en robuuste normen en voorschriften in verband met dit onderwerp.
Aangezien microplastics vrijkomen uit zoveel verschillende bronnen, zal het gereinigde en gefilterde waswater
opnieuw vervuild raken wanneer het gemengd wordt met het afvalwater van andere bronnen in de
afvalwaterinstallatie. Microplastics kunnen alleen efficiënt worden verwijderd en gefilterd op de
eindbestemming, in het bedrijf dat het afvalwater behandelt. Wij menen dan ook dat de beste oplossing wordt
bereikt door partners in te schakelen van buiten de markt, zoals de afvalwaterzuiveringsinstallaties.
Tijdens het de rapporteringsperiode waren er geen specifieke acties met betrekking tot microplastics. Er
werden dan ook geen financiële middelen toegewezen.
E2-3 Doelen
Microplastics vormen een belangrijk probleem voor onze klanten, maar onze bijdrage heeft een minimale
impact, omdat het echte probleem bij het textiel ligt dat de microplastics afgeeft. Daarom hebben we geen
doelstellingen bepaald, maar we willen wel bijdragen aan het vinden van een oplossing met de inspanningen
en acties die hierboven zijn beschreven.
E2-4 Verontreiniging door microplastics algemeen
Wij produceren geen microplastics tijdens onze activiteiten en microplastics maken ook niet opzettelijk deel uit
van de producten die onze fabrieken verlaten. Daarom is deze data niet relevant voor de JENSEN-GROUP.
E2-6 - Verwachte financiële gevolgen van materiële risico's en mogelijkheden in verband met verontreiniging
Verwachte financiële effecten van materiële risico's en opportuniteiten met betrekking tot de waterefficiëntie
van producten zijn niet beschikbaar en zullen in een later stadium worden toegevoegd.
4. WATER ESRS E3
Onze aanpak inzake waterbeheer
Waarom water belangrijk is voor ons bedrijf
IRO-1 Beschrijving van het proces om materiële impact, risico's en opportuniteiten in verband met
waterefficiëntie in kaart te brengen en te analyseren.
Zie Bijlage A ‘Dubbel Materialiteitsproces’ voor het algemene beoordelingsproces.
Het waterverbruik upstream en in onze eigen activiteiten is niet materieel, maar het waterverbruik
van klanten en hun wasserij-activiteiten (i.e. downstream) is een belangrijk onderwerp.
Dat wordt bevestigd door de hoge scores die klanten geven aan het onderwerp waterefficiëntie bij
de dubbele materialiteitsbeoordeling.
Onze CleanTech-aanpak is gebaseerd op een lange traditie van en expertise in het ontwikkelen van duurzame
wasserij-oplossingen waarbij waterbesparing en -efficiëntie voorop staan.
We streven ernaar om met innovatieve technologieën en processen het waterverbruik in industriële wasserijen
te minimaliseren en zo bij te dragen aan duurzaam waterbeheer.
Water wordt steeds schaarser en duurder, en hierdoor blijft het vinden van nieuwe oplossingen om water terug
te winnen of het gebruik ervan nog verder te beperken een van onze topprioriteiten.
Met ons geavanceerde waterterugwinningsconcept en intelligente productkenmerken kan de tunnelwasser van
JENSEN indrukwekkende waterbesparingen realiseren, hoewel die variëren afhankelijk van factoren zoals de
individuele productiecontext en het wasproces dat klanten toepassen.
DUURZAAMHEIDSRAPPORT
JAARVERSLAG 2024
Hoe de JENSEN-GROUP zijn aanpak inzake waterefficiëntie van zijn producten vormgeeft en opvolgt
E3-1 Beleid
De JENSEN-GROUP heeft momenteel geen formeel groepsbeleid met betrekking tot de waterefficiëntie van zijn
producten, aangezien het waterverbruik binnen de eigen activiteiten verwaarloosbaar is.
Op basis van onze CleanTech-aanpak, die centraal staat in onze bedrijfsstrategie en -waarden, ontwerpen we
onze oplossingen echter met een sterke focus op maximale waterbesparingen voor onze klanten.
Dit omvat geïntegreerde waterterugwinning in onze machines.
E3-2 Maatregelen en middelen
We hebben in de rapporteringsperiode geen specifieke actie ondernomen om het waterverbruik te
minimaliseren, aangezien dit een doorlopende doelstelling is die is ingebed in ons businessmodel.
Onze doelstelling is om voortdurende de efficiëntie van de wasprocessen van onze klanten te optimaliseren
met minimale input en maximale output. Onze verkoop-, service- en innovatieafdelingen zetten zich dagelijks
in om de kosten te verlagen en de verspilling van grondstoffen tegen te gaan,
wat onze klanten ten goede komt.
De waterefficiëntie van onze producten vormt een integraal onderdeel van die aanpak met geïntegreerde
functies voor waterterugwinning en -recycling in onze machines.
Wat toegewezen middelen betreft investeren wij jaarlijks ongeveer 1,5 - 2% van onze totale omzet in
productontwikkeling, en er worden ook indirecte kosten gemaakt voor tijd en arbeid.
E3-3 Doelen
Het belang van waterbesparing voor onze klanten is onmiskenbaar, wat de hoge materialiteit van dit
onderwerp verklaart. Een van de belangrijkste doelstellingen van onze CleanTech-aanpak is efficiënter en
zuiniger met water om te gaan. Het optimaliseren van het waterverbruik van onze machines en wasprocessen
vormt de kern van ons businessmodel.
We erkennen het belang om doelstellingen te formuleren die zijn afgestemd op de prioriteit van klanten om
hun operationele waterverbruik te verminderen. De waterefficiëntie in een wasserij hangt echter van
verschillende factoren af die verder reiken dan het ontwerp van elke individuele machine.
De uitleg in hoofdstuk 2 op p.33 ("Hoe de JENSEN-GROUP het energieverbruik van klanten aanpakt") over de
uitdagingen gekoppeld aan het bepalen van een doelstelling en het meten van prestaties die toe te schrijven
zijn aan de JENSEN-GROUP, is ook van toepassing op het thema waterefficiëntie.
Het overleg met onze klanten door onze actieve betrokkenheid in de werkgroepen van de sectorverenigingen is
een essentieel onderdeel van ons actieplan om het waterverbruik te verminderen, en zal ons helpen om ons
KPI-berekeningsmodel te verfijnen en een doelstelling voor volgend jaar te bepalen.
DUURZAAMHEIDSRAPPORT
JAARVERSLAG 2024
In voorgaande rapporteringsperiodes hebben wij een gemiddeld waterverbruik bekendgemaakt van minder
dan drie liter per kg verwerkt linnen. Deze informatie is gebaseerd op momentopnames van individuele klanten
en houdt geen rekening met de heterogeniteit van de textielmix die door de meeste wasserijen wordt
verwerkt, noch met het feit dat daarvoor meer water nodig is. De aard van de stof (katoen, polyester, enz.), het
textieltype (vlak linnen, kleding) en de activiteit sector (horeca, gezondheidszorg) hebben immers een grote
invloed op de verbruikscijfers.
Zoals hierboven uitgelegd, moeten we dit datapunt en hoe we het meten herbeoordelen.
E3-5 Verwachte financiële effecten van materiële risico’s en opportuniteiten in verband met water en mariene
hulpbronnen
Een inschatting van de financiële effecten van materiële risico's en opportuniteiten in verband met de
waterefficiëntie van producten is niet beschikbaar en zal in een later stadium worden toegevoegd.
5. MATERIAALGEBRUIK EN CIRCULAIRE ECONOMIE ESRS E5
Onze aanpak van de circulariteit
Waarom de circulaire economie belangrijk is voor ons bedrijf
IRO-1 Beschrijving van processen om materiële impact, risico's en opportuniteiten van materiaalgebruik en
circulaire economie in kaart te brengen en te analyseren
Zie Bijlage A ‘Dubbel Materialiteitsproces’ voor details van het algemene beoordelingsproces. Product lifecycle
management is een materieel onderwerp voor de JENSEN-GROUP, voornamelijk door het duurzame ontwerp
en de duurzame constructie van onze machines. Onze uitgebreide ervaring op dit vlak en onze voortdurende
dialoog met klanten hebben steeds aangetoond dat onze machines een opmerkelijke levensduur hebben.
De relevantie van dit onderwerp werd bevestigd door klanten tijdens onze dubbele materialiteitsbeoordeling.
Klanten verwachten een lange levensduur van onze machines, aangezien
ze voor hen een aanzienlijke investering en een bron van upstream BKG-emissies zijn.
De superieure kwaliteit van onze machines, in combinatie met onze focus op automatisering, speelt een
cruciale rol bij het minimaliseren van menselijke fouten en daaruit voortvloeiende schade, waardoor
een lange levensduur wordt gegarandeerd.
Dit wordt verder ondersteund door ons uitgebreide serviceaanbod, dat speciaal ontworpen is om de
operationele levensduur van de machines te verlengen. Bovendien versterkt het gebruik van duurzame
materialen bij de bouw van onze machines ons engagement voor duurzaamheid, waardoor we beantwoorden
aan de verwachtingen en investeringsoverwegingen van onze klanten.
DUURZAAMHEIDSRAPPORT
JAARVERSLAG 2024
OO/UVC
/DVC
CSRD-subonderwerp
Negatieve impact Positieve impact Risico Kans
DVC
Productlevenscyclusbeheer (incl. einde
levensduur)*
HUIDIG: De producten van de
JENSEN-GROUP zijn
gemakkelijk te ontmantelen en
te scheiden, waardoor ze op het
einde van hun levensduur goed
(mechanisch) recycleerbaar
zijn.
HUIDIG: De producten van de
JENSEN-GROUP zijn kwalitatief
hoogstaande producten op het
vlak van duurzaamheid en
levensduur (gemiddeld 15
jaar). Aftermarket-producten
en diensten zijn een cruciaal
bedrijfssegment met een
positieve impact. Ze zorgen er
immers voor dat de levensduur
van producten verlengd kan
worden.
KT: De JENSEN-GROUP kan
eenvoudig te repareren
producten op de markt brengen
en hun aftermarket-producten
en -diensten ontwikkelen.
Hierdoor kan het hogere
opbrengsten en marges
genereren (bv. via
onderhoudscontracten).
E5- Materiaalgebruik en circulaire economie
Hoe de JENSEN-GROUP zijn aanpak van de circulaire economie vormgeeft en opvolgt
E5-1 Beleid
De JENSEN-GROUP heeft momenteel geen formeel groepsbeleid rond de circulaire economie. Er zijn echter wel
circulaire principes geïntegreerd in onze in- en uitstroom van grondstoffen.
Onze machines worden voornamelijk gemaakt van EU-staal, dat gemiddeld 85% gerecycleerd materiaal bevat
(bron: European Steel Association, Eurofer). Hoewel de instroom van grondstoffen niet als een materieel
onderwerp wordt beschouwd, ondersteunt het gebruik van staal uit de EU de naleving van
duurzaamheidsnormen en helpt het de JENSEN-GROUP om extra kosten te vermijden in verband met
koolstofheffingen en mechanismen zoals het Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM).
Wat de materiaaluitstroom betreft streven wij ernaar de waarde van onze machines te maximaliseren, zowel
voor onze klanten als onze planeet. Zo verlengen we de levenscyclus van onze machines die volgens
industrienormen op 15 jaar wordt geschat door een uitgebreide service voor herstelling, vernieuwing en
hergebruik voor de belangrijkste onderdelen aan te bieden. Deze services zijn erop gericht om ons gebruik van
hulpbronnen te minimaliseren door de operationele levensduur van onze machines te verlengen en tegelijk
afval te verminderen dat wordt veroorzaakt door machines die buiten werking zijn. We onderzoeken alle
mogelijkheden en bieden uitgebreide diensten aan voor het herstellen, vernieuwen en hergebruiken van
belangrijke onderdelen om zo hun levensduur te verlengen.
De aftermarket-oplossingen van JENSEN bieden klanten originele, door de fabriek goedgekeurde aftermarket-
plannen, -diensten en -oplossingen voor optimale prestaties om de levensduur te verlengen en de
doorverkoopwaarde van de wasserij-machines te verhogen. Met onze toegewijde klantenservice dragen we bij
aan een circulaire economie doordat wij producten zo lang mogelijk op de markt houden. Op die manier is er
zo weinig mogelijk afval en is er zo weinig mogelijk nieuw materiaal nodig voor de productie van nieuwe
machines. Huidige oplossingen die circulariteit bevorderen zijn:
Reserveonderdelen: Voor oude en nieuwe machines zorgen de reserveonderdelen van JENSEN ervoor
dat de waarde van de machines en hun levenscyclus behouden blijft.
Serviceovereenkomsten: bestaan uit preventief onderhoud en regelmatige servicecontroles om de
levensduur van de machines te maximaliseren door aanpassingen te doen, upgrades uit te voeren of
onderdelen te vervangen wanneer dat nodig is.
Opleidingen: via onze JENSEN Academy zorgen we er ook voor dat wasserijmanagers en
servicetechnici worden opgeleid om de machines optimaal te gebruiken en de levensduur te
verlengen.
DUURZAAMHEIDSRAPPORT
JAARVERSLAG 2024
Acquisitie: onze meest recente acquisitie, MAXI-PRESS, getuigt ook van ons streven naar circulariteit.
Het Duitse bedrijf is wereldwijd marktleider in de levering van specifieke reserveonderdelen voor
industriële wasserijen, zoals bijvoorbeeld perskussens, en heeft een uniek en uitgebreid assortiment
verbruiksgoederen die compatibel zijn met de machines van de belangrijkste fabrikanten van
wasserijmachines.
E5-2 Maatregelen en middelen
Onze productontwikkeling is gericht op het standaardiseren en ontwerpen van eenvoudige machines met
modulaire componenten die gemakkelijk te vervangen of te upgraden zijn, waardoor de totale levensduur van
het product wordt verlengd. We hebben in de huidige rapporteringsperiode ook 61 nieuwe servicetechnici
aangeworven en zo ons netwerk van geschoolde technici uitgebreid van 203 naar 264 werknemers. Zij kunnen
meer onderhouds- en herstellingswerken uitvoeren, waardoor het aantal machines dat operationeel blijft na
hun geplande levensduur zal toenemen.
Toegewezen middelen: indirecte arbeidskosten
Samen met de sectorvereniging ETSA nemen wij deel aan discussies en beantwoorden wij vragen over
onderwerpen als de Europese kaderrichtlijn afvalstoffen, de Ecodesign for Sustainable Product Regulation
(ESPR) en de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV), met als doel de ontwikkeling te
ondersteunen van industrienormen die de circulaire economie bevorderen.
Toegewezen middelen: We investeren in tijd en personeel om het bedrijf te vertegenwoordigen in
werkgroepen van de sector, inzichten bij te dragen en beleid inzake de circulaire economie te helpen
vormgeven.
E5-3 Doelen
Voor de JENSEN-GROUP is het verlengen van de levenscyclus van producten een materieel onderwerp. Het
weerspiegelt ons engagement om de uitstroom van grondstoffen te beperken met duurzaam ontwerp en
duurzame praktijken. Door ons serviceaanbod uit te breiden en onze machines operationeel te houden tijdens
een langere levenscyclus, dragen wij ons steentje bij aan de circulaire economie en verhogen wij de
herstelbaarheid van onze machines. Algemene kennis en jarenlange bedrijfservaring tonen aan dat regelmatig
onderhoud de levensduur van een product verlengt en het energieverbruik op een ideaal niveau houdt,
waardoor energieverlies en de noodzaak om primaire grondstoffen te winnen en te verwerken worden
beperkt. Onderzoek bewijst ook dat producten die goed worden onderhouden minder snel voortijdig worden
verwijderd. Dat vermindert de totale afvalproductie en draagt bij aan een efficiënter gebruik van grondstoffen
in de context van een circulaire economie.
Daarom streven we naar een strategische en vrijwillige doelstelling voor het aantal doorlopende
serviceovereenkomsten. Dit zal immers een positief effect hebben op het milieu, de levensduur van de
machines en de materiaaluitstromen. Op dit moment hebben we echter geen methode om dit datapunt
effectief te meten en op te volgen, waardoor het onmogelijk is om een absolute doelstelling te bepalen.
DUURZAAMHEIDSRAPPORT
JAARVERSLAG 2024
We zijn van plan om in de volgende rapporteringsperiode de basis te leggen voor een nauwkeurige
berekeningsmethode, zodat we daarna een precieze doelstelling kunnen bepalen.
E5-5 Materiaaluitstromen
Ons streven naar circulariteit omvat plannen om het aantal serviceovereenkomsten bij te houden en zo een
beter inzicht te krijgen in de duurzaamheid van producten en andere materiële onderwerpen, zoals
energieverbruik van klanten en BKG-emissies in de downstream waardeketen. De hieronder aangegeven
verwachte duurzaamheidsschattingen gaan uit van een gebruiksintensiteit van één ploeg van 8 uur, 5
dagen/week.
Productcategorieën
Korte beschrijving
Geschatte verwachte duurzaamheid
(ten opzichte
van sectorgemiddelden)
Herstelbaarheid en gebruikt
ratingsysteem (indien van
toepassing)
JENSEN Washer Extractors
(JWE)
Eenvoudig en robuust ontwerp voor
gemakkelijk herstel en onderhoud in
combinatie met materiaal van hoge
kwaliteit voor een lange levensduur
20 jaar
Te definiëren in relatie tot onze
servicedoelstelling.
JENSEN Barrier Washers
(JBW)
JENSEN Tumble Dryers (JTD)
Hoogwaardige materialen voor een
lange levensduur en lichte constructie
voor demontage en recycleerbaarheid
van onderdelen
15 jaar
Materiaalbehandeling
Gebouwd voor een langere levensduur
met herstelbare of vervangbare
kernonderdelen
20 jaar
Tunnelwassers
Geoptimaliseerd voor waterrecirculatie
en upgradebaarheid van onderdelen
18 jaar
Extractie
Modern ontwerp voor hoge
onderhoudsvriendelijkheid en
onderdelen van topkwaliteit voor een
langere levensduur
12 jaar
Batchdroger
Gemakkelijk toegankelijk voor
onderhoud en vervanging van
onderdelen
15 jaar
Voorbereiding
Hoogwaardige materialen voor hoge
recycleerbaarheid
12 jaar
Toevoermachines grote
stukken
Ontworpen voor het recycleren van
onderdelen en snelle herstellingen
12 jaar
Strijkmachines
Gebouwd voor een langere levensduur
met herstelbare of vervangbare
kernonderdelen
15 jaar
Vouwmachines grote
stukken en handdoeken
Hoge toegankelijkheid en eenvoudig en
robuust ontwerp voor gemakkelijk
herstel en onderhoud
12 jaar
Toevoer- en vouwmachines
kleine stukken
Compact ontwerp voor hergebruik en
reparatie van onderdelen
12 jaar
Tunnelafwerkers
Hoogwaardige materialen voor een
lange levensduur en toegankelijkheid
voor gemakkelijk onderhoud
15 jaar
Vouwmachines kleding
Gemakkelijk toegankelijk voor
onderhoud en vervanging
componenten
12 jaar
6. EIGEN PERSONEEL ESRS S1
Onze aanpak m.b.t. onze werknemers
Waarom onze werknemers belangrijk zijn voor ons bedrijf
S1-SBM3 Materiële impact, risico's en opportuniteiten en de wisselwerking daarvan met strategie en
businessmodel
De JENSEN-GROUP beschouwt gezondheid en veiligheid als een kritisch en materieel onderwerp wegens de
directe impact op het welzijn van de werknemers en de potentiële financiële en reputatierisico's die het met
zich meebrengt. Een veilige werkomgeving bieden, vermindert niet alleen het aantal incidenten en de daarmee
gepaard gaande kosten, maar waarborgt ook de productiviteit en ondersteunt onze reputatie als
verantwoordelijke werkgever. Daarnaast zijn ook opleiding en ontwikkeling van vaardigheden materiële
onderwerpen omdat ze positief bijdragen tot het behoud van deskundige werknemers en het beperken van het
risico dat expertise verloren gaat. Wij zien een kans om jongere werknemers aan te trekken door degelijke
opleidingsprogramma's aan te bieden die relevante vaardigheden voor onze sector aanbieden. Ervaren
werknemers die met pensioen gaan zonder dat er vooraf een passende kennisoverdracht heeft
plaatsgevonden, vormen een strategisch risico. Om dat aan te pakken, nemen wij gestructureerde initiatieven
voor het delen van kennis, zodat cruciale expertise effectief wordt doorgegeven. Op die manier wordt de
operationele continuïteit gewaarborgd en de veerkracht van ons personeel vergroot.
Door een gezonde en veilige werkomgeving, een gezonde bedrijfscultuur en opportuniteiten op individuele
groei te stimuleren, kan de JENSEN-GROUP de negatieve impact en risico's beperken. Bovendien biedt ons
klimaatgerelateerde transitieplan, met name onze aanpak om de emissies van machines in gebruik te
verminderen, een geweldige kans om banen te creëren in domeinen als innovatie, energiebeheer en service.
DUURZAAMHEIDSRAPPORT
JAARVERSLAG 2024
.
OO/UVC
/DVC
CSRD-subonderwerp
Negatieve impact Positieve impact Risico Kans
OO
Gezondheid, veiligheid en welzijn
HUIDIG: Impact op de
gezondheid van werknemers door
blootstelling aan
(lucht)verontreinigende stoffen of
blootstelling aan fysieke gevaren.
De negatieve impact is beperkt
tot werknemers die in de
productie werken en manuele en
halfautomatische activiteiten
uitvoeren, vooral
laswerkzaamheden. Als fabrikant
van industriële machines zijn
dergelijke activiteiten essentieel
voor ons bedrijf.
HUIDIG: Een veilige werkplek
met duidelijke processen,
opleiding, persoonlijke
beschermingsmiddelen, enz.
garandeert de gezondheid en
veiligheid van werknemers en
voorkomt zo letsels en
dodelijke ongevallen. Deze
maatregelen zijn het
belangrijkst voor werknemers
die in de productie werken.
KT: Lagere productiviteit door
afwezigheden in verband met
gezondheids- en
veiligheidskwesties, en de directe
of indirecte kosten die daaruit
voortvloeien. Dit materiële risico
geldt voor al onze werknemers.
Onze kernwaarden onderstrepen
het belang van een gezonde en
uitdagende werkplek om
uitzonderlijke resultaten te
behalen.
MID: Strengere milieuwetgeving
die leidt tot investeringen in
infrastructuur om gezonde
werkomstandigheden in fabrieken
te waarborgen.
OO
Opleiding en ontwikkeling van
vaardigheden
HUIDIG: Maatregelen om goed
opgeleide werknemers te
behouden en tegelijk jongere
werknemers de kans te geven
om te groeien en hun
vaardigheden te ontwikkelen,
leiden tot meer
werktevredenheid, een beter
moreel en een grotere
betrokkenheid. Dit geldt voor
alle werknemers en vooral voor
verkoop- en technische
specialisten, waar de
uitwisseling van kennis cruciaal
is om te voldoen aan de eisen
en tevredenheid van de klant.
Het is in lijn met onze missie
om onze mensen voortdurend
te ontwikkelen en te investeren
in nieuw talent.
KT: Financiële effecten als gevolg
van verminderde
bedrijfscontinuïteit indien de
nodige geschoolde
arbeidskrachten niet te vinden
zijn. Dit geldt vooral voor
handenarbeid, waar het moeilijker
is om te rekruteren. Extra
uitdaging voor fabriek in
Denemarken op het eiland
Bornholm. Moeilijk om jonge
mensen aan te trekken naar een
afgelegen plek.
KT: Financieel risico in verband
met het vertrek van oudere
werknemers zonder dat ze hun
kennis doorgeven aan jongere
werknemers (risico van
bedrijfscontinuïteit). Dit geldt
voor alle werknemers en vooral
voor verkoop- en technische
specialisten, waar de uitwisseling
KT: Een groot opleidingsaanbod
en doorgroeimogelijkheden
dragen bij aan het
personeelsbehoud. Dit geldt
voor alle werknemers. Dit is in
lijn met onze missie om onze
mensen voortdurend te
ontwikkelen en te investeren in
nieuw talent.
S1 - Eigen personeel
Hoe de JENSEN-GROUP zijn aanpak m.b.t. de werknemers vormgeeft en opvolgt
Gezondheid, veiligheid en welzijn
S1-1 Beleid
Onze werknemers zijn de reden van ons succes en hun welzijn is dus van essentieel belang voor ons.
De JENSEN-GROUP wil dat zijn werknemers overal ter wereld in een veilige en ergonomische omgeving werken.
Alle werknemers worden aangemoedigd om bij te dragen aan de uitbouw van veilige werkomgevingen door de
veiligheidsmaatregelen in hun dagelijkse activiteiten toe te passen.
Gezondheid en veiligheid krijgen dan ook prioriteit in elke vestiging van de JENSEN-GROUP. Onze activiteiten
worden geleid in overeenstemming met de lokale gezondheids- en veiligheidsvereisten en wij voorzien
passende opleidingen rond veiligheid en ongevallenpreventie waar nodig.
Dit proces en de toepassing van lokale wetgeving vervangen een beleid.
Elke fabriek van de JENSEN-GROUP heeft een Health & Safety Manager. Die is verantwoordelijk voor de
implementatie van gezondheids- en veiligheidsmaatregelen in de respectievelijke fabriek, overeenkomstig de
lokale regelgeving en vereisten. Bij JENSEN China, bijvoorbeeld, analyseert een veiligheidsbeheerssysteem, dat
de werking van de machines controleert, de belangrijkste veiligheidspunten in het productieproces.
In verschillende fabrieken van JENSEN worden driemaandelijkse werkomgevingscomités georganiseerd, die
bestaan uit lokale managers en werknemersvertegenwoordigers, om de gezondheids- en veiligheidsprocedures
te bespreken en bedrijfsongevallen te evalueren. Verschillende van onze verkoop- en servicekantoren hebben
ook een beheersysteem voor gezondheid en veiligheid. Eigenlijk valt 75,9% van al onze werknemers onder een
dergelijk systeem. Dit is de eerste keer dat we informatie over dit onderwerp bekendmaken. Er zijn dus geen
vergelijkende gegevens van eerdere rapporteringsperiodes. De naleving van de lokale wet- en regelgeving
inzake gezondheid en veiligheid maakt ook deel uit van de jaarlijkse risicoanalyse door het Executive
Management Team.
S1-4 Aanpak en maatregelen
De JENSEN-GROUP heeft uitgebreide gezondheids- en veiligheidsmaatregelen ingevoerd die gericht zijn op het
welzijn van de werknemers en de integriteit op de werkplek. Via een gestructureerd onboarding proces worden
nieuwe werknemers vertrouwd gemaakt met de belangrijkste gezondheids- en veiligheidsprotocollen.
Dit proces wordt ondersteund door regelmatige check-ins met de werknemers om tegemoet te komen aan
behoeften en problemen. Het bedrijf geeft prioriteit aan hygiënische normen op de werkplek om een veilige en
comfortabele omgeving te garanderen. Tijdens regelmatige vergaderingen tussen Onboarding Managers van
alle entiteiten worden de beste praktijken uitgewisseld en onze gezondheids- en veiligheidsstrategieën in alle
vestigingen op elkaar afgestemd.
Flexibele werkomstandigheden, waar mogelijk met inbegrip van hybride werkopties, worden aangeboden om
het evenwicht tussen werk en privéleven van werknemers te verbeteren.
DUURZAAMHEIDSRAPPORT
JAARVERSLAG 2024
Voor werk op locatie wordt een verplichte veiligheidsopleiding voorzien, naast persoonlijke
beschermingsmiddelen (PPE) indien nodig.
De veiligheid op de werkplek wordt voortdurend versterkt door regelmatig risicobeoordelingen uit te voeren
en het STOP-principe (Substitutie of vervanging, Technische oplossingen, Organisatorische maatregelen en
Personeelsmaatregelen) toe te passen. Bovendien vormen preventieve acties een integraal onderdeel van onze
dagelijkse activiteiten.
Leiderschapsopleidingen benadrukken een cultuur van veiligheid en respect, ondersteund door
preventiemechanismen zoals een klokkenluidershotline en het ‘grootvaderprincipe’ voor onpartijdige
besluitvorming. Onze kantoren zijn aangepast om te voldoen aan de nieuwste veiligheidsnormen.
Alle inspanningen worden ondersteund door de kernwaarden van JENSEN die een op samenwerking, respect
en succes gerichte werkcultuur promoten. Door deze principes in te bedden in ons gezondheids- en
veiligheidskader behouden wij een gezonde, ondersteunende en conforme werkplek die afgestemd is op onze
werknemers en klanten.
De transitie naar een klimaatneutrale economie is weliswaar cruciaal om de klimaatverandering te beperken,
maar kan ook gepaard gaan met potentiële negatieve gevolgen voor de gezondheid en de veiligheid. In het
geval van JENSEN kunnen deze potentiële negatieve gevolgen leiden tot een slechte luchtkwaliteit binnen als
gevolg van verbeterde isolatie en energie-efficiëntiemaatregelen in onze fabrieken. Hoewel deze maatregelen
het energieverbruik op doeltreffende wijze verminderen, kunnen
ze, indien ze niet correct worden beheerd, de kwaliteit van de binnenlucht in het gedrang brengen en mogelijk
een impact hebben op de gezondheid van de luchtwegen. Het is echter belangrijk om te benadrukken dat door
middel van het juiste beheer en preventieve strategieën, zoals zorgen voor voldoende ventilatie, deze
negatieve gevolgen effectief kunnen worden beperkt en voorkomen.
Toegewezen middelen: huidige operationele kosten omvatten veiligheidsopleiding, onderhoud van
luchtvervuilingfilters, beschermende werkkleding en maskers voor werkennemers en investeringen in werk-
/gezondheidsverzekeringen. Deze zijn niet significant en vormen deel van onze operationele uitgaven toegelicht
op pagina 237 van dit jaarverslag.
S1-5 Doelen
Door middel van kwartaalrapportering over gezondheid en veiligheid kunnen wij de voortgang opvolgen en
eventuele problemen identificeren, zodat we snel de nodige maatregelen kunnen nemen. Het Head of
Corporate Sustainability rapporteert over alle significante gevolgen of risico's die uit de gegevens naar voren
komen aan het Executive Management Team tijdens hun maandelijkse vergaderingen.
Onze doelstelling is om het aantal ongevallen en beroepsziekten tot een minimum te beperken en ervoor te
zorgen dat ons percentage letsels en werkgerelateerde ziektes onder de 12 incidenten per miljoen werkuren
blijft. Het percentage letsels wordt bepaald door het totale aantal ongevallen te delen door het cumulatieve
aantal reguliere werkuren voor alle werknemers en vervolgens de uitkomst te vermenigvuldigen met één
miljoen gewerkte uren.
Zie hoofdstuk S1-14 hierna voor meer informatie over de berekeningsmethode. Het spreekt voor zich dat onze
doelstelling voor werkgerelateerde sterfgevallen 0 is.
Wij zorgen voor het algemene welzijn van onze werknemers, zoals blijkt uit de twee bijkomende strategische
gezondheids- en welzijnsindicatoren die we opvolgen en waarover we rapporteren:
Dankzij het verlooppercentage kunnen wij nagaan hoeveel werknemers ontslag nemen, wat ons een
idee geeft van de werknemerstevredenheid. Het is de bedoeling dat de JENSEN-GROUP een
aantrekkelijke werkgever blijft voor nieuwe getalenteerde én huidige werknemers.
Het verlooppercentage wordt driemaandelijks opgevolgd. Het wordt berekend op basis van het aantal
vaste werknemers dat ontslag nam tijdens de rapporteringsperiode gedeeld door het totaal aantal
werknemers aan het begin van de rapporteringsperiode. Onze doelstelling is een jaarlijks
verlooppercentage van maximaal 5%.
Het aantal ziektedagen per werknemer is een andere manier om het welzijn van onze mensen te
meten en een nauwkeuriger beeld te krijgen van het algemene werkklimaat. Onze doelstelling is
minder dan 5 ziektedagen per werknemer per jaar. Dit cijfer wordt driemaandelijks berekend en
gerapporteerd door het totale cumulatieve aantal ziektedagen voor alle werknemers te delen door
het totaal aantal werknemers aan het einde van de rapporteringsperiode. Door regelmatig te
rapporteren over deze gegevens voor alle entiteiten kunnen wij proactieve maatregelen nemen
wanneer de cijfers aanzienlijk beginnen te stijgen. We kunnen onmiddellijk contact opnemen met de
general manager van de lokale entiteit of de vakbondsvertegenwoordigers om corrigerende
maatregelen te bespreken en te implementeren die gericht zijn op het verminderen van deze
aantallen.
S1-14 Veiligheids- en gezondheidsmaatstaven
DOEL
2025
31 december
2024
31 december
2023
31 december
2022
Aantal sterfgevallen bij eigen personeel als gevolg
van werkgerelateerde letsels en werkgerelateerde
gezondheidsproblemen
0
0
-
-
Aantal sterfgevallen als gevolg van
werkgerelateerde letsels en werkgerelateerde
gezondheidsproblemen van andere werknemers
die in de vestigingen van het bedrijf werken
0
0
-
-
Aantal geregistreerde werkgerelateerde
ongevallen en gezondheidsproblemen bij eigen
personeel
-
47
38*
45*
Percentage geregistreerde werkgerelateerde
ongevallen en gezondheidsproblemen bij eigen
personeel*
12
12,5
-
-
DUURZAAMHEIDSRAPPORT
JAARVERSLAG 2024
Aantal verloren werkdagen door
werkgerelateerde letsels en sterfgevallen door
werkgerelateerde ongevallen, werkgerelateerde
gezondheidsproblemen en sterfgevallen door
gezondheidsproblemen gerelateerd aan
werknemer
-
596
-
-
Percentage van eigen personeel onder een
gezondheids- en veiligheidsbeheersysteem dat
gebaseerd is op wettelijke vereisten en (of)
erkende normen of richtlijnen
-
75,9%
-
-
ziektedagen/werknemer**
< 5
6,7
5
5
Percentage vaste werknemers die ontslag hebben
genomen verlooppercentage***
5%
5,5%
9%
5%
Boekhoudbeleid
* Om het percentage werkgerelateerde ongevallen en gezondheidsproblemen te berekenen, hebben we het
totale aantal werkuren van ons personeelsbestand nodig. We schatten het aantal uren op 1.760 (220 dagen van
8 uur). De gegevens over werkgerelateerde ongevallen en gezondheidsproblemen uit de vorige
rapporteringsperiode waren beperkt tot het aantal ongevallen die niet werden gemeld als werkgerelateerd
ongeval en tot het percentage gezondheidsproblemen.
Om dit percentage te berekenen, hebben we het totale aantal werknemers uit de vorige rapporteringsperiodes
nodig, en dat kennen we niet omdat onze berekening van het aantal werknemers uit voorgaande
rapporteringsperiodes is gebaseerd op het aantal VTE's en niet op het werkelijke aantal werknemers. Om deze
redenen is een vergelijking van het letselpercentage met voorgaande rapporteringsperiodes niet mogelijk.
Raadpleeg voor de definitie van werkgerelateerde gezondheidsproblemen de richtlijnen van de ESRS S1.
** In tegenstelling tot gevallen van werkgerelateerde gezondheidsproblemen, kunnen ziektedagen zowel
werkgerelateerd als niet-werkgerelateerd zijn. Wij tellen ook de werknemers mee die tijdens de
rapporteringsperiode ontslag hebben genomen, maar niet vakanties, weekends, langdurige afwezigheden van
meer dan twee maanden en moeder- of vaderschapsverlof.
*** Het verschil met personeelsverloop is dat we het verlooppercentage beschouwen als een indicator van het
welzijn van werknemers. Er wordt alleen gekeken naar vaste werknemers die ontslag hebben genomen en alle
andere redenen om het bedrijf te verlaten, zoals ontslag of pensionering, worden buiten beschouwing gelaten.
Dit cijfer wordt dan gedeeld door het totale aantal werknemers.
Opleiding en ontwikkeling van vaardigheden
S1-1 Beleid
Voor de JENSEN-GROUP is de voortdurende ontwikkeling van onze mensen en het aantrekken van nieuwe
getalenteerde werknemers van cruciaal belang. Onze werknemers en hun vaardigheden zijn essentieel om
onze eerste prioriteit te realiseren: klanttevredenheid. Om de missie van de Groep uit te voeren en de JENSEN
Spirit te ondersteunen, moeten er grote inspanningen worden geleverd om talentvolle mensen aan te trekken
en te behouden, en de vaardigheden van huidige en toekomstige leiders verder te ontwikkelen. Het
managementteam van de JENSEN-GROUP promoveert collega's op basis van de juiste ingesteldheid, prestaties,
talenten en ambities, ongeacht identificerende kenmerken zoals leeftijd of gender. Onze doelstelling is dat
iedere werknemer die opleiding vergt, deze ook verkrijgt.
Hoewel de JENSEN-GROUP momenteel geen geformaliseerd beleid heeft op het vlak van opleiding en
ontwikkeling van vaardigheden, wordt voorrang gegeven aan de voortdurende groei en ontwikkeling van zijn
werknemers in alle functies. Deze aanpak komt overeen met onze bedrijfscultuur onder JENSEN-Spirit en is
aangepast aan functie specifieke vereisten en individuele noden. Technische teams krijgen gespecialiseerde
opleidingen over het onderhoud van machines en veiligheid, terwijl administratieve en leidinggevende
werknemers opleidingen volgen over onder meer industriële regelgeving, digitale tools en leiderschap. We
omarmen een flexibele en ondersteunende benadering voor werknemers die interesse tonen in het volgen van
verdere opleidingen om hun vaardigheden te verbeteren. Dit omvat het aanbieden van deeltijdwerkregelingen
en, in sommige gevallen, het bieden van financiële ondersteuning voor hun training.
Elk jaar moeten onze werknemers een aantal basisopleidingen volgen om op de hoogte te blijven van beste
praktijken en nalevingsnormen. Daarnaast kunnen werknemers en managers indien nodig bijkomende
opleidingen aanvragen op basis van veranderende functievereisten of carrièredoelen.
Onze werknemers zijn bijvoorbeeld verplicht om regelmatig opleidingen rond cyberbeveiliging te volgen.
De uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de uitvoering van deze opleidingsprogramma's ligt bij het Executive
Management Team, dat ook toeziet op een escalatieprocedure indien werknemers de opleiding niet afmaken.
Verder hanteren wij in onze fabrieken in Europa een gestructureerde aanpak voor het aanwerven van stagiairs,
die na afronding van hun opleiding bij ons een vaste job kunnen krijgen.
S1-4 Aanpak en maatregelen
De JENSEN-GROUP heeft gekozen voor een allesomvattende aanpak m.b.t. opleidingen en ontwikkeling van
vaardigheden, waarbij een evenwichtige mix van praktijkervaring en gestructureerd leren centraal staat.
In overeenstemming met onze overtuiging dat het verbeteren van vaardigheden het best bereikt wordt door
diverse methodes te gebruiken, leggen wij de nadruk op learning by doing (al doende leren) en knowledge
sharing (delen van kennis), aangevuld met gestructureerde theoretische opleidingen.
De JENSEN-GROUP heeft de voorbije jaren aanzienlijk geïnvesteerd in bedrijfs-, lokale en individuele
opleidingsinitiatieven via de JENSEN Academy, die opleidingen aanbiedt op alle niveaus van de organisatie.
DUURZAAMHEIDSRAPPORT
JAARVERSLAG 2024
Onze opleidingsprogramma's omvatten webinars, onboardingsessies en gespecialiseerde modules voor
nieuwe werknemers, managers en projectmanagers, waarin technische vaardigheden, functie specifieke
kennis en leiderschapsontwikkeling aan bod komen. Om de groei van vaardigheden verder te ondersteunen,
fungeren ervaren werknemers als kennisleiders, die waardevolle expertise doorgeven aan junior werknemers
door middel van zowel gestructureerde opleidingen als mentorschap op de werkplek.
Dat zorgt op zijn beurt voor een effectieve overdracht van kennis tussen generaties en entiteiten wereldwijd.
Gezien de internationale aanwezigheid van de Groep bieden wij sinds 2010 digitale opleidingen voor
kantoorfuncties (zoals verkoop, marketing, management en back-office).
Onze hybride opleidingen combineren fysieke en virtuele formats, wat het comfort verhoogt, de reiskosten
verlaagt en de uitstoot van broeikasgassen vermindert.
Daarnaast fungeert de JENSEN-GROUP als een opleidingscentrum voor jong talent, doordat in de fabrieken
stages worden voorzien voor verschillende beroepsopleidingen en zo de volgende generatie van geschoolde
werknemers worden opgeleid. Dankzij deze veelzijdige en wereldwijde opleidingsstructuur kunnen onze
werknemers zich verder ontwikkelen in een dynamische werkomgeving.
Wij bieden binnen de hele organisatie ondersteuning op het vlak van professionele groei, samenwerking en
continuïteit.
Toegewezen middelen: Indirecte kosten van tijd en arbeid. De huidige operationele uitgaven omvatten de
financiële bijdrage van de JENSEN-GROUP aan werknemersopleidingen, die niet significant is en deel uitmaakt
van onze operationele kosten (OPEX), zoals vermeld op pagina 237 van het jaarverslag.
S1-5 Doelen
Aan de hand van cijfers over opleiding en ontwikkeling van vaardigheden kunnen wij de voortgang opvolgen en
eventuele problemen identificeren, zodat we snel de nodige maatregelen kunnen nemen. Het Head of
Corporate Sustainability rapporteert over alle significante gevolgen of risico's die uit de gegevens naar voren
komen aan het Executive Management Team tijdens hun maandelijkse vergaderingen. Tegen 2026 streven we
ernaar dat er minstens één jaarlijks evaluatiegesprek per werknemer is in alle entiteiten door een
gestroomlijnd evaluatieproces te implementeren. Deze nieuwe aanpak is bedoeld om het evaluatieproces
efficiënter en interessanter te maken.
Om dit te bereiken, willen we een template introduceren waarmee werknemers feedback kunnen geven over
hun algemene werktevredenheid en hun professionele ontwikkelingsdoelen kunnen formuleren. Deze
methode is gericht op het bevorderen van een meer interactief en bevredigend evaluatieproces.
S1-13 Maatstaven voor opleiding en ontwikkeling van vaardigheden
Gemiddeld aantal opleidingsuren/werknemer
31
december
2024
31
december
2023
31
december
2022
Gemiddeld aantal opleidingsuren/werknemer
21
32
21
Boekhoudbeleid
Deze info wordt berekend als het totale aantal opleidingsuren dat is voltooid door werknemers gedeeld door
het totale aantal werknemers. Tenzij een aantekening op een uurrooster anders aangeeft, komt een opleiding
van een dag overeen met 8 uur opleiding. Opleidingen omvatten:
Interne cursussen georganiseerd door entiteiten van JENSEN (e-learnings en on-site opleiding).
o Een belangrijke opleiding is die voor nieuwe servicetechnici op locatie bij een klant zodat zij
zoveel mogelijk praktijkervaring opdoen en hun technische vaardigheden verbeteren in
realtime situaties onder toezicht van een ervaren collega. Tot nu toe hadden we geen zicht op
het aantal uren dat werd geïnvesteerd in de opleiding van servicetechnici bij een klant. We
hebben op dat vlak een aantal belangrijke digitale verbeteringen doorgevoerd, zodat we deze
uren voortaan nauwkeurig kunnen rapporteren.
Door werknemers gevolgde externe cursussen (bijscholing door derden, zoals universiteiten,
taalscholen, enz.) waaraan het bedrijf heeft bijgedragen door vrije tijd en/of financiële middelen toe
te wijzen.
Number and rate of yearly performance reviews
TARGET
2026
December 31, 2024
Number of performance reviews
810
Rate in proportion of total workforce
100%
38%
Boekhoudbeleid
Het percentage evaluatiegesprekken wordt berekend op basis van het aantal werknemers die minstens één
gesprek hebben gehad, gedeeld door het totale aantal werknemers. Dit is de eerste keer dat we informatie
over dit onderwerp opvolgen en bekendmaken. Er zijn dus geen vergelijkende gegevens van eerdere
rapporteringsperiodes.
Als verantwoordelijke leider is investeren in nieuw talent en het koesteren van de toekomstige generatie een
integraal onderdeel van de JENSEN-GROUP missie en maatschappelijke bijdrage. Daarom geven we prioriteit
aan het aanbieden van stageplaatsen in onze Europese fabrieken, waar jonge mensen hun tijd verdelen tussen
het verwerven van praktische vaardigheden op het werk en het opdoen van theoretische kennis op school.
Deze leerlingen worden volledig geïntegreerd in ons personeelsbestand en leveren kwaliteitswerk dat bijdraagt
aan ons succes.
DUURZAAMHEIDSRAPPORT
JAARVERSLAG 2024
Stages
31
december
2024
31
december
2023
31
december
2022
Aantal schooluren voor leerlingen
30.365
Aantal leerlingen
86
78
60
Boekhoudbeleid
Schooluren worden berekend met behulp van tijdregistratiesystemen die registreren wanneer leerlingen
afwezig zijn van het werk voor onderwijsdoeleinden.
Hoe de JENSEN-GROUP in overleg gaat met zijn werknemers
S1-2 Processen om met eigen werknemers en hun vertegenwoordigers te overleggen over impact
Wij streven naar een cultuur waarin iedereen zich veilig voelt om te praten over belangrijke zaken en
de vrijheid heeft om initiatief te nemen en resoluut te handelen in het belang van het bedrijf.
De JENSEN-GROUP heeft een omgeving gecreëerd waarin persoonlijke initiatieven sterk gewaardeerd worden.
De Groep is er sterk van overtuigd dat de werknemers het best geplaatst zijn om lokale noden te identificeren
waarvoor de JENSEN-GROUP het verschil kan maken. Wij geloven dat de werknemers van
de JENSEN-GROUP de slogan ‘We denken globaal en handelen lokaal’ daadwerkelijk in de praktijk brengen, en
dat dit heeft geleid tot veel verschillende initiatieven en activiteiten op bedrijfs- en lokaal niveau. Onze
werknemers moeten verantwoordelijkheid nemen voor hun daden, en wij vertrouwen erop dat ze het juiste
doen. Zo willen wij hun zelfvertrouwen, welzijn en prestaties stimuleren.
Onze vlakke hiërarchie en lean bedrijfsstructuur moedigen onze werknemers aan om hun mening en
bekommernissen te uiten. Wij stimuleren een open en inclusieve omgeving waarin alle werknemers zich
gewaardeerd voelen en hun ideeën en feedback kunnen delen zonder dat ze schrik moeten hebben voor
vergelding. Als problemen en bezorgdheden niet kunnen worden voorgelegd bij de directe leidinggevende van
een werknemer, worden ze besproken met de leidinggevende van de leidinggevende. Dit staat bekend als het
grootvaderprincipe. Het werkt heel goed binnen onze organisatie. Daarnaast bieden wij een
klokkenluidershotline die wordt beheerd door een onafhankelijke derde partij, en waar werknemers en
stakeholders anoniem in hun eigen taal hun bezorgdheden kunnen uiten. In onze Europese
productievestigingen onderhouden wij bovendien een actieve communicatie en samenwerking met de
vakbonden die de belangen van onze werknemers behartigen.
Onze hands-on aanpak start aan de top met de strategische en operationele betrokkenheid van het Executive
Management Team. Elk kwartaal bespreekt het team de huidige uitdagingen en mogelijke verbeteringen met
elke bedrijfsregio, die wordt vertegenwoordigd door de Business Region Director.
De JENSEN-GROUP wil zijn open cultuur verder uitbouwen en uitdragen in de hele Groep. Hiervoor worden
verschillende communicatiekanalen en -platforms gebruikt om de werknemers te informeren over de
bedrijfsdoelstellingen, strategieën en recente ontwikkelingen.
Op Jennet, het intranet van de JENSEN-GROUP, is informatie te vinden over een hele reeks thema’s, waaronder
productinformatie, HR-nieuws, en de principes en richtlijnen van de Groep.
Hoewel Jennet een waardevolle tool is om informatie te verspreiden binnen de JENSEN-GROUP, wordt
het gebruik van interne sociale media, zoals een app op de smartphones van de werknemers, ook
aangemoedigd. Het is een moderne manier om nieuws te delen en van gedachten te wisselen.
De verschillende afdelingen bepalen zelf welke van deze algemene communicatietools ze bij voorkeur
gebruiken en ondernemen actie om dit te organiseren. Deze samenwerkingstools ondersteunen de uitwisseling
van nieuwe ideeën en inzichten en bieden uiteindelijk voordelen voor het personeel en voor de ontwikkeling
van het bedrijf als organisatie.
S1-3 Processen om de negatieve impact te herstellen en kanalen voor eigen werknemers om hun
bezorgdheden te uiten
Toegang tot rechtsmiddelen helpt om eerlijkheid, rechtvaardigheid en bescherming te garanderen voor
individuen en gemeenschappen. Het stelt mensen in staat om verhaal te halen en een oplossing te vinden
wanneer ze van mening zijn dat hun rechten zijn geschonden en het bevordert een meer rechtvaardige en
eerlijke werkplek. Als werknemers van mening zijn dat er pesterijen, discriminatie of intimidatie hebben
plaatsgevonden, dan worden ze aangemoedigd om hulp te zoeken. Onze werknemers moeten wangedrag in
eerste instantie aankaarten bij hun leidinggevende en volgens het grootvaderprincipe.
Als ze zich echter zorgen maken over de reactie of het gebrek aan reactie, of niet met de leidinggevende
kunnen praten, kunnen ze gebruikmaken van de klokkenluidersregeling. Alle nieuwe werknemers worden bij de
start van hun functie geïnformeerd over deze mogelijkheden via hun onboarding proces.
We zijn van plan om het bewustzijn nog verder te vergroten door in 2025 een opleiding te geven over onze
gedragscode en de klokkenluidershotline. JENSEN heeft als organisatie de verantwoordelijkheid om alle
gemelde gevallen ernstig te nemen en, na onderzoek, een eerlijke oplossing te bieden die rekening houdt met
de behoeften van alle partijen. Wij houden rapporten en resultaten op een veilige en vertrouwelijke manier bij.
Geschillen worden rechtstreeks naar de Voorzitter van het Audit- en Risicocomité gestuurd en niet naar
personen die betrokken zijn bij de dagelijkse activiteiten.
De JENSEN-GROUP heeft een duidelijk en reactief proces om negatieve ervaringen die werknemers melden aan
te pakken. Werknemers worden aangemoedigd om alle problemen op de werkvloer, zoals gezondheids- en
veiligheidsproblemen, werkomstandigheden en managementpraktijken, te melden aan hun leidinggevende,
de leidinggevende van hun leidinggevende of de lokale Onboarding Manager.
DUURZAAMHEIDSRAPPORT
JAARVERSLAG 2024
De persoon die de klacht ontvangt, voert een eerste onderzoek uit en stuurt de zaak door naar relevante
teamleiders of leden van het management voor verder onderzoek, afhankelijk van de aard en de ernst van het
probleem. Tijdens dit hele proces blijft de vertrouwelijkheid gewaarborgd om de identiteit van de werknemer
te beschermen en elke vorm van vergelding te voorkomen.
Om uitgebreide ondersteuning te garanderen, werkt het bedrijf actief samen met werknemers-
vertegenwoordigers en ondernemingsraden om zo belangrijke punten van zorg te bespreken en samen naar
oplossingen te zoeken. Regelmatige vergaderingen met vakbondsvertegenwoordigers zorgen ook voor
transparante communicatie en overleg over verbeteringen op de werkplek, en creëren zo een gestructureerd
forum om problemen van werknemers collectief aan te pakken.
Het Executive Management Team wordt in de driemaandelijkse bedrijfsrapporten geïnformeerd over de
belangrijkste problemen en ontvangt ook input van vertegenwoordigers van de werknemers, zodat het
patronen kan identificeren en de nodige aanpassingen kan doorvoeren. Door directe feedback van werknemers
te integreren met input van vakbonden en raden, biedt het bedrijf een gestructureerde en proactieve aanpak
om problemen snel op te lossen, waardoor een veilige en ondersteunende werkplek wordt bevorderd.
Kenmerken van de werknemers van de JENSEN-GROUP
S1-6 Kenmerken van de werknemers van JENSEN
Landen met meer dan 50 werknemers
(personeelsbestand)
31 december
2024
Denmark
766
Germany
383
China
368
USA
190
Sweden
123
Other countries
298
Total per 31 December 2024
2.128
Aantal werknemers (personeelsbestand)
31 december
2024
Mannen
1.843
Vrouwen
285
Niet aangegeven
0
Totaal per 31 december 2024
2.128
Aantal werknemers per type contract en regio
(personeelsbestand)
31 december
2024
31 december
2023
Vast
1.895
-
Tijdelijk
231
-
Niet-gegarandeerde uren
2
-
Totaal per 31 december 2024
2.128
Totaal aantal VTEs
2.059
1.830
Aantal werknemers per type contract en regio
(personeelsbestand)
31 december
2024
Vast
Tijdelijk
Niet-
gegarandeerde
uren
Europa
1.501
1.387
113
1
Azië en Oceanië
431
312
118
1
Amerika (Noord-Amerika, Midden-Amerika, Zuid-
Amerika, Caribisch gebied)
196
196
0
0
Totaal per 31 december 2024
2.128
1.895
231
2
Aantal en personeelsverloop (personeelsbestand)
31 december
2024
Aantal werknemers dat het bedrijf verlaat
184
Verlooppercentage
8,6%
DUURZAAMHEIDSRAPPORT
JAARVERSLAG 2024
Boekhoudbeleid
Tijdelijke werknemers omvatten leerlingen en stagiairs omdat ze een contract van bepaalde duur hebben.
Het verlooppercentage wordt berekend door het aantal medewerkers dat het bedrijf om verschillende redenen
verlaat (gedwongen ontslag, pensionering, vrijwillig ontslag, overlijden in dienst) te delen door het totale
aantal werknemers (personeelsbestand) aan het einde van de rapporteringsperiode.
VTE's worden berekend op basis van het werkgelegenheidspercentage (bv. 40% = 0,4 VTE) en gerapporteerd op
basis van het totale aantal VTE's aan het einde van de rapporteringsperiode.
Door het ontbreken van vergelijkbare informatie in voorgaande rapporteringsperioden is vergelijking met
cijfers uit het verleden niet mogelijk, behalve voor het totale aantal VTE's.
Het totale aantal werknemers is opgenomen in de jaarrekening (Toelichting 13) zonder uitsplitsing naar
werknemerscategorie of gender.
7. CONSUMENTEN EN EINDGEBRUIKERS ESRS S4
Onze aanpak m.b.t. productkwaliteit en -veiligheid
Waarom productkwaliteit en -veiligheid belangrijk zijn voor ons bedrijf
ESRS2-SBM3 Materiële impact, risico's en opportuniteiten en de wisselwerking daarvan met strategie en businessmodel
Voor details m.b.t. de globale wisselwerking van impact, risico's en opportuniteiten met onze strategie en ons businessmodel, verwijzen we naar hoofdstuk 1 “Dubbele
materialiteitsbeoordeling. Voor het type klanten dat een impact ondervond, verwijzen we naar het profiel van de JENSEN-GROUP of naar Bijlage A “Strategie”.
OO/UVC
/DVC
CSRD-subonderwerp
Negatieve impact Positieve impact Risico Kans
DVC
Productkwaliteit & veiligheid
HUIDIG: Minder impact op de
gezondheid en veiligheid van
gebruikers dankzij
procesautomatisering (bv.
geautomatiseerd
sorteersysteem) en door
verbeteringen aan de
werkomstandigheden van
operatoren (bv.
geluidsreductie, ergonomie).
Dit vormt de kern van onze
bedrijfsstrategie.
HUIDIG: Een handenvrije
bediening zorgt voor optimale
hygiënische omstandigheden in
wasserijen voor de
gezondheidszorg en vermindert
het risico op ongelukken door
vreemde voorwerpen die
achterblijven in werkkleding
(bv. naalden, scharen, ...). Dit
is het resultaat van onze
activiteiten op het vlak van
wasserij-automatisering en
robotica.
HUIDIG: De lokale
aanwezigheid van onze verkoop-
en servicekantoren maakt een
snelle interventie mogelijk: van
installatie tot dienstverlening
na verkoop en het geven van
KT: Reputatierisico door
incidenten met de
productkwaliteit en kosten door
het terugroepen van producten of
andere aansprakelijkheden.
KT: Reputatiekans die
voortvloeit uit de kwaliteit en
veiligheid van producten,
dankzij de hoge mate van
automatisering en de snelle
klachtenbehandeling vanwege
onze lokale aanwezigheid.
Automatisering en lokale
aanwezigheid zijn cruciaal voor
ons succes en vormen de kern
van ons businessmodel.
S4- Consumenten & eindgebruikers
DUURZAAMHEIDSRAPPORT
JAARVERSLAG 2024
Hoe de JENSEN-GROUP productkwaliteit en -veiligheid garandeert
S4-1 Beleid
De veiligheid van de operatoren van de klant en van alle gebruikers van de machines wordt even belangrijk
geacht als die van het eigen JENSEN-personeel. Hoewel we geen gezondheids- en veiligheidsbeleid hebben
voor onze klanten, voldoen alle machines naar beste weten van de Groep aan alle Europese
veiligheidsrichtlijnen (Europese normen, EN’s), en aan andere toepasselijke lokale vereisten. Gedreven door de
JENSEN Spirit en onze klantgerichte waarden, gaan wij verder dan de regelgeving en het beleid voorschrijven.
Onze toewijding aan het succes van onze klanten is de sleutel tot ons eigen succes. Veiligheidshandleidingen en
een grondige opleiding worden voorzien wanneer de machine bij de klant wordt geïnstalleerd. Zelfs tijdens de
ontwikkelingsfase besteedt de JENSEN-GROUP aandacht aan de ergonomie en algemene veiligheid van zijn
producten. De ontwikkelingsteams houden ook rekening met de geluidsemissies van de machines, want de
stress door geluidsoverlast heeft een negatieve invloed op de algemene gezondheid en het welzijn van de
operatoren.
Ergonomische oplossingen zijn geïntegreerd in alle sorteer-, behandelings- en afwerkingsprocessen. Dankzij
deze mentaliteit is onze eerste prioriteit om het aantal arbeidsongevallen bij onze klanten tot een absoluut
minimum te beperken; elk arbeidsongeval is er één te veel. Productveiligheid zal dan ook steeds een hoeksteen
blijven van de JENSEN-GROUP-strategie.
De JENSEN-GROUP streeft naar veilige en gezonde werkomstandigheden in wasserijen door intelligente
oplossingen te implementeren en door de sector aantrekkelijker te maken nu er een groot tekort aan
arbeidskrachten is. Intelligente geautomatiseerde systemen zorgen voor adequate werkomstandigheden,
waarin mensen slimmer werken in plaats van harder.
Met de oplossingen van JENSEN en zijn partner Inwatec gaat een kledingstuk slechts door drie paar handen:
ten eerste in de sorteerzone wanneer de zakken linnen op de transportband belanden, ten tweede in het
MetriQ-laadstation en ten derde in het uitpakstation. Dat is mogelijk omdat alle interfaces geautomatiseerd
zijn. Met een volledig geautomatiseerd sorteersysteem kunnen wij de veiligheid en aantrekkelijkheid van de
werkplek nog verder verhogen, omdat niemand het vuile linnengoed hoeft aan te raken, en kunnen mensen in
interessantere delen van de wasserij werken. Wanneer mensen en machines hand in hand werken, profiteren
werknemers van minder gezondheidsrisico’s en een verbeterde veiligheid, en halen ze meer voldoening uit hun
werk.
S4-4 Aanpak en maatregelen
Onze aanpak van productontwikkeling is gericht op het ontwerpen van machines die prioriteit geven aan
veiligheid en gebruiksgemak en waarin geavanceerde automatisering en ergonomisch ontwerp geïntegreerd
zijn. Wij willen op die manier de werkomstandigheden van wasserijmedewerkers verbeteren door risico's te
minimaliseren en de veiligheid te verhogen.
Eigenlijk zijn onze oplossingen hulpmiddelen die het welzijn van onze klanten en hun werknemers waarborgen
en zo een positieve invloed hebben op hun algemene gezondheid en veiligheid. Deze aanpak kadert binnen ons
voortdurende engagement om onze klanten de beste en veiligste oplossingen te bieden.
Hier zijn een paar voorbeelden van hoe geautomatiseerde systemen het werk in een wasserij veiliger en
aantrekkelijker maken:
Veilig sorteren: de THOR-sorteerrobot stelt wasserijen letterlijk in staat om de behandeling van vuil
linnengoed over te laten aan machines, waardoor ze hun personeel beschermen tegen gevaren
veroorzaakt door verontreiniging of gevaarlijke voorwerpen.
Ergonomisch sorteren van kleding: De Viking-sorteerder haalt afzonderlijke stukken uit de grotere
batch in een supersnel, geautomatiseerd proces. De machine kan zelfs de zwaarste batches aan
zonder dat medewerkers tussenbeide moeten komen.
Flexibel laden: Het MetriQ-laadstation is voorzien van diverse innovaties om de ideale combinatie van
ergonomie en efficiëntie te bieden. Verschillende functies, zoals de flexibele toevoerhoogte en de
functie ‘knoppen vooraan’, verlichten de dagelijkse werkbelasting. Het stille ontwerp is goed voor de
oren en de ingebouwde verlichting vermindert de belasting op de ogen.
Gedecentraliseerd toevoerconcept: Het gedecentraliseerde toevoerconcept van de Jenrail 2000
Automatic maakt strijklijnen met grote stukken veiliger. De betrokken werknemers werken vanop een
afstand, wat verbrandingsletsels voorkomt en voor een aangenamere werkomgeving zorgt.
Lagere omgevingstemperatuur: Nieuwe technologieën en verbeterde isolatie verminderen de
warmteverspilling. Dat verbetert niet alleen de energievoetafdruk, maar verlaagt ook de
omgevingstemperatuur met enkele graden, waardoor de werkomstandigheden verbeteren.
Volledig geautomatiseerde handdoekverwerking: Met de robot voor handdoektoevoer BLIZZ kunnen
handdoeken handsfree gesorteerd, toegevoerd, gevouwen en gestapeld worden. Deze automatisering
minimaliseert de behoefte aan menselijke tussenkomst en vermindert de fysieke belasting
veroorzaakt door repetitieve taken, waardoor de gezondheid en veiligheid van wasserijmedewerkers
aanzienlijk verbetert.
Ons productaanbod omvat robotica van Inwatec, die deze aanpak verder uitbouwt. Als vuil linnengoed
automatisch door een robot wordt gesorteerd, lopen operatoren niet het risico om gewond of zelfs besmet te
raken door vergeten voorwerpen in het textiel. Dergelijke voorwerpen kunnen pincetten, scalpels, scharen,
pennen en zelfs grotere voorwerpen zijn. Het geautomatiseerde sorteersysteem van Inwatec beperkt de
menselijke tussenkomst voor kwaliteitscontrole en toezicht, en bestaat uit een röntgenmachine en een
machinelearning-systeem. Robots pikken de stukken linnengoed op van transportbanden en brengen ze naar
de röntgenscanner, die ongewenste voorwerpen detecteert. Tegelijkertijd registreert een RFID-chiplezer het
kledingstuk en bepaalt de verdere sortering in het systeem. Al deze taken kunnen nu worden uitgevoerd door
een paar operatoren die alleen nog de zakken van de gedetecteerde kledingstukken moeten leegmaken.
De ambitie is om robots voldoende intelligent en efficiënt te maken zodat ze menselijke werknemers ontlasten
van zware taken.
DUURZAAMHEIDSRAPPORT
JAARVERSLAG 2024
In het rapporteringsjaar zijn geen andere belangrijke acties ondernomen.
Toegewezen middelen: 1,5 - 2% van onze omzet wordt geïnvesteerd in productontwikkeling, met
aandacht voor geautomatiseerde oplossingen en veilige en gebruiksvriendelijke productkenmerken;
indirecte arbeidskosten.
S4-5 Doelen
De grootste risico's gaan gepaard met het vuile werk in de wasserij door onhygiënische werkomstandigheden
en mogelijke ongelukken met achtergebleven vreemde voorwerpen in de kleding. Onze geautomatiseerde
sorteersystemen bieden de perfecte oplossing om deze risico’s te beperken en proactief in te spelen op
mogelijke toekomstige regelgeving die het werken in deze omstandigheden in een wasserij zou kunnen
beperken om veiligheidsredenen.
Onze strategische doelstelling is dat 10% van de klanten in landen met een bbp per hoofd van de bevolking
gelijk aan of hoger dan 30.000 US dollar volgens de indicatoren van de Wereldbank van 2023 in 2030 een
geautomatiseerd sorteersysteem zal hebben. Het huidige percentage ligt op 1% van de klanten met 97 actieve
geautomatiseerde sorteersystemen in deze markten in de rapporteringsperiode. Deze berekening is gebaseerd
op het aantal geautomatiseerde sorteersystemen in de betreffende landen, gedeeld door het totale aantal
klanten in deze markten.
Wij zullen de voortgang jaarlijks opvolgen.
Hoe de JENSEN-GROUP in overleg gaat met zijn klanten
S4-2 Processen om in dialoog te gaan met consumenten en eindgebruikers over impact
Zoals beschreven in verschillende secties van dit verslag, onderhouden wij een voortdurende dialoog met onze
klanten. De CEO van de JENSEN-GROUP is de hoogste verantwoordelijke voor de klantenbetrokkenheid. Op het
vlak van productkwaliteit en -veiligheid zorgt onze lokale aanwezigheid ervoor dat we snel kunnen ingrijpen in
geval van onderbrekingen of potentiële veiligheidsrisico's. Dat omvat ook ondersteuning op afstand via onze
helpdesk. Bovendien bieden wij onze klanten een preventief servicepakket aan dat bestaat uit regelmatige
onderhoudscontroles gedurende het jaar, waarbij elke machine van JENSEN wordt gecontroleerd door een
ervaren technicus en eventuele potentiële risico's snel kunnen worden geïdentificeerd.
S4-3 Processen om de negatieve impact te herstellen en kanalen voor consumenten en eindgebruikers om hun
bezorgdheden te uiten
Wij onderhouden sterke klantrelaties die zijn gebaseerd op open en eerlijke communicatie, waarbij klanten
worden aangemoedigd om rechtstreeks contact op te nemen met hun lokale verkoop- en
servicecontactpersoon als er problemen optreden. Contactgegevens voor elk land zijn gemakkelijk te vinden op
onze website en elke klant krijgt bij aanvang van elk project een primaire contactpersoon toegewezen.
Wij pakken de zaken grondig aan en streven ernaar de beste oplossingen te vinden om negatieve gevolgen te
verhelpen. Dit zijn kernwaarden die diep in ons DNA verankerd zitten.
Bedrijfsongevallen die leiden tot arbeidsongeschiktheid of sterfgevallen worden onmiddellijk door de Business
Region Director gerapporteerd aan het Executive Management Team.
Deze informatie wordt verzameld bij lokale entiteiten onder toezicht van de directeur en grondig besproken in
de driemaandelijkse bedrijfsrapporten. De oorzaken worden uitgebreid geanalyseerd en er worden
maatregelen genomen om toekomstige incidenten te voorkomen. Dit gebeurt in samenspraak met de klanten
en juridische adviseurs. Dankzij goede verzekeringen is waar nodig financiële compensatie beschikbaar. De
klokkenluidershotline is een ander hulpmiddel dat beschikbaar is voor onze klanten en dat hen beschermt
tegen elke vorm van vergelding, zoals uitgelegd in ons Ethical Business Policy Statement op onze website. Deze
processen zorgen voor een vlotte informatiestroom en een omgeving waarin alle klanten goed worden
ondersteund door een betrouwbare zakenpartner.
DUURZAAMHEIDSRAPPORT
JAARVERSLAG 2024
8. ZAKELIJK GEDRAG ESRS G1
Onze aanpak m.b.t. deugdelijk bestuur
Waarom deugdelijk bestuur belangrijk is voor ons bedrijf
IRO-1 Beschrijving van processen om materiële impact, risico's en opportuniteiten in kaart te brengen en te analyseren
Zie Bijlage A ‘Dubbel Materialiteitsproces’ voor het algemene beoordelingsproces.
OO/UVC
/DVC
CSRD-subonderwerp
Negatieve impact Positieve impact Risico Kans
OO&UVC
Bedrijfsethiek
HUIDIG: Een ethische
bedrijfsvoering zorgt ervoor dat
de JENSEN-GROUP op een
verantwoordelijke en
betrouwbare manier werkt. Dit
kan bijdragen tot het
opbouwen van vertrouwen bij
werknemers en leveranciers.
Dit heeft een impact op het
welzijn van alle zakenpartners.
Het is in lijn met ons
engagement voor
verantwoordelijk leiderschap en
transparantie, en met ons
publiek profiel als
KT: Inadequate
bestuurspraktijken kunnen leiden
tot inbreuken op de regelgeving,
juridische geschillen, boetes en
wettelijke verplichtingen en
kunnen het vertrouwen van de
stakeholders doen afnemen, zeker
bij een beursgenoteerd bedrijf
met een publiek profiel zoals de
JENSEN-GROUP.
KT: Een ethische bedrijfsvoering
kan de reputatie van het bedrijf
verbeteren en een eerlijke
behandeling van werknemers,
leveranciers en andere
stakeholders garanderen.
OO
Bedrijfscultuur
HUIDIG: De bedrijfscultuur
zorgt voor samenhang en een
collectieve identiteit bij alle
JENSEN-werknemers, en draagt
bij aan hun welzijn. De
kernwaarden van de JENSEN-
GROUP vormen de “JENSEN
Spirit” en geven vorm aan de
essentie van onze
bedrijfscultuur. Het is een
cruciaal onderdeel van ons
succes als wereldwijd bedrijf
met lokale entiteiten, omdat
het ervoor zorgt dat we
wereldwijd allemaal op dezelfde
manier werken.
KT: Een sterke bedrijfscultuur
bevordert de spirit, verhoogt de
betrokkenheid en de
werktevredenheid van
werknemers, en speelt een rol in
het personeelsbehoud. Het is
een essentieel kenmerk voor
succes.
G1 - Zakelijk gedrag
Zakelijk gedrag en bedrijfscultuur
Bedrijfsethiek
G1-1 Beleid ten aanzien van bedrijfsethiek
Integriteit, eerlijke handelspraktijken en rechtmatig gedrag behoren tot de hoogste prioriteiten van de JENSEN-
GROUP. Geen enkele zakelijke eis kan een illegale, onethische of onprofessionele handeling rechtvaardigen.
Daarnaast heeft de JENSEN-GROUP verschillende controlemechanismen ontwikkeld om onethisch gedrag op
alle niveaus te voorkomen, zoals:
o een Ethical Business Policy Statement die door alle medewerkers moet worden ondertekend (de
gedragscode van de Groep voor werknemers) en een gedragscode voor leveranciers die moet worden
nageleefd. Leveranciers verklaren dat ze disciplinaire maatregelen zullen nemen in geval van onethisch
gedrag, zoals corruptie of omkoping die de eerlijke handel ondermijnt (beschikbaar op de website van
de vennootschap);
o een Corporate Governance Charter dat de rol en de verantwoordelijkheden van de Raad van Bestuur
toelicht (beschikbaar op de website van de Groep);
o een beleid om handel met voorkennis te voorkomen, dat ondertekend werd door alle werknemers
met toegang tot gevoelige informatie (intern document);
o een klokkenluidershotline voor alle medewerkers en andere stakeholders van de JENSEN-GROUP, voor
rapporteringsdoeleinden, die geen risico inhoudt op vergelding en beheerd wordt door een
onafhankelijke en betrouwbare derde partij (toegankelijk via de website van de Groep);
o een bijkomend anticorruptie- en anti-omkopingsbeleid in China sterk aangedreven door de Chinese
overheid in een poging om corruptie te bestrijden.
Deze regels en procedures geven alle werknemers en iedereen die in naam van de JENSEN-GROUP handelt de
mogelijkheid om elke vermoedelijke of feitelijke schending van de juiste handelspraktijken te melden.
Klokkenluidershotline van de JENSEN-GROUP
Onze beveiligde klokkenluidershotline stuurt binnen zeven dagen na ontvangst van een melding van onethisch
gedrag een ontvangstbevestiging. De klokkenluidershotline brengt de Voorzitter van het Audit- en Risicocomité
van de JENSEN-GROUP op de hoogte. Alle meldingen via de klokkenluidersregeling worden besproken tijdens
de eerstvolgende vergadering van het Audit- en Risicocomité.
Het Audit- en Risicocomité beslist over de volgende stappen, op basis van het resultaat van het onderzoek, en
kan beslissen om ofwel verder onderzoek uit te voeren of om aanbevelingen te doen aan de Raad van Bestuur
voor procesverbeteringen of corrigerende maatregelen. De melder krijgt feedback over hoe de melding is
afgehandeld, of er corrigerende maatregelen of procesverbeteringen zijn aanbevolen en of er verdere stappen
zullen worden genomen. Er worden geen details over specifieke personen gegeven, en de feedback kan van
algemene aard zijn, rekening houdend met het belang van de JENSEN-GROUP om deze informatie vertrouwelijk
te houden en de rechten van derden onaangetast te laten. Het rapport zal enkel bekendgemaakt worden aan
de medewerkers die een ‘need to know’ hebben voor het onderzoek.
DUURZAAMHEIDSRAPPORT
JAARVERSLAG 2024
Alle medewerkers die betrokken zijn bij de klokkenluidersregeling zijn verplicht tot strikte geheimhouding over
de inhoud van elke melding die in overeenstemming met deze regeling wordt gedaan. Elke openbaarmaking
van rapporten of resultaten van onderzoeken moet worden goedgekeurd door de Voorzitter van het Audit- en
Risicocomité of door de Raad van Bestuur. Er werden in 2024 geen meldingen van onethisch gedrag gedaan via
onze klokkenluidershotline. De informatie over het aantal klokkenluidersmeldingen wordt eenmaal per jaar
door de Voorzitter van het Audit- en Risicocomité doorgegeven aan het Head of Corporate Sustainability.
Gedragscode van de JENSEN-GROUP
De JENSEN-GROUP heeft zijn succes en groei gebaseerd op kernwaarden die het best samengevat kunnen
worden als de JENSEN Spirit: respect voor anderen, voorbeeldig gedrag, integriteit en verantwoordelijkheid.
Deze kernwaarden maken deel uit van een groter kader dat ook door de JENSEN-GROUP wordt erkend en
toegepast, en dat bestaat uit de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de Verenigde Naties
(VN), het VN-Verdrag inzake de Rechten van het Kind, het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en
de Fundamentele Conventies van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO). Gelet op wat voorafgaat, wil
JENSEN-GROUP een ethisch en verantwoordelijk bedrijf zijn, de milieu-impact beperken en de hoogste
integriteitsnormen bevorderen. Deze aanpak komt volledig tot uiting in het JENSEN-GROUP Ethical Business
Policy Statement die de gedragscode van de Groep voor werknemers vormt. Het veroordeelt onder meer elke
vorm van kinderarbeid of discriminatie en promoot adequate arbeidsomstandigheden en vrijheid van
vereniging. Elke inbreuk op de Ethical Business Policy Statement kan leiden tot een verstoring van de
bedrijfsvoering, reputatieschade en financiële verliezen. Er zullen gepaste disciplinaire maatregelen worden
genomen tegen JENSEN stakeholders die de Ethical Business Policy Statement niet naleven. In 2022 verbond de
JENSEN-GROUP zich ertoe om al zijn huidige en toekomstige werknemers te vragen de Ethical Business Policy
Statement te ondertekenen.
Er werden geen specifieke financiële middelen voorzien om deze doelstelling te realiseren. Onderstaande
cijfers werden berekend op basis van de driemaandelijkse interne rapportering van het aantal medewerkers
dat de Ethical Business Policy Statement heeft ondertekend, gedeeld door het totaal aantal medewerkers.
In 2025 willen we de eis tot ondertekening uitbreiden naar niet-geconsolideerde joint ventures, omdat zij
belangrijke zakenpartners zijn en we ervoor willen zorgen dat ons streven naar verantwoordelijk gedrag
algemeen wordt gedragen.
DOEL 2025
31 december 2024
31 december 2023
Percentage JENSEN-medewerkers incl. medewerkers
van geconsolideerde joint ventures die het beleid
hebben ondertekend
100%
94%
95%
Percentage medewerkers van niet-geconsolideerde joint
ventures die het beleid hebben ondertekend
100%
-
We hebben niet 100% handtekeningen bereikt omdat de teller, "aantal werknemers dat het beleid heeft
ondertekend," is gebaseerd op gegevens aan het einde van november, terwijl de noemer, "totaal aantal
werknemers," aan het einde van het jaar wordt bijgewerkt. Aangezien de noemer wordt bijgewerkt zonder
overeenkomstige aanpassing van de teller en rekening houdend met het feit dat de nieuwste medewerkers het
document mogelijk niet aan het einde van het jaar hebben ondertekend, verklaart dit waarom we niet 100%
bereiken. Meer uitleg over het gegevensrapportageproces is te vinden in Bijlage A (Basis voor voorbereiding).
Sinds 2022 hebben wij ook een gedragscode voor leveranciers, waarin de normen worden toegelicht met
betrekking tot zakelijke integriteit en ethiek, arbeids- en sociale normen, milieu, algemene bedrijfsprincipes en
gerelateerde managementsystemen die de Groep van zijn leveranciers verwacht. Om de sociale en ecologische
verantwoordelijkheid te vergroten, kan de gedragscode voor leveranciers eisen dat ze verder gaan dan de
naleving van de lokaal geldende wet- en regelgeving.
De JENSEN-GROUP engageert zich om enkel samen te werken met strategische PEC-leveranciers met een
gedragscode. Deze leveranciers vertegenwoordigen ongeveer 80% van de omzet van de JENSEN-GROUP. 98%
van onze meest geïntegreerde leveranciers (‘A-leveranciers’) voldoen aan het gedragscodecriterium. Wij willen
ons doel bereiken door regelmatig van gedachten te wisselen met onze leveranciers en door alternatieve
leveranciers te zoeken voor het geval ze onze gedragscode niet willen ondertekenen en er zelf geen hebben.
In de komende jaren willen we ook onze distributeurs hierbij betrekken. Er werden geen specifieke financiële
middelen voorzien om deze doelstellingen te realiseren.
De aankoopmanagers van onze productievestigingen updaten de lijst van A-leveranciers uit hun ERP-systeem
aan het begin van elk jaar en zorgen ervoor dat elke A-leverancier in de loop van het jaar voldoet aan de
criteria in de gedragscode. Het onderstaande percentage is berekend op basis van de driemaandelijkse interne
rapportering van het aantal A-leveranciers met een gedragscode in verhouding tot het totale aantal actieve A-
leveranciers.
DOEL 2025
31 december
2024
31 december
2023
31 december
2022
A-leveranciers
100%
98%
98%
78%
DOEL 2027
31 december
2024
31 december
2023
31 december
2022
Distributeurs van JENSEN
100%
-
-
-
Belangrijke punten van zorg of inbreuken op de gedragscode door een strategische leverancier (bv. een
rechtsvordering wegens kinderarbeid) worden gerapporteerd aan het Executive Management Team, ten laatste
in de driemaandelijkse bedrijfsrapporten.
DUURZAAMHEIDSRAPPORT
JAARVERSLAG 2024
De gedragscode stipuleert dat een leverancier die deze gedragscode schendt, aansprakelijk is ten opzichte van
de JENSEN-GROUP voor alle daaruit voortvloeiende schade aan de reputatie, het imago of de belangen van de
JENSEN-GROUP, alsook voor alle reglementaire of strafrechtelijke gevolgen van dergelijke niet-naleving.
Ongeacht de kwaliteit en het concurrentievermogen van de goederen en/of diensten van een leverancier, kan
de JENSEN-GROUP, in geval van een dergelijke niet-naleving, zijn zakelijke relatie met de leverancier met
onmiddellijke ingang beëindigen en/of de zakenpartner uitsluiten van toekomstige samenwerking.
Bedrijfscultuur
Onze bedrijfscultuur en onze duidelijk omschreven waarden vormen een integraal onderdeel van onze
dagelijkse zakelijke interacties en worden benadrukt in de verschillende secties van deze
duurzaamheidsverklaring. Met een beperkt aantal beleidslijnen vormen onze kernwaarden de basis van ons
engagement naar onze stakeholders. Deze waarden maken deel uit van de JENSEN-GROUP sinds de oprichting
van het bedrijf en steunen zowel op vroegere en huidige ervaringen als op toekomstige vooruitzichten.
De ‘JENSEN Spirit, bepaald door onze kernwaarden, geeft vorm aan onze bedrijfscultuur en zorgt voor
consistent gedrag binnen onze diverse, wereldwijde gemeenschap. Deze waarden verenigen ons als team en
bevestigen waar de JENSEN-GROUP wereldwijd voor staat. Ze zijn gebaseerd op ons erfgoed en inspireren onze
ambities voor de toekomst.
Door deze kernwaarden toe te passen in onze dagelijkse zakelijke interacties leven wij volgens de JENSEN Spirit
en zorgen wij ervoor dat we altijd vanzelf doen wat goed is.
Corruptie en omkoping
G1-3 Preventie en opsporing van corruptie en omkoping
De JENSEN-GROUP streeft naar een open cultuur doorheen de hele organisatie en baseert zich op de
kernwaarden van JENSEN. De gedragscode van de Groep formaliseert de verantwoordelijkheden van zowel
individuen als de organisatie voor het naleven van correcte praktijken. Zij dragen bij tot het welzijn van en het
respect voor alle stakeholders. Binnen de aanpak ‘We denken globaal en handelen lokaal’ wordt er veel
beslissingsbevoegdheid overgedragen naar het lokale management. Hierdoor is het noodzakelijk om ervoor te
zorgen dat verschillende regels worden nageleefd. Bij de JENSEN-GROUP zijn die regels samengevat in de
principes en richtlijnen’ die te raadplegen zijn op het JENSEN intranet.
Om de risico's van omkoping en corruptie te beperken, moeten alle werknemers de gedragscode van de Groep
ondertekenen, waarin de noodzakelijke bepalingen en beleidsregels voor correct gedrag worden uiteengezet.
In onze organisatie lopen bepaalde functies een verhoogd risico op corruptie en omkoping wegens hun
betrokkenheid bij kritieke financiële transacties, hun interactie met externe stakeholders en hun gevoeligheid
voor naleving van regelgeving en ethische normen.
Tot deze risicofuncties behoren verkoopmanagers, aankoopmanagers, ingenieurs en productontwikkelaars, en
medewerkers met een managementfunctie op lokaal of Groepsniveau.
Op dit moment worden er voor dit onderwerp geen algemene opleidingen aangeboden. Daarom zijn we van
plan om in de loop van volgend jaar een opleiding te organiseren over onze Ethical Business Policy Statement.
Die opleiding zal een speciale sessie omvatten voor medewerkers in een functie die een risico inhoudt op
corruptie en omkoping. Daarnaast zullen we onze interne richtlijnen bijwerken met regels over dit onderwerp.
Er werden geen specifieke financiële middelen voorzien om deze doelstelling te realiseren. Het onderstaande
percentage is berekend op basis van de interne driemaandelijkse rapportering van het totale aantal
medewerkers in een risicofunctie die opleiding hebben gevolgd, gedeeld door het totale aantal medewerkers in
een risicofunctie.
Percentage risicofuncties met opleiding rond
anticorruptie en -omkoping
DOEL 2025
31 december
2024
Aantal medewerkers in een risicofunctie
-
318
Percentage medewerkers in een risicofunctie met
opleiding
100%
3%
Dit is de eerste keer dat we informatie over dit onderwerp bekendmaken. Er zijn dus geen vergelijkende
gegevens van eerdere rapporteringsperiodes.
G1-4 Incidenten van corruptie en omkoping
Zie sectie G1-3 hierboven.
Er zijn geen veroordelingen of boetes voor overtreding van anticorruptie- en anti-omkopingswetten voor deze
rapporteringsperiode.
Andere bestuursgerelateerde openbaarmakingen
GOV-1 Rol van bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende organen
Zie Bijlage A “Bestuur.
DUURZAAMHEIDSRAPPORT
JAARVERSLAG 2024
Bijlage A: Algemene toelichtingen en toelichtingen over governance (ESRS2)
Basis voor het opstellen ervan (BP)
BP-1: Algemene basis voor het opstellen van de duurzaamheidsverklaring
Deze duurzaamheidsverklaring is opgesteld in overeenstemming met de vereisten van de European
Sustainability Reporting Standards (ESRS), gepubliceerd door de European Financial Reporting Advisory Group
(EFRAG).
De consolidatiekring in deze verklaring is consistent met de consolidatiekring die gebruikt werd bij het
opstellen van onze jaarrekening en omvat dezelfde entiteiten. Daarom omvat het de geconsolideerde joint
ventures Gotli Labs, Inwatec, Ole Almeborg A/S (tot 30 augustus 2024) en MAXI-PRESS (vanaf 1 augustus 2024).
Met uitzondering van de berekening van de uitstoot van broeikasgassen zijn de in de jaarrekening niet-
geconsolideerde joint ventures TOLON, Inax, Primafolder en Ole Almeborg A/S (vanaf 1 september 2024) dus
ook niet opgenomen in de rapportage.
De boekhoudprincipes werden consequent toegepast tijdens het rapporteringsjaar en bij het verstrekken van
vergelijkende cijfers. De emissiefactoren die zijn gebruikt voor de berekening van de BKG-emissies worden
vermeld in bijlage C.
Als producent van heavy-duty wasserijmachines vertrouwt de JENSEN-GROUP op samenwerkingen binnen de
waardeketen: van leveranciers die staal en componenten leveren tot klanten die de machines gebruiken voor
hun wasserij-activiteiten. De duurzaamheidsverklaring heeft betrekking op zowel upstream- als
downstreamactiviteiten in onze waardeketen, en zorgt er zo voor dat elke belangrijke milieu-, sociale en
bestuurlijke (ESG) impact doorheen onze activiteiten en onze toeleveringsketen wordt aangepakt.
De openbaarmaking van informatie over upstream- en downstreamactiviteiten is dus vereist om inzicht te
krijgen in de milieu- en sociale impact, maar ook in de risico's en opportuniteiten die verband houden met de
activiteiten van de Groep. Meer informatie over de wisselwerking tussen de impact, risico's en opportuniteiten
en onze eigen activiteiten en waardeketen is te vinden in hoofdstuk 1 “Dubbele materialiteitsbeoordeling.
BP-2 - Rapportage over specifieke omstandigheden
Andere tijdshorizonten op middellange of lange termijn dan gedefinieerd in ESRS 1
Specifiek voor deze duurzaamheidsverklaring hebben we onze rapportage afgestemd op de tijdshorizon zoals
gedefinieerd door de ESRS: korte termijn verwijst naar minder dan 2 jaar, middellange termijn komt overeen
met 2 tot 5 jaar en lange termijn met meer dan 5 jaar.
Bij de beoordeling van klimaatrisico's wijken we af van deze definitie, omdat de gevolgen van de
klimaatverandering en de meest ernstige effecten ervan meestal pas na langere tijd zichtbaar worden.
In deze context betekent korte termijn tot 2030, middellange termijn tussen 2030 en 2050, en lange termijn na
2050. Deze definities komen overeen met de tijdshorizonten die de Europese Unie heeft gedefinieerd voor de
uitvoering van haar Green Deal-agenda.
Schattingen en aannames i.v.m. de waardeketen
We gebruiken beoordelingen en schattingen voor de rapportage van sommige datapunten waarvoor geen
directe gegevens beschikbaar waren, zoals de Scope 3-emissies. De voorbereiding van deze parameters werd
gebaseerd op het Greenhouse Gas Protocol en de meest gebruikte databases van Ecoinvent en het Britse
DEFRA (Department of Environment, Food, and Rural Affairs).
Ook zijn er stappen ondernomen om ervoor te zorgen dat deze parameters het meest nauwkeurige
beeld van onze koolstofprestaties weergeven. Meer informatie over de gemaakte beoordelingen en
de toegepaste berekeningsmethode voor elke Scope 3-categorie is terug te vinden in Bijlage C.
We herbeoordelen regelmatig ons gebruik van schattingen en inschattingen op basis van ervaring,
de ontwikkeling van ESG-rapportage en de verbetering van de datakwaliteit.
Schattingswijzigingen worden toegepast op de periode waarin de betreffende schatting wordt herzien.
Bij het berekenen van kwantitatieve gegevens maken we bovendien beoordelingen, waarbij we kritisch denken
om de kwaliteit van de data te beoordelen en deze te interpreteren. Als de berekeningsmethode gewijzigd is
ten opzichte van de vorige rapporteringsperiodes, leggen we uit hoe deze wijzigingen de vergelijkende data
beïnvloeden. Voor meer informatie over de belangrijkste schattingen, beoordelingen en veronderstellingen die
werden toegepast, verwijzen we naar de pagina's die tabellen met kwantitatieve ESG-data bevatten.
Als we aanpassingen doen aan de cijfers, volgen we de jaarrekening. Bij aanpassingen van ESG-data schatten
we in of we cijfers moeten aanpassen of niet, en geven we duidelijk aan waar we gegevens hebben aangepast.
Om organisatorische redenen wordt de jaarlijkse rapportage eind november afgesloten. Dit betekent dat de
statistieken in dit verslag gebaseerd zijn op activiteitsgegevens die werden verzameld van januari tot en met
november, met geëxtrapoleerde cijfers voor december, om een volledige dataset voor het hele jaar te
garanderen. Alleen de volgende openbaarmakingen houden rekening met activiteitsgegevens van het hele jaar:
Brandstofverbruik van bedrijfswagens (gebaseerd op een schatting van het aantal gereden kilometers
per jaar)
Opbrengsten gerelateerde data (bv. BKG-emissies per netto-opbrengsten Taxonomie)
Berekening van Scope 3-BKG-emissies
Kenmerken van de werknemers van de JENSEN-GROUP (hoofdstuk 6)
De duurzaamheidsverklaring werd onderworpen aan een beperkt nazicht door een onafhankelijke derde partij.
Zie het verslag van beperkt nazicht door Deloitte op pagina 126.
DUURZAAMHEIDSRAPPORT
JAARVERSLAG 2024
Veranderingen in de manier waarop duurzaamheidsinformatie wordt voorbereid of voorgesteld
De huidige duurzaamheidsverklaring verschilt aanzienlijk van de niet-financiële verklaringen in onze vorige
jaarverslagen. Dit is immers de eerste keer dat onze rapportage werd uitgevoerd in overeenstemming met de
ESRS-standaarden. Dit heeft dan ook geresulteerd in een significante verandering met betrekking tot de
omvang en aard van de openbaar gemaakte informatie. Sommige eerder gepubliceerde parameters zullen niet
worden opgenomen, omdat ze bij de dubbele materialiteitsbeoordeling als niet-materieel werden beoordeeld.
Andere werden gehandhaafd vanwege hun strategische relevantie of werden opgenomen in de
openbaarmakingsvereisten onder ESRS.
Governance (GOV)
GOV-1 Rol van de bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende organen
Zie de andere hoofdstukken van dit jaarverslag waarnaar wordt verwezen in de ESRS-2-tabel onder deze Bijlage
(“Rapporteringseisen opgenomen in de duurzaamheidsverklaring ”).
GOV-2 Informatie verschaft aan en omgang met duurzaamheidsthema’s door bestuurs-, leidinggevende en
toezichthoudende organen van de onderneming
Zie de andere hoofdstukken van dit jaarverslag waarnaar wordt verwezen in de ESRS-2-tabel onder deze Bijlage
(“Rapporteringseisen opgenomen in de duurzaamheidsverklaring ”).
GOV-3 Integratie van duurzaamheidsprestaties in beloningsregelingen
Momenteel heeft de JENSEN-GROUP geen duurzaamheid gerelateerde verloningsprogramma's voor leden van
de Raad van Bestuur of het management. Deze rapportage is bijgevolg niet van toepassing voor deze
rapporteringsperiode.
GOV-4 Due diligence verklaring
De onderstaande tabel geeft een overzicht van de secties in onze duurzaamheidsverklaring waar we informatie
geven over ons due diligence-proces, met inbegrip van hoe we de belangrijkste aspecten en stappen van ons
due diligence-proces toepassen.
KERNELEMENTEN VAN DUE
DILIGENCE
Secties in de duurzaamheidsverklaringen
Pagina
Due diligence inbedden in
governance, strategie en
businessmodel
Governance
Hoofdstuk 8 Zakelijk
gedrag en bedrijfscultuur,
p.80
Getroffen stakeholders
betrekken bij alle belangrijke
stappen van due diligence
Algemeen
Bijlage A Strategie, p.87
Negatieve effecten
identificeren en beoordelen
Niet beschikbaar
Niet beschikbaar
Acties ondernemen om deze
negatieve effecten aan te
pakken
Governance
Hoofdstuk 8 Zakelijk
gedrag en bedrijfscultuur,
p.80
De effectiviteit van deze
inspanningen opvolgen en
communiceren
Governance
Hoofdstuk 8 Zakelijk
gedrag en bedrijfscultuur,
p.80
GOV-5 Risicobeheersing en interne controles voor duurzaamheidsrapportage
Zie de andere hoofdstukken van dit jaarverslag waarnaar wordt verwezen in de tabellen onder deze Bijlage
(“Rapporteringseisen opgenomen in de duurzaamheidsverklaring”).
Strategie (SBM)
SBM-1 Strategie, businessmodel en waardeketen
Zie de andere secties van dit jaarverslag waarnaar wordt verwezen in de tabellen onder deze Bijlage
(“Rapporteringseisen opgenomen in de duurzaamheidsverklaring”).
SBM-2 Belangen en opvattingen van stakeholders
De JENSEN-GROUP hanteert een stakeholdergerichte aanpak naar sterke en wederzijds voordelige relaties met
al zijn stakeholders koestert, en zorgt ervoor dat elke interactie en beslissing in lijn is met de overkoepelende
doelstelling van klantentevredenheid en succes.
We hebben een diepgaand inzicht ontwikkeld in de standpunten en belangen van onze belangrijkste
stakeholders en hoe die aansluiten bij onze strategie en ons businessmodel. De bezorgdheid van stakeholders
met betrekking tot klimaatverandering, energie- en waterefficiëntie, de veiligheid en repareerbaarheid van
producten en de bedrijfsethiek worden regelmatig herzien, en sturen en steunen onze strategische
beslissingen, aangezien deze kwesties aan bod komen in onze strategische drivers en kwartaalrapporten.
Het Executive Management Team en de Raad van Bestuur ontvangen respectievelijk maandelijkse of
kwartaalupdates over strategische drivers en regionale bedrijfsactiviteiten, en beslissen over de volgende
stappen die genomen moeten worden. Eventuele bezorgdheden van stakeholders worden tijdens deze
vergaderingen aangekaart door de individuele Heads of Strategic Drivers en de Regional Business Directors, die
nauw samenwerken met de relevante teams en units om deze bezorgdheden te identificeren en op te lossen.
Ons engagementproces zorgt ervoor dat de standpunten van stakeholders niet alleen worden gehoord, maar
ook actief worden geïntegreerd in de manier waarop we werken en innoveren om duurzame groei te
stimuleren.
De resultaten van het engagement van de stakeholders vormen een integraal onderdeel van onze strategie en
besluitvormingsprocessen.
DUURZAAMHEIDSRAPPORT
JAARVERSLAG 2024
Met name de feedback die we krijgen tijdens de dialoog met stakeholders wordt gebruikt om onze
duurzaamheidsprioriteiten te verfijnen en de transparantie en rapportage van ons bedrijf te verbeteren. Dit
zorgt ervoor dat de inzichten van stakeholders rechtstreeks de manier beïnvloeden waarop we onze impact,
risico's en opportuniteiten beheren.
Klanten
Klanten staan centraal in de bedrijfsstrategie van de JENSEN-GROUP. De activiteiten en waarden van
het bedrijf zijn gericht op het leveren van uitzonderlijke resultaten en ondersteuning aan klanten,
vanuit de visie dat hun succes inherent verbonden is met het succes van het bedrijf zelf.
Deze klantgerichte focus is zichtbaar in de gepersonaliseerde oplossingen en diensten die het bedrijf aanbiedt
en die specifiek afgestemd zijn op de unieke eisen van elke klant. Door sterke partnerschappen aan te gaan met
klanten die de wasserij-activiteiten beter begrijpen dan wie dan ook, bevordert de Groep lange termijnrelaties
door middel van een constante dialoog en lokale aanwezigheid. Het doel van onze betrokkenheid is om een
grondig inzicht te ontwikkelen in de behoeften van onze klanten, onderling vertrouwen op te bouwen,
duurzame oplossingen aan te reiken en hun doelstellingen te helpen realiseren.
Praktisch gezien beschikt de JENSEN-GROUP daartoe over de volgende tools en praktijken:
Kwartaalrapporten
Lokale aanwezigheid
Betrokkenheid bij de materialiteitsbeoordeling
Klantonderzoeken
Cross-functionele vergaderingen met de afdelingen duurzaamheid, operations, R&D, financiën, aankoop,
service
Opleiding, ondersteuning en begeleiding van klanten
Samenwerking en dialoog via sectorverenigingen
Werknemers
Werknemers spelen een essentiële rol in het leveren van de hoge servicenormen die de JENSEN-GROUP
belooft. Door te investeren in de professionele groei en het welzijn van zijn werknemers, zorgt de Groep ervoor
dat ze gemotiveerd en bekwaam zijn en aansluiten bij de missie van het bedrijf.
Regelmatige opleidingsprogramma's, open communicatiekanalen en een ondersteunende werkomgeving zijn
de sleutelelementen van deze aanpak. Hierbij wordt een cultuur gestimuleerd waarin werknemers zich inzetten
voor het succes van de klanten die ze bedienen. Met lokale teams over de hele wereld, helpen van een reeks
gedeelde waarden en een Gedragscode het gedrag van eenieder sturen op een consistente manier doorheen
een steeds grotere diversiteit aan mensen, culturen en organisaties.
Praktisch gezien beschikt de JENSEN-GROUP daartoe over de volgende tools en praktijken:
Gedragscode van de JENSEN-GROUP
Een verbindend onboarding proces
Een Werknemershandboek
Een Klokkenluidersprocedure
Communicatie met werknemers via interne sociale media en regelmatige Teams-vergaderingen
Betrokkenheid bij de materialiteitsbeoordeling en ESG-rapportering
Opleidingen en kennisdeling
Werknemersevaluatie van de JENSEN Spirit
JENSEN's goede daden lokale acties voor een goed doel
Partners
De relaties van de JENSEN-GROUP met leveranciers en zakenpartners steunen op samenwerking en gedeelde
waarden. 98% van onze meest strategische leveranciers zijn gebonden door een gedragscode.
We beschikken ook over een netwerk van sterke partners die onze passie voor innovatieve oplossingen delen
alsook onze visie om de prestaties in heavy-duty wasserijen te verbeteren. Sommige van deze zakenpartners
zijn joint ventures waarin de JENSEN-GROUP een aanzienlijk belang bezit en die actief betrokken zijn bij
verschillende operationele en rapporteringsaspecten van het bedrijf.
We geloven dat we door samen te werken nog meer kunnen bereiken, terwijl we onze klanten de mogelijkheid
bieden om nog succesvoller te zijn.
Praktisch gezien beschikt de JENSEN-GROUP daartoe over de volgende tools en praktijken:
Gedragscode van de JENSEN-GROUP
Een Klokkenluidersprocedure
Betrokkenheid bij de materialiteitsbeoordeling en ESG-rapportering
Opleidingen en kennisdeling
Samenwerking met de sector
Sectorverenigingen
Nationale en internationale sectorverenigingen zijn essentiële platforms om kennis en inzichten met klanten te
delen, hun behoeften te erkennen en op de hoogte te blijven van regelgeving die van invloed kan zijn op onze
sector. Onze inzet voor duurzaamheid blijkt uit onze actieve betrokkenheid bij tal van op duurzaamheid
gerichte werkgroepen van nationale en internationale sectorverenigingen en uit onze deelname aan openbare
raadplegingen via deze kanalen. We moedigen ook de inspanningen van deze verenigingen aan om in gesprek
te gaan met beleidsmakers en te pleiten voor regelgeving en beleid die verbeteringen voor de industrie als
geheel steunen. Door bij te dragen aan de ontwikkeling van industrienormen op het vlak van duurzaamheid
proberen we duidelijk omschreven richtlijnen op te stellen die consistente en impactvolle praktijken in de hele
sector stimuleren.
Praktisch gezien beschikt de JENSEN-GROUP daartoe over de volgende tools en praktijken:
Deelname aan werkgroepen van sectorverenigingen
Bijeenkomsten en presentaties
Gezamenlijke initiatieven en programma's
DUURZAAMHEIDSRAPPORT
JAARVERSLAG 2024
Input voor strategische aanpak
Investeerders en financiële instellingen
In gesprek gaan met investeerders en banken is cruciaal om vertrouwen op te bouwen, transparantie te
garanderen en na te denken over bedrijfsstrategieën op basis van hun verwachtingen.
Dankzij regelmatige communicatie kunnen we hun prioriteiten beter begrijpen, vooral met betrekking tot
duurzaamheid en andere ESG-kwesties. Deze betrokkenheid trekt verantwoordelijke investeerders aan en
bevordert stabiele en langdurige relaties met financiële instellingen.
Ze vergroot ook de geloofwaardigheid van het bedrijf en ondersteunt duurzame groei.
Praktisch gezien beschikt de JENSEN-GROUP daartoe over de volgende tools en praktijken:
Antwoorden op telefoontjes, e-mails en vragenlijsten van beleggers
Periodieke beleggersupdates en persberichten
Presentatie op de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering
Lokale gemeenschappen en autoriteiten
Overleg met lokale gemeenschappen en autoriteiten is essentieel om sterke relaties te onderhouden,
vertrouwen op te bouwen en ervoor te zorgen dat onze bedrijfsactiviteiten overeenstemmen met de lokale
noden en verwachtingen. Ons engagement om een wereldwijd distributienetwerk in stand te houden betekent
dat de JENSEN-GROUP zich in een unieke positie bevindt om naleving van lokale regelgeving te garanderen, in
te spelen op de bezorgdheden van lokale gemeenschappen, en bij te dragen aan sociale en economische
ontwikkeling. Daarnaast helpt onze betrokkenheid bij dit engagement om risico’s te beperken en om
bezorgdheden van stakeholders te identificeren, terwijl we tegelijk gedeelde waarde creëren en bijdragen aan
succes op de lange termijn in de regio's waar we actief zijn.
Praktisch gezien beschikt de JENSEN-GROUP daartoe over de volgende tools en praktijken:
Wereldwijd distributienetwerk
Lokale aanwezigheid en verantwoordelijkheid
Aanwezigheid en actieve deelname in nationale en internationale sectorverenigingen
Dubbel materialiteitsproces (IRO-1)
IRO-1 Beschrijving van het proces om materiële impact, risico's en opportuniteiten in kaart te brengen en te
analyseren
We hebben processtappen vastgelegd om de dubbele materialiteitsbeoordeling uit te voeren van
respectievelijk de impactmaterialiteit en financiële materialiteit. De impact is van toepassing op de JENSEN-
GROUP als geheel. Dit proces werd uitgevoerd volgens de criteria in ESRS 1, hoofdstuk 3.2
over materiële zaken en de materialiteit van informatie.
We volgden de belangrijkste stappen hieronder.
Methodologieën en veronderstellingen
Scoping
a) Definitie van ESG-onderwerpen
We ontwikkelden een lijst met ESG-onderwerpen op basis van de ESRS-subonderwerpen (en sub-
subonderwerpen), en brachten elk subonderwerp in verband met de activiteiten van de JENSEN-GROUP.
Om deze lijst op te stellen, hebben we interne documenten (bv. de vorige enkelvoudige
materialiteitsbeoordeling en de JENSEN-principes en -richtlijnen), officiële publicaties (bv. het jaarverslag
van de JENSEN-GROUP, peer reports) en normen (bv. SASB) doorgenomen.
Na een interne evaluatie werden de ESG-onderwerpen die geen verband hielden met de activiteiten van
de JENSEN-GROUP uitgesloten van deze volledige lijst, wat resulteerde in een lijst met 22 sub
onderwerpen.
b) Integratie van de resultaten van de enkelvoudige materialiteitsbeoordeling
In de dubbele materialiteitsbeoordeling wilden we rekening houden met de waardevolle resultaten van de
uitgebreide enkelvoudige materialiteitsbeoordeling die in 2022 werd uitgevoerd.
Daartoe moesten de destijds beoordeelde onderwerpen op basis van de Global Reporting Initiative (GRI)-
principes worden afgestemd op de ESRS-onderwerpen, en moest de rapportagedrempel worden verruimd
van enkelvoudige (impact) naar dubbele (impact en financiële) materialiteit.
c) Bepaling vooraf van impact, risico's en opportuniteiten
In onze impactbeoordeling hebben we zowel de positieve als de negatieve impact bekeken, evenals de
reële en potentiële impact met betrekking tot duurzaamheidskwesties op de korte, middellange en lange
termijn. In onze financiële beoordeling hebben we potentiële duurzaamheidsgerelateerde risico's en
opportuniteiten beoordeeld die in de loop van dezelfde tijdshorizon een negatieve of positieve financiële
impact op ons bedrijf zouden kunnen hebben. De reële en potentiële impact, risico's en opportuniteiten
werden vooraf bepaald en ontwikkeld op basis van interne data, benchmarkbeoordelingen en
sectorspecifieke tools en literatuur. We gebruikten tools zoals de WWF Risk Filter Tool, de resultaten van
de berekening van de CO
2
-voetafdruk van ons bedrijf, de feedback van vragenlijsten aan stakeholders en
publicaties van de European Textile Service Association, en namen ook interne interviews af.
Materialiteitsbeoordeling van impact, risico's en opportuniteiten
Elke impact, alle risico's en opportuniteiten die als significant worden beoordeeld, d.w.z. met een score van 3 of
hoger op een schaal van 1 tot 5, zijn materieel. Voor impact betekent een score van 4 en 5 “significante en
onomkeerbare gevolgen op wereldwijde schaal”. Voor risico's of opportuniteiten is de score gekoppeld aan het
jaarlijks terugkerende EBIT-effect. Een score van 3 of meer, met andere woorden een jaarlijks terugkerend EBIT-
effect van 5 miljoen euro of meer, betekent dat het onderwerp materieel is. Een duurzaamheidskwestie is
“materieel” als ze voldoet aan de criteria voor impactmaterialiteit of financiële materialiteit of beide.
DUURZAAMHEIDSRAPPORT
JAARVERSLAG 2024
a) Impact
We hebben een workshop 'dubbele materialiteitsbeoordeling' gehouden met het Executive Management
Team, waarbij de deelnemers (negatieve en positieve) scores hebben gegeven aan impact binnen onze eigen
activiteiten en de waardeketen volgens de ontwikkelde scoringsmethodologie.
Voor de onderwerpen die reeds werden beoordeeld in de enkelvoudige materialiteitsbeoordeling en die
conform werden gemaakt met de ESRS-subonderwerpen, herbekeek het Executive Management Team
de scores die in 2022 werden toegekend. Voor de onderwerpen die niet in 2022 werden beoordeeld, gaven de
deelnemers geheel nieuwe scores. Overeenkomstig de ESRS-richtlijnen werd de reële impact beoordeeld op
basis van de ernst. Voor de beoordeling van de ernst werden drie parameters gebruikt: schaal, reikwijdte en
herstelbaarheid. Bij het scoren van de ernst beoordeelden we hoe ernstig, wijdverspreid en herstelbaar de
gevolgen waren voor mens of milieu. Om de ernst van de potentiële impact te beoordelen, werd een extra
parameter, nl. ‘waarschijnlijkheid’, in aanmerking genomen.
b) Risico’s en opportuniteiten
Tijdens de interne workshop werden de risico's en opportuniteiten (op korte, middellange en lange termijn)
voor elk ESRS-subonderwerp op de shortlist uitgelegd en besproken, rekening houdend met hun omvang en de
waarschijnlijkheid dat ze voorkomen. Nadat elk risico en elke kans afzonderlijk was besproken, kende elk lid
van het Executive Management Team een score toe in overeenstemming met de ontwikkelde
scoremethodologie. Bij het scoren van risico's en opportuniteiten beoordeelden we de potentiële omvang van
de financiële effecten op basis van een jaarlijks terugkerend EBIT-effect.
De schaal van de omvang werd gemodelleerd op de risicokaart die we gebruiken voor het beoordelen van
bedrijfsrisico's.
Kalibratie van de materiële impact, risico's en opportuniteiten
De volledige input van de workshop werd in een tool gebundeld om scores samen te voegen en de “mate van
materialiteit” te berekenen met behulp van materialiteitsschalen en die waren opgesteld voor het scoren van
de geïdentificeerde impact (impactschaal) en risico's of opportuniteiten (financiële schaal).
De deelnemers aan de workshop werden opnieuw geraadpleegd om de voorlopige resultaten te valideren.
De verschillende onderwerpen werden verder gekalibreerd, aangepast en ook gedocumenteerd na overleg met
tal van stakeholders. Dit leidde tot onze eerste dubbele materialiteitsbeoordeling.
Betrokkenheid van stakeholders
Voor onze dubbele materialiteitsbeoordeling hebben we interne materie-experts ingeschakeld van zowel
entiteiten alsook functies binnen de Groep, en eveneens een selectie van externe stakeholders. De ESRS-
principes inzake dubbele materialiteit en beoordelingsvereisten zijn uitgebreid. Gezien de brede enquête bij
stakeholders die werd uitgevoerd voor de enkelvoudige materialiteitsbeoordeling van 2022, besloten we
beperkte groepen en aantallen stakeholders te betrekken bij de dubbele materialiteitsbeoordeling.
De interne stakeholders waren het Executive Management Team en enkele materie-experts. Wat de externe
stakeholders betreft, hebben we een aantal klanten en financiële stakeholders geselecteerd.
Daarnaast heeft onze voortdurende betrokkenheid bij internationale en nationale sectorverenigingen een
stevige basis gelegd die ons geholpen heeft bij de beoordeling van de impact en risico's die voor ons het meest
materieel zijn.
a) Impact
Gezien de uitgebreide betrokkenheid van de stakeholders bij de enkelvoudige materialiteitsbeoordeling,
werd slechts een selectie van interne en externe stakeholders geraadpleegd over de impact van de
activiteiten en producten van JENSEN op mens en milieu. Interne experts evalueerden de onderwerpen
waarin ze de meeste technische expertise hadden en enkele van onze belangrijkste klanten beoordeelden
onze impact op hun activiteiten door een vragenlijst in te vullen.
b) Risico’s en opportuniteiten
Via het invullen van een vragenlijst werd bij een selectie van klanten gepeild naar de verwachtingen die ze
hadden van de JENSEN-GROUP inzake ESG-onderwerpen en naar de aankoopcriteria die zij hanteerden bij
de keuze van een leverancier. Dit gaf ons informatie over de potentiële financiële materialiteit van
bepaalde duurzaamheidskwesties. Ook externe financiële stakeholders werden geraadpleegd door middel
van een vragenlijst. Hierin vroegen we hen om feedback te geven over de resultaten van onze initiële
dubbele materialiteitsbeoordeling met betrekking tot materiële, ESG-gerelateerde risico's en
opportuniteiten die we hadden geïdentificeerd.
Definitieve resultaten
De definitieve dubbele materialiteitsbeoordeling werd voorgesteld aan en goedgekeurd door het Executive
Management Team en de Raad van Bestuur. In ons dubbele materialiteitsbeoordelingsproces hebben we actief
feedback opgenomen van externe stakeholders om een zo uitgebreid mogelijk begrip van onze materiële
onderwerpen te garanderen. Wanneer de feedback van externe stakeholders in tegenspraak was met de
materiële onderwerpen (IRO's) die we in eerste instantie hadden geïdentificeerd, werd dit besproken binnen
het Executive Management Team. Tijdens deze besprekingen werden de relevante IRO's opnieuw beoordeeld
of aangevuld, om rekening te houden met de standpunten van de stakeholders. De ontvangen feedback werd
zorgvuldig overwogen, en in gevallen waarin de oorspronkelijke score niet werd herbeoordeeld, werd een
motivering gegeven om de beslissing toe te lichten. Dit proces zorgt ervoor dat onze materialiteitsbeoordeling
zowel transparant is als een afspiegeling van de bezorgdheden van de stakeholders, en afgestemd blijft op onze
strategische prioriteiten.
De vastgestelde materialiteitsdrempel leverde een definitieve lijst op van 13 materiële onderwerpen die als
‘significant’ of hoger werden beoordeeld op het vlak van financiële, impact- of dubbele materialiteit.
DUURZAAMHEIDSRAPPORT
JAARVERSLAG 2024
Rapporteringseisen opgenomen in de duurzaamheidsverklaring (IRO-2)
IRO-2 Rapporteringseisen in ESRS opgenomen in de duurzaamheidsverklaring van de onderneming
Rapporteringseisen en opname door middel van verwijzing
De volgende tabellen geven een overzicht van alle ESRS rapporteringseisen in ESRS 2 en de zeven thematische
normen die materieel zijn voor de JENSEN-GROUP en die als leidraad hebben gediend bij het opstellen van
onze duurzaamheidsverklaringen. We hebben alle rapporteringseisen uit de thematische normen E4, S2, en S3
weggelaten, omdat deze onder onze materialiteitsdrempels liggen.
Deze tabellen kunnen we gebruiken om informatie terug te vinden over een specifieke rapporteringseis in de
duurzaamheidsverklaringen. De tabellen tonen ook waar we informatie hebben opgenomen gerelateerd aan
specifieke rapporteringseisen die buiten de duurzaamheidsverklaringen vallen en werden opgenomen door
middel van verwijzing naar andere hoofdstukken van dit jaarverslag. In gevallen waar we nog geen informatie
hebben over een rapporteringseis, wordt er niet naar verwezen.
De volgende afkortingen worden gebruikt om aan te geven naar welke hoofdstukken van het jaarverslag wordt
verwezen:
SUS
Duurzaamheidsverklaring
SR
Strategisch Rapport
VRvB
Verslag van de Raad van Bestuur
FR
Financieel Rapport
DUURZAAMHEIDSRAPPORT
JAARVERSLAG 2024
Rapporteringseis
Pagina
Bijkomende informatie
ESRS-2
Algemene toelichtingen
BP-1
Algemene basis voor het opstellen van de duurzaamheidsverklaring
85
Bijlage A Basis voor het opstellen
BP-2
Rapportage over specifieke omstandigheden
85
Bijlage A Basis voor het opstellen
GOV-1
Rol van de bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende organen
136-166
139
146
151
156
Verslag Deugdelijk Bestuur:
- Risicobeheersing en interne controle
- Samenstelling van de Raad van Bestuur
- Samenstelling van de Comités opgericht door de
Raad van Bestuur
- Duurzaamheidsgerelateerde onderwerpen behandeld
door toezichthoudende organen en het management
GOV-2
Informatie verschaft aan en omgang met duurzaamheidthema’s door bestuurs-,
leidinggevende en toezichthoudende organen van de onderneming
139
156
Verslag Deugdelijk Bestuur:
- Risicobeheersing en interne controle
- Duurzaamheidsgerelateerde onderwerpen behandeld
door toezichthoudende organen en het management
GOV-3
Integratie van duurzaamheidsprestaties in beloningsregelingen
87
Bijlage A - Governance
GOV-4
Due diligenceverklaring
87
Bijlage A - Governance
GOV-5
Risicobeheersing en interne controle voor duurzaamheidsrapportage
139
156
Risicobeheersing en interne controle
Duurzaamheidsgerelateerde onderwerpen behandeld
door toezichthoudende organen en het management
SBM-1
Strategie, businessmodel en waardeketen (producten, markten, klanten)
16
6
11
136
Kader voor duurzaam ondernemen
Bericht aan de aandeelhouders,
Strategie van de JENSEN-GROUP
Verslag Deugdelijk Bestuur
Strategie, businessmodel en waardeketen (personeelsbestand per land)
72
Personeel kenmerken van werknemers
Strategie, businessmodel en waardeketen (opsplitsing van omzet)
8
190
Geconsolideerde kerncijfers
Geconsolideerde winst-en verliesrekening
SBM-2
Belangen en opvattingen van de stakeholders - algemeen
88
Bijlage A - Strategie
SBM-3
Materiële impact, risico's en opportuniteiten en de wisselwerking daarvan met
strategie en businessmodel
20
106
Dubbele materialiteitsbeoordeling
Bijlage B
IRO-1
Beschrijving van het proces om materiële impact, risico's en opportuniteiten in
kaart te brengen en te analyseren
91
Bijlage A Dubbele materialiteitsbeoordeling proces
IRO-2
Rapportage-eisen in ESRS opgenomen in de duurzaamheidsverklaring van de
onderneming
96-102
Rapporteringseis
Hoofdstuk
Pagina
Bijkomende informatie
ESRS E1
Klimaatverandering
ESRS-2,
GOV-3
Integratie van duurzaamheidsprestaties in beloningsregelingen
SUS
40
87
Andere klimaatgerelateerde openbaarmakingen
Bijlage A - Bestuur
ESRS-2,
SBM-3
Materiële impact, risico's en opportuniteiten en de wisselwerking daarvan
met strategie en businessmodel
SUS
23
Waarom de klimaatverandering belangrijk is voor ons
bedrijf
ESRS-2,
IRO-1
Beschrijving van het proces om materiële klimaatimpact, -risico's en -
opportuniteiten in kaart te brengen en te analyseren
SUS
23
91
Waarom de klimaatverandering belangrijk is voor ons
bedrijf
Bijlage A Dubbele materialiteitsbeoordeling proces
E1-1
Transitieplan voor klimaatmitigatie
SUS
25
33
Hoe de JENSEN-GROUP zijn transitieplan vormgeeft
Hoe de JENSEN-GROUP het energieverbruik van klanten
aanpakt
E1-2
Beleid ten aanzien van klimaatmitigatie
SUS
25
Hoe de JENSEN-GROUP zijn transitieplan vormgeeft
E1-3
Maatregelen en middelen wat betreft beleid ten aanzien van
klimaatverandering
SUS
25
33
Hoe de JENSEN-GROUP zijn transitieplan vormgeeft
Hoe de JENSEN-GROUP het energieverbruik van klanten
aanpakt
E1-4
Doelen ten aanzien van klimaatmitigatie
SUS
25
33
Hoe de JENSEN-GROUP zijn transitieplan vormgeeft
Hoe de JENSEN-GROUP het energieverbruik van klanten
aanpakt
E1-5
Energieverbruik en -mix
SUS
36
Broeikasgassen van de JENSEN-GROUP
E1-6
Bruto Scopes 1, 2, 3 en totale BKG-emissies (broeikasgasemissies)
SUS
36
Broeikasgassen van de JENSEN-GROUP
E1-7
Broeikasgasverwijderingen en projecten voor broeikasgasmitigatie
gefinancierd met koolstofkredieten
SUS
40
Andere klimaatgerelateerde openbaarmakingen
E1-8
Interne koolstofprijs
SUS
40
Andere klimaatgerelateerde openbaarmakingen
E1-9
Beoogde financiële effecten van materiële fysieke en transitierisico's en
potentiële klimaatopportuniteiten
SUS
40
Andere klimaatgerelateerde openbaarmakingen
DUURZAAMHEIDSRAPPORT
JAARVERSLAG 2024
Rapporteringseis
Hoofdstuk
Pagina
Bijkomende informatie
ESRS E2
Verontreiniging
ESRS-2,
IRO-1
Beschrijving van het proces om materiële impact, risico's en opportuniteiten
in verband met verontreiniging in kaart te brengen en te analyseren
SUS
41
91
Waarom verontreiniging belangrijk is voor ons bedrijf
Bijlage A Dubbel materialiteitsbeoordeling proces
E2-1
Beleid ten aanzien van verontreiniging
-
43
Hoe de JENSEN-GROUP zijn aanpak m.b.t.
verontreiniging vormgeeft en opvolgt
E2-2
Maatregelen en middelen wat betreft verontreiniging
SUS
43
Hoe de JENSEN-GROUP zijn aanpak m.b.t.
verontreiniging vormgeeft en opvolgt
E2-3
Doelen wat betreft verontreiniging
SUS
43
Hoe de JENSEN-GROUP zijn aanpak m.b.t.
verontreiniging vormgeeft en opvolgt
E2-4
Lucht-, water- en bodemverontreiniging algemeen
SUS
43
Hoe de JENSEN-GROUP zijn aanpak m.b.t.
verontreiniging vormgeeft en opvolgt
E2-5
Zorgwekkende stoffen en zeer zorgwekkende stoffen
SUS
43
Hoe de JENSEN-GROUP zijn aanpak m.b.t.
verontreiniging vormgeeft en opvolgt
E2-6
Beoogde financiële effecten van materiële risico's en opportuniteiten wat
betreft verontreiniging
-
43
Hoe de JENSEN-GROUP zijn aanpak m.b.t.
verontreiniging vormgeeft en opvolgt
Rapporteringseis
Hoofdstuk
Pagina
Bijkomende informatie
ESRS E3
Water
ESRS-2,
IRO-1
Beschrijving van het proces om materiële impact, risico's en opportuniteiten
in kaart te brengen en te analyseren in verband met water en mariene
hulpbronnen
SUS
50
91
Waarom water belangrijk is voor ons bedrijf
Bijlage A Dubbel materialiteitsbeoordeling proces
E3-1
Beleid wat betreft water en mariene hulpbronnen
-
52
Hoe de JENSEN-GROUP zijn aanpak inzake
waterefficiëntie van zijn producten vormgeeft en
opvolgt
E3-2
Maatregelen en middelen wat betreft water en mariene hulpbronnen
SUS
52
Hoe de JENSEN-GROUP zijn aanpak inzake
waterefficiëntie van zijn producten vormgeeft en
opvolgt
E3-3
Doelen wat betreft water en mariene hulpbronnen
SUS
52
Hoe de JENSEN-GROUP zijn aanpak inzake
waterefficiëntie van zijn producten vormgeeft en
opvolgt
E3-4
Waterverbruik
-
-
Niet materieel
E3-5
Beoogde financiële effecten van materiële risico's en opportuniteiten in
verband met water en mariene hulpbronnen
-
52
Waterverbruik voor eigen activiteiten dat niet als
materieel wordt beschouwd
Rapporteringseis
Hoofdstuk
Pagina
Bijkomende informatie
ESRS E5
Materiaalgebruik en circulaire economie
ESRS-2,
IRO-1
Beschrijving van het proces om materiële impact, risico's en opportuniteiten in
kaart te brengen en te analyseren in verband met hulpbronnen en circulaire
economie
SUS
54
91
Waarom de circulaire economie belangrijk is voor
ons bedrijf
Bijlage A Dubbel materialiteitsbeoordeling proces
E5-1
Beleid ten aanzien van materiaalgebruik en circulaire economie
-
56
Hoe de JENSEN-GROUP zijn aanpak van de circulaire
economie vormgeeft en opvolgt
E5-2
Beleid en middelen inzake materiaalgebruik en circulaire economie
SUS
56
Hoe de JENSEN-GROUP zijn aanpak van de circulaire
economie vormgeeft en opvolgt
E5-3
Doelen ten aanzien van materiaalgebruik en circulaire economie
SUS
56
Hoe de JENSEN-GROUP zijn aanpak van de circulaire
economie vormgeeft en opvolgt
E5-4
Materiaalinstromen
-
-
Niet materieel
E5-5
Materiaaluitstromen
-
56
Hoe de JENSEN-GROUP zijn aanpak van de circulaire
economie vormgeeft en opvolgt
E5-6
Beoogde financiële effecten van materiële risico's en opportuniteiten in verband
met gebruik van materiaalgebruik en circulaire economie
-
56
Hoe de JENSEN-GROUP zijn aanpak van de circulaire
economie vormgeeft en opvolgt
Rapporteringseis
Hoofdstuk
Pagina
Bijkomende informatie
ESRS S1
Eigen personeel
ESRS-2,
SBM-2
Belangen en opvattingen van de stakeholders
SUS
88
Bijlage A - Strategie
ESRS-2,
SBM-3
Materiële impact, risico's en opportuniteiten en de wisselwerking daarvan met
strategie en businessmodel
SUS
60
Waarom onze werknemers belangrijk zijn voor ons
bedrijf
S1-1
Beleid ten aanzien van eigen personeel
SUS
62
Hoe de JENSEN-GROUP zijn aanpak m.b.t. de
werknemers vormgeeft en opvolgt
S1-2
Processen om in dialoog te gaan met eigen werknemers en hun
vertegenwoordigers over impact
SUS
69
88
Hoe de JENSEN-GROUP in overleg gaat met zijn
werknemers
Bijlage A Strategie
S1-3
Processen om de negatieve impact te herstellen en kanalen voor eigen
werknemers om hun bezorgdheden te uiten
SUS
69
80
Hoe de JENSEN-GROUP in overleg gaat met zijn
werknemers
Zakelijk gedrag en bedrijfscultuur
DUURZAAMHEIDSRAPPORT
JAARVERSLAG 2024
S1-4
Actie ondernemen met betrekking tot materiële impact voor het eigen
personeel en aanpakken uitwerken om
materiële risico's te beperken en materiële opportuniteiten te benutten met
betrekking tot
eigen personeel, en de effectiviteit van deze acties
SUS
62
Hoe de JENSEN-GROUP zijn aanpak m.b.t. de
werknemers vormgeeft en opvolgt
S1-5
Doelen om de materiële negatieve impact te beheersen, de positieve impact te
bevorderen en materiële risico's en opportuniteiten te beheersen
SUS
62
Hoe de JENSEN-GROUP zijn aanpak m.b.t. de
werknemers vormgeeft en opvolgt
S1-6
Kenmerken van de werknemers van de onderneming
SUS
72
Kenmerken van de werknemers
S1-7
Kenmerken van eigen medewerkers die evenwil niet in loondienst zijn van de
onderneming
-
-
Niet materieel
S1-8
Cao-dekkingsgraad en sociale dialoog
-
-
Niet materieel
S1-9
Diversiteitsmaatstaven
-
-
Niet materieel
S1-10
Leefbare lonen
-
-
Niet materieel
S1-11
Sociale bescherming
-
-
Niet materieel
S1-12
Personen met beperkingen
-
-
Niet materieel
S1-13
Maatstaven voor opleiding en ontwikkeling van vaardigheden
SUS
62
Hoe de JENSEN-GROUP zijn aanpak m.b.t. de
werknemers vormgeeft en opvolgt
S1-14
Veiligheids- en gezondheidsmaatstaven
SUS
62
Hoe de JENSEN-GROUP zijn aanpak m.b.t. de
werknemers vormgeeft en opvolgt
S1-15
Maatstaven voor werk-privébalans
-
-
Niet materieel
S1-16
Beloningsmaatstaven (loonkloof en totale beloning)
-
-
Niet materieel
S1-17
Incidenten, klachten en ernstige impact op het gebied van mensenrechten
-
-
Niet materieel
Rapporteringseis
Hoofdstuk
Pagina
Bijkomende informatie
ESRS S4
Consumenten en eindgebruikers
ESRS-2,
SBM-3
Materiële impact, risico's en opportuniteiten en de wisselwerking daarvan met
strategie en businessmodel
FR
20
74
88
Dubbele materialiteitsbeoordeling
Waarom productkwaliteit en -veiligheid
belangrijk zijn voor ons bedrijf
Bijlage A - Strategie
S4-1
Beleid ten aanzien van consumenten en eindgebruikers
SUS
75
Hoe de JENSEN-GROUP productkwaliteit en -
veiligheid garandeert
S4-2
Processen om in dialoog te gaan met consumenten en eindgebruikers over
impact
FR, SUS
77
88
Hoe de JENSEN-GROUP in overleg gaat met zijn
klanten
Bijlage A Strategie
S4-3
Processen om de negatieve impact te herstellen en kanalen voor consumenten
en eindgebruikers om hun bezorgdheden te uiten
SUS
77
80
Hoe de JENSEN-GROUP in overleg gaat met zijn
klanten
Zakelijk gedrag en bedrijfscultuur
S4-4
Actie ondernemen met betrekking tot materiële impact voor consumenten en
eindgebruikers en aanpakken uitwerken om
materiële risico's te beperken en materiële opportuniteiten te benutten met
betrekking tot
consumenten en eindgebruikers, en de effectiviteit van deze acties
SUS
75
Hoe de JENSEN-GROUP productkwaliteit en -
veiligheid garandeert
S4-5
Doelen om de materiële negatieve impact te beheren, de positieve impact te
bevorderen en materiële risico's en opportuniteiten te beheersen (consumenten
en eindgebruikers)
SUS
75
Hoe de JENSEN-GROUP productkwaliteit en -
veiligheid garandeert
Rapporteringseis
Hoofdstuk
Pagina
Bijkomende informatie
ESRS G1
Zakelijk gedrag
ESRS-2,
GOV-1
Materiële impact, risico's en opportuniteiten en de wisselwerking daarvan met
strategie en businessmodel
FR
136-166
139
146
151
156
87
Verslag Deugdelijk Bestuur:
- Risicobeheersing en interne controle
- Samenstelling van de Raad van Bestuur
- Samenstelling van de Comités opgericht door
de Raad van Bestuur
- Duurzaamheidsgerelateerde onderwerpen
behandeld door toezichthoudende organen en
het management
Bijlage A - Bestuur
ESRS-2,
IRO-1
Beschrijving van het proces om de materiële impact, risico's en opportuniteiten
in verband met zakelijk gedrag in kaart te brengen en te analyseren
SUS
91
Bijlage A Dubbele materialiteitsbeoordelings
proces
G1-1
Beleid ten aanzien van zakelijk gedrag en bedrijfscultuur
SUS
80
Zakelijk gedrag en bedrijfscultuur
G1-2
Beheer van relaties met leveranciers
SUS
-
Niet materieel
G1-3
Preventie en opsporing van corruptie en omkoping
SUS
80
Zakelijk gedrag en bedrijfscultuur
G1-4
Incidenten van corruptie of omkoping
FR, SUS
80
Zakelijk gedrag en bedrijfscultuur
G1-5
Politieke invloed en lobbyactiviteiten
-
-
Niet materieel
G1-6
Betalingspraktijken
-
-
Niet materieel
DUURZAAMHEIDSRAPPORT
JAARVERSLAG 2024
Datapunten die voortvloeien uit andere EU-wetgeving
Bij het opstellen van deze duurzaamheidsverklaring hebben we erop toegezien dat we voldoen aan de relevante EU-wetgeving. Een lijst met datapunten die voortvloeien uit
andere EU-wetgeving, samen met waar ze te vinden zijn in deze duurzaamheidsverklaring, wordt in onderstaande tabel weergegeven.
De gekoppelde EU-wetgeving is te vinden in bijlage B van de ESRS2-standaard. Deze datapunten bieden essentiële context met betrekking tot de openbaarmakingen die hier
worden voorgesteld. Bij het opstellen van deze duurzaamheidsverklaring hebben we een gestructureerd proces gevolgd voor het identificeren en rapporteren van materiële
informatie over de impact, risico's en opportuniteiten die relevant zijn voor ons bedrijf, zoals verduidelijkt in de sectie “Dubbel materialiteitsproces” van Bijlage A hierboven.
Toepasselijke norm
Rapportage-eis en bijbehorend datapunt
Verwijzing naar sectie over jaarverslag
ESRS 2
ESRS 2 GOV 1: Genderdiversiteit Raad van Bestuur - alinea 21 (d)
“Samenstelling van de Raad van Bestuur”, p.
146
ESRS 2 GOV-1: Percentage onafhankelijke Bestuurders - alinea 21 (e)
“Samenstelling van de Raad van Bestuur”, p.
146
ESRS 2 GOV-4: Verklaring inzake due diligence - alinea 30
Duurzaamheidsverklaring, p.87
ESRS 2 SBM-1: Betrokkenheid bij activiteiten gerelateerd aan fossiele brandstoffen - alinea 40 (d) i
Niet materieel
ESRS 2 SBM-1: Betrokkenheid bij activiteiten in verband met
de productie van chemische stoffen - alinea 40 (d) ii
Niet materieel
ESRS 2 SBM-1: Betrokkenheid bij activiteiten in verband met controversiële wapens - alinea 40 (d) iii
Niet materieel
ESRS 2 SBM-1: Betrokkenheid bij activiteiten in verband met de teelt en productie van tabak - alinea 40 (d) iv
Niet materieel
34E1
Klimaatverandering
ESRS E1-1: Transitieplan om klimaatneutraal te worden tegen 2050 - alinea 14
Niet materieel
ESRS E1-1: Ondernemingen die uitgesloten worden van de EU-benchmarks voor Parijs - alinea 16 (g)
Niet materieel
ESRS E1-4: Broeikasgasemissiereductiedoelstellingen - alinea 34
Duurzaamheidsverklaring, p.32
ESRS E1-5: Energieverbruik uit fossiele bronnen uitgesplitst
naar bronnen (alleen sectoren met een grote impact op het klimaat) - alinea 38
Duurzaamheidsverklaring, p.36
ESRS E1-5: Energieverbruik en -mix - alinea 37
Duurzaamheidsverklaring, p.36
ESRS E1-5: Energie-intensiteit van activiteiten in sectoren met
een grote impact op het klimaat - alinea's 40 tot 43
Duurzaamheidsverklaring, p.36
ESRS E1-6: Bruto Scopes 1, 2, 3 en totale BKG-emissies - alinea 44
Duurzaamheidsverklaring, p.37
ESRS E1-6: Intensiteit Bruto BKG-emissies - alinea's 53 tot 55
Duurzaamheidsverklaring, p.37
ESRS E1-7: Broeikasgasverwijderingen en koolstofkredieten - alinea 56
Niet materieel
ESRS E1-9: Blootstelling van de benchmarkportefeuille aan klimaatgerelateerde
fysieke risico's - alinea 66
Niet materieel
ESRS E1-9: Uitsplitsing van geldbedragen in acuut en chronisch fysiek risico - alinea 66 (a)
ESRS E1-9: Locatie van significante activa met een materieel fysiek risico - alinea 66 (c)
Niet materieel
ESRS E1-9: Uitsplitsing van de boekwaarde van zijn vastgoedactiva naar energie-efficiëntieklassen - alinea 67 (c)
Niet materieel
ESRS E1-9: Mate waarin de portefeuille is blootgesteld aan klimaatgerelateerde opportuniteiten - alinea 69
Niet materieel
E2 Verontreiniging
ESRS E2-4: Hoeveelheid emissies naar lucht, water en bodem van elke verontreinigende stof in
bijlage II bij E-PRTR-verordening (Europees register uitstoot en overbrenging verontreinigende stoffen) - alinea
28
Duurzaamheidsverklaring, p.46
E3 Water en mariene
hulpstoffen
ESRS E3-1: Beleid inzake water en mariene hulpstoffen - alinea 9
Niet materieel
ESRS E3-1: Specifiek beleid (voor locatie in gebied met hoge stress) - alinea 13
Niet materieel
ESRS E3-1: Duurzame oceanen en zeeën - alinea 14
Niet materieel
ESRS E3-4: Totale hoeveelheid gerecycleerd en hergebruikt water - alinea 28 (c)
Niet materieel
ESRS E3-4: Totaal waterverbruik in m3 per netto-omzet uit eigen activiteiten - alinea 29
Niet materieel
E4 Biodiversiteit
ESRS 2- IRO 1 - E4: Lijst met locaties waar activiteiten gevolgen hebben voor gebieden met een kwetsbare
biodiversiteit - alinea 16 (a) i
Niet materieel
ESRS 2- IRO 1 - E4: vastgestelde negatieve impact op landdegradatie, woestijnvorming en bodemafdekking -
alinea 16 (b)
Niet materieel
ESRS 2- IRO 1 - E4: Activiteiten die van invloed zijn op bedreigde soorten - alinea 16 (c)
Niet materieel
ESRS E4-2: Duurzame landbouwpraktijken of -beleid - alinea 24 (b)
Niet materieel
ESRS E4-2: Duurzame praktijken of beleid ten aanzien van oceanen/zeeën - alinea 24 (c)
Niet materieel
ESRS E4-2: Beleid tegen ontbossing - alinea 24 (d)
Niet materieel
E5 Circulaire
economie
ESRS E5-5: Niet-gerecycleerd afval - alinea 37 (d)
Niet materieel
ESRS E5-5: Gevaarlijk afval en radioactief afval - alinea 39
Niet materieel
S1 Eigen personeel
ESRS 2- SBM3 - S1: Risico op incidenten met gedwongen arbeid - alinea 14 (f)
Duurzaamheidsverklaring, p.62
ESRS 2- SBM3 - S1: Risico op incidenten met kinderarbeid - alinea 14 (g)
Duurzaamheidsverklaring, p.62
ESRS S1-1: Toezeggingen op het vlak van mensenrechtenbeleid - alinea 20
Duurzaamheidsverklaring, p.62
ESRS S1-1: Due diligence-beleid rond kwesties die aan de orde komen in de fundamentele verdragen 1 tot en
met 8 van de Internationale Arbeidsorganisatie - alinea 21
Duurzaamheidsverklaring, p.62
ESRS S1-1: Procedures en maatregelen ter voorkoming van mensenhandel - alinea 22
Duurzaamheidsverklaring, p.62
ESRS S1-1: Beleid of beheersysteem ter voorkoming van arbeidsongevallen - alinea 23
Duurzaamheidsverklaring, p.62
ESRS S1-3: Mechanismen voor klachtenbehandeling en geschillenbeslechting - alinea 32 (c)
Niet materieel
ESRS S1-14: Aantal sterfgevallen en aantal en aandeel
arbeidsongevallen - alinea 88 (b) en (c)
Duurzaamheidsverklaring, p.64
ESRS S1-14: Aantal verzuimdagen als gevolg van letsel, ongevallen, dodelijke ongevallen of ziekte - alinea 88 (e)
Duurzaamheidsverklaring, p.64
ESRS S1-16: Niet-gecorrigeerde loonkloof man-vrouw - alinea 97 (a)
Niet materieel
ESRS S1-16: Ratio buitensporige beloning CEO - alinea 97 (b)
Niet materieel
ESRS S1-17: Gevallen van discriminatie - alinea 103 (a)
Niet materieel
ESRS S1-17: Niet-nakoming van de principes van de UNGP over zakelijke en mensenrechten en
de OESO - alinea 104 (a)
Niet materieel
S2 Werknemers in de
waardeketen
ESRS 2- SBM3 S2: Aanzienlijk risico op kinderarbeid of gedwongen arbeid
in de waardeketen - alinea 11 (b)
Niet materieel
ESRS S2-1: Toezeggingen op het vlak van mensenrechtenbeleid - alinea 17
Niet materieel
ESRS S2-1: Beleid ten aanzien van werknemers in waardeketen - alinea 18
Niet materieel
ESRS S2-1: Niet-nakoming van de principes van de UNGP over zakelijke en mensenrechten
Niet materieel
DUURZAAMHEIDSRAPPORT
JAARVERSLAG 2024
en OESO-richtlijnen - alinea 19
ESRS S2-1: Due diligence-beleid rond kwesties die aan de orde komen in de fundamentele
Verdragen 1 tot en met 8 van de Internationale Arbeidsorganisatie - alinea 19
Niet materieel
ESRS S2-4: Mensenrechtenproblemen en -incidenten m.b.t. de upstream- en downstream-waardeketen - alinea
36
Niet materieel
S3 Getroffen
gemeenschappen
ESRS S3-1: Toezeggingen op het vlak van mensenrechtenbeleid - alinea 16
Niet materieel
ESRS S3-1: Niet-nakoming van de principes van de UNGP over zakelijke en mensenrechten,
IAO-principes en OESO-richtlijnen - alinea 17
Niet materieel
ESRS S3-4: Mensenrechtenproblemen en -incidenten - alinea 36
Niet materieel
S4 Consumenten en
eindgebruikers
ESRS S4-1: Beleid ten aanzien van consumenten en eindgebruikers
alinea 16
Duurzaamheidsverklaring, p.75
ESRS S4-1: Niet-nakoming van de principes van de UNGP over zakelijke en mensenrechten en
OESO-richtlijnen - alinea 17
Duurzaamheidsverklaring, p.75
ESRS S4-4: Mensenrechtenproblemen en -incidenten - alinea 35
Duurzaamheidsverklaring, p.75
G1 Zakelijk gedrag
ESRS G1-1: VN-Verdrag tegen corruptie - alinea 10 (b)
Duurzaamheidsverklaring, p.80
ESRS G1-1: Bescherming van klokkenluiders - alinea 10 (d)
Duurzaamheidsverklaring, p.80
ESRS G1-4: Geldboetes voor overtredingen van wetgeving tegen corruptie en omkoping - alinea 24 (a)
Duurzaamheidsverklaring, p.84
ESRS G1-4: Normen voor bestrijding van corruptie en omkoping - alinea 24 (b)
Duurzaamheidsverklaring, p.84
Bijlage B: volledige lijst met JENSEN-GROUP IRO’s
De volgende tabellen geven een overzicht van de duurzaamheid gerelateerde impact, risico's en
opportuniteiten die we als materieel hebben geïdentificeerd en beoordeeld, conform ons dubbele
materialiteitsbeoordelingsproces. Zeven van de tien ESRS-onderwerpen zijn relevant voor de JENSEN-GROUP.
Elk onderwerp wordt voorgesteld in de volgende tabellen, waarin we de sub onderwerpen specificeren
waarmee onze materiële impact, risico's en opportuniteiten gepaard gaan, bv. energieverbruik door klanten,
productkwaliteit en -veiligheid en bedrijfscultuur.
In de tabellen geven we ook aan of de gevolgen, risico's en opportuniteiten betrekking hebben op onze eigen
activiteiten (OO), onze upstream-waardeketen (UVC) of onze downstream-waardeketen (DVC).
We geven ook aan of onze impact positief of negatief is, of hij potentieel of reëel is, evenals de verwachte
tijdshorizonten van de materiële impact. Alle geïdentificeerde invloeden, risico's en opportuniteiten werden
beoordeeld in overeenstemming met ons businessmodel, onze missie, strategie en kernwaarden. Ze bevatten
ook materiële sectorspecifieke openbaarmakingen die in de onderstaande tabellen met een sterretje (*)
gemarkeerd zijn.
De hiernavolgende beschrijvingen geven een meer gedetailleerd inzicht in hoe de impact, risico's en
opportuniteiten zich verhouden tot ons businessmodel. Hoofdstuk E1 over klimaatverandering bevat ons
antwoord op klimaat gerelateerde transitierisico's.
We hebben geen huidige financiële effecten van onze materiële financiële risico's vastgesteld. Onze jaarlijkse
omzet is daarentegen direct gekoppeld aan niet-kwantificeerbare materiële opportuniteiten in onze
downstream-waardeketen, zoals energiegebruik door klanten, de waterefficiëntie van producten of
productkwaliteit en -veiligheid.
Meer informatie over hoe we reageren op de effecten van onze impact en risico's kunt u hierna terugvinden in
de thematische hoofdstukken onder “Milieu”, “Sociaal” en “Governance”.
DUURZAAMHEIDSRAPPORT
JAARVERSLAG 2024
E1: Klimaatverandering
E2: Verontreiniging
DUURZAAMHEIDSRAPPORT
JAARVERSLAG 2024
E3: Water
E5: Materiaalgebruik en circulaire economie
S1: Eigen personeel
DUURZAAMHEIDSRAPPORT
JAARVERSLAG 2024
S4: Consumenten & eindgebruikers
G1: Zakelijk gedrag
DUURZAAMHEIDSRAPPORT
JAARVERSLAG 2024
Bijlage C: Scope 1-,2- en 3-BKG-emissies boekhoudbeleid
Scope 1-emissies worden berekend in de vorm van energieverbruiksgegevens vermenigvuldigd met de
relevante emissiefactoren. Voor emissies veroorzaakt door bedrijfswagens hebben we het gemiddelde
verbruik in l/100 km vermenigvuldigd met een gemiddelde afstand van 25.000 km/jaar en dat daarna
vermenigvuldigd met de categorie specifieke emissiefactor. Bedrijfswagens die tijdens de
rapporteringsperiode zijn aangeschaft of verkocht, worden opgenomen in de vorm van een lagere
schatting van de afgelegde afstand als ze verkocht of aangeschaft werden in het eerste, respectievelijk
laatste kwartaal van de rapporteringsperiode.
Scope 2-emissies worden gerapporteerd volgens twee methoden:
1) De locatie-gebaseerde methode: de emissies worden berekend als de gekochte
stroomvolumes vermenigvuldigd met de land specifieke emissiefactoren voor elke
entiteit. Deze methode weerspiegelt de mix van energiebronnen (zoals steenkool,
aardgas en duurzame energie) die wordt gebruikt om de elektriciteit te leveren in het
land waar die wordt verbruikt.
2) De markt-gebaseerde methode: de emissies worden berekend als de gekochte
stroomvolumes vermenigvuldigd met de leveranciersspecifieke emissiefactor, rekening
houdend met aankopen van groene stroom zoals hernieuwbare energiecertificaten
(REC's) of garanties van oorsprong. Deze methode weerspiegelt de keuzes van de
consument om schonere of groenere elektriciteitsopties te kopen, ongeacht de lokale
netmix. Wanneer emissiefactoren van leveranciers ontbraken, pasten we de locatie-
gebaseerde emissiefactor toe. Voor stadsverwarming pasten we de leveranciers-
specifieke emissiefactor toe op de locatie-gebaseerde aanpak. Aangezien de leverancier
de enige lokale optie is, komt dit overeen met een locatie-gebaseerde factor. Het kan
niet worden uitgesloten dat in de leveranciersspecifieke emissiefactoren emissies van
biogene bronnen zijn opgenomen, die normaal gezien afzonderlijk worden
gerapporteerd, buiten het toepassingsgebied. De emissies maken immers deel uit van de
natuurlijke koolstofcyclus en zijn niet het resultaat van emissies van fossiele
brandstoffen.
Scope 3-emissies zijn onderverdeeld in 15 subcategorieën. De belangrijkste veronderstellingen en
onzekerheden zijn te vinden in twee categorieën, namelijk ‘Gekochte goederen en diensten’ en
‘Gebruik van verkochte producten’. Voor de categorie “Gekochte goederen en diensten” worden de
non-core emissiebronnen geschat met behulp van monetaire emissiefactoren (EEIO-methode),
waarbij emissies worden gecorreleerd aan het uitgegeven geld in plaats van aan fysieke hoeveelheden
(hierna “gecategoriseerde uitgavendata” genoemd). Dit vormt een bron van onzekerheid.
De emissiefactoren voor de core categorieën zijn afkomstig van Ecoinvent, die geen
leveranciersspecifieke emissies zijn en daarom ook gepaard gaan met een bepaalde mate van
onzekerheid. Voor de categorie ‘Gebruik van verkochte producten’ worden de BKG-emissies berekend
met een theoretisch model, waarvoor we een schatting moesten maken van het energieverbruik, de
intensiteit en de levensduur van onze machines bij onze klanten en de gebruikte energiebronnen
(net/grijze elektriciteit, aardgas, stadsverwarming of brandstof, enz.). Verdere veronderstellingen en
schattingen voor elke categorie worden hieronder beschreven in de berekeningsmethodes die voor
elke categorie worden toegepast. We kunnen geen kwantificeerbaar onzekerheidspercentage geven
voor Scope 3-emissies als geheel.
1. Gekochte goederen en diensten:
Belangrijkste materialen: gecategoriseerde informatie over het gewicht (specifiek of
verondersteld) en de afstand op basis van het land van herkomst vermenigvuldigd met de
relevante emissiefactoren.
Andere materialen en diensten: gecategoriseerde uitgaven vermenigvuldigd met de
relevante emissiefactoren.
Het merendeel van onze producten en diensten wordt ingekocht via onze
productievestigingen; kleinere aankopen door de verkoopkantoren en servicecenters
werden buiten beschouwing gelaten.
2. Kapitaalgoederen: emissies zijn berekend door de gecategoriseerde uitgaven te
vermenigvuldigen met relevante emissiefactoren die specifiek zijn voor de uitgavencategorie.
3. Brandstof- en energiegerelateerde activiteiten die niet zijn opgenomen in Scope 1 of Scope 2
omvatten upstreame emissies en verliezen op T&D-netwerken van energie- en
brandstofaankopen. Deze emissies werden berekend op basis van generieke gegevens uit
erkende databases en in verhouding gebracht met onze Scope 1- en Scope 2-emissies.
4. Upstream transport en distributie: is gebaseerd op een mix van bedrijfsspecifieke gegevens
(transport door derden naar klanten) en op uitgaven gebaseerde gegevens (transport tussen
leverancier en eigen activiteiten, inclusief transport tussen bedrijven van de Groep). De
bedrijfsspecifieke gegevens omvatten ook volumes, herkomst en bestemming van transporten
en worden gecombineerd met relevante emissiefactoren voor transport.
5. Gegenereerd afval: is gebaseerd op werkelijke afvalcijfers voor de belangrijkste metalen
vermenigvuldigd met relevante emissiefactoren.
6. Zakenreizen: emissies zijn berekend door de gecategoriseerde uitgaven te vermenigvuldigen
met relevante uitgaven specifieke emissiefactoren.
7. Woon-werkverkeer van werknemers: emissies zijn berekend op basis van veronderstellingen
m.b.t. afgelegde afstand en gebruikte transportwijze, ervan uitgaand dat iedereen met de auto
reist en er niet van thuis gewerkt wordt.
DUURZAAMHEIDSRAPPORT
JAARVERSLAG 2024
8. Gebruik van verkochte producten: emissies werden berekend op basis van het aantal
geproduceerde machines. De enkelvoudige machines werden vervolgens gehergroepeerd in
hoofdcategorieën (bijv. drogers, strijkmachines, tunnelwassers) om consistente definities van
de gegevensparameters te voorzien per machinecategorie die nodig zijn voor de berekening.
De gegevensparameters bestaan uit verbruiks- en gewichtscijfers uit technische
gegevensbladen en veronderstellingen over de verwachte levensduur van de machines. Voor
elke machinecategorie berekenden we het verbruik van de belangrijkste emissiebron (gas,
elektriciteit, stoom) gedurende de levensduur van een machine.
De verkregen cijfers werden vervolgens vermenigvuldigd met de relevante emissiefactoren. De
emissiefactoren voor elektriciteit zijn landspecifiek en worden bepaald door de locatie van de
klant. Voor de andere belangrijkste energiebronnen gas, perslucht en stoom hebben we een
algemene emissiefactor gebruikt. De emissiefactor voor stoom is gebaseerd op de
veronderstelling dat de stoom wordt gegenereerd door verschillende energiebronnen, wat het
meest representatief is voor de verschillende realiteiten bij klanten. Transportbanden en
INWATEC zijn niet meegerekend omdat ze voor een groot deel op maat gemaakt zijn en de
productbeschrijvingen onvoldoende details bevatten om aanvaardbare veronderstellingen te
doen.
9. Einde levensduur van verkochte producten: de berekening is gebaseerd op bedrijfsspecifieke
gegevens (aantal en gewicht van gefabriceerde producten) en veronderstellingen (het aandeel
van verschillende materialen in de producten) vermenigvuldigd met de relevante
emissiefactoren.
10. Investeringen: omvat Scope 1-, 2- en 3-emissies veroorzaakt door niet-geconsolideerde joint
ventures. De Scope 1- en 2-berekeningen zijn gebaseerd op realtime verbruikscijfers, en maken
gebruik van dezelfde veronderstellingen en methodologieën zoals hierboven uitgelegd.
Aangezien de bedrijfsactiviteiten van deze joint ventures sterk lijken op die van de JENSEN-
GROUP, werden hun Scope 3-cijfers afgeleid van de totale Scope 3-cijfers voor JENSEN, minus
de investeringscategorie. De emissies die in deze categorie worden opgenomen, staan in
verhouding tot het aantal aandelen dat de JENSEN-GROUP bezit.
11. De andere Scope 3-categorieën zijn niet relevant voor de JENSEN-GROUP.
Onze berekeningen werden gemaakt met gebruik van emissiefactoren databases, aannames en intern
verzamelde gegevens uit onze facturen, ons ERP-systeem, de verkoopdatabase, technische datasheets en de
winst- en verliesrekening (P&L). We maken een onderscheid tussen primaire data, activiteitsgegevens en
financiële data. Primaire data verwijst naar direct gemeten of geobserveerde gegevens die door een bedrijf
worden gerapporteerd, in plaats van aannames of afgeleide gegevens uit secundaire bronnen zoals databases.
Het percentage emissies dat is berekend met primaire data is beperkt tot categorie 3.3 "Emissies gerelateerd
aan brandstoffen en energie" en komt overeen met 0% van de totale Scope 3-emissies.
Activiteitsgegevens verwijst naar kwantitatieve informatie (exclusief financiële data en aannames) dat direct
gekoppeld is aan de bedrijfsactiviteiten van het bedrijf, zoals informatie over gewicht en energieverbruik. 9%
van onze Scope 3-emissies wordt berekend op basis van activiteitsgegevens.
Bron van de emissiefactoren
De gebruikte emissiefactoren (“EF”) zijn gebaseerd op verschillende betrouwbare bronnen om de
nauwkeurigheid en consistentie met internationale normen te garanderen:
Scope
Emissiebron
Bron
Commentaren
Scope 1
Brandstoffen m.u.v.
acetyleen
DEFRA 2023
Acetyleen
Srivastava, J. V., Srivastava, H. V., &
Khan, M. S. (2016). Acetylene Gas as
an Alternative Fuel for Spark Ignition
Engine. International Journal for
Scientific Research & Development,
4(4), 145-148. ISSN (online): 2321-
0613.
Scope 2
Elektriciteit
(locatiegebaseerd)
Nationale EF
Carbon footprint Ltd 2024
Alle JENSEN-vestigingen
m.u.v. VS en
Denemarken.
Elektriciteit
(marktgebaseerd)
Leverancierspecifieke EF
Indien niet beschikbaar,
locatiegebaseerde EF
JENSEN USA: Elektriciteit
(locatie-
/marktgebaseerd)
Gemiddelde EF van het net
gepubliceerd door het Environmental
Protection Agency (EPA)
Hoewel ons kantoor zich
in Florida bevindt, is het
elektriciteitsnet SRSO
(SERC South) gebaseerd
op het zoeken in de EPA-
database via postcode.
JENSEN Denmark:
Elektriciteit (locatie-
/marktgebaseerd)
Leveranciersverklaring 2022
(Bornholms Energi A/S)
Marktgebaseerde EF is
gelijk aan
locatiegebaseerde EF
omdat de leverancier
eigenaar is van het hele
“net”. Het
leverancierspecifieke
tarief is dan ook
hetzelfde als het tarief
voor het hele netwerk.
Bijgevolg zijn de LB- en
MB-berekeningen
identiek.
JENSEN Denmark:
Centrale verwarming
(locatie-
/marktgebaseerd)
Leveranciersverklaring 2023 (Rønne
Varme A/S)
JENSEN Zweden
Centrale verwarming
(locatie-
/marktgebaseerd)
Leveranciersverklaring 2023 (Borås
Energi & Miljö AB)
INWATEC Centrale
verwarming (locatie-
/marktgebaseerd)
Leveranciersverklaring 2023
(Fjernvarme FYN)
Scope 3
Alle categorieën
Ecoinvent, EIA, Exiobase, DEFRA 2023
& Carbon footprint Ltd 2024
We verwijzen naar de
sectie over het
boekhoudbeleid
hierboven voor de details
van de
berekeningsmethoden
per categorie.
117
DUURZAAMHEIDSRAPPORT
JAARVERSLAG 2024
Bijlage D: TAXONOMIE
In 2020 creëerde de Europese Unie een actieplan om duurzame groei te financieren, dat erop gericht was
kapitaalstromen om te buigen naar duurzame economische activiteiten. Dit maakt deel uit van de
inspanningen om de doelstellingen van de Europese Green Deal te bereiken en Europa tegen 2050
klimaatneutraal te maken. In 2021 introduceerde de Europese Commissie de EU-taxonomie, een
classificatiesysteem dat bepaalt welke activiteiten duurzaam zijn voor het milieu.
Bedrijven die onder de EU-taxonomie rapportageverplichting vallen, moeten in hun jaarverslagen melden in
welke mate hun activiteiten onder de EU-taxonomie vallen ('in aanmerking komend voor taxonomie') en, als ze
activiteiten hebben die in aanmerking komen, moeten die bedrijven voldoen aan de criteria die zijn vastgesteld
in de gedelegeerde handelingen van de EU-taxonomie ('op de taxonomie afgestemd').
De informatie hieronder betreft het financiële jaar 2024.
In aanmerking komend
Na een zorgvuldige vergelijking van de activiteiten van het bedrijf met de EU-taxonomie, heeft de JENSEN-
GROUP geen economische activiteiten geïdentificeerd die momenteel onder de EU-taxonomie vallen.
Geen enkele activiteit die onder de EU-taxonomie valt betreft de bedrijfsvoering van een fabrikant of
constructeur van industriële wasserijmachines, zoals de JENSEN-GROUP.
Dat bleek uit een grondig onderzoek van de activiteiten die werden geïdentificeerd als hypothetisch dicht bij de
bedrijfsvoering van de JENSEN-GROUP in de industrie (Gedelegeerde verordening 2021/2139, Bijlage I:
klimaatmitigerende activiteiten 3.6; Gedelegeerde Verordening 2023/2486, Bijlage II: activiteiten 1.2 circulaire
economie) en in de dienstensector (Gedelegeerde Verordening 2023/2486, Bijlage II: activiteiten 5.1-5.2; 5.5
circulaire economie). Hieronder volgt een gedetailleerde uitleg en argumentatie:
- Productie van elektrische en elektronische toestellen (activiteit 1.2 van de Gedelegeerde Verordening
2023/2486, Bijlage II): het businessmodel van de JENSEN-GROUP beantwoordt noch aan de
beschrijving van de activiteit, noch aan de NACE-codes die erin worden vermeld.
Hoewel de ontwerp-mededeling van de Commissie van november 2024 de criteria voor elektrische en
elektronische toestellen verduidelijkte, werd bepaald dat de JENSEN-machines niet in aanmerking
komen, omdat ze voornamelijk worden aangedreven door stoom en gas in plaats van elektriciteit.
- Herstellingen, vernieuwingen en revisies (activiteit 5.1 van de Gedelegeerde Verordening 2023/2486,
Bijlage II): de JENSEN-GROUP heeft geen vernieuwings- of revisieactiviteiten en de economische
activiteit van de vennootschap houdt ook geen verband met de herstelling van producten die zijn
vervaardigd door economische activiteiten die vallen onder de NACE-codes vermeld in de
beschrijvingen van de activiteit.
- Verkoop van reserveonderdelen (activiteit 5.2 van Gedelegeerde Verordening 2023/2486, Bijlage II):
de economische activiteit van de JENSEN-GROUP houdt geen verband met reserveonderdelen voor
producten die zijn vervaardigd door economische activiteiten die vallen onder de NACE-codes vermeld
in de beschrijving van de activiteit.
- Product-as-a-service en andere circulaire gebruiks- en resultaatgerichte dienstenmodellen (activiteit
5.5 van Gedelegeerde Verordening 2023/2486, Bijlage II): de economische activiteit van de JENSEN-
GROUP houdt geen verband met reserveonderdelen voor producten die zijn vervaardigd door
economische activiteiten die vallen onder de NACE-codes vermeld in de beschrijving van de activiteit.
- Productie van andere koolstofarme technologieën (activiteit 3.6 van de Gedelegeerde Verordening
2021/2139, Bijlage I): ook al wordt de JENSEN-GROUP beschouwd als de leider in de sector op het vlak
van energie- en hulpbronnenbesparingen, toch is zijn belangrijkste activiteit is niet gericht op de
vermindering van de BKG-emissies.
In het licht van bovenstaande argumenten concludeert de JENSEN-GROUP dat het geen activiteiten heeft die in
aanmerking komen voor de EU-taxonomie. Bijgevolg zijn er binnen de EU-taxonomie geen criteria beschikbaar
om de afstemming met de taxonomie te beoordelen die essentieel is om te kunnen rapporteren over de
afstemming van opbrengsten, kapitaaluitgaven en operationele uitgaven die verband houden met de
economische activiteiten van de JENSEN-GROUP.
De bovenstaande redenering steunt op de huidige wetgeving, en kan opnieuw geëvalueerd worden indien de
wetgeving gewijzigd wordt. Hoewel de activiteiten van de JENSEN-GROUP niet in aanmerking komen voor de
EU-taxonomie, worden er aanzienlijke inspanningen geleverd om de duurzaamheid van de activiteiten te
verbeteren, en rapporteert de Groep over een aanzienlijk aantal datapunten, zoals in het duurzaamheids-
rapport weergegeven.
Opbrengsten
Zoals hierboven aangetoond, zijn er geen activiteiten die opbrengsten genereren opgenomen in de Taxonomie
en die in verband kunnen worden gebracht met de activiteiten van de JENSEN-GROUP.
119
DUURZAAMHEIDSRAPPORT
JAARVERSLAG 2024
Kapitaaluitgaven
Hoewel de economische activiteiten van de JENSEN-GROUP niet in aanmerking komen, heeft de Groep
een aantal kapitaaluitgaven geïdentificeerd die verband houden met de aankoop van output van op
de taxonomie afgestemde economische activiteiten en individuele maatregelen die ervoor zorgen dat
de doelactiviteiten koolstofarm worden of tot een vermindering van broeikasgassen leiden, zoals bepaald in
punt (c) van sectie 1.1.2.2 van Bijlage I bij de Gedelegeerde Handeling Openbaarmaking, evenals andere
economische activiteiten die zijn opgenomen in de gedelegeerde handelingen aangenomen op grond van
Artikel 10(3), Artikel 11(3), Artikel 12(2), Artikel 13(2), Artikel 14(2) en Artikel 15(2) van Verordening (EU)
2020/852.
De KPI kapitaaluitgaven wordt berekend conform sectie 1.1.2 van Bijlage I van de Gedelegeerde Verordening.
De in aanmerking komende en de afgestemde kapitaaluitgaven (teller) worden gedeeld door de totale
kapitaaluitgaven voor het fiscale jaar 2024, zoals bepaald in sectie 1.1.2.1 van Bijlage I van
de Gedelegeerde Verordening (noemer).
De uitgaven opgenomen in de teller komen in aanmerking, maar zijn niet afgestemd omdat er geen bevestiging
is dat ze niet kwalificeren als een substantiële bijdrage aan ten minste één van de zes milieu-doelstellingen van
het EU-taxonomie kader. De activiteiten die als in aanmerking komend zijn geïdentificeerd, zijn:
- Vervoer met motorfietsen, personenauto's en lichte bedrijfsvoertuigen (activiteit 6.5 van
Gedelegeerde Verordening 2021/2139, Bijlage I),
- Vervoersdiensten voor vracht over de weg (activiteit 6.6 van de Gedelegeerde Verordening 2021/2139,
Bijlage I),
- Renovatie van bestaande gebouwen (activiteit 7.2 van Gedelegeerde Verordening 2021/2139, Bijlage I;
activiteit 3.2 van Gedelegeerde Verordening 2023/2486, bijlage II),
- Installatie, onderhoud en reparatie van energie-efficiëntiemachines (activiteit 7.3 van Gedelegeerde
Verordening 2021/2139, Bijlage I),
- Installatie, onderhoud en herstel van laadpalen voor elektrische wagens in gebouwen (en
parkeerplaatsen verbonden met gebouwen) (activiteit 7.4 van de Gedelegeerde Verordening
2021/2139, Bijlage I),
- Verwerving en eigendom van gebouwen (activiteit 7.7 van de Gedelegeerde Verordening 2021/2139,
Bijlage I)
- Fabricage van elektrische en elektronische apparatuur (activiteit 1.2 van de Gedelegeerde Verordening
2023/2486, Bijlage II).
De noemer is gelijk aan de totale kapitaaluitgaven van de JENSEN-GROUP, zoals bekendgemaakt op p. 218 van
dit verslag.
Operationele uitgaven
De OpEx KPI wordt berekend in overeenstemming met sectie 1.1.3 van Bijlage I bij de Gedelegeerde
Verordening 2021/2178. De aan de Taxonomie in aanmerking komende en uitgelijnde operationele uitgaven
(teller) worden gedeeld door de totale operationele uitgaven voor het boekjaar 2024 (noemer).
Bijlage I, 1.1.3.1 van de Gedelegeerde Verordening bepaalt dat de teller directe, niet-gekapitaliseerde kosten
omvat die onderzoek en ontwikkeling, de renovatie van gebouwen, kortlopende huurovereenkomsten,
onderhoud en herstellingen betreffen, alsook elke andere uitgave met betrekking tot de dagelijkse
dienstverlening voor materiële vaste activa door het bedrijf of een derde partij aan wie activiteiten worden
uitbesteed die nodig zijn om de voortdurende en effectieve werking van die activa te verzekeren.
Voor de JENSEN-GROUP is de totale waarde van de noemer gelijk aan 6.772 duizend euro. Hij omvat kosten met
betrekking tot onderzoek en ontwikkeling die niet meetellen bij de kapitaaluitgaven, kortlopende
huurovereenkomsten, en onderhouds- en herstellingskosten die niet bij de overheadkosten zijn opgenomen.
Gezien het feit dat de economische activiteiten van de JENSEN-GROUP niet in aanmerking komen, heeft de
teller alleen betrekking op de aankoop van producten uit aan de Taxonomie-uitgelijnde economische
activiteiten en op individuele maatregelen die de doelactiviteiten in staat stellen koolstofarm te worden of te
leiden tot een vermindering van broeikasgassen. Deze teller is gelijk aan nul omdat de operationele uitgaven die
aan deze criteria voldoen, niet materieel zijn voor de JENSEN-GROUP.
Bovendien vertegenwoordigen de aan de EU-taxonomie in aanmerking komende activiteiten gerelateerde OpEx
(de noemer) minder dan 1% van de totale omzet van de Groep.
JENSEN-GROUP
31 december
2024
In aanmerking
komende
economische
activiteiten (%)
Niet in aanmerking
komende economische
activiteiten (%)
(in duizenden euro)
Opbrengsten
453.166
0
100
Kapitaaluitgaven
13.994
75
25
Operationele uitgaven
6.772
0
100
De officiële templates van de taxonomie gerelateerde KPI's, alsook de bijkomende rapporteringen over gas en
nucleair volgen hierna.
121
DUURZAAMHEIDSRAPPORT
JAARVERSLAG 2024
Aandeel omzet uit producten of diensten die verband houden met op taxonomie afgestemde economische activiteiten jaar 2024
Code
Absolute omzet
Aandeel omzet 2024
Klimaatmitigatie
Klimaatadaptatie
Water
Verontreiniging
Circulaire economie
Biodiversiteit
Klimaatmitigatie
Klimaatadaptatie
Water
Verontreiniging
Circulaire economie
Biodiversiteit en ecosystemen
Minimumgaranties
Aandeel van op taxonomie afgestemde (A.1.) of ervoor in aanmerking
komende (A.2.) omzet, jaar 2023
Categorie faciliterende activiteit
Categorie transitie onder steunende activiteit
Economische activiteiten KEUR % J; N; niak J; N; niak J; N; niak J; N; niak J; N; niak J; N; niak J/N J/N J/N J/N J/N J/N J/N % F T
A. VOOR DE TAXONOMIE IN
AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN
A.1. Ecologisch duurzame activiteiten
(op taxonomie afgestemd)
N/A 0 0
Omzet ecologisch duurzame
activiteiten (op taxonomie
afgestemd) (A.1.)
0 0 0
Waarvan faciliterend 0 0
Waarvan transitieondersteunen
0 0
A.2. Voor de taxonomie in aanmerking
komende, maar ecologisch niet
duurzame activiteiten (niet op
taxonomie afgestemde activiteiten)
iak;niak iak;niak iak;niak iak;niak iak;niak iak;niak
Omzet van voor de taxonomie in
aanmerking komende, maar
ecologisch niet duurzame
activiteiten (niet op taxonomie
afgestemde activiteiten) (A.2.)
0 0 0
Omzet van voor de taxonomie in
aanmerking komende activiteiten
(A.1 + A.2)
0 0 0
B. NIET VOOR DE TAXONOMIE IN
AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN
Omzet niet voor de taxonomie in
aanmerking komende activiteiten
453166 100
Totaal (A + B)*
453166 100
* Dit bedrag is gelijk aan de totale opbrengsten zoals weergegeven op p.180 in het JENSEN-GROUP jaarverslag 2024.
J - Ja, is een voor de taxonomie in aanmerking komende en daarop afgestemde activiteit voor de desbetreffende milieudoelstelling
N - NeeN, is een voor de taxonomie in aanmerking komende maar niet daarop afgestemde activiteit voor de desbetreffende milieudoelstelling
iak - voor de taxonomie in aanmerking komende activiteit voor de desbetreffende doelstelling
niak - niet in aanmerking komend; deze activiteit komt niet voor de taxonomie in aanmerking voor de desbetreffende milieudoelstelling
Criteria inzake substantiële bijdrage
GEAD-criteria ("Geen
ernstige afbreuk doen aan")
* Dit bedrag is gelijk aan de totale opbrengsten zoals weergegeven op p.190 in het JENSEN-GROUP jaarverslag 2024.
J - Ja, is een voor de taxonomie in aanmerking komende en daarop afgestemde activiteit voor de desbetreffende milieudoelstelling
N - NeeN, is een voor de taxonomie in aanmerking komende maar niet daarop afgestemde activiteit voor de desbetreffende milieudoelstelling
iak - voor de taxonomie in aanmerking komende activiteit voor de desbetreffende doelstelling
niak - niet in aanmerking komend; deze activiteit komt niet voor de taxonomie in aanmerking voor de desbetreffende milieudoelstelling
Aandeel Capex uit producten of diensten die verband houden met op taxonomie afgestemde economische activiteiten – jaar 2024
Code
Capex
Aandeel Capex 2024
Klimaatmitigatie
Klimaatadaptatie
Water
Verontreiniging
Circulaire economie
Biodiversiteit
Klimaatmitigatie
Klimaatadaptatie
Water
Verontreiniging
Circulaire economie
Biodiversiteit en ecosystemen
Minimumgaranties
Aandeel van op taxonomie afgestemde (A.1.) of ervoor in aanmerking
komende (A.2.) Capex, jaar 2023
Categorie faciliterende activiteit
Categorie transitie onder steunende activiteit
Economische activiteiten KEUR % J; N; niak J; N; niak J; N; niak J; N; niak J; N; niak J; N; niak J/N J/N J/N J/N J/N J/N J/N % F T
A. VOOR DE TAXONOMIE IN
AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN
A.1. Ecologisch duurzame activiteiten
(op taxonomie afgestemd)
N/A 0 0
Capex ecologisch duurzame
activiteiten (op taxonomie
afgestemd) (A.1.)
0 0 0
Waarvan faciliterend 0 0
Waarvan transitieondersteunen
0 0
A.2. Voor de taxonomie in aanmerking
komende, maar ecologisch niet
duurzame activiteiten (niet op
taxonomie afgestemde activiteiten)
iak;niak iak;niak iak;niak iak;niak iak;niak iak;niak
Vervoer met motorfietsen,
personenauto’s en lichte
bedrijfsvoertuigen
KM/K
A 6.5
1750 13 iak iak niak niak niak niak 26
Goederenvervoer over de weg
KM/K
A 6.6
82 1 iak iak niak niak niak niak 0
Renovatie van bestaande gebouwen
KM/K
A 7.2
& CE
3.2
1213 9 iak iak niak iak niak niak 6
Installatie, onderhoud en reparatie van
energie-efficiënte uitrusting
KM/K
A 7.3
60 0 iak iak niak niak niak niak 1
Installatie, onderhoud en reparatie van
oplaadstations voor elektrische
voertuigen in gebouwen (en
parkeerplaatsen verbonden aan
gebou wen)
KM/K
A 7.4
11 0 iak iak niak niak niak niak 0
Verwerving en eigendom van gebouwen
KM/K
A 7.7
2650 19 iak iak niak niak niak niak 32
Producenten van elektrische en
elektronische apparatuur
CE
1.2
443 3 niak niak niak iak niak niak 0
Capex van voor de taxonomie in
aanmerking komende, maar
ecologisch niet duurzame
activiteiten (niet op taxonomie
afgestemde activiteiten) (A.2.)
6209 44 44 40 0 12 0 0 64
Capex van voor de taxonomie in
aanmerking komende activiteiten
(A.1 + A.2)
6209 44 44 40 0 12 0 0 64
B. NIET VOOR DE TAXONOMIE IN
AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN
Capex niet voor de taxonomie in
aanmerking komende activiteiten
7785 56
Totaal (A + B)*
13994 100
* Dit bedrag is gelijk aan de totale opbrengsten zoals weergegeven op p.207 in het JENSEN-GROUP jaarverslag 2024.
J - Ja, is een voor de taxonomie in aanmerking komende en daarop afgestemde activiteit voor de desbetreffende milieudoelstelling
N - NeeN, is een voor de taxonomie in aanmerking komende maar niet daarop afgestemde activiteit voor de desbetreffende milieudoelstelling
iak - voor de taxonomie in aanmerking komende activiteit voor de desbetreffende doelstelling
niak - niet in aanmerking komend; deze activiteit komt niet voor de taxonomie in aanmerking voor de desbetreffende milieudoelstelling
KM: Klimaatmitigatie; KA: Klimaatadaptatie; CE: Circulaire economie.
Criteria inzake substantiële bijdrage
GEAD-criteria ("Geen
ernstige afbreuk doen aan")
* Dit bedrag is gelijk aan de totale kapitaaluitgaven zoals weergegeven op p.218 in het JENSEN-GROUP jaarverslag 2024.
J - Ja, is een voor de taxonomie in aanmerking komende en daarop afgestemde activiteit voor de desbetreffende milieudoelstelling
N - NeeN, is een voor de taxonomie in aanmerking komende maar niet daarop afgestemde activiteit voor de desbetreffende milieudoelstelling
iak - voor de taxonomie in aanmerking komende activiteit voor de desbetreffende doelstelling
niak - niet in aanmerking komend; deze activiteit komt niet voor de taxonomie in aanmerking voor de desbetreffende milieudoelstelling
KM: Klimaatmitigatie; KA: Klimaatadaptatie; CE: Circulaire economie.
123
DUURZAAMHEIDSRAPPORT
JAARVERSLAG 2024
Aandeel O pex uit producten of diensten die verband houden met op taxonomie afgestemde economische activiteiten jaar 2024
Code
Opex
Aandeel Opex 2024
Klimaatmitigatie
Klimaatadaptatie
Water
Verontreiniging
Circulaire economie
Biodiversiteit
Klimaatmitigatie
Klimaatadaptatie
Water
Verontreiniging
Circulaire economie
Biodiversiteit en ecosystemen
Minimumgaranties
Aandeel van op taxonomie afgestemde (A.1.) of ervoor in aanmerking
komende (A.2.) Opex, jaar 2023
Categorie faciliterende activiteit
Categorie transitie onder steunende activiteit
Economische activiteiten KEUR % J; N; niak J; N; niak J; N; niak J; N; niak J; N; niak J; N; niak J/N J/N J/N J/N J/N J/N J/N % F T
A. VOOR DE TAXONOMIE IN
AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN
A.1. Ecologisch duurzame activiteiten
(op taxonomie afgestemd)
N/A 0 0
Opex ecologisch duurzame
activiteiten (op taxonomie
afgestemd) (A.1.)
0 0 0
Waarvan faciliterend 0 0
Waarvan transitieondersteunen 0 0
A.2. Voor de taxonomie in aanmerking
komende, maar ecologisch niet
duurzame activiteiten (niet op
taxonomie afgestemde activiteiten)
iak;niak iak;niak iak;niak iak;niak iak;niak iak;niak
Opex van voor de taxonomie in
aanmerking komende, maar
ecologisch niet duurzame
activiteiten (niet op taxonomie
afgestemde activiteiten) (A.2.)
0 0 0 0 0
Opex van voor de taxonomie in
aanmerking komende activiteiten
(A.1 + A.2)
0 0 0 0 0
B. NIET VOOR DE TAXONOMIE IN
AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN
Opex niet voor de taxonomie in
aanmerking komende activiteiten
6772 100
Totaal (A + B)*
6772 100
* Dit bedrag is gelijk aan de OPEX van
de JENSEN-GROUP voor de volgende
categorieën:
R&D, korte termijn leasing, alsook onderhoud en herstellingen exclusief algemene kosten.
Deze kosten zijn inbegrepen in de totale OPEX zoals weergegeven op p.226 van het JENSEN-GROUP jaarverslag 2024.
J - Ja, is een voor de taxonomie in aanmerking komende en daarop afgestemde activiteit voor de desbetreffende milieudoelstelling
N - NeeN, is een voor de taxonomie in aanmerking komende maar niet daarop afgestemde activiteit voor de desbetreffende milieudoelstelling
iak - voor de taxonomie in aanmerking komende activiteit voor de desbetreffende doelstelling
niak - niet in aanmerking komend; deze activiteit komt niet voor de taxonomie in aanmerking voor de desbetreffende milieudoelstelling
Criteria inzake substantiële bijdrage
GEAD-criteria ("Geen
ernstige afbreuk doen aan")
* Dit bedrag is gelijk aan de OPEX van de JENSEN-GROUP voor de volgende categorieën: R&D, korte termijn leasing, alsook onderhoud en herstellingen exclusief algemene kosten.
Deze kosten zijn inbegrepen in de totale OPEX zoals weergegeven op p.237 van het JENSEN-GROUP jaarverslag 2024.
J - Ja, is een voor de taxonomie in aanmerking komende en daarop afgestemde activiteit voor de desbetreffende milieudoelstelling
N - NeeN, is een voor de taxonomie in aanmerking komende maar niet daarop afgestemde activiteit voor de desbetreffende milieudoelstelling
iak - voor de taxonomie in aanmerking komende activiteit voor de desbetreffende doelstelling
niak - niet in aanmerking komend; deze activiteit komt niet voor de taxonomie in aanmerking voor de desbetreffende milieudoelstelling
125
DUURZAAMHEIDSRAPPORT
JAARVERSLAG 2024
Bijlage E: Verslag van de commissaris betreffende de beperkte mate van zekerheid met betrekking tot
de geconsolideerde duurzaamheidsinformatie van JENSEN-GROUP NV
Aan de algemene vergadering
In het kader van de wettelijke assurance-opdracht met een beperkte mate van zekerheid met betrekking tot de
geconsolideerde duurzaamheidsinformatie van JENSEN-GROUP NV (de groep), leggen wij u ons verslag over
deze opdracht voor.
Wij werden aangesteld door het bestuursorgaan van de groep, overeenkomstig de opdrachtbrief per 16
december 2024, voor het uitvoeren van een assurance-opdracht met een beperkte mate van zekerheid met
betrekking tot de geconsolideerde duurzaamheidsinformatie van de groep, opgenomen in het jaarverslag op 31
december 2024 en voor het boekjaar afgesloten op deze datum (de duurzaamheidsinformatie).
Wij hebben onze assurance-opdracht met een beperkte mate van zekerheid met betrekking tot de
geconsolideerde duurzaamheidsinformatie van de groep voor de eerste maal uitgevoerd gedurende de huidige
verslagperiode.
Conclusie met een beperkte mate van zekerheid
Wij hebben een assurance-opdracht met een beperkte mate van zekerheid met betrekking tot de
geconsolideerde duurzaamheidsinformatie van de groep uitgevoerd.
Op basis van de uitgevoerde werkzaamheden en de verkregen assurance-informatie is niets onder onze
aandacht gekomen dat ons ertoe aanzet van mening te zijn dat de geconsolideerde duurzaamheidsinformatie
van de groep, in alle van materieel belang zijnde opzichten:
niet is opgesteld in overeenstemming met de vereisten bedoeld in artikel 3:32/2 van het Wetboek van
vennootschappen en verenigingen, met inbegrip van de overeenstemming met de toepasbare Europese
standaarden voor duurzaamheidsinformatie (European Sustainability Reporting Standards (ESRS));
niet in overeenstemming is met het door de groep uitgevoerde proces (het proces) om de op grond van
de Europese standaarden openbaar gemaakte duurzaamheidsinformatie vast te stellen zoals vermeld in
Bijlage A: Algemene toelichtingen en toelichtingen over governance
de vereisten in artikel 8 van Verordening (EU) 2020/852 (de taxonomieverordening) betreffende de
openbaarmaking van de informatie opgenomen in Appendix D: Taxonomie van de
duurzaamheidsverklaring die deel uitmaakt van het jaarverslag niet naleeft.
Basis voor de conclusie
Wij hebben onze assurance-opdracht met een beperkte mate van zekerheid uitgevoerd overeenkomstig ISAE
3000 (Herzien), Assuranceopdrachten anders dan opdrachten tot controle of beoordeling van historische
financiële informatie (ISAE 3000 (Herzien)), zoals in België van toepassing.
Onze verantwoordelijkheden op grond van deze standaard zijn uitvoeriger beschreven in de sectie van ons
verslag Verantwoordelijkheden van de commissaris betreffende de assurance-opdracht met een beperkte
mate van zekerheid met betrekking tot de geconsolideerde duurzaamheidsinformatie.
Wij hebben alle deontologische vereisten die relevant zijn voor de assurance-opdracht van de
duurzaamheidsinformatie in België nageleefd, met inbegrip van deze met betrekking tot de onafhankelijkheid.
127
DUURZAAMHEIDSRAPPORT
JAARVERSLAG 2024
Wij passen de internationale standaard voor kwaliteitsmanagement 1 (ISQM 1) toe, die vereist dat
het kantoor een kwaliteitsmanagementsysteem opzet, implementeert en in werking stelt, inclusief beleidslijnen
of procedures met betrekking tot de naleving van ethische vereisten, professionele normen en toepasselijke
wettelijke en regelgevende vereisten.
Wij hebben van het bestuursorgaan en van de aangestelden van de groep de voor onze assurance-opdracht
met een beperkte mate van zekerheid vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen assurance informatie voldoende en geschikt is als basis voor
onze conclusie.
Overige aangelegenheid
De reikwijdte van onze werkzaamheden is beperkt tot een Assurance opdracht met een beperkte mate van
zekerheid over de geconsolideerde duurzaamheidsinformatie van de groep per 31 december 2024.
Onze assurance-opdracht met een beperkte mate van zekerheid strekt zich niet uit tot informatie met
betrekking tot de vergelijkende cijfers.
Verantwoordelijkheden van het bestuursorgaan betreffende het opstellen van de geconsolideerde
duurzaamheidsinformatie
Het bestuursorgaan van de groep is verantwoordelijk voor het opzetten en implementeren van een proces en
voor het toelichten van dit proces in Appendix A: general and governance disclosures van de geconsolideerde
duurzaamheidsinformatie. Deze verantwoordelijkheid omvat:
het begrijpen van de context waarin de activiteiten en zakelijke betrekkingen van de groep plaatsvinden en
het ontwikkelen van inzicht in haar betrokken belanghebbenden;
het identificeren van de feitelijke en potentiële effecten (zowel negatieve als positieve) in verband met
duurzaamheidskwesties, alsook van risicos en opportuniteiten die de financiële positie, de financiële
prestaties, de kasstromen, de toegang tot financiering of de kapitaalkosten van de groep op korte,
middellange of lange termijn beïnvloeden of waarvan redelijkerwijs zou kunnen worden verwacht dat zij
hierop een invloed zullen hebben;
het beoordelen van de materialiteit van de vastgestelde effecten, risicos en opportuniteiten in verband
met duurzaamheidskwesties door passende drempelwaarden te selecteren en toe te passen; en
het maken van veronderstellingen en schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn.
Het bestuursorgaan van de groep is ook verantwoordelijk voor het opstellen van de geconsolideerde
duurzaamheidsinformatie, die de door het proces vastgestelde informatie bevat,
in overeenstemming met de vereisten bedoeld in artikel 3:32/2 van het Wetboek van vennootschappen en
verenigingen, met inbegrip van de toepasbare Europese standaarden voor duurzaamheidsinformatie
(European Sustainability Reporting Standards (ESRS));
met naleving van de vereisten in artikel 8 van de taxonomieverordening betreffende de openbaarmaking
van de informatie opgenomen in Appendix D: Taxonomie van de duurzaamheidsverklaring.
Deze verantwoordelijkheid omvat:
het opzetten, implementeren en in stand houden van dergelijke interne beheersingsmaatregelen die het
bestuursorgaan noodzakelijk acht voor het opstellen van geconsolideerde duurzaamheidsinformatie die
geen afwijkingen van materieel belang, als gevolg van fraude of van fouten, bevat; en
het kiezen en toepassen van geschikte methoden voor duurzaamheidsverslaggeving, en het maken van
veronderstellingen en schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn.
De raad van bestuur is verantwoordelijk voor het toezicht op het duurzaamheidsverslaggevingsproces van de
groep.
Inherente beperkingen bij het opstellen van de geconsolideerde duurzaamheidsinformatie
Bij het rapporteren van toekomstgerichte informatie in overeenstemming met de ESRS, wordt van het
bestuursorgaan van de groep vereist dat het de toekomstgerichte informatie opstelt op basis van toegelichte
veronderstellingen over gebeurtenissen die zich in de toekomst kunnen voordoen en mogelijke toekomstige
maatregelen van de groep. De feitelijke uitkomst zal waarschijnlijk anders zijn, aangezien verwachte
gebeurtenissen vaak niet plaatsvinden zoals verwacht en de afwijking daarvan van materieel belang kan zijn.
Verantwoordelijkheden van de commissaris betreffende de assurance-opdracht met een beperkte mate van
zekerheid met betrekking tot de geconsolideerde duurzaamheidsinformatie
Het is onze verantwoordelijkheid om de assurance-opdracht te plannen en uit te voeren met het oog op het
verkrijgen van een beperkte mate van zekerheid over de vraag of de geconsolideerde duurzaamheidsinformatie
geen afwijkingen van materieel belang, als gevolg van fraude of van fouten, bevat, en het uitbrengen van een
assurance-verslag met een beperkte mate van zekerheid waarin onze conclusie is opgenomen. Afwijkingen
kunnen zich voordoen als gevolg van fraude of fouten en worden als van materieel belang beschouwd indien
redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij, individueel of gezamenlijk, de beslissingen genomen door
gebruikers op basis van de geconsolideerde duurzaamheidsinformatie, beïnvloeden.
Als deel van een assurance-opdracht met een beperkte mate van zekerheid overeenkomstig ISAE 3000
(Herzien), zoals in België van toepassing, passen wij professionele oordeelsvorming toe en handhaven wij een
professioneel-kritische instelling gedurende de opdracht. De uitgevoerde werkzaamheden in een opdracht met
het oog op het verkrijgen van een beperkte mate van zekerheid, waarvoor wij verwijzen naar de sectie
Samenvatting van de uitgevoerde werkzaamheden zijn minder uitgebreid dan in het geval van een opdracht
met het oog op het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid.
We brengen dan ook geen oordeel met een redelijke mate van zekerheid tot uitdrukking als deel van deze
opdracht. Aangezien de toekomstgerichte informatie in de geconsolideerde duurzaamheidsinformatie en de
veronderstellingen waarop deze is gebaseerd, betrekking hebben op de toekomst, kunnen deze worden
beïnvloed door gebeurtenissen die zich mogelijk voordoen en/of door mogelijke acties van de groep.
De werkelijke uitkomsten zullen naar alle waarschijnlijkheid afwijken van de veronderstellingen, aangezien de
veronderstelde gebeurtenissen zich veelal niet zullen voordoen zoals verwacht en de afwijking daarvan van
materieel belang kan zijn. Onze conclusie biedt daarom geen garantie dat de gerapporteerde werkelijke
uitkomsten zullen overeenkomen met diegene opgenomen in de toekomstgerichte informatie in de
geconsolideerde duurzaamheidsinformatie.
Onze verantwoordelijkheden ten aanzien van de geconsolideerde duurzaamheidsinformatie, met betrekking tot
het proces, omvatten:
het verwerven van inzicht in het proces, maar niet met het oog op het verstrekken van een conclusie over
de effectiviteit van het proces, met inbegrip van de uitkomst van het proces; en
het opzetten en uitvoeren van werkzaamheden om te evalueren of het proces in overeenstemming is met
de beschrijving van het proces door de groep, zoals toegelicht in Bijlage A: Algemene toelichtingen en
toelichtingen over governance.
Onze overige verantwoordelijkheden ten aanzien van de geconsolideerde duurzaamheidsinformatie
omvatten:
Het verwerven van inzicht in de beheersingsomgeving van de entiteit, de relevante processen en
informatiesystemen voor het opstellen van de geconsolideerde duurzaamheidsinformatie, maar zonder de
opzet van specifieke controleactiviteiten te beoordelen, onderbouwende informatie over hun
implementatie te verkrijgen of de effectieve werking van de opgezette interne beheersingsmaatregelen te
toetsen;
129
DUURZAAMHEIDSRAPPORT
JAARVERSLAG 2024
Het identificeren van de gebieden waar van materieel belang zijnde afwijkingen waarschijnlijk zullen
optreden in de geconsolideerde duurzaamheidsinformatie, of deze nu het gevolg zijn van fraude of fouten;
en
Het opzetten en uitvoeren van werkzaamheden die inspelen op gebieden waar afwijkingen van materieel
belang in de geconsolideerde duurzaamheidsinformatie zich waarschijnlijk zullen voordoen. Het risico van
het niet detecteren van een van materieel belang zijnde afwijking is groter indien die afwijking het gevolg
is van fraude dan indien zij het gevolg is van fouten, omdat bij fraude sprake kan zijn van samenspanning,
valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen
van zaken of het doorbreken van de interne beheersing.
Samenvatting van de uitgevoerde werkzaamheden
Een assurance-opdracht met een beperkte mate van zekerheid omvat het uitvoeren van werkzaamheden om
assurance-informatie te verkrijgen over de geconsolideerde duurzaamheidsinformatie.
De werkzaamheden die bij een opdracht met een beperkte mate van zekerheid zijn uitgevoerd, zijn verschillend
in aard en timing en geringer van omvang dan voor opdrachten tot het verkrijgen van een redelijke mate van
zekerheid. Daardoor ligt het niveau van zekerheid dat is verkregen bij een opdracht met een beperkte mate van
zekerheid aanzienlijk lager dan wanneer een opdracht met een redelijke mate van zekerheid was uitgevoerd.
De aard, timing en omvang van geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van professionele
oordeelsvorming, waaronder de vaststelling van gebieden waar afwijkingen van materieel belang in de
geconsolideerde duurzaamheidsinformatie, als gevolg van fraude of van fouten, zich waarschijnlijk zullen
voordoen.
Bij het uitvoeren van onze assuranceopdracht met een beperkte mate van zekerheid, met betrekking tot het
proces, hebben wij:
inzicht verworven in het proces door:
o het verzoeken om inlichtingen teneinde inzicht te verwerven in de bronnen van informatie
gebruikt door het management (bijv. betrokkenheid van belanghebbenden, bedrijfsplannen en
strategiedocumenten); en
o het beoordelen van de interne documentatie van de groep van haar proces; en
geëvalueerd of de assuranceinformatie verkregen uit onze werkzaamheden over het door de groep
geïmplementeerde proces in overeenstemming was met de beschrijving van het proces zoals uiteengezet
in Bijlage A: Algemene toelichtingen en toelichtingen over governance.
Bij het uitvoeren van onze Assurance opdracht met een beperkte mate van zekerheid, met betrekking tot de
geconsolideerde duurzaamheidsinformatie, hebben wij:
inzicht verworven in de verslaggevingsprocessen van de groep die relevant zijn voor het opstellen van haar
geconsolideerde duurzaamheidsinformatie door inzicht te verkrijgen in de controleomgeving, processen en
informatiesystemen van de Groep die relevant zijn voor de opstelling van de geconsolideerde
duurzaamheidsverklaring, zonder echter tot doel te hebben een conclusie te formuleren over de
doeltreffendheid van de interne controle van de groep;
geëvalueerd of de informatie zoals vastgesteld door het proces is opgenomen in de geconsolideerde
duurzaamheidsinformatie;
geëvalueerd of de structuur en het opstellen van de geconsolideerde duurzaamheidsinformatie
overeenstemt met de ESRS;
om inlichtingen verzocht bij het leidinggevend personeel en cijferanalyses uitgevoerd op geselecteerde
informatie in de geconsolideerde duurzaamheidsinformatie;
gegevensgerichte Assurance werkzaamheden uitgevoerd op basis van een steekproef op geselecteerde
informatie in de geconsolideerde duurzaamheidsinformatie;
geselecteerde toelichtingen in de geconsolideerde duurzaamheidsinformatie afgestemd op de
overeenkomstige toelichtingen in de financiële overzichten en het Jaarverslag;
Assurance informatie verkregen over de methoden voor het ontwikkelen van schattingen en
toekomstgerichte informatie geëvalueerd zoals beschreven in de sectie Verantwoordelijkheden van de
commissaris betreffende de Assurance opdracht met een beperkte mate van zekerheid met betrekking tot
de geconsolideerde duurzaamheidsinformatie;
inzicht verworven in het proces voor het vaststellen van economische activiteiten die voor de taxonomie in
aanmerking komen en op de taxonomie afgestemd zijn en de overeenkomstige toelichtingen in de
geconsolideerde duurzaamheidsinformatie.
Vermeldingen betreffende de onafhankelijkheid
Ons bedrijfsrevisorenkantoor en ons netwerk hebben geen opdrachten verricht, die onverenigbaar zijn met de
Assurance opdracht met een beperkte mate van zekerheid en ons bedrijfsrevisorenkantoor is in de loop van ons
mandaat onafhankelijk gebleven tegenover de groep.
Ondertekend te Gent.
De commissaris
_____________________________________
Deloitte Bedrijfsrevisoren BV
Vertegenwoordigd door Charlotte Vanrobaeys
VERSLAG RAAD VAN BESTUUR
JAARVERSLAG 2024
VERSLAG RAAD VAN BESTUUR
Stand van zaken in 2024
Vooruitzichten 2025
Resultaatsbestemming
Verklaring Deugdelijk Bestuur
Risicobeheersing
Overige financiële informatie
VERSLAG RAAD VAN BESTUUR
JAARVERSLAG 2024
Stand van zaken in 2024
In 2024 bereikte de JENSEN-GROUP ongeziene mijlpalen en stelde nieuwe benchmarks op het vlak van
operationele en financiële prestaties. Het totaal aan orders voor het jaar bedroeg 517,3 miljoen euro, en
overschreed voor het eerst de kaap van het half miljard. In combinatie met een sterk orderboek aan het begin
van het jaar, stuwde de orderontvangst onze opbrengsten naar een recordhoogte van 453,2 miljoen euro in
2024 en vormt meteen een sterke basis voor 2025.
Ons trackrecord van aanhoudende groei is het bewijs van effectieve aanwending van middelen en doelgerichte
kapitaalinvesteringen tijdens de afgelopen twee jaar. In 2023 verwierven we de productievestiging van Ole
Almeborg in Denemarken om onze productiecapaciteit te verhogen, terwijl we onze productiebasis in China
uitbreidden door de aankoop van een groot fabrieksterrein naast onze bestaande locatie. Daarnaast schaalden
we onze investeringen op in innovatie op vlak van AI en robotica bij Inwatec. Daarenboven liet de acquisitie in
april 2023 van een participatie van 49% in Inax Corporation, een toonaangevende Japanse speler in de
wasserijsector, ons toe om onze globale marktpositie significant te versterken. In 2024 hebben we onze
strategische portfolio verder uitgebouwd met de acquisitie in juli 2024 van MAXI-PRESS, een marktleider in
perskussens en verbruiksgoederen voor de heavy-duty wasserij-industrie.
Onze EBIT voor 2024 steeg van 40,7 miljoen euro in 2023 naar 50,7 miljoen euro, een aanzienlijke stijging met
25%. De winstbijdrage van de JENSEN-GROUP uit Tolon en Inax steeg van 2,1 miljoen euro tot 3,9 miljoen euro,
ondanks de negatieve impact van 0,6 miljoen euro door hyperinflatie op Tolon's Turkse activiteiten. Door de
hogere winst vóór belastingen namen de belastingen van de Groep toe, van 10,5 miljoen euro naar 13,0
miljoen euro, terwijl het effectieve belastingtarief stabiel bleef. Deze ontwikkelingen resulteerden in een
stijging van de nettowinst van 31,0 miljoen euro naar 41,2 miljoen euro per 31 december 2024.
Als gevolg van de toegenomen operationele activiteiten steeg ons werkkapitaal van 152,0 miljoen euro naar
180,6 miljoen euro aan het eind van 2024. De Groep rapporteert een nettokaspositie van 3,1 miljoen euro,
inclusief 8,3 miljoen euro leasingschuld, ten opzichte van 36 miljoen euro eind 2023. Deze daling is grotendeels
toe te schrijven aan de verwerving van een participatie van 85% in MAXI-PRESS, gefinancierd uit eigen cash en
bijkomende leningen voor een bedrag van 20 miljoen euro per december 2024.
Bijgevolg stegen de netto financiële kosten van 1,0 miljoen euro tot 2,2 miljoen euro. Dit is voornamelijk door
de bijkomende leningen, maar wordt gecompenseerd door gedane aflossingen. Onze
financieringsovereenkomsten blijven gunstig, zonder financiële covenanten.
Vooruitzichten 2025
Het doel van JENSEN-GROUP voor 2025 is om zijn strategische koers aan te houden en zijn marktpositie en
winstgevendheid te blijven versterken. De Groep wil dit realiseren door ten volle te profiteren van het stevige
orderboek en van de robuuste projectpijplijn aan het begin van het jaar en door zich stelselmatig toe te spitsen
op commerciële en industriële uitmuntendheid in de uitvoering.
De Groep zal klantgerichtheid en duurzame innovatie blijven stimuleren door nieuwe producten en diensten te
ontwikkelen en tegelijk de optimalisering en digitalisering van bedrijfsprocessen en -toepassingen verder te
verbeteren.
De risicofactoren waarmee rekening dient te worden gehouden in 2025 zijn het onzekere globale politieke en
socio-economische klimaat, de evolutie en het effect van handelstarieven, de impact van geopolitieke en
militaire dreigingen, reisbeperkingen in de hele wereld wanneer een nieuwe pandemie opsteekt, een
vertraging van de vraag door een recessie in onze belangrijkste markten, de toegang tot financiering voor onze
klanten in geval van hogere rentevoeten, de wisselende beschikbaarheid van grondstoffen, energie- en
transportkosten, wisselkoersschommelingen, en concurrentie.
VERSLAG RAAD VAN BESTUUR
JAARVERSLAG 2024
Resultaatsbestemming
De JENSEN-GROUP NV rapporteert in zijn statutaire jaarrekening een nettowinst van 8,7 miljoen euro. De Raad
van Bestuur stelt voor om dit resultaat als volgt te bestemmen:
In euro
Overgedragen winst (verlies) van de vorige boekjaren
54.387.439
Te bestemmen winst (verlies) van het boekjaar
8.728.831
Te bestemmen winst (verlies)
63.116.270
Winstuitkering (dividend)
9.484.615
Toewijzing aan het eigen vermogen
5.201.497
Toewijzing aan het overgedragen resultaat
48.430.158
Dit brengt het totaal van het overgedragen resultaat op 48,4 miljoen euro.
Dividendvoorstel
De Raad van Bestuur stelt aan de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering voor om een dividend van 1,00 euro
per aandeel goed te keuren. Het dividendvoorstel is gebaseerd op het nettoresultaat van de vennootschap aan
het einde van het jaar. De dividenduitkering zal 9.484.615 euro bedragen, gebaseerd op het aantal uitstaande
aandelen op 31 december 2024. Er wordt geen dividend uitgekeerd voor de eigen aandelen.
Verklaring Deugdelijk Bestuur
De JENSEN-GROUP beschouwt de Belgische Corporate Governance Code 2020 als de referentiecode.
De Corporate Governance Code is beschikbaar op www.corporategovernancecommittee.be.
De vennootschap past de evoluerende Belgische Corporate Governance Code al sinds 2004 toe, waarbij ze
consequent de belangrijkste vereisten en de evolutie van de Code evalueert, alsook regelmatig beoordeelt in
hoeverre de vennootschap deze Code naleeft. De feitelijke toepassingen van de Code 2020 worden gemeld in
de Verklaring Deugdelijk Bestuur en op pagina 147 van dit jaarverslag over genderdiversificatie in de Raad van
Bestuur.
De vennootschap heeft haar Corporate Governance Charter aangepast aan de Corporate Governance Code
2020 en de Raad van Bestuur heeft daarbij de volgende herziene documenten goedgekeurd en gepubliceerd.
Charter van de Raad van Bestuur, inclusief onafhankelijkheidsvereisten en voorwaarden om Bestuurder
te worden;
Charter van het Nominatie- en Remuneratiecomité;
Charter van het Auditcomité;
Remuneratiebeleid;
Communicatiebeleid;
Taken en verantwoordelijkheden van de Voorzitter van de Raad van Bestuur;
Taken en verantwoordelijkheden van het Executive Management.
Het Corporate Governance Charter is beschikbaar op de website https://www.jensen-group.com onder de
rubriek ‘Investor Relations/Deugdelijk Bestuur’. Het charter wordt geregeld herzien en aangepast door de
Raad van Bestuur. Het Corporate Governance Charter vormt een dagelijkse realiteit voor de Raad van Bestuur
en de Comités, en is naar beste weten en overtuiging van de bedrijf, conform aan de Code 2020 met
uitzondering van enkele aanbevelingen, zoals vermeld in de volgende paragrafen.
Volgens het ‘pas toe of leg uit’-principe (‘comply or explain’) kan de vennootschap van de Code 2020 afwijken
als ze de redenen voor een dergelijke afwijking naar behoren toelicht. Die redenen kunnen te maken hebben
met het profiel, de organisatie en/of de grootte van de vennootschap.
Op dit moment wijkt de vennootschap in eerste instantie af van Aanbeveling 4.14 van de Code 2020, met
name door geen intern auditpersoneel in dienst te hebben en in plaats daarvan de interne auditfunctie uit te
besteden aan externe partijen. Het Audit- en Risicocomité van de Raad van Bestuur heeft immers
geconcludeerd dat een interne auditfunctie geen effectieve functie zou zijn, en wel om de volgende redenen:
De JENSEN-GROUP bestaat uit verschillende kleinere entiteiten met elk een beperkte omzet. Iedere
entiteit wordt door het lokale management van dichtbij opgevolgd;
Elke entiteit werkt onder haar eigen wetgeving en in de lokale taal, wat efficiënte interne audits in de
weg staat;
VERSLAG RAAD VAN BESTUUR
JAARVERSLAG 2024
De managementteams worden ook opgevolgd op het niveau van de JENSEN-GROUP holding tijdens
driemaandelijkse operationele en financiële meetings.
Verder brengt het management op regelmatige basis een bezoek aan het hoofdkantoor;
Alle dochterondernemingen zijn op de hoogte van de JENSEN-GROUP-procedures, en gezien de
relatieve grootte van de JENSEN-GROUP bestaat nog steeds de mogelijkheid tot regelmatige
communicatie en persoonlijke ontmoetingen met alle lokale managementteams;
Voor consolidatiedoeleinden werken alle bedrijven van de JENSEN-GROUP met hetzelfde auditbureau,
en de belangrijke risicofactoren worden consistent geëvalueerd in de externe audits van de
verschillende dochterondernemingen.
Omwille van deze redenen heeft het Audit- en Risicocomité van de JENSEN-GROUP NV beslist dat het niet
nodig is om een eigen interne auditfunctie op te richten. In samenspraak met de externe auditor en op basis
van een risicoanalyse bepaalt het Audit- en Risicocomité interne auditprioriteiten, en behoudt het de
samenwerking en spreekt het voor specifieke interne audits af met een onafhankelijk extern auditbureau.
Die aanpak wordt als doeltreffender beschouwd dan de oprichting van een eigen interne auditfunctie daar het
Audit- en Risicocomité interne audits kan uitbesteden aan een lokaal competent auditbureau.
Ten tweede wijkt de vennootschap ook af van Aanbevelingen 3.11 en 9.1 van de Corporate Governance Code
2020, met name doordat ze geen formele regeling heeft voor de interactie tussen de niet-uitvoerende
Bestuurders onderling en tussen de niet-uitvoerende Bestuurders en het Executive Management, en ze
daardoor deze interactie ook niet regelmatig beoordeelt. Deze afwijking wordt gemotiveerd door het feit dat
de CEO en CFO in de praktijk altijd deelnemen aan de vergaderingen van de Raad van Bestuur en de Comités
van de Raad van Bestuur, terwijl de niet- uitvoerende Bestuurders de executive managers kunnen ontmoeten
wanneer zij dat wensen door vestigingen te bezoeken of door een afzonderlijke vergadering te organiseren om
specifieke onderwerpen te bespreken. Daarnaast ontmoeten de niet-uitvoerende Bestuurders elkaar,
de leden van het Executive Management en andere executive managers minstens één keer per jaar fysiek naar
aanleiding van de jaarlijkse Strategie Workshop van de Raad van Bestuur.
Ten derde worden de voorwaarden van de contracten van de CEO en de andere executive managers, conform
Aanbeveling 7.12 van de Code 2020, goedgekeurd door de Raad van Bestuur op basis van het advies van het
Remuneratie- en Nominatiecomité. De vennootschap wijkt evenwel af van Aanbeveling 7.12 op het punt dat
ze momenteel onder die contracten of andere overeenkomsten of systemen niet het recht heeft om de
betaling van variabele vergoedingen terug te eisen (de zogenaamde terugvorderingsclausules) of te
weerhouden. Dergelijke vergoedingen variëren nu tussen 30% en 70%, al naargelang het niveau van de
functie. Deze afwijking is te verklaren door het feit dat de vennootschap een bezoldigingsbeleid hanteert
waarbij jaarlijks prestatiedoelstellingen worden vastgelegd en variabele vergoedingen worden uitbetaald in
overeenstemming met de behaalde resultaten. Deze afwijking zou echter worden herzien als de vennootschap
zou kiezen voor een langlopende incentive-regeling gebaseerd op meerjarige strategische doelstellingen.
Ten vierde ontvangen noch de niet-uitvoerende Bestuurders, noch de uitvoerende Bestuurders binnen de
JENSEN-GROUP enige vergoeding in de vorm van aandelen van de JENSEN-GROUP NV. Dit is een afwijking van
Aanbeveling 7.6 en 7.9 van de Code 2020, die wordt verklaard doordat de vennootschap een lange traditie
heeft in het bepalen van haar remuneratiebeleid op basis van een afstemming van de jaarlijkse doelstellingen
en acties op de langetermijnwaardecreatie van haar aandeelhouders en andere stakeholders.
De Raad van Bestuur en het Nominatie- en Remuneratiecomité hebben dat beleid de voorbije vijftien jaar
consequent en met gewenste resultaten toegepast, zoals blijkt uit de prestaties van de vennootschap tijdens
die periode. De Raad van Bestuur heeft daarom, op advies van het Nominatie- en Remuneratiecomité,
geoordeeld dat de toekenning van aandelen van de JENSEN-GROUP NV zou indruisen tegen dit beleid en heeft
bijgevolg beslist om dergelijke toekenning niet goed te keuren.
Ten slotte past de Raad van Bestuur om dezelfde reden de eis zoals vermeld in artikel 7:91 van het Belgische
Wetboek van vennootschappen en verenigingen van 2019 om de doelstellingen en de uitbetaling van de
variabele vergoeding over meerdere jaren te spreiden, niet toe. De aandeelhouders hebben daartoe in mei
2014 een eerste keer een vrijstelling van die vereiste goedgekeurd.
Onlangs, tijdens de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering van mei 2024, hebben ze die vrijstelling verlengd
voor een periode van vijf jaar die loopt vanaf boekjaar 2024 tot en met boekjaar 2028.
De informatie in het Corporate Governance Charter wordt gegeven ‘zoals beschikbaar’ en is enkel
bedoeld ter verduidelijking. De aanbevelingen en richtlijnen in het Corporate Governance Charter zijn
een aanvulling bij en niet bedoeld als wijziging of interpretatie van enige wet- of regelgeving,
de oprichtingsakte of de statuten van de vennootschap.
Door de herziene documenten opgenomen in het Corporate Governance Charter goed te keuren, aanvaardt de
vennootschap geen enkele verplichting, contractueel of eenzijdig engagement.
Deze documenten dienen in plaats daarvan als leidraad voor de dagelijkse activiteiten van de vennootschap.
De competenties en taken die worden toegekend aan de Raad van Bestuur dienen te worden geïnterpreteerd
als machtigingsclausules, niet als verplichte regels of dwingende gedragslijnen.
VERSLAG RAAD VAN BESTUUR
JAARVERSLAG 2024
Risicobeheersing en interne controle
Overeenkomstig de relevante bepalingen in het Wetboek vennootschappen en verenigingen van 2019 heeft
de JENSEN- GROUP een risicobeheersings- en intern controleproces ontwikkeld en ingevoerd.
De hiernavolgende beschrijving van de risicobeheersing en interne controle is gebaseerd op het Integrated
Internal Control Framework en het Enterprise Risk Management Framework, gepubliceerd door het
Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway Commission (COSO).
De Raad van Bestuur heeft de uitvoering van een proces van risicobeheer en interne controle gedelegeerd aan
het Executive Management Team, en verwacht op regelmatige basis rapporten over beide onderwerpen te
ontvangen van het Executive Management Team. De Raad van Bestuur van de vennootschap controleert via
het Audit- en Risicocomité de correcte werking van het risicobeheersings- en intern controleproces.
Risicobeheersing
Op basis van een model opgesteld door een externe consultant heeft het Executive Management Team van de
JENSEN-GROUP een risicokaart opgemaakt waarin de strategische, operationele, financiële en wettelijke
risico’s van de Groep worden beschreven.
Die risicokaart is voor het eerst opgesteld in 2008 en wordt regelmatig bijgewerkt. Ze bepaalt en evalueert
enerzijds de waarschijnlijkheid dat de verschillende risico’s zich werkelijk voordoen, en anderzijds de impact op
de resultaten evenals de maatregelen om een dergelijke blootstelling aan de risico’s te verminderen.
Het Executive Management Team legt de conclusies van de risicobeoordeling voor aan het Audit- en
Risicocomité in de vorm van een risicokaart. Vervolgens wordt de kaart voorgesteld aan de Raad van Bestuur,
die de grootste risico’s en de veranderingen in risico’s minstens eenmaal per jaar bespreekt met het
management in zoverre dat nodig is.
Het Executive Management Team bericht elk kwartaal over een aantal risicogebieden die worden gemeld
tijdens de kwartaalcontrole van de rapporterende entiteiten. Het Executive Management Team onderzoekt die
risico's dan opnieuw en bepaalt acties om deze te verminderen. Bovendien bekijkt het Executive Management
Team verschillende manieren om dergelijke risico's over te dragen naar derde partijen in de gebieden waar de
Groep blootgesteld blijft aan een materieel risico.
Een jaarlijkse controle van materiële impact, risico's en opportuniteiten voor ESRS-onderwerpen wordt ook
uitgevoerd door het Executive Management Team en voorgelegd aan de Raad van Bestuur.
Interne controle
Definitie
Interne controle is een rigoureus gestructureerd proces dat wordt vastgesteld en gehandhaafd door de Raad
van Bestuur, het management en alle deelnemende personeelsleden. Het doel is om een redelijke mate van
zekerheid te bieden over het behalen van doelstellingen op kritieke gebieden: a) het nastreven van
strategische doelen op hoog niveau die zowel in lijn zijn met, als ondersteunend zijn aan onze missie;
b) de operationele effectiviteit en efficiëntie; c) de betrouwbaarheid van financiële verslaglegging en
duurzaamheidsrapportering; en d) conformiteit met geldende wet- en regelgeving. Deze systematische aanpak
toont onze niet aflatende toewijding aan het bereiken van operationele superioriteit, het waarborgen van de
integriteit van onze financiële verslaglegging en het handhaven van volledige naleving van wettelijke normen,
die allemaal fundamenteel zijn voor het bevorderen van de strategische doelen en missie van de organisatie.
Controleomgeving
De Raad van Bestuur en het Executive Management Team hebben “The JENSEN-GROUP Ethical Business
Policy Statement” goedgekeurd. Dit belangrijke document verwoordt de missie en de ethische principes van
de JENSEN-GROUP, schetst de gedragsnormen van de organisatie en specificeert toelaatbare interacties met
derden, vooral in scenario's die niet expliciet worden behandeld in wettelijke kaders voor belangenconflicten.
Alle entiteiten binnen de Groep zijn verplicht om de Ethical Business Policy Statement toe te passen en na te
leven. De grondbeginselen ervan maken integraal deel uit van het programma in elke opleiding. Om hun
betrokkenheid te bevestigen, moeten alle werknemers deze beleidsverklaring ondertekenen. De Ethical
Business Policy Statement wordt regelmatig herzien om de relevantie en toegankelijkheid ervan te
garanderen. De meest recente versie is beschikbaar op de website van het bedrijf op www.jensen-group.com,
onder de sectie 'Investor Relations/Deugdelijk Bestuur'.
De JENSEN-GROUP streeft naar transparantie en verantwoordingsplicht, en heeft daarom een
klokkenluidersregeling ingesteld die toegankelijk is voor alle stakeholders. Deze procedure staat gedetailleerd
beschreven op de website www.jensen-group.com, onder 'De Klokkenluidersprocedure van de JENSEN-
GROUP'. De organisatie erkent de recente omzetting van de “Klokkenluidersrichtlijn” van de EU (Richtlijn (EU)
2019/1937) naar Belgisch recht met de wet van 28 november 2022. Deze wet richt zich op de bescherming van
individuen die inbreuken op het Unierecht of de nationale wetgeving binnen de private sector melden. Als
antwoord hierop heeft de JENSEN-GROUP zijn Klokkenluidersprocedure proactief aangepast aan de nieuwe
wettelijke vereisten voor interne rapporteringskanalen van privé-entiteiten, wat de toewijding van de Groep
aan ethische bedrijfspraktijken en wettelijke compliance onderstreept.
In 2022 is de JENSEN-GROUP gestart met de invoering van een uitgebreide 'Gedragscode voor leveranciers'.
VERSLAG RAAD VAN BESTUUR
JAARVERSLAG 2024
Dit document beschrijft de normen die verwacht worden van de leveranciers van de Groep op belangrijke
gebieden zoals zakelijke integriteit en ethiek, arbeids- en sociale normen, milieu, algemene bedrijfsprincipes
en de vereiste managementsystemen. Het doel van dit initiatief is om de sociale en milieu-
verantwoordelijkheid van de leveranciers van de Groep naar een hoger niveau te brengen, waarbij vaak
normen nodig zijn die verder gaan dan de vereisten van de lokaal geldende wet- en regelgeving. Deze
proactieve aanpak onderstreept het engagement van de JENSEN-GROUP om een duurzame en ethisch
verantwoorde toeleveringsketen te bevorderen, en weerspiegelt zijn toewijding aan maatschappelijk
verantwoord en milieubewust ondernemen op wereldwijde schaal.
Controle-activiteiten en toezicht
De aanpak van de JENSEN-GROUP inzake interne controle wordt gekenmerkt door voortdurende
waakzaamheid. Het voortdurende toezicht van het management zorgt zowel voor effectieve als toegankelijk
interne controlemechanismen binnen de Groep. Dit proactieve toezicht maakt een gedetailleerde vergelijking
mogelijk van de prestaties van individuele entiteiten ten opzichte van voortschrijdende prognoses en
historische prestaties, waardoor discrepanties die kunnen wijzen op zwakke punten in de controle vroegtijdig
kunnen worden opgespoord. Er worden snel corrigerende maatregelen genomen om dergelijke zwakke
punten aan te pakken, wat het engagement van de Groep inzake operationele integriteit aantoont.
De kern van de operationele structuur van de JENSEN-GROUP wordt gevormd door een netwerk van entiteiten
die elk onder toezicht staan van toegewijde lokale managementteams. Deze teams zijn van cruciaal belang om
ervoor te zorgen dat elke entiteit op één lijn zit met de strategische doelstellingen en operationele
standaarden van de Groep. Het Executive Management Team versterkt deze afstemming door middel van
strikte driemaandelijkse evaluaties. Daarbij worden de entiteiten beoordeeld op operationele prestaties,
financiële robuustheid en naleving van de ESG-normen. Dit uitgebreide beoordelingsproces onderstreept de
toewijding van de Groep aan uitmuntendheid in alle aspecten van zijn activiteiten.
Als aanvulling op deze beoordelingen voert de Controlling & Reporting-functie van de JENSEN-GROUP elk
kwartaal onafhankelijke evaluaties uit van elke entiteit. Dit dubbele toezichtsmechanisme is ontworpen om
een consistent niveau van strategische coherentie, operationele efficiëntie en verantwoordelijkheid op
Groepsniveau te garanderen.
De verantwoordelijkheid voor de implementatie van de procedures en richtlijnen van de JENSEN-GROUP ligt
bij de lokale managementteams. Deze cruciale taak zorgt ervoor dat elke entiteit zich niet alleen houdt aan de
strategische richtlijnen van de Groep, maar ook aan de hoge gedrags- en werkstandaarden die de JENSEN-
GROUP vereist.
Door deze gestructureerde en gedisciplineerde aanpak van management en toezicht, bevordert de JENSEN-
GROUP een cultuur van uitmuntendheid, verantwoordelijkheid en ethisch gedrag in al zijn activiteiten.
Na grondige besprekingen met het Audit- en Risicocomité heeft het management van de JENSEN-GROUP een
uitgebreide set van key controles geïmplementeerd voor de financiële rapportering vanaf 2009 en voor de
duurzaamheidsrapportering vanaf 2023. Deze controles zijn ontworpen om een redelijke mate van zekerheid
te bieden omtrent de betrouwbaarheid van zowel de financiële als de duurzaamheidsrapportage, alsook van
de verklaringen die worden vrijgegeven aan externe stakeholders. Lokale managementteams zijn
verantwoordelijk voor de implementatie van deze controles, die regelmatig opnieuw worden geëvalueerd en
waar nodig aangepast. Bovendien wordt de naleving van deze key controles op lokaal niveau periodiek
nagegaan, wat zorgt voor een consistente en robuuste aanpak van het deugdelijk bestuur binnen de hele
Groep.
Interne audit
Het Audit- en Risicocomité van de Raad van Bestuur van de vennootschap heeft vastgesteld dat het intern
houden van een interne auditfunctie niet de meest effectieve en efficiënte aanpak is om auditactiviteiten
binnen de organisatie uit te voeren. Daarom heeft het Comité, na grondig overleg met de externe auditor en
een uitgebreide risicoanalyse, een intern auditplan opgesteld. Dit plan omvat het inhuren van een
onafhankelijk extern bedrijf om specifieke interne auditprojecten uit te voeren, waarbij gebruik wordt
gemaakt van gespecialiseerde expertise die is afgestemd op de behoeften van de Groep.
Voor de uitvoering van interne auditactiviteiten kiest het Audit- en Risicocomité ervoor om deze taken uit te
besteden aan een lokale competente auditor. Deze strategische beslissing zorgt voor een hoog niveau van
audit-expertise en lokale kennis, waardoor de audits zowel grondig als relevant zijn voor de specifieke
operationele context van de entiteiten van de JENSEN-GROUP.
In 2024 was de erkenning van opbrengsten in scope voor interne auditdoeleinden.
Bovendien volgt het Audit- en Risicocomité de significante bevindingen uit vorige interne audits nauwgezet
op. Deze bevindingen worden regelmatig beoordeeld om de voortgang m.b.t. geïdentificeerde problemen op
te volgen, met de verbintenis om deze problemen volledig op te lossen. Dit iteratieve beoordelingsproces zorgt
ervoor dat auditbevindingen niet alleen worden erkend, maar dat er ook effectief naar wordt gehandeld, wat
de toewijding van de Groep aan voortdurende verbetering en risicobeheer nog versterkt.
Naleving van rapporteringsvereisten
De JENSEN-GROUP zorgt ervoor dat de standaarden voor financiële rapportering worden nageleefd door alle
relevante IFRS-principes (International Financial Reporting Standards), richtlijnen en interpretaties op te
nemen in het uitgebreide boekhoudhandboek.
Dit document vormt de hoeksteen van de procedures en richtlijnen van de Groep, en wordt nauwgezet
geüpdatet om wijzigingen of vooruitgang in de boekhoudnormen te weerspiegelen. Hierdoor zijn
transparantie, nauwkeurigheid en consistentie in de financiële rapportering binnen de Groep verzekerd.
VERSLAG RAAD VAN BESTUUR
JAARVERSLAG 2024
Daarnaast engageert de JENSEN-GROUP zich voor een uitgebreide en transparante (ESG-)rapportering rond
milieu, sociaal en bestuur. Daarom zijn alle relevante kwantitatieve rapporteringseisen van het ESRS
opgenomen in het ESG-rapportagehandboek, een ander belangrijk onderdeel van de procedures en richtlijnen
van de JENSEN-GROUP.
De JENSEN-GROUP heeft alles in het werk gesteld om ervoor te zorgen dat zijn uitgebreide verzameling
procedures en richtlijnen via het intranet van de organisatie volledig toegankelijk is voor alle lokale
management- en personeelsleden. Deze toegankelijkheid is fundamenteel voor het behoud van een coherent
en geïnformeerd personeelsbestand, in lijn met de operationele standaarden en ethische engagementen van
de Groep.
In lijn met het engagement om een rigoureus toezicht en transparantie te behouden, onderneemt de JENSEN-
GROUP ook bijkomende rapporteringsactiviteiten op vraag van het management en/of het Audit- en Risico
comité. Deze rapporten worden, indien relevant, nauwgezet opgenomen in het boekhoudhandboek.
De financiële managers binnen de JENSEN-GROUP komen op geregelde tijdstippen bijeen, waarbij ze op de
hoogte worden gebracht van de laatste ontwikkelingen in de internationale standaarden voor financiële
verslaggeving (IFRS). Op die manier zijn we er zeker van dat elke financiële rapporting gebeurt volgens de
meest recente standaarden en volgens de meest recente boekhoudprincipes en -richtlijnen. Op dezelfde
manier worden medewerkers die belast zijn met ESG-rapportering (milieu, sociaal en bestuur) op de hoogte
gehouden van de veranderende ESRS-vereisten. Indien nodig worden er ook opleidingssessies georganiseerd
om de nauwkeurige toepassing van deze updates te vergemakkelijken.
In een strategische stap naar standaardisering en efficiëntie is de JENSEN-GROUP bezig om al zijn entiteiten
binnen een vooropgesteld tijdsschema te laten omschakelen naar één enkel ERP-systeem (Enterprise
Resource Planning). Dit initiatief garandeert dat alle bedrijven binnen de Groep dezelfde software gebruiken
voor de rapportering van financiële en ESG-data, waardoor het consolidatieproces wordt gestroomlijnd.
Voor consolidatiedoeleinden wordt het merendeel van de bedrijven van de JENSEN-GROUP geauditeerd of
gecontroleerd door hetzelfde auditbureau, en de belangrijke risicofactoren worden consistent geëvalueerd in
de externe audits van de verschillende dochterondernemingen.
De externe auditor rapporteert tweemaal per jaar aan het Audit- en Risicocomité over zijn bevindingen en
belangrijke problemen.
Relevante bevindingen van de interne audit en/of de statutaire auditor worden gerapporteerd, zowel aan het
Audit- en Risicocomité als aan het betrokken management. Er wordt periodiek opgevolgd of corrigerende
maatregelen werden genomen.
Operationele evaluaties
De operationele prestaties van de JENSEN-GROUP worden nauwlettend in de gaten gehouden door het
managementteam tijdens de driemaandelijkse Business Board and Financial Reviews. Deze sessies zijn
uitgebreid en omvatten niet alleen operationele parameters, maar ook een diepgaand financieel onderzoek.
Dit financiële onderzoek is er met name op gericht om belangrijke aanpassingen in de resultatenrekening en
werkkapitaalposten te identificeren, en in het bijzonder toe te zien op eventuele afwijkingen van de
vastgestelde budgetten of projecties. Door zowel operationele als financiële perspectieven te integreren,
stellen deze beoordelingen het managementteam in staat om een holistisch beeld te behouden van de
prestaties van de organisatie. Op die manier kan de JENSEN-GROUP tijdig die gebieden identificeren waar
aanpassingen of verbeteringen nodig zijn, en blijft hij in lijn met zijn strategische en financiële doelstellingen.
Door dit nauwgezette opvolgingsproces draagt het managementteam actief bij aan de continue verbetering en
financiële stabiliteit van de organisatie.
Financiële evaluaties
Om de nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van de gerapporteerde data te garanderen, voert de Controlling
& Reporting-functie van de JENSEN-GROUP elk kwartaal een nauwgezette beoordeling uit. Hierbij wordt de
financiële nauwkeurigheid van alle data die voorbereid worden voor consolidatie nauwgezet nagekeken, en
wordt er gecontroleerd of ze in lijn zijn met het budget of de voortschrijdende prognoses. Daarnaast worden
eventuele afwijkingen van het budget, van de prognose of de cijfers van het voorgaande jaar beoordeeld, en
worden de redenen voor deze afwijkingen geanalyseerd.
Na deze uitgebreide evaluatie is het de taak van het managementteam van de JENSEN-GROUP om een
grondige follow-up uit te voeren.
Een belangrijke ratio voor de JENSEN-GROUP is de ROCE (Return on Capital Employed). De ROCE is een
cruciale benchmark om de financiële efficiëntie en winstgevendheid van de JENSEN-GROUP op te volgen en te
sturen.
In oktober 2023 heeft de JENSEN-GROUP voor het eerst maandelijkse afsluitingen ingevoerd om de
transparantie en de nauwkeurigheid van de financiële projecties te verbeteren. Dit initiatief betekent een
cruciale stap voorwaarts in het financieel management van de Groep, waardoor de financiële prestaties
frequenter en gedetailleerder kunnen worden opgevolgd. Deze verandering zal naar verwachting een betere
besluitvorming mogelijk maken door gedurende het hele jaar tijdige en nauwkeurige financiële informatie te
verstrekken.
Om een grondige analyse en toezicht te garanderen, wordt alle relevante financiële informatie voorgelegd aan
het Audit- en Risicocomité en aan de Raad van Bestuur van de JENSEN-GROUP. Vooraleer enige financiële
informatie te publiceren, zoals persberichten en andere financiële mededelingen, wordt een nauwgezet
beoordelings- en controleproces uitgevoerd, dat uit verschillende fasen bestaat:
VERSLAG RAAD VAN BESTUUR
JAARVERSLAG 2024
Review door het hoofdkantoor van de JENSEN-GROUP: In een eerste fase wordt de financiële
informatie grondig beoordeeld op het niveau van het hoofdkantoor door een nauwe samenwerking
tussen het management van de Groep en de Controlling & Reporting-functie van de Groep. In deze fase
wordt nagegaan of alle data accuraat en volledig zijn, en of ze overeenstemmen met de financiële
realiteit en de rapporteringsstandaarden van de Groep.
Review door het Audit- en Risicocomité: Vervolgens voert het Audit- en Risicocomité zijn eigen
onderzoek uit van de financiële informatie. Dit onderzoek focust op de beoordeling van de integriteit
van de financiële gegevens, de naleving van de boekhoudnormen en de algemene risico's voor de
JENSEN-GROUP.
Goedkeuring door de Raad van Bestuur: Tot slot moet de financiële informatie worden goedgekeurd
door de Raad van Bestuur. Deze laatste stap bevestigt dat de informatie voldoet aan alle vereiste
standaarden en in lijn is met de strategie van de Groep, de principes van deugdelijk bestuur en de
verwachtingen van de stakeholders.
ESG-beoordelingen
De ESG-beoordelingen binnen de JENSEN-GROUP vinden elk kwartaal plaats. De nadruk ligt hierbij vooral op
het controleren van de ESG-data en de ondersteunende documentatie op nauwkeurigheid en kwaliteit.
Het verificatieproces van de ESG-rapportering is rigoureus en gelaagd, om de integriteit en betrouwbaarheid
van de voorgestelde data te garanderen.
De eerste verificatiefase vindt plaats op het niveau van de lokale entiteit, waar het personeel dat
verantwoordelijk is voor de ESG-rapportering de taak uitvoert onder direct toezicht van de General Manager.
Deze stap zorgt ervoor dat de verzamelde data accuraat zijn en aan de bron goed gedocumenteerd.
Vervolgens gebruikt de JENSEN-GROUP het “vier-ogen-principe” voor een secundaire controle op
Groepsniveau. Dit principe wordt toegepast zodra de ESG-data worden ingediend via de daartoe bestemde
rapporteringstool. Dit zorgt voor een extra controle laag om de geldigheid van de data te bevestigen.
Na de verificatie van de data krijgen de lokale entiteiten de opdracht om eventueel vastgestelde onjuistheden
te corrigeren, ter voorbereiding op het beoordelingsproces (beperkt nazicht) door een externe auditor. Dit
proces wordt strategisch gesynchroniseerd met de financiële auditcyclus, waardoor de samenhang en
efficiëntie van de auditactiviteiten wordt verbeterd. De externe auditor, die verantwoordelijk is voor zowel de
financiële als de ESG-audit, brengt verslag uit aan het Audit- en Risicocomité. Dit rapport, dat jaarlijks wordt
uitgebracht, bevat de bevindingen van de beoordeling en benadrukt alle belangrijke kwesties die zijn
aangetroffen.
Informatie en communicatie
De controles van de JENSEN-GROUP verschaffen het management transparante en betrouwbare informatie op
een manier en binnen een tijdsbestek dat hen in staat stelt hun verantwoordelijkheden doeltreffend uit te
voeren.
De JENSEN-GROUP stelt elk jaar in overleg met de Raad van Bestuur en het Executive Management Team een
kalender op voor de financiële rapportering.
Die financiële kalender moet ervoor zorgen dat er relevant, volledig en tijdig wordt gerapporteerd aan de
externe stakeholders.
In augustus wordt telkens beknopte geconsolideerde halfjaarlijkse informatie vrijgegeven en in maart van het
volgende jaar wordt het volledige jaarverslag gepubliceerd. Sinds het 3e kwartaal van 2023 publiceert de
JENSEN-GROUP opnieuw trimestriële trading-updates. Vooraleer extern wordt gerapporteerd, worden alle
persberichten en andere financiële informatie degelijk gecontroleerd door het hoofdkantoor van de JENSEN-
GROUP, geëvalueerd door het Audit- en Risicocomité en goedgekeurd door de Raad van Bestuur.
Samenstelling van de Raad van Bestuur
De leden van de Raad van Bestuur worden door de aandeelhouders bij eenvoudige meerderheid aangesteld
tijdens de aandeelhoudersvergadering.
De bedrijfsstatuten voorzien in de mogelijkheid van benoeming via coöptatie. Bij coöptatie is er sprake van een
overgangsregeling waarbij de Bestuurder het mandaat overneemt van een uittredend Bestuurder in plaats van
zelf een nieuw mandaat op te nemen. Daarom wordt de overgangsperiode niet in aanmerking genomen als
een mandaat in de evaluatie van de onafhankelijkheidscriteria als de vennootschap het totaal aantal jaren als
Bestuurder bekijkt.
Volgens de statuten moet de Raad van Bestuur samengesteld zijn uit minstens drie en hoogstens elf leden.
Het mandaat van de Bestuurders loopt voor maximum vier jaar. Bovendien vereist de Belgische wet dat de
Raad van Bestuur voor minstens één derde uit vrouwen bestaat. De JENSEN-GROUP NV voldoet volledig aan
deze wet.
De statuten zijn aangevuld met het charter van de Raad van Bestuur. Dit charter bepaalt de taken en
verantwoordelijkheden en wordt op geregelde tijdstippen herbekeken. Het charter bevat de volgende
belangrijke hoofdstukken:
'Werking van de Raad van Bestuur’: dit betreft de aansprakelijkheden van de Bestuurders, het aantal
Raden van Bestuur en het aantal vergaderingen van de Comités, de verantwoordelijkheden van de
Secretaris, het bepalen van de agenda van de Raad van Bestuur, de vergoeding, de oriëntering en
opleiding van de Bestuurders, de evaluatie van de CEO en de managementopvolging, de toegang van
VERSLAG RAAD VAN BESTUUR
JAARVERSLAG 2024
Bestuurders tot functionarissen en werknemers, en het gebruik van onafhankelijke deskundigen.
‘Structuur van de Raad van Bestuur’: dit betreft de grootte van de Raad van Bestuur, de selectie van
Bestuurders, de vereiste kwalificaties inclusief onafhankelijkheidscriteria, het ontslag uit de Raad van
Bestuur en de duur van de mandaten;
'Comités van de Raad van Bestuur’: dit betreft de oprichting van het Audit- en Risicocomité en van het
Nominatie- en Remuneratiecomité.
'Overige’: dit betreft de taken en aansprakelijkheden van de Bestuurders, de ‘Terms of Reference’ van de
Voorzitter van de Raad van Bestuur en van het Executive Management, omgang met institutionele
beleggers, analisten, pers, klanten, en het brede publiek, beperking van verantwoordelijkheden, beleid om
effectenhandel met voorkennis en marktmisbruik te voorkomen, beleid inzake belangenconflicten en
gedragscode, en evaluatie van de resultaten van de Raad van Bestuur.
Voor verdere gegevens verwijzen we naar het hoofdstuk ‘Investor Relations/Deugdelijk Bestuur’ op de
website: www.jensen-group.com'.
Zoals ook in het verleden al consequent gebeurde, selecteert de vennootschap haar leden van de Raad van
Bestuur op een manier die een evenwicht in het profiel van de verschillende Bestuurders mogelijk maakt.
De vennootschap zoekt daarbij naar een evenwicht tussen uitvoerende en niet-uitvoerende Bestuurders,
Bestuurders die aandeelhouders vertegenwoordigen en onafhankelijke Bestuurders, maar ook m.b.t. de
professionele achtergrond, ervaring en het geslacht van de Bestuurders.
Het percentage onafhankelijke Bestuurders is 43%. De ratio voor genderdiversiteit binnen de Raad van Bestuur
is 2:7. De Raad van Bestuur, de Comités van de Raad van Bestuur en het Executive Management Team
vertegenwoordigen de administratieve, management- en toezichthoudende organen van de JENSEN-GROUP,
en bestaan uit 12 leden van wie 17% vrouwelijk is en 83% mannelijk. De meeste leden van de Raad van
Bestuur hebben geen banden met de controlerende aandeelhouders van de vennootschap.
De bestuursstructuur ziet er als volgt uit:
De samenstelling van de Raad van Bestuur, de aanwezigheid van de individuele leden van de Raad van Bestuur
en hun vergoedingen zijn als volgt:
Naam
Functie
Onafh.
Einde
termij
n
Aanwezigh
eid
vergaderin
gen RvB
Comité
Aanwezighei
d comités
Vergoedi
ng
YquitY bv1
Voorzitter
V
2028
100%
NRC
100%
112.500
vertegenwoordigd door dhr. Rudy Provoost
SWID AG2
Bestuurder
2025
100%
-
vertegenwoordigd door dhr. Jesper Munch
Jensen
TTP bv1
Bestuurder
2025
100%
ARC
100%
62.250
vertegenwoordigd door dhr. Erik
Vanderhaegen
NRC
100%
Dhr. Jobst Wagner 1
Bestuurder
V
2027
100%
ARC
100%
61.500
NRC
100%
Cross Culture Research LLC³
Bestuurder
2026
100%
37.500
vertegenwoordigd door mevr. Anne Munch
Jensen
Acacia I bv1
Bestuurder
V
2027
100%
ARC
100%
51.000
vertegenwoordigd door mevr. Els
Verbraecken
Dhr. Daisuke Miyauchi 1
Bestuurder
2027
100%
37.500
Totale vergoeding Raad van Bestuur
365.250
1: Bestuurder
2: Uitvoerend Bestuurder, CEO, vertegenwoordigt de referentieaandeelhouder
3: Bestuurder, vertegenwoordigt de referentieaandeelhouder
ARC: Audit- en Risicocomité
NRC: Nominatie- en Remuneratiecomité
YquitY bv, vertegenwoordigd door dhr. Rudy Provoost. Dhr. Provoost behaalde een masterdiploma in
psychologie aan de universiteit van Gent en een master in management aan de Vlerick Business School in
België, evenals een Executive Master in Change van het Franse INSEAD. Hij heeft senior managementfuncties
bekleed bij Rexel in Frankrijk, waar hij CEO en Voorzitter van de Raad van Bestuur was, en bij Royal Philips in
Nederland, waar hij lid was van de Raad van Bestuur en CEO van achtereenvolgens Philips Consumer
Electronics en Philips Lighting. Dhr. Provoost is momenteel Voorzitter van Voka (Vlaams Netwerk van
Ondernemingen) en Bestuurder van Pollet Group en de Vlerick Business School. Dhr. Provoost is sinds 19 mei
2020 Voorzitter van de Raad van Bestuur van de JENSEN-GROUP.
SWID AG, vertegenwoordigd door dhr. Jesper Munch Jensen. Dhr. Jensen is de CEO van de JENSEN-GROUP.
TTP bv, vertegenwoordigd door dhr. Erik Vanderhaegen. Dhr. Vanderhaegen is de voormalige CFO van de
VERSLAG RAAD VAN BESTUUR
JAARVERSLAG 2024
JENSEN-GROUP. Momenteel is hij CFO van BioFirst Group. Daarvoor was hij bedrijfsrevisor, Corporate Tax,
Audit en M&A Manager bij Bekaert NV, M&A Manager bij Greenyard en Managing Director van NIBC bank in
België.
Dhr. Jobst Wagner. Dhr. Wagner is Voorzitter en mede-eigenaar van de wereldwijd actieve Rehau Industrial
Group. Hij bekleedt ook verschillende andere functies, zoals Voorzitter en mede-eigenaar van Four W. Holding
en is de oprichter en Voorzitter van LARIX Foundation.
Cross Culture Research LLC, vertegenwoordigd door mevr. Anne Munch Jensen. Mevr. Jensen heeft een Cum
Laude BA in communicatie, in interculturele communicatie van de Annenberg School of Communication,
University of Pennsylvania, en heeft een Master of Arts in het Frans van Bryn Mawr College. Mevr. Jensen
begon haar carrière als analiste bij Hay Management Consultants, en richtte daarna haar eigen
kunstmanagementbedrijf op. Later ontwikkelde ze uitgebreide trainings- en onderwijservaring in het creëren
van interculturele leerplannen, met behulp van design denken en project gebaseerde leerbenaderingen.
Acacia I bv, vertegenwoordigd door mevr. Els Verbraecken. Mevr. Verbraecken studeerde in 1993 af als
handelsingenieur aan de Katholieke Universiteit van Leuven, waar ze zich specialiseerde in internationale
bedrijfsvoering. Bij Credendo, de Belgische exportkredietverzekeraar, richtte ze zich op de analyse en
beheersing van politieke en commerciële risico's. Na een jaar lang bij de Seghers Better Technology-groep,
begon ze in 2001 bij DEME de wereldwijde projectrisico’s te beheren, en financiële plannen en financierings-
structuren op te zetten voor tal van wereldwijde projecten. Daarna was ze van april 2013 tot mei 2024 CFO van
DEME Group. Vanaf juni 2024 heeft ze beslist zich toe te leggen op haar mandaten als onafhankelijk bestuurder.
Dhr. Daisuke Miyauchi, niet-uitvoerend Bestuurder. Dhr. Daisuke Miyauchi is de gedelegeerd Bestuurder en
voorzitter van de Raad van Bestuur van Miura Co., Ltd. sinds april 2016.
Werner Vanderhaeghe bv, vertegenwoordigd door dhr. Werner Vanderhaeghe. Dhr. Vanderhaeghe is Senior
Counsel bij het advocatenkantoor Kadrant in Brussel, en is de secretaris van de vennootschap. Hij treedt ook
op als Raadsman van de JENSEN-GROUP. Daarvoor was dhr. Vanderhaeghe vennoot bij de internationale
advocatenfirma White and Case LLP (Brussel), en Senior Counsel bij de internationale advocatenfirma Morgan,
Lewis and Bockius LLP (Frankfurt en Brussel). Daarnaast bekleedde hij functies als General Counsel bij Bekaert
Group en de Agfa-Gevaert Groep.
Van links naar rechts: dhr. Daisuke Miyauchi, dhr. Jobst Wagner, mevr. Els Verbraecken, dhr. Rudy Provoost, dhr. Jesper Munch Jensen,
mevr. Anne Munch Jensen, dhr. Erik Vanderhaegen, en dhr. Werner Vanderhaeghe.
De Raad van Bestuur kwam in 2024 vijfmaal samen. De onderwerpen op de agenda van die bijeenkomsten
waren:
algemene strategie, strategische plannen, risicobeoordeling, organisatie, opstellen en opvolgen van
voortschrijdende prognoses en budgetten van de JENSEN-GROUP;
economische- en marktontwikkelingen;
financiële structuur en resultaten van de JENSEN-GROUP en de externe rapportering;
persberichten van de JENSEN-GROUP;
bijeenroeping van de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering;
opvolging CFO;
benoeming manager voor dagelijks beheer;
initiatief omtrent een lange termijn incentive-regeling;
ESG-strategie en -rapportering;
investerings- en M&A-projecten;
waardecreatie en opbrengsten voor aandeelhouders;
Deugdelijk Bestuur en naleving;
zelfevaluatie van de Raad van Bestuur;
herbenoeming van een Bestuurder.
VERSLAG RAAD VAN BESTUUR
JAARVERSLAG 2024
Afhankelijk van de onderwerpen op de agenda, werden leden van het Executive Management Team van de
JENSEN-GROUP uitgenodigd op de vergaderingen van de Raad van Bestuur en op de vergaderingen van de
Comités van de Raad van Bestuur.
Evaluatie van de Raad van Bestuur
De Raad van Bestuur en de Comités van de Raad van Bestuur voeren regelmatig een zelfevaluatie uit om na te
gaan of de Raad van Bestuur en de Comités goed functioneren. Daarbij vullen alle leden van de Raad van
Bestuur en de Comités een vragenlijst in. De General Counsel van de Groep of een externe partij maakt nadien
een samenvatting van de individuele resultaten, trends en aantekeningen. De samenvattingen richten zich op
de bijdrage van de Raad van Bestuur en de Comités van de Raad van Bestuur aan de vennootschap, specifiek
op gebieden waarvan de Raad van Bestuur of het Executive Management meent dat de Raad van Bestuur of
zijn Comités zouden kunnen verbeteren. De resultaten, trends en opmerkingen worden vervolgens binnen de
Raad van Bestuur besproken, waarna actiepunten worden afgeleid en uitgevoerd.
De bijdrage van de individuele leden van de Raad van Bestuur wordt voortdurend en op een informele manier
geëvalueerd tijdens de vergaderingen van de Raad van Bestuur. In 2023 voerde de Raad van Bestuur een
zelfevaluatie uit, waarvan de resultaten tijdens de vergadering van de Raad van Bestuur in maart 2024 werden
besproken. De Raad van Bestuur scoorde zijn globale prestaties met ‘geen verbetering vereist’.
De leden van de Raad van Bestuur gingen volledig akkoord met de hoofdonderdelen van doeltreffend bestuur
die ze moesten bekijken, en beoordeelden de globale prestaties van de Raad van Bestuur als goed en
doeltreffend.
Comités opgericht door de Raad van Bestuur
Nominatie- en Remuneratiecomité
Het Nominatie- en Remuneratiecomité bestaat uit YquitY bv, vertegenwoordigd door dhr. Rudy Provoost
(Voorzitter van het Comité), dhr. Jobst Wagner, en TTP bv, vertegenwoordigd door dhr. Erik Vanderhaegen.
Twee van de drie leden van het Comité kwalificeren als onafhankelijke Bestuurders. Alle leden van het Comité
hebben ervaring in HR-management en remuneratiebeleid.
Het Nominatie- en Remuneratiecomité vergaderde tweemaal in 2024. Beide vergaderingen werden
gedeeltelijk bijgewoond door de CEO. De onderwerpen op de agenda van die bijeenkomsten waren:
bespreking en goedkeuring van het remuneratieverslag en het remuneratiebeleid;
initiatief omtrent een lange termijn incentive-regeling ;
remuneratie en bonussen van het Executive Management Team van de JENSEN-GROUP;
zelfevaluatie van het Comité;
samenstelling van de Raad van Bestuur en het Executive Management Team, opvolging CFO;
herverkiezing van leden van de Raad van Bestuur;
programma leiderschapsontwikkeling;
HR met het oog op het strategisch proces; en
deugdelijk bestuur en naleving.
In 2023 voerde het Nominatie- en Remuneratiecomité een zelfevaluatie uit. De resultaten hiervan werden
besproken tijdens de vergadering van het Nominatie- en Remuneratiecomité in maart 2024. Het Comité
scoorde zijn globale prestaties met ‘geen verbetering vereist’. De leden van het Comité gingen volledig akkoord
met de hoofdonderdelen van doeltreffend bestuur die ze moesten bekijken, en beoordeelden de globale
prestaties van het Comité als goed en doeltreffend.
Het Nominatie- en Remuneratiecomité gebruikt zijn charter als referentie. Het charter van het het Nominatie
en Remuneratiecomité vindt u op de website van de Groep https://www.jensen-group.com onder de rubriek
'Investor Relations/Deugdelijk Bestuur’. Het charter behandelt de volgende onderwerpen:
autoriteit;
doelstellingen;
samenstelling;
taak van de Voorzitter;
verantwoordelijkheden;
vergaderingen;
aanwezigheid;
afwezigheid van eenstemmigheid;
objectiviteit;
toegang tot management;
rapportering en beoordeling;
remuneratierapport;
prestatiebeoordeling.
Audit- en Risicocomité
Het Audit- en Risicocomité bestaat uit TTP bv, vertegenwoordigd door dhr. Erik Vanderhaegen (Voorzitter van
het Comité), dhr. Jobst Wagner en Acacia I bv, vertegenwoordigd door mevr. Els Verbraecken.
Twee van de drie leden van het Comité kwalificeren als onafhankelijke Bestuurders. Alle leden van het Comité
hebben samen expertise in de activiteiten van de vennootschap en de meeste hebben ervaring in boekhouding
en audit.
VERSLAG RAAD VAN BESTUUR
JAARVERSLAG 2024
Tijdens 2024 kwam het Audit- en Risicocomité viermaal samen. Twee vergaderingen werden gehouden in
aanwezigheid van de externe auditor Deloitte Bedrijfsrevisoren BV, vertegenwoordigd door mevr. Charlotte
Vanrobaeys. Zoals eerder vermeld, was bij één vergadering een onafhankelijk extern auditbureau aanwezig
voor een specifieke interne audit project. De onderwerpen op de agenda van die bijeenkomsten waren:
risicobeheersing en intern controleproces;
samenvatting van de management brieven van het extern auditbureau;
interne audit;
geconsolideerde financiële resultaten;
bevindingen van de externe audit m.b.t. de jaarrekening per 31 december 2023;
bevindingen van de herzieningsprocedures voor de tussentijdse staten per 30 juni 2024;
auditplan van het externe auditbureau;
financiële verslagen, inclusief niet-financiële informatie, verkorte financiële verslagen en ESEF;
financiële structuur van de JENSEN-GROUP;
persberichten, inclusief trading-updates;
ESG-KPI's plan voor naleving van ESRS-standaarden;
waardecreatie en opbrengsten voor aandeelhouders;
beheer van de liquide middelen;
belastingaudit en transferprijzen;
beoordelingen van lokale finance organisaties;
verzekeringen;
deugdelijk bestuur en naleving;
zelfevaluatie van het Comité;
non-audit fees;
investeringen en M&A-projecten, inclusief allocatie van aankoopprijs.
In 2022 voerde het Audit- en Risicocomité een zelfevaluatie uit. De resultaten van deze zelfevaluatie werden
besproken tijdens de vergadering van het Audit- en Risicocomité in maart 2023. Het Comité scoorde zijn
globale prestaties met ‘geen verbetering vereist’. De leden van het Comité gingen volledig akkoord met de
hoofdonderdelen van doeltreffend bestuur die ze moesten bekijken, en beoordeelden de globale prestaties
van het Comité als goed en doeltreffend.
Het Audit- en Risicocomité gebruikt zijn charter als referentiekader. Het charter van het Audit- en Risicocomité
vindt u op de website van de Groep https://www.jensen-group.com onder de rubriek 'Investor
Relations/Deugdelijk Bestuur’. Het charter behandelt volgende onderwerpen:
taken en verantwoordelijkheden;
aantal vergaderingen;
samenstelling van het Audit- en Risicocomité;
taak van de Voorzitter;
aanwezigheid van de externe auditor;
prestatiebeoordeling.
Het senior management is telkens aanwezig op een deel van de vergadering van het Audit- en Risicocomité.
De rest van de vergadering is gereserveerd voor een uitvoerende sessie met de externe auditor en de leden
van het Comité.
Belangenconflicten binnen de Raad van Bestuur
Conform het Belgische Wetboek van vennootschappen en verenigingen van 2019 dienen de leden van de Raad
van Bestuur de Voorzitter vooraf op te hoogte te stellen indien er een agendapunt is waarbij zij een
belangenconflict, direct of indirect, van financiële of andere aard, hebben. Ze nemen geen deel aan de
vergadering, noch aan de stemming over dat punt. De Voorzitter en de Raad van Bestuur ziet erop toe dat er
geen potentiële belangenconflicten zijn die niet binnen de definitie van het Belgische Wetboek van
vennootschappen en verenigingen van 2019 vallen. Op elke vergadering van de Raad van Bestuur wordt
standaard nagegaan of er potentiële belangenconflicten zijn.
In de loop van 2024 doken verschillende mogelijke belangenconflicten op tijdens de vergaderingen met de
Raad van Bestuur. Die betroffen (i) de herbenoeming van een Bestuurder, (ii) het dividendvoorstel, (iii) het
remuneratierapport, en (iv) de discussie over het programma voor de terugkoop van aandelen.
Zoals eerder vermeld, bevinden de relevante uittreksels van de notulen van de genoemde vergaderingen van
de Raad van Bestuur zich in Bijlage I, en worden ze bijgevoegd als bewijsstuk bij dit jaarverslag.
Bij twijfel wordt aan de betrokken Bestuurder of manager een geschreven nota gevraagd, waarin de reden van
afwezigheid van belangenconflict wordt toegelicht.
Protocol ter voorkoming van misbruik van voorkennis
De JENSEN-GROUP NV heeft reeds lang een protocol ter voorkoming van misbruik van voorkennis en ter
voorkoming van ongepast gedrag of de schijn van dergelijk gedrag. Na de invoering van een nieuwe Europese
verordening en toepasselijke richtlijnen inzake marktmisbruik heeft de Raad van Bestuur de richtlijnen hierover
herzien. Die zijn opgenomen in een ‘Protocol ter voorkoming van marktmisbruik’.
De bedoeling van dit protocol is, inter alia, om informatie te verstrekken aan:
elke persoon die bevoorrechte informatie bezit (hetzij als aandeelhouder, Bestuurder, lid van het
Executive Management Team, medewerker, service provider of enig ander persoon op grond van zijn
functie, verantwoordelijkheden of tewerkstelling), over: (i) hun wettelijke en bestuursrechtelijke
VERSLAG RAAD VAN BESTUUR
JAARVERSLAG 2024
plichten met betrekking tot de voorkoming van voorkennis, het geven van tips en het onwettig
verspreiden van bevoorrechte informatie; en (ii) de toepasselijke sancties;
elke persoon die beschouwd wordt als referentieaandeelhouder, key manager, persoon met
managementverantwoordelijkheid of sleutelmedewerker van de vennootschap van het feit dat zij en, bij
uitbreiding, hun echtgenoot of echtgenote, inwonende meerderjarige kinderen en adviseurs onder geen
enkel beding aandelen van de vennootschap mogen kopen of verkopen gedurende een bepaalde
periode, d.i.:
de periode van 60 kalenderdagen onmiddellijk voorafgaand aan de aankondiging van de
jaarresultaten van de vennootschap tot en met de 48 uur die volgen op deze aankondiging;
de periode van 30 kalenderdagen onmiddellijk voorafgaand aan de aankondiging van de
halfjaarresultaten van de vennootschap tot en met de 48 uur die volgen op deze aankondiging;
de periode van 30 kalenderdagen onmiddellijk voorafgaand aan de aankondiging van de
trimestriële trading-updates van de vennootschap tot en met de 48 uur die volgen op deze
aankondiging;
elke persoon die beschouwd wordt als referentieaandeelhouder, key manager, persoon met
managementverantwoordelijkheid of sleutelmedewerker van de vennootschap van het feit dat zij en, bij
uitbreiding, hun echtgenoot of echtgenote, inwonende meerjarige kinderen en adviseurs, elke
transactie in aandelen van de vennootschap aan de Compliance Officer van de vennootschap en aan de
Belgische toezichthouder moeten rapporteren (d.i. de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten
of, kortweg, FSMA) als en wanneer het totale bedrag van de transacties de drempel van 5.000 euro
bereikt of overschrijdt binnen een bepaald kalenderjaar.
De Groep eist een ondertekende verklaring van alle betrokkenen, waarin zij bevestigen dat zij het protocol
ter voorkoming van marktmisbruik hebben gelezen, dat zij de inhoud ervan begrijpen en dat zij ermee
akkoord gaan om de bepalingen ervan na te leven.
Niettegenstaande al het voorgaande dienen alle aandelentransacties door de Compliance Officer te worden
goedgekeurd vooraleer ze kunnen plaatsvinden. Bovendien moeten alle Bestuurders en leden van het
Executive Management Team per kwartaal elke handel in aandelen van de vennootschap aan de Compliance
Officer rapporteren of desgevallend melden dat er geen handel heeft plaatsgevonden.
Mevr. Scarlet Janssens is de Compliance Officer van de JENSEN-GROUP NV. Op 31 december 2024 hadden
de leden van de Raad van Bestuur en de leden van het Executive Management Team 34.386 aandelen. Mevr.
Anne Munch Jensen en dhr. Jesper M. Jensen bezitten indirect aandelen van de JENSEN-GROUP NV, zie in
onderstaande toelichting 8 Eigen vermogen. Er zijn geen warrants uitgeoefend.
Het protocol ter voorkoming van misbruik van voorkennis en relevante bepalingen uit het protocol ter
voorkoming van marktmisbruik zijn opgenomen in het charter van de Raad van Bestuur. Het charter van het
Raad van Bestuur vindt u op de website van de Groep https://www.jensen-group.com onder de rubriek
'Investor Relations/Deugdelijk Bestuur’.
Duurzaamheidsgerelateerde onderwerpen behandeld door
toezichthoudende organen en management
Duurzaamheid maakt al jaren deel uit van het DNA van de JENSEN-GROUP. De JENSEN-GROUP moet vanaf
2024 rapporteren volgens de CSRD. Om de impact van de maatregelen van de Groep te vergroten, werd ESG
toegevoegd als een strategische driver voor de bedrijfsvoering. In 2023 werd eveneens een Head of
Corporate Sustainability aangesteld die rechtstreeks aan het Executive Management Team rapporteert. Met
de creatie van deze nieuwe functie heeft de Groep de nodige stappen genomen om ervoor te zorgen dat de
bedrijfspraktijken, producten en diensten milieuvriendelijk zijn, en voldoen aan zowel wettelijke als ESG-
vereisten en regelgeving.
Op die manier bevestigt de Raad van Bestuur zijn engagement om een verantwoord en duurzaam
leiderschap te garanderen. De ervaring van de Raad van Bestuur omvat de belangrijkste sectoren, producten
en geografische locaties die relevant zijn voor onze activiteiten. Op die manier kunnen we goed
geïnformeerd advies geven en beslissingen nemen over onze wereldwijde voetafdruk en met betrekking tot
duurzaamheidsrisico's en -opportuniteiten.
De verantwoordelijkheden om toe te zien op impact, risico's en opportuniteiten met betrekking tot
duurzaamheid zijn duidelijk vastgelegd. De rol van het management in bestuursprocessen is cruciaal, waarbij
de verantwoordelijkheden voor het overzien van duurzaamheidsrisico's en -opportuniteiten werden
gedelegeerd aan het Executive Management Team, dat via vaste rapportagelijnen rechtstreeks rapporteert
aan de Raad van Bestuur. Er zijn speciale controles en procedures om duurzaamheidsrisico’s op te volgen,
en ze zijn geïntegreerd met onze interne functies voor effectief management en toezicht.
Het Executive Management Team houdt een maandelijkse vergadering met het Head of Corporate
Sustainability om de prioriteiten en doelstellingen op het vlak van duurzaamheid te bespreken.
De Raad van Bestuur en zijn Comités krijgen elk kwartaal een ESG-update van het Head of Corporate
Sustainability over de onderwerpen die werden besproken en besloten met het Executive Management
Team. Deze updates omvatten de implementatie van due diligence-processen, de resultaten en effectiviteit
van het beleid en de geïmplementeerde acties, evenals belangrijke maatstaven en de voortgang ten
opzichte van de doelen die zijn vastgesteld om deze zaken aan te pakken.
Deze rapportering zorgt ervoor dat onze bestuursorganen goed geïnformeerd blijven en beslissingen kunnen
nemen die in lijn zijn met onze duurzaamheidsdoelstellingen.
Bij het toezicht op de strategie van de vennootschap, belangrijke transacties en risicobeheersingsprocessen
houdt de Raad van Bestuur actief rekening met de geïdentificeerde duurzaamheidsimpact, risico's en
opportuniteiten.
VERSLAG RAAD VAN BESTUUR
JAARVERSLAG 2024
De integratie van deze factoren in de strategische besluitvorming is ingebed in de bestuursstructuur, waarbij
ESG een van de zes strategische drivers is die geleid worden door het Head of Corporate Sustainability. Deze
aanpak laat zien dat duurzaamheid een centrale rol speelt in alle relevante beslissingen.
Om ervoor te zorgen dat de Groep over de nodige expertise beschikt om duurzaamheidskwesties aan
te pakken, evalueren de bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende organen regelmatig de beschikbare
vaardigheden, en proberen ze verdere expertise te ontwikkelen via opleidingen of externe experts. Dit zorgt
ervoor dat de Raad van Bestuur effectief toezicht kan houden op de materiële duurzaamheidsimpact, -
risico's en -opportuniteiten waarmee de Groep wordt geconfronteerd.
De expertise op het vlak van duurzaamheid is nauw afgestemd op de materiële risico's en opportuniteiten
die zijn geïdentificeerd in de activiteiten van de Groep. Zo kan het management weloverwogen doelen
stellen en de voortgang ervan nauwgezet opvolgen.
De Groep heeft hetzelfde deugdelijk bestuur opgezet voor financiële en duurzaamheidsrapportering. Het
Audit & Risicocomité volgt het financiële en duurzaamheidsrapporteringsproces op, inclusief een
beoordeling van de risicobeoordeling, de interne controles en hun operationele doeltreffendheid. De
JENSEN-GROUP engageert zich om de nauwkeurigheid van de financiële en duurzaamheidsrapportering te
garanderen. De financiële rapportering wordt geauditeerd door een onafhankelijk auditbureau dat ook
instaat voor het beperkt nazicht van de duurzaamheidsgegevens.
De volgende belangrijke impact, risico's en opportuniteiten werden tijdens de rapporteringsperiode
behandeld door de bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende organen van de Groep:
Milieu-impact: resultaten koolstofvoetafdruk (scope 1, scope 2 en scope 3), verbintenis tot
wetenschappelijk onderbouwde reductiedoelstellingen en transitieplan op hoog niveau;
Sociale - en bestuursrisico's: opvolging van ethische bedrijfspraktijken door naleving van de
gedragscode voor personeel en leveranciers.
Het Executive Management Team was ook actief betrokken bij het dubbele materialiteitsbeoordelings-
proces door de materialiteit van de impact, risico's en opportuniteiten van de ESRS-subonderwerpen te
evalueren. Het valideerde alle maatstaven voor prestatiemonitoring en definieerde doelen en mitigerende
maatregelen om duurzamer te worden. Er waren geen andere stakeholders betrokken bij het bepalen van
doelstellingen voor materiële duurzaamheidskwesties. De Raad van Bestuur en zijn Comités werden
geïnformeerd over de resultaten van de dubbele materialiteitsbeoordeling en de materiële onderwerpen
waarover volgens het ESRS moet worden gerapporteerd.
Voor meer informatie over duurzaamheidsonderwerpen verwijzen we naar de duurzaamheidsverklaring in
dit jaarverslag.
Executive Management
De Raad van Bestuur van de JENSEN-GROUP koos ervoor om haar bestaande structuur met een collegiaal
bestuursorgaan, zoals waarnaar verwezen wordt in artikel 7:85 en volgende van het Wetboek van
vennootschappen en verenigingen van 2019, te consolideren, waarbij de bevoegdheden van het dagelijks
beheer door het Executive Management Team duidelijk werden gedefinieerd en afgestemd tegenover het
toezicht en de controle door de Raad van Bestuur.
In 2009 werd een Executive Management Team aangesteld dat bestaat uit de Chief Executive Officer (CEO), de
Chief Financial Officer (CFO), de Chief Operating Officer (COO) en de Chief Digital Officer (CDO). Op 1 januari
2024 heeft de Groep een Chief Innovation Officer (CIO) aangesteld. De CEO leidt de vergaderingen van het
Executive Management Team.
Het Executive Management Team is verantwoordelijk voor:
de uitvoering van de globale strategie van de JENSEN-GROUP, die door de Raad van Bestuur is
ontwikkeld;
de invoering en implementatie van een intern controleproces en van risicobeheersingsprocessen, in
overeenstemming met de aard, organisatie en grootte van de JENSEN-GROUP;
de invoering en uitrol van het Ethical Business Policy Statement en van de gedragscode voor
leveranciers;
de voorbereiding van de jaarrekening, de duurzaamheidsverklaringen en tussentijdse rapporteringen;
de verslaggeving van de CEO en CFO aan de Raad van Bestuur over de financiële situatie en de
duurzame activiteiten van de JENSEN-GROUP;
het regelmatig verschaffen aan de Raad van Bestuur van alle voor de Raad noodzakelijke informatie om
zijn taken uit te voeren; en
de evaluatie van het productiebeleid.
Het Executive Management Team vergadert minstens eenmaal per kwartaal en is als volgt samengesteld:
dhr. Jesper Munch Jensen, CEO;
dhr. Doga Cagdas, CFO (vanaf 1 oktober 2024);
dhr. Fabian Lutz, CDO;
dhr. Martin Rauch, COO;
dhr. Markus Schalch, CFO (tot 28 februari 2025)
dhr. Mads Andresen, CIO.
VERSLAG RAAD VAN BESTUUR
JAARVERSLAG 2024
Staand van links naar rechts: dhr. Doga Cagdas, dhr. Mads Andresen, dhr. Fabian Lutz.
Zittend van links naar rechts: dhr. Markus Schalch, dhr. Jesper Munch Jensen, dhr. Martin Rauch.
Dhr. Jesper Munch Jensen, vaste vertegenwoordiger van SWID AG, startte zijn loopbaan bij de Swiss Bank
Corporation waar hij als effectenmakelaar werkte op de Zwitserse beurs (1984-1987). Hij behaalde een MBA
aan de Business School Lausanne, en trad in 1991 in dienst bij de JENSEN-GROUP als assistent general manager
van de JENSEN Holding. Dhr. Jensen werd CEO van de JENSEN-GROUP in 1996.
Dhr. Doga Cagdas behaalde een bachelordiploma economie aan de Koc University in Istanbul en een Executive
MBA aan het TRIUM Global Executive MBA-programma, een samenwerking tussen NYU Stern, LSE en HEC
Paris. Hij begon zijn carrière bij Arthur Andersen als financieel auditor, en doorliep daarna het Financial
Management Program van General Electric in Parijs. Gedurende zeven jaar bij GE bekleedde hij verschillende
financiële functies in Frankrijk, Duitsland en België. In 2008 stapte Doga over naar WABCO Holdings in België,
waar hij verschillende leidinggevende functies bekleedde, waaronder Sourcing & Purchasing Finance Leader,
Business Unit and Division Finance Leader, Global VP of FP&A en Global Commercial Finance VP. Hij leidde ook
de afdeling Mergers and Acquisitions van WABCO, waar hij toezicht hield op verschillende acquisities en
desinvesteringen. In 2019 trad Doga in dienst bij Schreder als Global CFO, waar hij het digitale
transformatieproject van het bedrijf superviseerde. Later was hij Global CFO bij AGP Glass vooraleer hij zijn
huidige functie bij JENSEN-GROUP opnam.
Dhr. Mads Andresen heeft een bachelorsdiploma in software engineering van de Universiteit van Zuid-
Denemarken in Odense. Nadat hij in 2001 afgestudeerd was, richtte hij een aantal bedrijven in mobiele
robotica en softwareontwikkeling op. Vanaf 2003 werkte Mads drie jaar bij B&R Industrial Automation (lid van
de ABB Group) als ontwikkelaar van softwaretoepassingen. Hij schreef er software voor machines en robots in
diverse sectoren. Daarna werkte hij drie jaar als softwareontwikkelaar bij een klein Deens familiebedrijf dat
machines voor industriële wasserijen produceerde. In 2009 stond dhr. Andresen mee aan de wieg van Inwatec
ApS, een partnerbedrijf van de JENSEN-GROUP sinds 2018.
In 2024 werd hij benoemd tot Chief Innovation Officer.
Dhr. Fabian Lutz behaalde een diploma Project Management en een diploma Telematica-Informatie.
Hij behaalde ook een certificaat van hogere studies Business Intelligence aan de Universiteit voor Toegepaste
Wetenschappen in Bern. Na zijn praktische opleiding als federaal gecertificeerd mechanica- en
automatiseringsingenieur bij Landis en Gyr (nu Siemens) in Zug/Zwitserland, trad dhr. Lutz in 1999 in dienst bij
de JENSEN-GROUP als IT-manager voor de activiteiten in Zwitserland. Dhr. Lutz werd in 2008 benoemd tot
hoofd ICT van de JENSEN-GROUP. Hij is sinds januari 2020 CIO van de JENSEN-GROUP en werd in 2021
benoemd tot Chief Digital Officer.
Dhr. Martin Rauch behaalde een bachelor in electrical engineering. Na het einde van zijn studies in 1989 startte
hij bij JENSEN AG Burgdorf, waar hij verschillende posities bekleedde binnen productie- en verkoopafdelingen.
In 2003 werd dhr. Rauch algemeen directeur van JENSEN AG Burgdorf en van JENSEN Sweden AB toen in 2006
de Business Unit Garment Technology gevormd werd. Dhr. Rauch trad toe tot het Executive Management
Team in 2009 en bekleedde verschillende functies. In 2021 werd hij benoemd tot Chief Operating Officer.
Dhr. Markus Schalch behaalde een masterdiploma in financiën en accounting aan de Hogeschool St. Gallen. Hij
werkte twee jaar in een auditkantoor. Nadien vervoegde dhr. Schalch de Alstom Group, waar hij verschillende
financiële functies bekleedde. In 2000 ging hij aan de slag bij een vooraanstaand Zwitsers telecombedrijf en
werd er CFO van Swisscom Systems Ltd. (2002-2004). Vervolgens werd hij CFO van Swisscom Solutions AG
(2005 tot augustus 2007). De heer Schalch trad in september 2007 in dienst bij de JENSEN-GROUP als CFO, en
legt zijn functie neer op 28 februari 2025. De Groep dankt hem voor zijn belangrijke bijdrage aan de groei van
de opbrengsten en aan de verbeterde winstgevendheid van de Groep en voor zijn cruciale rol in de acquisities
van de vennootschap.
Remuneratiebeleid
Het remuneratiebeleid van het bedrijf is bedoeld om de best gekwalificeerde en getalenteerde Bestuurders,
kaderleden en medewerkers aan te trekken en te behouden die nodig zijn om de langetermijnontwikkeling en
groei van de JENSEN-GROUP te ondersteunen. Door een competitief vergoedingspakket aan te bieden wil de
vennootschap de individuele prestaties bevorderen en de individuele belangen van de Bestuurders, kaderleden
en werknemers afstemmen op die van de aandeelhouders en andere stakeholders. Met de hulp van externe,
onafhankelijke adviseurs gaat het Nominatie- en Remuneratiecomité regelmatig na of de
vergoedingspakketten van de Raad van Bestuur en het Executive Management Team marktconform zijn.
De aandeelhouders hebben het remuneratiebeleid goedgekeurd tijdens de jaarlijkse aandeelhouders-
vergadering op 21 mei 2024.
VERSLAG RAAD VAN BESTUUR
JAARVERSLAG 2024
Het remuneratiebeleid vindt u op de website van de Groep https://www.jensen-group.com onder de rubriek
'Investor Relations/Remuneratiebeleid’.
Remuneratierapport
Remuneratie van de Raad van Bestuur
De remuneratie van de niet-uitvoerende Bestuurders is gebaseerd op hun verantwoordelijkheid en hun
specifieke taken binnen de Raad van Bestuur. De niet-uitvoerende Bestuurders, met uitzondering van de
Voorzitter, ontvangen een vaste vergoeding van 17.000 euro per jaar (22.000 euro vanaf de tweede helft van
2024) en een vergoeding volgens aanwezigheid van 3.000 euro per Raad van Bestuur of 1.000 euro indien de
Raad van Bestuur telefonisch verloopt. De leden van de Comités van de Raad van Bestuur ontvangen een vaste
vergoeding van 7.500 euro per jaar en een vergoeding volgens aanwezigheid van 1.500 euro per vergadering.
Vanaf het tweede halfjaar van 2024 ontvangt de Voorzitter van een Comité een extra vaste vergoeding van
15.000 euro per jaar. De Voorzitter van de Raad van Bestuur ontvangt een vaste vergoeding van 100.000 euro
per jaar (125.000 euro per jaar vanaf de tweede helft van 2024), die wordt geacht in overeenstemming te zijn
met de eigenlijke diensten die moeten worden geleverd.
De Bestuurders ontvangen geen variabele vergoeding. De CEO ontvangt geen vergoeding als Bestuurder. Het
Nominatie- en Remuneratiecomité heeft op zijn vergadering van 6 maart 2024 de vergoeding van de Raad van
Bestuur onderzocht, en heeft de hiervoor uiteengezette verhogingen aanbevolen om het vergoedingspakket
marktconform te houden.
De aandeelhouders hebben de voornoemde wijzigingen aan het remuneratiebeleid goedgekeurd tijdens de
jaarlijkse aandeelhoudersvergadering op 21 mei 2024.
In 2024 bedroeg de totale vergoeding betaald aan de leden van de Raad van Bestuur en aan de leden van de
Comités 365.250 euro. De aandeelhouders keurden de vergoeding betaald aan de Raad van Bestuur met een
ruime meerderheid goed tijdens de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering van 21 mei 2024.
Het remuneratierapport diende dus niet gewijzigd te worden.
Zie bladzijde 148 van dit jaarverslag voor meer details.
De vergoedingen volgens aanwezigheid zoals uiteengezet op bladzijde 148, zijn zo berekend dat ze bijdragen
aan een langdurig engagement voor de Groep.
Dhr. Jobst Wagner bezit 18.220 aandelen. SWID AG, vertegenwoordigd door dhr. Jesper M. Jensen, bezit
10.000 aandelen. Mevr. Anne Munch Jensen en dhr. Jesper Munch Jensen bezitten elk 2.333 aandelen en
bezitten indirect aandelen van de JENSEN-GROUP NV, zoals beschreven in onderstaande Toelichting 8 Eigen
vermogen.
Er zijn geen warranten uitgeoefend en er zijn geen aandelenoptieplannen voor de niet-uitvoerende leden van
de Raad van Bestuur.
Geen enkele Bestuurder kan een vergoeding in het kader van een openbaar overnamebod ontvangen, noch
zijn er overeenkomsten of regelingen die veranderen of stoppen in geval van een openbaar overnamebod.
Remuneratie van het Executive Management Team
Op voorstel van de CEO geeft het Nominatie- en Remuneratiecomité aanbevelingen betreffende de benoeming
en verloning van het Executive Management Team. Het Comité bespreekt het remuneratiebeleid, de
salarisniveaus en de individuele prestatiebeoordelingen van de leden van het Executive Management Team in
detail.
Op die manier gaat het Nominatie- en Remuneratiecomité na of de betaalde vergoedingen marktconform zijn.
De marktconformiteit van de vergoedingspakketten wordt periodiek gecontroleerd met de hulp van externe,
onafhankelijke adviseurs. Het Nominatie- en Remuneratiecomité heeft op zijn vergadering van 6 maart 2024
de vergoeding van het Executive Management Team onderzocht, en heeft bepaalde verhogingen aanbevolen
om het vergoedingspakket marktconform te houden. Het Comité verwijst naar de relevante hoofdstukken in
het jaarverslag voor een gedetailleerde beschrijving van de operationele resultaten voor de verschillende
divisies van de JENSEN-GROUP, en bijgevolg ook van de vergoeding voor het Executive Management Team.
De externe auditor gaat na of de verloning die is betaald aan het Executive Management Team overeenstemt
met de bedragen die het Nominatie- en Remuneratiecomité voorstelde en de Raad van Bestuur goedkeurde.
De aandeelhouders hebben het remuneratierapport, waarvan de vergoeding voor het Executive Management
Team integraal deel uitmaakt, met een ruime meerderheid goedgekeurd tijdens de jaarlijkse
aandeelhoudersvergadering van 21 mei 2024.
De remuneratie van het Executive Management Team bestaat uit een basisvergoeding en een variabele
vergoeding die cash worden uitbetaald, of worden gebruikt voor een pensioenplan afhankelijk van het land
waarin de manager woont, een levensverzekering, en overige verzekeringen en voordelen.
De benoemingen in de Raad van Bestuur van bepaalde dochterondernemingen kunnen ook worden vergoed.
Executive managers beschikken over alle nodige middelen om hun verplichtingen uit te voeren.
Daar waar een pensioenplan aanwezig is, nemen de leden van het Executive Management Team daaraan deel.
Zoals vermeld onder de paragraaf over de remuneratie van de leden van de Raad van Bestuur ontvangt de CEO
VERSLAG RAAD VAN BESTUUR
JAARVERSLAG 2024
geen enkele vergoeding als lid van de Raad van Bestuur van de vennootschap.
Voor het jaar 2024 bedragen de totale uitbetaalde bruto vergoedingen aan het Executive Management Team,
inclusief de vergoeding aan de CEO, 3.120.682 euro.
Zoals voorgeschreven door het Belgische Wetboek van vennootschappen van 2019 worden de lonen van de
leden van het Executive Management Team op individuele basis bekendgemaakt. Dit totale bedrag is als volgt
samengesteld:
2024
2024
2024
2024
2024
2024
2023
2023
2023
2023
In euro
CEO
CFO
CFO-
elect
CDO
COO
CIO*
CEO
CFO
CDO
COO
Basisvergoeding
386.311
220.659
386.311
188.742
349.902
196.769
349.902
Gefactureerde
diensten
848.853
105.000
835.938
Variabele vergoeding
over een jaar
353.577
223.557
72.433
212.471
250.775
128.949
57.116
133.272
Vaste onkosten
12.597
5.039
12.597
12.349
4.940
12.349
Extralegale
voordelen
7.369
7.558
6.236
21.276
7.224
5.780
6.113
Pensioenplan
13.650
7.597
13.750
15.099
12.110
6.493
12.201
Totaal
1.202.430
643.484
105.000
313.286
631.365
225.117
1.086.713
510.534
271.098
513.837
Deel vast en
variabel: vast
71%
65%
100%
77%
66%
100%
77%
75%
79%
74%
Deel vast en
variabel: variabel
29%
35%
0%
23%
34%
0%
23%
25%
21%
26%
* De CIO is lid van het EMT per 1 januari 2024; daarom wordt de bonus voor 2023 niet vermeld.
De basisvergoeding omvat de lonen van de bezoldigde leden van het Executive Management Team.
Het bedrag verwijst naar hun volledige vergoedingspakketten voor aftrek van lokale belastingen en bijdragen
voor verplichte pensioenplannen. De basisvergoeding omvat de vergoedingen die worden ontvangen voor
benoemingen in de Raad van Bestuur van bepaalde dochterondernemingen.
De CEO factureert zijn diensten via SWID AG, een afzonderlijke vennootschap in het bezit van de CEO.
De hierboven vermelde bedragen, ten belope van 848.853 euro (835.938 euro in 2023), zijn de bedragen die
SWID AG factureerde aan de vennootschap. De gefactureerde diensten omvatten de basisvergoeding, de vaste
kosten, de extralegale voordelen en de bijdragen aan het pensioenplan.
Het deel variabele verloning van de vergoeding van leden van het Executive Management Team bedraagt 30%
tot 50% van het jaarlijkse basisloon. In het geval van de CEO wordt deze variabele verloning vastgelegd op
maximaal 70% van het jaarlijkse basisloon. Onder een minimale prestatiedrempel van 85% wordt geen
variabele beloning uitbetaald, terwijl in geval van overprestatie de variabele beloning wordt afgetopt op 130%.
De variabele vergoeding voor de CEO en het Executive Management Team is gebaseerd op prestaties ten
opzichte van de volgende doelstellingen:
individuele, kwalitatieve doelstellingen voor 30% tot 50% van het totale beoogde bedrag. Kwalitatieve
doelstellingen focussen op belangrijke projecten en acties die tijdens het jaar moeten worden
uitgevoerd.
kwantitatieve doelstellingen voor 50% tot 70% van het totale bedrag, verdeeld tussen:
de financiële resultaten van de JENSEN-GROUP ten opzichte van de doelstellingen inzake
rentabiliteit, gebruikt kapitaal, specifieke elementen van het gebruikte kapitaal en/of
kasstroom;
de financiële resultaten ten opzichte van de doelstellingen van de afdeling waarvoor de
individuele manager verantwoordelijk is.
De doelstellingen voor de JENSEN-GROUP worden vastgelegd door de Raad van Bestuur nadat ze nagekeken en
besproken werden binnen het Nominatie- en Remuneratiecomité. De doelstellingen worden vastgelegd als
onderdeel van het jaarlijkse budgetbeoordelingsproces, waarbij het budget wordt beoordeeld in het kader van
het strategisch plan. Afhankelijk van de toepasselijke wetgeving en van de voorkeur van de manager wordt de
variabele vergoeding uitbetaald in cash, in het pensioenplan van de werknemer, of in de vorm van andere
voordelen.
De variabele vergoeding die in 2024 in cash aan de individuele leden van het Executive Management Team
werd uitbetaald op basis van de prestaties van 2023, bedroeg 862.038 euro. Voor 2024 werden de doelen van
de JENSEN-GROUP gebaseerd op het operationeel resultaat en de opbrengsten.
De prestatiecriteria werden toegepast op individuele basis, zoals vereist door art. 3:6 van het Belgische
Wetboek van vennootschappen en verenigingen van 2019.
Meer details over de wegingen en de gemeten prestaties volgen hierna:
(in duizenden euro)
Weging
Gemeten prestatie
Overeenkomstige vergoeding
Criterium opbrengsten
20%
Doel behaald
36.952
Criterium EBIT
50%-70%
Boven doelstelling
612.647
Persoonlijke doelen
30% - 50%
Doel behaald en onder doel
212.439
Zoals uiteengezet in de Verklaring Deugdelijk Bestuur hierboven, keurden de aandeelhouders tijdens de
jaarlijkse aandeelhoudersvergadering op 1 mei 2024 een verlenging goed van de vrijstelling voorzien in artikel
7:91 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen van 2019 en, in het bijzonder, van
de vereiste dat de doelstellingen en variabele vergoedingen over meerdere jaren worden gespreid, en dit voor
een periode van vijf jaar, namelijk van boekjaar 2024 tot en met boekjaar 2028.
VERSLAG RAAD VAN BESTUUR
JAARVERSLAG 2024
De KPI’s zoals hierboven uiteengezet, worden zodanig bepaald dat ze bijdragen aan de langetermijnprestaties
voor de Groep.
De vaste kosten verwijzen voornamelijk naar de representatievergoedingen.
In de extralegale voordelen zijn de waarde van de bedrijfswagens en de betreffende premies voor de
autoverzekering opgenomen.
Het pensioenplan verwijst naar de bijdrage van de werkgever aan een pensioenplan die hoger is dan de
wettelijk vereiste bijdrage. Drie managers hebben een toegezegd-pensioenregeling ('defined benefit plan').
Er zijn geen warranten openstaand en er zijn momenteel geen aandelenoptieplannen.
De opzeggingstermijnen voor het hoger management verschillen van land tot land en zijn afhankelijk van de
lokale wetgeving. In de meeste landen bepaalt de wet de te volgen procedure. Indien de wetgeving niets
voorziet, wordt er maximaal twee jaar loon uitbetaald.
Dhr. Jesper Munch Jensen heeft een opzeggingstermijn voor 18 maanden. Deze wordt geacht in
overeenstemming te zijn met de huidige marktpraktijk op basis van periodieke herzieningen van de
marktconformiteit van de vergoedingspakketten van het Executive Management Team door het Nominatie- en
Remuneratiecomité.
In 2024 is geen enkel contract van een senior manager beëindigd. De CFO, dhr. Markus Schalch, heeft beslist
om zijn functie neer te leggen op 28 februari 2025.
Er zijn geen bepalingen inzake controlewijziging ('change of control clauses') opgenomen in de
managementcontracten, en geen enkele manager kan een directe of indirecte vergoeding of voordeel krijgen
in het kader van een openbaar overnamebod.
Twee managers hebben een niet-concurrentiebeding van twee jaar, uitoefenbaar op vraag van de
vennootschap. Bij vrijwillig vertrek wordt geen vergoeding uitbetaald.
Er werden geen leningen toegestaan aan de leden van het Executive Management Team. Geen enkele
buitengewone transactie heeft plaatsgevonden en er deden zich geen belangenconflicten voor.
Het Executive Management Team heeft in totaal 13.833 aandelen in zijn bezit, als volgt onderverdeeld:
SWID AG, vertegenwoordigd door dhr. Jesper M. Jensen, bezit 10.000 aandelen.
Dhr. Jesper Munch Jensen bezit 2.333 aandelen en indirect aandelen in de JENSEN-GROUP NV, zoals
gedetailleerd beschreven in onderstaande toelichting 8 Eigen vermogen;
Dhr. Martin Rauch bezit 1.500 aandelen.
Terugvorderingsclausule
Er zijn geen specifieke overeenkomsten of systemen die de vennootschap het recht geven om betaalde
variabele vergoedingen terug te vorderen. Zoals gemeld in de Verklaring Deugdelijk Bestuur hierboven, wijkt
de vennootschap momenteel af van Aanbeveling 7.12 van de Corporate Governance Code 2020.
Deze afwijking is te verklaren door het feit dat de vennootschap een bezoldigingsbeleid hanteert waarbij
jaarlijkse prestatiedoelstellingen worden vastgelegd en variabele vergoedingen worden uitbetaald in
overeenstemming met de behaalde resultaten. Indien de vennootschap zou opteren voor een incentiveplan op
lange termijn dat gebaseerd is op strategische meerjarendoelstellingen, zal de afwijking van Aanbeveling 7.12
worden herbekeken.
Er zijn geen afwijkingen van het remuneratiebeleid te melden.
De jaarlijkse wijzigingen in de remuneratie, van de prestaties van de vennootschap en van de gemiddelde
remuneratie van medewerkers (met uitzondering van de Raad van Bestuur en het Executive Management
Team) over de laatste vijf jaar ziet er als volgt uit:
(in duizenden euro)
2024
2023
2022
2021
2020
Totale vergoeding excl. RvB en EMT
129,182
117.191
98.667
81.209
82.280
Gemiddeld aantal medewerkers
1,945
1.693
1.400
1.306
1.411
Gem. vergoeding op een gemiddelde
VTE-basis van de medewerkers (excl.
RvB en EMT)
67
69
71
62
58
Opbrengsten
453,166
400.121
341.638
259.717
245.328
EBIT
50,737
40.744
22.413
21.329
12.795
Werkkapitaal
180,636
151.960
127.894
90.686
101.934
Binnen de JENSEN-GROUP bedraagt de verhouding tussen het hoogst bezoldigde kaderlid en de minst
bezoldigde werknemer, op basis van voltijdse equivalenten, 1%, met dien verstande dat de
berekeningsgrondslag van deze verhouding wereldwijd is en veel verschillende landen, functies en rollen
omvat. In het algemeen heeft de vennootschap de beginselen van maatschappelijk verantwoord ondernemen
verankerd in haar manier van zakendoen.
De aandeelhouders hebben het remuneratierapport goedgekeurd tijdens de algemene vergadering op 21 mei
2024.
VERSLAG RAAD VAN BESTUUR
JAARVERSLAG 2024
Risicobeheersing
Risico’s gerelateerd aan de financiële situatie van de JENSEN-GROUP.
Het resultaat is afhankelijk van het behalen van een bepaald opbrengstenniveau om de vaste kosten te kunnen
absorberen.
Elke significante daling van de activiteiten heeft een onmiddellijk effect op het operationeel resultaat. Onze
Groep heeft zeven productievestigingen, gesitueerd in de volgende landen:
één productievestiging in China
drie productievestigingen in Denemarken
één productievestiging in Duitsland
één productievestiging in Zweden
één productievestiging in de VS
Iedere productie- en engineeringvestiging (PEC of Production and Engineering Centre) is gespecialiseerd in een
specifiek onderdeel van het wasproces (wassen en drogen, afwerkingstechnologie, materiaalbehandeling) of in
een specifiek soort linnen (vlak linnen, kledingstukken of speciale toepassingen zoals matten, rolhanddoeken
of andere doeken).
De JENSEN-GROUP beschikt over eigen verkoopkantoren (SSC Sales and Service Centers of Sales Support) in de
belangrijkste afzetmarkten:
Australië
Oostenrijk
Benelux
Brazil
China
Denemarken
Frankrijk
Duitsland
Italië
Zweden
Midden-Oosten
Nieuw-Zeeland
Noorwegen
Singapore
Spanje
Zwitserland
VK
VS
VERSLAG RAAD VAN BESTUUR
JAARVERSLAG 2024
Sinds oktober 2023 wordt de Japanse markt bediend via Inax ltd, de joint-venture van de JENSEN-GROUP in
Japan, en één distributeur.
Naast de SSC's heeft de JENSEN-GROUP vertegenwoordigers in:
Tsjech
Polen
Bovendien beschikt de JENSEN-GROUP over een professioneel distributienetwerk in meer dan 50 landen.
Elk SSC beschikt over de nodige mankracht om volledige sleutel-op-de-deur projecten uit te voeren,
alleenstaande machines te verkopen, en dienstverlening na verkoop aan te bieden.
De heavy-duty wasserij-sector hangt sterk af van technische kennis. Bovendien heeft de Groep in elke PEC en
SSC de nodige staffuncties om de autonome juridische entiteit te besturen. Om deze vaste kosten te kunnen
dekken, is een voldoende hoog verkoopvolume vereist. De activiteitsgraad bepaalt het productievolume en kan
worden beïnvloed door externe factoren waarop de Groep geen invloed heeft. Omdat de goederen
investeringsgoederen zijn, kan het algemene internationale investeringsklimaat in de gezondheidszorg, de
horeca (hotels en restaurants) en in de industriële textielverzorging een grote invloed hebben op de
marktvraag en verkoopopportuniteiten. De impact van een plotse daling in opbrengsten kan niet volledig
worden gecompenseerd door een daling van de indirecte kosten zoals infrastructuurkosten, en kan als
dusdanig een negatieve weerslag hebben op de activiteiten, het operationele resultaat en de financiële situatie
van de Groep. Door de grote afhankelijkheid van de technische kennis van de ondersteunende functies in de
verkoop (binnendienst), is het moeilijk om die ondersteunende functies op korte termijn te herstructureren
wanneer de activiteit fors afneemt. Bij een herstructurering wordt de Groep bovendien beperkt door lokale
regelgeving die aanzienlijke kosten met zich mee kan brengen, zoals bleek na de financiële crisis en de covid-
pandemie.
De economische, politieke en wisselkoersrisico’s inherent aan het verkopen van producten op de
internationale markt
Een groot deel van de netto-opbrengsten van de Groep komt uit de verkoop van producten en projecten aan
internationale klanten. De vraag naar de producten van de JENSEN-GROUP kan worden beïnvloed door
economische en politieke omstandigheden in elk van de landen waar de producten worden verkocht, en door
bepaalde andere risico’s van zakendoen in het buitenland, zoals wisselkoersschommelingen. De Groep dekt
zich zoveel mogelijk in voor de wisselkoersschommelingen van de voornaamste munten waarin de Groep
activiteiten heeft, zoals de AUD, EUR, CHF, CNY, DKK, EUR, GBP, JPY, NOK, NZD, SEK, SGD, en USD.
Schommelingen van interestvoeten kunnen een negatieve invloed hebben op de opbrengsten
en financiële resultaten
De JENSEN-GROUP is onderhevig aan schommelingen van de interestvoeten. Als de interestvoeten overal
stijgen, kan dat een weerslag hebben op het algemene investeringsklimaat en op het vermogen van de klanten
om te investeren. Bijgevolg kunnen de bedrijfsopbrengsten, winsten en financiële situatie van de Groep
negatief beïnvloed worden.
Gezien de directe financiële impact van interestvoetschommelingen op de kredieten van de Groep, behoudt
de Groep langlopende afdekkingen aan de interestvoeten alsook leningen met vaste interestvoeten om dat
risico te beperken.
Het niet respecteren van de schuldratio’s die werden afgesproken met financiers kan de financiële situatie van
de Groep negatief beïnvloeden
Vanwege zijn sterke balans wil de JENSEN-GROUP kredietovereenkomsten die stevige verbintenissen op
gebied van financiële ratio’s opleggen, zoveel mogelijk vermijden. De drie belangrijkste financiële groepen
waarmee de Groep werkt zijn Nordea, KBC en Nykredit. De financieringsovereenkomsten van de Groep
bevatten momenteel geen financiële ratio’s.
Het faillissement van een bank kan een negatief effect hebben op de kaspositie van de JENSEN-GROUP
Het faillissement van één van zijn financiële partners kan een belangrijke impact hebben op de kaspositie van
de JENSEN-GROUP. De Groep spreidt zijn kaspositie over verschillende banken en verschillende investeringen
om het faillissementsrisico van een bank te beperken.
Om zijn financiële schulden terug te betalen moet de JENSEN-GROUP een bepaalde minimale kasstroom
hebben, die afhangt van veel externe factoren waarop de Groep geen vat heeft
Of het zijn leningen kan afbetalen en de geplande investeringen, onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten en
capaciteitsuitbreiding kan financieren, hangt af van de capaciteit van de JENSEN-GROUP om cash te genereren,
van de toekomstige operationele en financiële resultaten en de ontwikkelingen binnen de grote financiële
instellingen waarmee het werkt. Deze zijn tot op zekere hoogte afhankelijk van de risicofactoren die reeds zijn
vermeld.
VERSLAG RAAD VAN BESTUUR
JAARVERSLAG 2024
Risico’s gerelateerd aan de bedrijfsactiviteiten en de industrie
De grootste klanten van de JENSEN-GROUP worden nog groter omdat ze consolideren en in toenemende mate
internationaal actief worden
Een belangrijk deel van het zakencijfer bestaat uit het leveren van machines en integrale systemen aan
bedrijven in de sector van textielverhuur. De internationalisatie en concentratie van onze klanten in deze
sector kan leiden tot een grotere afhankelijkheid van deze grotere groepen die hun eigen voorwaarden stellen.
Prijsschommelingen of tekorten aan grondstoffen, verstoringen in de toeleveringsketen en het mogelijk verlies
van belangrijke leveranciers kunnen een negatieve invloed hebben op de activiteiten
De JENSEN-GROUP koopt voor zijn producten een belangrijk aantal componenten en grondstoffen aan, zoals
ijzer, roestvrij staal, aluminium en elektronische componenten. De prijs en de beschikbaarheid van deze
componenten en grondstoffen hangen af van wijzigingen in accijnzen, van vraag en aanbod op de
internationale markten en van schommelingen en tekorten. In de competitieve markt van heavy-duty
wasserijmachines bestaat er geen zekerheid dat stijgingen of dalingen van grondstofprijzen en andere kosten
vlug kunnen worden omgezet in hogere verkoop- of lagere aankoopprijzen.
Daarenboven is er geen garantie dat het verlies van sommige leveranciers geen invloed zou hebben op de
activiteiten, de operationele resultaten en de financiële toestand van de JENSEN-GROUP. De Groep dekt
momenteel geen grondstoffen af.
De JENSEN-GROUP is actief in een zeer competitieve markt
Binnen de markt van heavy-duty wasserijmachines en -systemen staat de JENSEN-GROUP in concurrentie met
verschillende grote en kleine leveranciers. De komst van belangrijke, nieuwe concurrenten of sterkere
concurrentie van de bestaande marktspelers kunnen een negatieve invloed hebben op de activiteiten, de
operationele resultaten en de financiële toestand van de Groep. De markt van heavy-duty wasserijmachines is
er een van technische investeringsgoederen, waar de klant veel belang hecht aan technische ondersteuning,
en dus waar een lokale aanwezigheid cruciaal is.
Daarenboven kan de Groep te maken krijgen met concurrentie van bedrijven buiten de VS of Europa die lagere
productiekosten hebben (inclusief arbeids- of grondstofkosten). Deze concurrenten kunnen deze lagere
productiekosten als prijsverlagingen aan de klanten verkopen, en dit kan een belangrijke negatieve invloed
hebben op de opbrengsten en resultaten van de Groep.
Financiering
Soms vinden klanten moeilijk financiering om te investeren in uitbreiding of vernieuwing van uitrusting. Onder
bepaalde voorwaarden, en om investeringen eenvoudiger te maken, biedt de JENSEN-GROUP zijn klanten
financieringsoplossingen aan. Dit verhoogt het risico dat de Groep machines moet terugnemen tijdens de duur
van de financiering. Dat risico wordt beperkt door de terugnameprijs zoveel mogelijk af te stemmen op de
tweedehandsprijs.
Het totale bedrag aangeboden aan klanten wordt nauw opgevolgd intern en is gelimiteerd door management.
Geopolitieke risico’s
De JENSEN-GROUP heeft wereldwijd activiteiten, met belangrijke productievestigingen in onder andere China,
de VS, Europa en Japan. Gezien de recente geopolitieke ontwikkelingen in de wereld kunnen invoerheffingen
wijzigen en handelsbetrekkingen beperkt worden. Bovendien komen oorlogen of gewapende conflicten tussen
naties, staten en partijen voor. Dergelijke conflicten kunnen gevolgen hebben voor de getroffen bevolking, en
leiden tot reisstops en economische recessies, wat een sterke impact heeft op de horeca, lopende projecten of
de verzekeringsdekking. De Groep beperkt dit risico door middel van back-up plannen voor zijn
productieactiviteiten.
Beleidskeuzes kunnen een invloed hebben op de gezondheidssector
De JENSEN-GROUP levert aan industriële wasserijen die onder meer linnen behandelen voor de
gezondheidssector. Beleidskeuzes kunnen een invloed hebben op de hygiënische normen of de financiële
capaciteit van ziekenhuizen. Denk bijvoorbeeld aan regelgeving die de norm voor gerecycleerd linnen en voor
wegwerplinnen zou veranderen. Dit kan op bepaalde momenten de verkoop beïnvloeden en de kosten voor
productontwikkeling verhogen, om te zoeken naar oplossingen voor de meest strikte hygiënische eisen.
De JENSEN-GROUP staat bloot aan productaansprakelijkheidsclaims
De JENSEN-GROUP staat bloot aan mogelijke productaansprakelijkheid risico’s die voortkomen uit de verkoop
van zijn producten, vooral in de segmenten wasserij en afwerking, en aan arbeidsongevallen te wijten aan die
producten. Bovenop de directe kosten, zoals schadevergoedingen en gerechtskosten, bestaat het risico dat
productaansprakelijkheidsclaims voor imagoschade kunnen zorgen.
De verzekeringspolissen van de Groep dekken zijn mogelijke aansprakelijkheid misschien niet helemaal en dat
kan de activiteiten, de operationele resultaten en de financiële toestand van de Groep aanzienlijk en negatief
beïnvloeden.
De JENSEN-GROUP is onderhevig aan het risico van toekomstige rechtszaken
Als bedrijf is de JENSEN-GROUP altijd partij in een of ander juridisch geschil dat ontstaat tijdens zijn normale
bedrijfsvoering. De kosten en eventuele economische gevolgen van rechtszaken zijn moeilijk in te schatten en
kunnen hoog zijn, vooral in geval van productaansprakelijkheid. Hoewel hiervoor een goede dekking bestaat, is
er geen garantie dat deze dekking voldoende zal zijn om de Groep bescherming te bieden tegen alle materiële
uitgaven in verband met mogelijke toekomstige geschillen voor persoonlijke en materiële schade, of dat
dergelijke dekkingsniveaus in de toekomst (nog steeds) beschikbaar zullen zijn aan economisch haalbare
tarieven. Een belangrijke ongunstige veroordeling, het verlies van een belangrijke vergunning, of de betaling
van aanzienlijke boetes kunnen een negatief effect hebben op de activiteiten, financiële situatie en
vooruitzichten/reputatie van de Groep.
VERSLAG RAAD VAN BESTUUR
JAARVERSLAG 2024
Milieu-, sociale en governancerisico’s
De JENSEN-GROUP is afhankelijk van werknemers
De JENSEN-GROUP is afhankelijk van de continuïteit in diensten en prestaties van het senior management en
medewerkers in alle domeinen. De meeste van die sleutelmedewerkers of senior managers hebben een
contract van onbepaalde duur. De Groep staat voor de uitdaging om voldoende gekwalificeerde medewerkers
te werven en om sleutelmedewerkers te vervangen.
Dat kan aanzienlijke negatieve gevolgen hebben voor de activiteiten, operationele resultaten en financiële
toestand van de Groep, omdat medewerkers veel ervaring in en kennis van de activiteiten en de
klantenrelaties hebben.
Door de aard van zijn activiteiten kan de JENSEN-GROUP potentieel aansprakelijk worden gesteld voor
milieuclaims en de nadelige gevolgen van nieuwe en strengere milieu-, gezondheids- en
veiligheidsvoorschriften
De JENSEN-GROUP is onderhevig aan uitgebreide en frequente wijzigingen in de lokale, nationale en
internationale wetgeving met betrekking tot milieu, veiligheid en gezondheid, met inbegrip van de wetgeving
met betrekking tot uitstoot van gassen, afval, afwatering van regenwater en giftig afval, maar ook wat betreft
naleving van de CSRD regelgeving De eventuele schade-eisen of kosten die het gevolg zouden zijn van
toekomstige wet- of regelgeving, eventueel met terugwerkende kracht, vallen niet te voorspellen. Meer
stringente wetgeving of striktere interpretatie van de bestaande wetgeving kan leiden tot bijkomende kosten
en investeringen die de activiteiten, de operationele resultaten en de financiële situatie van de Groep negatief
kunnen beïnvloeden.
Hoewel de JENSEN-GROUP de beste praktijken toepast in al zijn vestigingen, kan de Groep aansprakelijk
worden gesteld voor milieuverontreiniging (inclusief historische verontreiniging door andere partijen) op de
locaties waar de Groep actief is. Als gevolg daarvan kan de Groep betrokken raken in administratieve of
juridische vragen om inlichtingen of geschillen met betrekking tot de milieuwetgeving. Er kan niet worden
uitgesloten dat de Groep in de toekomst niet betrokken raakt in dergelijke procedures. Er bestaat ook geen
garantie dat de bestaande of aanvullende verzekeringen voldoende dekking bieden tegen de gevolgen van
dergelijke administratieve en gerechtelijke vragen en geschillen. De totale saneringskosten en andere
milieukosten die hierop betrekking hebben, zouden een aanzienlijk negatieve invloed kunnen hebben op de
activiteiten, de operationele resultaten en de financiële toestand van de Groep.
De afgelopen jaren heeft de JENSEN-GROUP nauwgezet een milieuherstelprogramma gevolgd met betrekking
tot de voormalige productievestiging Cissell in de Verenigde Staten.
Er bestaat een vrijwaring van een derde partij voor de kosten van het milieuherstelprogramma, met Cissell als
wettelijke begunstigde. De meest recente resultaten van de jaarlijkse controle door een milieubedrijf, met een
volledige evaluatie om de vijf jaar, voldoen aan de verwachtingen.
Gezien de gegevens die tijdens de exhaustieve controle van 2023 werden ingezameld, lijkt het aangewezen om
de volgende exhaustieve controle in 2028 te plannen.
Het valt niet uit te sluiten dat de Cissell-vestiging of andere vestigingen in de toekomst niet langer voor
aanzienlijke bijkomende aansprakelijkheidsvorderingen en andere kosten zullen zorgen.
De bedrijfsactiviteiten van de JENSEN- GROUP kunnen leiden tot normale gevaren die ontstaan door
de productie, het vervoer en de werking van heavy-duty machines en installaties. Deze gevaren kunnen leiden
tot lichamelijke letsels en schade aan machines en eigendommen. Er is dus geen enkele garantie dat de
huidige en toekomstige activiteiten niet leiden tot schadeclaims vanwege personeelsleden of derde partijen.
Daarenboven kan de Groep ook worden blootgesteld aan huidige of toekomstige schade-eisen betreffende de
veiligheid en gezondheid van werknemers en andere schade-eisen.
Er bestaat geen zekerheid over het eigenlijke bedrag en het tijdstip van dergelijke schade-eisen.
Ontwikkelingen in de regelgeving die veranderingen in de bedrijfspraktijken vereisen of die de vraag naar en
de kosten voor het leveren van zijn producten en diensten beïnvloeden, kunnen een nadelig effect hebben op
de activiteiten. Daarnaast kunnen belangrijke operationele problemen, waaronder de hierboven vermelde,
een negatieve impact hebben op de bedrijfsresultaten en financiële toestand.
De JENSEN-GROUP is actief op verschillende locaties en krijgt te maken met natuurrampen
De JENSEN- GROUP is actief in 22 landen en is daardoor blootgesteld aan natuurrampen zoals aardbevingen,
windstormen of overstromingen. Zo wordt de productievestiging in Panama City, Florida, VS, bedreigd door
orkanen, wat duidelijk werd in 2018 met orkaan Michael.
Waar mogelijk en betaalbaar wordt een verzekering afgesloten en worden specifieke bouwverordeningen
strikt nageleefd. De afgelopen jaren is in bepaalde gebieden een daling van de beschikbare
verzekeringsdekking geconstateerd. Alle entiteiten die blootstaan aan natuurrampen hebben herstelplannen
voor na de ramp. Elke ernstige natuurramp kan een impact hebben op de activiteiten, operationele resultaten
en financiële situatie.
Pandemie of terroristische aanslag
Een pandemie of terroristische aanslag heeft directe gevolgen voor klanten van de JENSEN-GROUP die actief
zijn in de horecasector (reizen en toerisme, inclusief cruiseschepen) en de gezondheidszorg, zoals bleek tijdens
de covid-19-pandemie. De overheid kan immers beslissingen nemen die een invloed hebben op beide
sectoren, waardoor klanten minder omzet halen. Het beïnvloedt bovendien ook hun
investeringsmogelijkheden en -vooruitzichten. Elke ernstige pandemie of terroristische aanslag kan een impact
hebben op de activiteiten, operationele resultaten en financiële situatie van de Groep.
VERSLAG RAAD VAN BESTUUR
JAARVERSLAG 2024
Schending van de Ethical Business Policy Statement en de gedragscode voor leveranciers
Elke inbreuk op de Ethical Business Policy Statement of de gedragscode voor leveranciers van de JENSEN-
GROUP kan leiden tot een verstoring van de bedrijfsvoering, reputatieschade en financiële verliezen.
De Ethical Business Policy Statement en de gedragscode voor leveranciers van de Groep zijn beschikbaar op de
website https://www.jensen-group.com onder de rubriek ‘Investor Relations/Deugdelijk Bestuur’ en omvatten
bepalingen over hoe omkoping en corruptie worden voorkomen en over correct gedrag.
Om het risico te beperken, is aan alle medewerkers gevraagd om de Ethical Business Policy Statement
te ondertekenen.
Intern controlerisico
ICT-risico
De JENSEN-GROUP werkt met verschillende informatie- en communicatietechnologieën (ICT). Bovendien heeft
de Groep werknemers over de hele wereld, die werken op en in verbinding staan met diverse netwerken. De
JENSEN-GROUP maakt voor zijn wereldwijde activiteiten gebruik van verschillende tools, apparaten en
software in zijn ICT- en productieomgeving. Digitale technologieën, apparaten en media brengen duidelijke
risico’s en opportuniteiten met zich mee. Machines zijn in toenemende mate onderling verbonden en
voorbereid op het internet der dingen (‘The Internet of Things’).
De Groep loopt bijgevolg cyberrisico's. ICT-storingen op het gebied van beveiliging en toegang tot systemen of
in productieomgevingen kunnen leiden tot bedrijfsonderbrekingen, reputatieschade en financieel verlies. De
JENSEN-GROUP beheert deze risico's door de laatste technologische ontwikkelingen op de voet te volgen.
Daarnaast selecteert de Groep de meest geschikte leveranciers voor software en ICT. Cyberbeveiliging, GDPR,
... worden als strikte criteria gehanteerd bij de selectie van die leveranciers.
Overige informatie
Investeringen en kapitaaluitgaven
De kapitaaluitgaven in 2024 bedroegen 10,8 miljoen euro (7,4 miljoen euro in 2023). Ze werden gekenmerkt
door een aanzienlijke uitbreiding in China van een grote nieuwe werkplaats naast onze huidige
fabrieksterreinen (3,4 miljoen euro). Deze strategische investering positioneert JENSEN China voor een
sterkere toekomstige groei. In Denemarken werd 2,6 miljoen euro toegewezen aan investeringen in een
hogere productiecapaciteit. De acquisitie van MAXI-PRESS voegde 6,2 miljoen euro toe aan de vaste activa.
De verlenging van verschillende huurovereenkomsten zorgen voor een stijging van de activa met
gebruiksrechten tot 3,2 miljoen euro.
In 2023 bestonden de investeringen en kapitaaluitgaven voornamelijk uit de bijkomende investering in het
gebouw in Odense (Denemarken) om de toekomstige marktvraag naar de AI en robotica van Inwatec te
ondersteunen, en in machines en voertuigen.
Onderzoek en ontwikkeling
De JENSEN-GROUP doet geen fundamenteel onderzoek, maar streeft naar een voortdurende ontwikkeling
van de bestaande producten. De hieraan gerelateerde kosten bedroegen 7,5 miljoen euro in 2024 (6,7 miljoen
euro in 2023). Tot eind 2020 heeft de JENSEN-GROUP de ontwikkelingskosten niet geactiveerd, maar ten laste
genomen wanneer ze werden gemaakt. De afschrijvingsperiode wordt voortdurend geëvalueerd en jaarlijks
wordt nagegaan of het actief een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan.
Personeel
Het aantal werknemers op het einde van het boekjaar kende volgende evolutie:
31 december
31 december
2024
2023
Totale aantal werknemers (VTE’s)
2.059
1.830
VERSLAG RAAD VAN BESTUUR
JAARVERSLAG 2024
Gebruik van financiële instrumenten
De JENSEN-GROUP gebruikt afgeleide financiële instrumenten om het risico op ongunstige wisselkoers- en
interestevoluties te verminderen. Het is de politiek van de Groep om geen afgeleide financiële instrumenten te
gebruiken voor speculatieve doeleinden of trading.
Om de wisselrisico’s in te dekken waren er op 31 december 2024 voor 4,0 miljoen euro aankoopverplichtingen
en voor 15,0 miljoen euro verkoopverplichtingen. Daarnaast had de Groep een aantal Interest Rate Swaps (IRS)
afgesloten voor 25,4 miljoen DKK met vervaldagen 2029 en 2039 en een vaste rente van resp. 2,99% en
0,4350%.
Juridische geschillen
Voor alle juridische geschillen die een daadwerkelijk risico vormen, werd op basis van een voorzichtige
beoordeling een voorziening aangelegd. De JENSEN-GROUP houdt alle mogelijke claims en hangende
juridische geschillen bij. De meeste geschillen zijn gedekt door de verzekering.
Het management verwacht dat deze geschillen, gebaseerd op juridisch advies, geen significante invloed zullen
hebben op de financiële positie of winstgevendheid van de Groep. Indien het management het waarschijnlijk
acht dat een verplichting zal ontstaan, werden de potentiële gevolgen van de vordering ingeschat en werd een
voorziening aangelegd.
Kapitaal
Op 3 april 2023 heeft de JENSEN-GROUP zijn kapitaal verhoogd via een inbreng in natura (4,6 miljoen euro) en
een inbreng in cash (2,9 miljoen euro). Bij beide transacties werden 1.926.282 nieuwe aandelen gecreëerd.
MIURA nam een deelneming van 20% in de JENSEN-GROUP, terwijl de JENSEN-GROUP een deelneming van
49% nam in Inax Corporation. Meer details over de nieuwe aandelen vindt u in het prospectus voor beursgang
dat op de website beschikbaar is: Prospectus (www.jensen-group.com).
Op 31 december 2024 bedroeg het kapitaal 38.280.396 euro, vertegenwoordigd door 9.631.408 gewone
aandelen zonder nominale waarde. Per 31 december 2024 had de vennootschap 146.793 eigen aandelen.
Er waren geen preferente aandelen.
JENSEN INVEST A/S heeft in het kader van art. 74, §6 van de wet van 1 april 2007 op openbare
overnamebiedingen, zowel aan de FSMA als aan de JENSEN-GROUP NV bekendgemaakt dat het per 1
september 2007 in onderling overleg meer dan 30% van de aandelen met stemrecht van de JENSEN-GROUP
NV bezat. Meer informatie over het bericht aan de aandeelhouders vindt u in Toelichting 8 over Eigen
vermogen.
Aandeelhoudersstructuur
De grootste aandeelhouders zijn:
JENSEN INVEST A/S: 44,2%
Miura Co. Ltd: 20,0%
Lazard Frères Gestion 5,0%
JENSEN-GROUP NV*: 1,6%
Free float: 29,2%
* Terugkoopprogramma van aandelen
Het stemrecht wordt beschreven in onderstaande toelichting 8 over eigen vermogen.
Verkrijgen van eigen aandelen
De statuten van de vennootschap voorzien in de mogelijkheid om eigen aandelen in te kopen. Tijdens zijn
vergadering van 10 maart 2022 heeft de Raad van Bestuur besloten om een programma voor de inkoop van
eigen aandelen in te voeren en zo maximaal 781.900 of 10% van de aandelen in te kopen. Per 9 maart 2023
werden 113.873 aandelen aangekocht tegen een gemiddelde prijs van 30,07 euro, goed voor een totaalbedrag
van 3,4 miljoen euro. Met het oog op de transactie met Miura heeft de JENSEN-GROUP zijn terugkoop-
programma van aandelen opgeschort. Op 16 mei 2023 keurden de aandeelhouders de vernietiging van
113.873 eigen aandelen goed. Op 10 augustus 2023 heeft de Raad van Bestuur beslist om het terugkoop-
programma van aandelen herop te starten, en zo maximaal 668.027 eigen aandelen van de vennootschap in te
kopen. De aandelen worden op de beurs ingekocht door een investeringsbank, gemandateerd door de Raad
van Bestuur. Het mandaat voor de terugkoop vervalt op 2 juni 2028.
Per 31 december 2024 had de vennootschap 146.793 eigen aandelen.
Relatie met aandeelhouders
Er bestaat geen specifieke aandeelhoudersovereenkomst tussen de bovengenoemde
referentieaandeelhouders. Zoals aangegeven in het prospectus met betrekking tot de notering en handel op
de gereguleerde markt Euronext Brussel van 1.926.282 nieuwe aandelen, op datum van 29 juni 2023, zijn
MIURA Co. Ltd. en de vennootschap in de Inbrengovereenkomst van 9 maart 2023 het volgende
overeengekomen:
Zolang de joint-ventureovereenkomst van kracht blijft, heeft MIURA het recht om een Bestuurder van
de vennootschap te benoemen. Die persoon moet ook een Bestuurder van Inax zijn;
VERSLAG RAAD VAN BESTUUR
JAARVERSLAG 2024
Onder bepaalde voorwaarden en niet eerder dan op de eerste algemene aandeelhoudersvergadering
van de vennootschap die na 3 april 2025 wordt gehouden, en als JENSEN-INVEST A/S daarom vraagt, zal
MIURA voor de invoering van dubbel stemrecht in de vennootschap stemmen conform artikel 7:53 van
het Wetboek van vennootschappen en verenigingen van 2019, en dit met onmiddellijke ingang voor alle
in aanmerking komende aandelen die gedurende minstens twee jaar vóór de datum van die
buitengewone aandeelhoudersvergadering in het bezit waren van MIURA.
Naast de statutaire voorkeurrechten van de aandeelhouders conform artikels 7:191 en 7:193 van het
Wetboek van vennootschappen en verenigingen van 2019 voorziet de Inbrengovereenkomst in een
bijkomend conventioneel voorkeurrecht voor MIURA. Als de vennootschap nieuwe aandelen zou
uitgeven die de stemrechten van MIURA zouden verwateren, waarbij de statutaire voorkeurrechten
niet van toepassing zouden zijn (zoals bij een kapitaalverhoging via een inbreng in natura), zal de
vennootschap aan MIURA de kans geven om in te tekenen op het nodige aantal aandelen zodat MIURA
20% van de stemrechten van de vennootschap behoudt na de uitgifte van de nieuwe aandelen.
Dat conventionele voorkeurrecht voor MIURA blijft van kracht, zolang MIURA minstens 20% van de
stemrechten van de vennootschap bezit, en zolang de joint-ventureovereenkomst tussen de
vennootschap en MIURA van kracht blijft.
Belangenconflict
Conform het Belgische Wetboek van vennootschappen en verenigingen van 2019 dienen de leden van de Raad
van Bestuur de Voorzitter op de hoogte te stellen indien er een agendapunt is waarbij zij een direct of indirect
belangenconflict van financiële of andere aard hebben met de vennootschap. Ze nemen geen deel aan de
besprekingen van, noch aan de stemming over deze agendapunten.
Dit is steeds een standaard agendapunt bij iedere Raad van Bestuur. In de loop van 2024 werden mogelijke
belangenconflicten gemeld door SWID AG, vertegenwoordigd door dhr. Jesper Munch Jensen, door Cross
Culture Research LLC, vertegenwoordigd door mevr. Anne Munch Jensen, door dhr. Jobst Wagner, door dhr.
Daisuke Miyauchi en door YquitY bv, vertegenwoordigd door dhr. Rudy Provoost tijdens de vergaderingen van
de Raad van Bestuur, met betrekking tot de herbenoeming van een Bestuurder, het dividendvoorstel, het
remuneratierapport, en de discussie over het terugkoopprogramma van aandelen.
De relevante uittreksels van de notulen van de genoemde vergaderingen van de Raad van Bestuur, die werden
gehouden op respectievelijk 7 maart 2024, 8 augustus 2024 en 5 december 2024, bevinden zich in Bijlage I en
worden bijgevoegd als bewijsstuk bij dit jaarverslag.
Commissaris
De commissaris is Deloitte Bedrijfsrevisoren BV, vertegenwoordigd door mevr. Charlotte Vanrobaeys.
Wereldwijd hebben de commissaris en zijn netwerk een vergoeding van 578.460 euro (excl. btw), ontvangen
voor de uitoefening van hun mandaat met betrekking tot de statutaire jaarrekening van de juridische
entiteiten en de geconsolideerde jaarrekening van de JENSEN-GROUP. Naast hun mandaat hebben de
commissaris en zijn netwerk in de loop van 2024 een bijkomende vergoeding ontvangen van 133.000 euro
(excl. btw) voor de beoordeling (beperkt nazicht) van de Duurzaamheidsverklaring in overeenstemming met
het ESRS. Dat bedrag werd gefactureerd aan de JENSEN-GROUP NV. De vennootschap heeft één enkel audit-
kantoor benoemd voor de audit van de geconsolideerde jaarrekening.
Beleid in verband met resultaatbestemming
Op basis van het resultaat van het afgelopen boekjaar en de huidige financiële positie zal de Raad van Bestuur
een dividend voorstellen.
Belangrijke gebeurtenissen na jaareinde
Er zijn geen belangrijke gebeurtenissen na balansdatum te melden.
Wetteren, 6 maart 2025
YquitY bv SWID AG
Vertegenwoordigd door dhr. R. Provoost Vertegenwoordigd door dhr. J.M. Jensen
Voorzitter Bestuurder
VERSLAG RAAD VAN BESTUUR
JAARVERSLAG 2024
Verklaring van de verantwoordelijke personen
We verklaren dat, voor zover ons bekend, de geconsolideerde jaarrekening afgesloten op 31 december 2024,
opgesteld overeenkomstig de International Financial Reporting Standards (IFRS-normen), zoals aanvaard
binnen de Europese Unie, en de in België van toepassing zijnde wettelijke voorschriften, een getrouw beeld
geeft van de activa, de passiva, de financiële positie, en de winst of het verlies van de vennootschap en van de
entiteiten opgenomen in de consolidatie als geheel. We verklaren ook dat het jaarverslag een eerlijke
beoordeling van de ontwikkeling en prestaties van de activiteiten bevat, alsook van de positie van de
vennootschap en de entiteiten opgenomen in de consolidatie als geheel. De beoordeling wordt vergezeld van
een beschrijving van de voornaamste risico’s en onzekerheden waarmee ze worden geconfronteerd.
Jesper M. Jensen Doga Cagdas
Chief Executive Officer Chief Financial Officer
INFORMATIE VOOR DE AANDEELHOUDERS
JAARVERSLAG 2024
INFORMATIE VOOR AANDEELHOUDERS EN BELEGGERS
Koersevolutie
Investor relations
Wijzigingen in aandeelhouderschap
Financiële kalender
Informatie voor aandeelhouders en beleggers
De aandelen van de JENSEN-GROUP zijn sinds juni 1997 genoteerd op Euronext, met als ticker JEN (Reuters:
JEN.BR; Bloomberg: JEN.BB). De ISIN code is BE0003858751. De koers van het JENSEN-GROUP NV-aandeel kan
online geconsulteerd worden op de volgende websites:
Euronext: https://live.euronext.com/en/product/equities/BE0003858751-XBRU
Koersevolutie
De beurskoers van het JENSEN-GROUP NV-aandeel noteerde 33,2 euro aan het einde van 2023 en 43,2 euro
aan het einde van 2024, met een gemiddeld verhandeld dagvolume van 2.240 aandelen, vergeleken met 1.312
in 2023.
0.00
5.00
10.00
15.00
20.00
25.00
30.00
35.00
40.00
45.00
50.00
0
5,000
10,000
15,000
20,000
25,000
30,000
35,000
40,000
45,000
50,000
55,000
60,000
65,000
70,000
2024-01-04
2024-01-24
2024-02-13
2024-03-04
2024-03-22
2024-04-15
2024-05-06
2024-05-24
2024-06-13
2024-07-03
2024-07-23
2024-08-12
2024-08-30
2024-09-19
2024-10-09
2024-10-29
2024-11-18
2024-12-06
Beurskoers en verhandeld volume van het JENSEN-GROUP aandeel
Volume (left scale) Share price (right scale)
INFORMATIE VOOR DE AANDEELHOUDERS
JAARVERSLAG 2024
Investor relations
De JENSEN-GROUP NV communiceert rechtstreeks met zijn aandeelhouders en investeerders via de volgende
kanalen:
- organisatie van 2 telefoonconferenties per jaar met analisten (na publicatie van de halfjaarlijkse en
jaarlijkse cijfers);
- communicatie van trimestriële trading-updates;
- communicatie van belangrijke veranderingen in de financiële positie en de resultaten van de
vennootschap;
- verspreiding van persberichten naar professionele en particuliere beleggers en publicatie op de
website;
- publicatie van de stemming en notulen van de aandeelhoudersvergaderingen op de website;
- alle communicatie, inclusief de website, is beschikbaar in het Nederlands en het Engels;
- informatie omtrent aandeelhouders en de financiële kalender zijn beschikbaar op de website;
- aanwezigheid op evenementen voor particulieren op verzoek; en
- telefoonconferenties met analisten en bestaande of potentiële aandeelhouders op aanvraag.
90%
95%
100%
105%
110%
115%
120%
125%
130%
135%
140%
02/01/2024
22/01/2024
09/02/2024
29/02/2024
20/03/2024
11/04/2024
02/05/2024
22/05/2024
11/06/2024
01/07/2024
19/07/2024
08/08/2024
28/08/2024
17/09/2024
07/10/2024
25/10/2024
14/11/2024
04/12/2024
JENSEN-GROUP aandeel relatieve koersontwikkeling
JENSEN-GROUP BEL ALL-Share Index
Wijzigingen in aandeelhouderschap
In de loop van 2024 heeft de JENSEN-GROUP NV de volgende kennisgevingen ontvangen:
- een kennisgeving van JENSEN Invest A/S volgend op het lopende terugkoopprogramma van aandelen
dat werd geïmplementeerd door de JENSEN-GROUP, JENSEN Invest A/S, welke entiteit de facto de
controle heeft over de vennootschap, overschreed de drempel van 45% op 8 maart 2024; en
- een kennisgeving van Lazard Frères Gestion SAS dat ze de minimumdrempel van 5% hebben
overschreden door de verwerving of overdracht van stemrecht verlenende aandelen of stemrechten.
De eigendomsstructuur van de JENSEN-GROUP NV op 31 december 2024 is als volgt:
(*) Terugkoopprogramma van aandelen
Financiële kalender
19 mei 2025 om 10.00 u: Trading update Q1 2025;
20 mei 2025 om 10.00 u: Jaarlijkse Algemene Vergadering;
7 augustus 2025 om 10.00 u: Halfjaarlijkse resultaten 2025 (Analistenmeeting);
5 november 2025 om 10.00 u: Trading update Q3; en
Maart 2026: Jaarresultaten 2025 (Analistenmeeting).
44.2%
1.6%
20.0%
5.0%
29.2%
JENSEN Invest A/S
JENSEN-GROUP NV *
Miura Co Ltd
Lazard Frères
Free float
INFORMATIE VOOR DE AANDEELHOUDERS
JAARVERSLAG 2024
De Investor Relations Manager is eveneens beschikbaar voor particuliere en institutionele beleggers, financiële
analisten en gespecialiseerde journalisten. Zij kan het potentieel van de JENSEN-GROUP op korte en lange
termijn toelichten. Presentaties, vergaderingen en bedrijfsbezoeken worden op verzoek georganiseerd.
Het jaarverslag van de JENSEN-GROUP, persberichten en andere informatie zijn beschikbaar op de website
www.jensen-group.com.
Aandeelhouders die hun aandelen op naam wensen om te zetten in gedematerialiseerde aandelen, kunnen
contact opnemen met de Investor Relations Manager.
Aandeelhouders en beleggers die het jaarverslag, de jaarrekeningen van de JENSEN-GROUP NV, persberichten
of andere informatie over de JENSEN-GROUP wensen te ontvangen, kunnen eveneens contact opnemen met
de Investor Relations Manager:
JENSEN-GROUP NV
Mevr. Stefanie Roscam
Neerhonderd 33,
BE 9230 Wetteren, België.
E-mail: investor@jensen-group.com
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
ANNUAL REPORT 2024
JAARREKENING
Geconsolideerde winst- en verliesrekening
Geconsolideerd overzicht van het volledige periode resultaat
Geconsolideerde balans - Activa
Geconsolideerde balans - Passiva
Geconsolideerd mutatieoverzicht van het eigen vermogen
Geconsolideerd kasstroomoverzicht
Toelichtingen bij de geconsolideerde jaarrekening
Toelichting 1: Samenvatting van de voornaamste waarderingsregels
Toelichting 2: Consolidatiekring
Toelichting 3: Gesegmenteerde informatie
Toelichting 4: Vaste activa
Toelichting 5: Uitgestelde belastingen
Toelichting 6: Contractactiva en -passiva
Toelichting 7: Handels- en overige vorderingen
Toelichting 8: Eigen vermogen
Toelichting 9: Financiële schuld
Toelichting 10: Voorziening voor personeelsverplichtingen
Toelichting 11: Voorzieningen voor overige risico’s en kosten
Toelichting 12: Handels- en overige schulden
Toelichting 13: Operationele kosten
Toelichting 14: Overig operationeel resultaat
Toelichting 15: Financiële opbrengsten en financiële kosten
Toelichting 16: Winstbelastingen
Toelichting 17: Winst per aandeel
Toelichting 18: Kasstroomoverzicht
Toelichting 19: Zakelijke zekerheden
Toelichting 20: Financiële instrumenten - Markt- en overige risico’s
Toelichting 21: Te koop gestelde activa
Toelichting 22: Transacties met betrokken partijen
Toelichting 23: Acquisities
Toelichting 24: Non-audit fees
Toelichting 25: Belangrijke gebeurtenissen na jaareinde
Toelichting 26: Wettelijke structuur
Toelichting 27: Consolidatiekring per 31 december 2024
Verslag van de commissaris
Verkorte versie statutaire jaarrekening JENSEN-GROUP NV
Geconsolideerde winst- en verliesrekening
(in duizenden euro)
Toelichtingen
31 december
2024
31 december
2023
Opbrengsten
6
453.166
400.121
Grond- en hulpstoffen
-202.886
-188.928
Diensten en diverse goederen
-56.145
-45.772
Bezoldigingen en sociale lasten
-132.302
-118.486
Afschrijvingen
-8.888
-5.995
Bijzondere waardeverminderingen en voorzieningen
-3.421
-1.638
Totale kosten
13
-403.642
-360.819
Overige opbrengsten
14
1.406
1.797
Overige kosten
14
-193
-356
Operationeel resultaat (EBIT)
50.737
40.743
Interest opbrengsten
2.577
1.994
Overige financiële opbrengsten
1.749
1.703
Financiële opbrengsten
15
4.326
3.697
Interest kosten
-1.806
-1.653
Overige financiële kosten
-4.697
-3.002
Financiële kosten
15
-6.503
-4.655
Resultaat van participaties opgenomen volgens de
vermogensmutatiemethode
22
3.938
2.141
Resultaat voor belastingen
52.498
41.926
Winstbelastingen
16
-12.957
-10.494
Resultaat van te koop gestelde activa
21
-108
-124
Resultaat van de voortgezette activiteiten
39.433
31.308
Resultaat van beëindigde bedrijfsactiviteiten
Resultaat
39.433
31.308
Resultaat toerekenbaar aan minderheidsaandeelhouders
22
-1.737
277
Resultaat toerekenbaar aan de eigenaars van de
moedermaatschappij
41.170
31.031
Gewone en verwaterde winst per aandeel (in euro)
17
4,31
3,39
Gewogen gemiddeld aantal aandelen
9.542.241
9.150.330
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
ANNUAL REPORT 2024
Geconsolideerd overzicht van het volledige periode resultaat
(in duizenden euro)
31 december
2024
31 december
2023
Resultaat
39.433
31.308
Posten die in een latere periode zullen worden opgenomen in
het nettoresultaat
Financiële instrumenten
-123
253
Omrekeningsverschillen bij participaties opgenomen volgens
de vermogensmutatiemethode
-1.046
-3.589
Omrekeningsverschillen - Andere
-2.323
-1.633
Posten die niet zullen worden opgenomen in het
nettoresultaat
Wijzigingen in de herwaarderingen van toegezegde
pensioenregelingen
348
-1.365
Belastingen op boekingen direct van of naar eigen vermogen
-56
266
Overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten
-3.200
-6.068
Totale gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten
36.233
25.240
Totaalresultaat toerekenbaar aan:
Minderheidsaandeelhouders
-1.737
273
Eigenaars van de moedermaatschappij
37.970
24.967
Geconsolideerde balans - Activa
(in duizenden euro)
Toelichtingen
31 december
31 december
2024
2023
Totaal vaste activa
185.431
165.635
Goodwill
4, 23
47.771
22.826
Immateriële vaste activa
4, 23
4.614
5.832
Materiële vaste activa
4
53.299
41.219
Terreinen en gebouwen
24.174
22.073
Machines en uitrusting
7.033
4.134
Meubilair en rollend materieel
5.311
3.727
Activa met gebruiksrecht
16.547
10.405
Overige materiële vaste activa
8
0
Activa in aanbouw en vooruitbetalingen
226
881
Participaties opgenomen onder
vermogensmutatiemethode
22
47.538
49.764
Financiële activa aan kostprijs
20
4.869
5.139
Financiële activa aan reële waarde via gerealiseerde en
niet-gerealiseerde resultaten
20
13.396
25.953
Handelsvorderingen en andere vorderingen op lange
termijn
7
8.707
10.741
Handelsvorderingen
4.641
6.574
Overige vorderingen
3.872
3.860
Afgeleide financiële instrumenten
20
193
307
Uitgestelde belastingvorderingen
5
5.238
4.161
Totaal vlottende activa
330.955
284.906
Voorraad
72.245
63.182
Grond- en hulpstoffen
53.859
42.417
Handelsgoederen
18.386
20.765
Vooruitbetalingen op aankopen
2.026
1.713
Contractactiva
6
68.046
62.336
Handels- en overige vorderingen
7
133.863
106.111
Handelsvorderingen
123.555
97.147
Overige vorderingen
10.187
8.618
Afgeleide financiële instrumenten
20
121
345
Financiële activa aan reële waarde via overige
gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten
20
11.838
0
Liquide middelen
18
42.455
51.112
Te koop gestelde activa
21
481
452
TOTAAL ACTIVA
516.386
450.542
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
ANNUAL REPORT 2024
Geconsolideerde balans - Passiva
(in duizenden euro)
Toelichtingen
31 december
31 december
2024
2023
Eigen vermogen
8
282.560
262.142
Maatschappelijk kapitaal
38.050
38.050
Uitgiftepremie
67.590
67.590
Eigen aandelen
-5.264
-499
Overige reserves
-11.609
-8.409
Overgedragen resultaat
193.851
163.515
Minderheidsbelangen
22
-58
1.896
Lange termijn schulden
42.292
46.734
Subsidies
35
0
Leningen
9
22.318
30.543
Uitgestelde belastingverplichtingen
5
3.211
2.954
Voorziening voor personeelsverplichtingen
10
10.058
10.692
Overige schulden
12
6.670
2.545
Afgeleide financiële instrumenten
20
0
0
Korte termijn schulden
191.534
141.665
Leningen
9
47.108
15.788
Voorzieningen voor overige risico’s en kosten
11
9.861
9.971
Handelsschulden
12
30.485
28.450
Contractpassiva
6/12
54.751
43.966
Schulden m.b.t. bezoldigingen en sociale lasten
12
16.605
16.380
Overige schulden en overlopende rekeningen
12
19.846
11.824
Afgeleide financiële instrumenten
12/20
611
67
Actuele belastingverplichtingen
12.267
15.219
TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN PASSIVA
516.386
450.542
Geconsolideerd mutatieoverzicht van het eigen vermogen
Vorig jaar
(in duizenden euro)
KAPITAAL
UITGIFTE-
PREMIE
EIGEN
AANDELEN
OMREKENINGS-
VERSCHILLEN
HEDGING
RESERVES
FINANCIËLE
INSTRUMENTEN
WIJZIGINGEN
TOEGEZEGD
PENSIOEN
REGELINGEN
TOTAAL
OVERIGE
RESERVES
OVER-
GEDRAGEN
RESULTAAT
TOTAAL
TOEREKENBAAR
EIGENAARS
MOEDER-
MAATSCHAPPIJ
MINDERHEIDS-
BELANG
TOTAAL
VAN HET
EIGEN
VERMOGEN
31 december 2022
30.710
5.814
-1.850
1.955
523
-933
-3.891
-2.346
136.496
168.824
1.743
170.567
Resultaat van de periode
0
0
0
0
0
0
0
0
31.031
31.031
277
31.308
Overige opbrengsten/kosten, direct
erkend in eigen vermogen voor het
jaar, na belastingen
0
0
0
-5.218
-208
398
-1.036
-6.064
0
-6.064
-4
-6.068
Totaal gerealiseerde en niet-
gerealiseerde resultaten
0
0
0
-5.218
-208
398
-1.036
-6.064
31.031
24.967
273
25.240
Kapitaalverhoging
7.570
61.776
0
0
0
0
0
0
0
69.346
0
69.346
Verwerving /(vernietiging) van eigen
aandelen
0
0
1.351
0
0
0
0
0
-3.425
-2.074
0
-2.074
Uitgekeerd dividend
0
0
0
0
0
0
0
0
-3.853
-3.853
-120
-3.973
Hyperinflatie
0
0
0
0
0
0
0
0
3.266
3.266
0
3.266
Transactiekosten toerekenbaar aan de
kapitaalverhoging
-230
0
0
0
0
0
0
-230
0
-230
31 december 2023
38.050
67.590
-499
-3.263
315
-535
-4.927
-8.410
163.515
260.246
1.896
262.142
Huidig jaar
(in duizenden euro)
KAPITAAL
UITGIFTE-
PREMIE
EIGEN
AANDELEN
OMREKENINGS-
VERSCHILLEN
HEDGING
RESERVES
FINANCIËLE
INSTRUMENTEN
WIJZIGIGEN
TOEGEZEGD
PENSIOEN
REGELINGEN
TOTAAL
OVERIGE
RESERVES
OVERGEDRAGEN
RESULTAAT
TOTAAL
TOEREKENBAAR
EIGENAARS
MOEDER-
MAATSCHAPPIJ
MINDERHEIDS-
BELANG
TOTAAL
VAN HET
EIGEN
VERMOGEN
31 december 2023
38.050
67.590
-499
-3.263
315
-535
-4.927
-8.410
163.515
260.246
1.896
262.142
Resultaat van de periode
0
0
0
0
0
0
0
0
41.170
41.170
-1.737
39.433
Overige opbrengsten/kosten, direct
erkend in eigen vermogen voor het
jaar, na belastingen
0
0
0
-3.369
-285
193
261
-3.200
0
-3.200
0
-3.200
Totaal gerealiseerde en niet-
gerealiseerde resultaten
0
0
0
-3.369
-285
193
261
-3.200
41.170
37.970
-1.737
36.233
Verwerving /(vernietiging) van eigen
aandelen
0
0
-4.765
0
0
0
0
0
0
-4.765
0
-4.765
Uitgekeerd dividend
0
0
0
0
0
0
0
0
-7.134
-7.134
-217
-7.351
Aankoop op termijn (‘forward’) van
het minderheidsbelang van MAXI-
PRESS
0
0
0
0
0
0
0
0
-3.700
-3.700
0
-3.700
31 december 2024
38.050
67.590
-5.264
-6.632
31
-342
-4.666
-11.609
193.851
282.616
-58
282.560
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
ANNUAL REPORT 2024
Geconsolideerd kasstroomoverzicht
(in duizenden euro)
Toelichtingen
31 december
2024
31 december
2023
KASSTROOM UIT OPERATIONELE ACTIVITEITEN
Resultaat toerekenbaar aan de eigenaars van de moedermaatschappij
41.170
31.031
Resultaat toerekenbaar aan minderheidsaandeelhouders
22
-1.737
277
Aangepast voor
- Belastingen en uitgestelde belastingen
12.957
10.494
- Interesten en andere financiële inkomsten en kosten
2.177
958
- Afschrijvingen en waardeverminderingen
13
8.888
5.995
- Waardeverminderingen op handelsvorderingen
13
2.144
1.210
- Waardeverminderingen op voorraden
13
811
309
- Waardeverminderingen op contractactiva
6, 13
455
0
- Wijzigingen in voorzieningen
13
13
62
- Meer- of minderwaarden bij verkoop vaste activa
15
-22
- Participaties opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode
22
-3.938
-2.141
Interestopbrengsten
15
2.577
1.994
Wijzigingen in werkkapitaal
-16.560
-24.014
Daling / stijging (-) van vooruitbetalingen op aankopen
92
3.081
Afname / toename (-) van de voorraden
-1.942
-7.289
Afname / toename (-) van de contractactiva (voor saldering)
-29.290
-11.227
Afname / toename (-) van de korte en lange termijn vorderingen
-21.370
-28.466
Toename / afname (-) van de handels- en overige schulden
6.140
9.788
Toename / afname (-) van de contractverplichtingen (voor saldering)
29.809
10.098
Betaalde winstbelastingen
-18.354
-4.534
Netto kasstroom gegenereerd / (gebruikt) door bedrijfsactiviteiten - totaal
30.619
21.620
KASSTROOM UIT INVESTERINGSACTIVITEITEN
Aankoop van immateriële en materiële vaste activa
4
-11.758
-8.086
Verkoop van immateriële en materiële vaste activa
4
180
137
Verwerving van nieuwe dochterondernemingen en participaties (na aftrek van hun
liquide middelen)
23
-31.725
-6.101
Verkoop van dochterondernemingen en participaties (na aftrek van verworven
geldmiddelen)
-142
0
Opbrengsten (+) uit de verkoop van financiële instrumenten
7.038
13.771
Aankoop (-) van financiële instrumenten
-5.830
-12.478
Ontvangen dividend (+)
877
0
Netto kasstroom gegenereerd / (gebruikt) door investeringsactiviteiten
-41.360
-12.756
Netto kasstroom uit financieringsactiviteiten
-10.741
8.864
KASSTROOM UIT FINANCIERINGSACTIVITEITEN
Verwerving (-) van eigen aandelen
8
-4.765
-2.074
Kapitaalverhoging
8
0
26.820
Uitgekeerd dividend (-)
8
-7.351
-3.972
Ontvangen subsidies
578
0
Opbrengsten (+) van nieuwe leningen
9
24.532
1.502
Terugbetaling (-) van leningen
9
-6.312
-15.636
Betalingen van leaseverplichtingen
9
-2.291
-1.328
Betaalde interesten
15
-1.806
-1.653
Overige financiële opbrengsten
15
235
121
Overige financiële kosten
15
-861
-954
Netto kasstroom gegenereerd / (gebruikt) door financieringsactiviteiten
1.958
2.826
Netto toename / (afname) van liquide middelen
-8.783
11.691
Liquide middelen en opgenomen kredietlijnen bij het begin van het boekjaar
18
41.456
29.913
Wisselkoerswinst /(verlies) op liquide middelen en opgenomen kredietlijnen
1.169
-147
Liquide middelen en opgenomen kredietlijnen op het einde van het boekjaar
18
33.842
41.456

Toelichtingen bij de geconsolideerde jaarrekening

Toelichting 1: Samenvatting van de voornaamste waarderingsregels

Voorstellingsbasis

De JENSEN-GROUP (hierna ‘de Groep’) is één van de belangrijkste toeleveranciers voor de professionele wasserijmarkt. De Groep verkoopt zijn producten en diensten onder de merknamen JENSEN en Inwatec. Het productaanbod is zeer uitgebreid: van transport- en behandelingssystemen, tunnelwassers, wassorteerders, toevoer-, strijk- en vouwmachines tot het volledige projectmanagement voor sleutel-op-de-deur wasserijen. De JENSEN-GROUP heeft vestigingen in 22 landen en een distributienet in meer dan 50 landen. Wereldwijd stelt de JENSEN-GROUP 2.059 mensen tewerk.

De JENSEN-GROUP NV (hierna ‘de vennootschap’) is een Belgische vennootschap met maatschappelijke zetel in Neerhonderd 33, 9230 Wetteren, België.

De aandelen van de JENSEN-GROUP noteren op Euronext.

De Raad van Bestuur heeft deze geconsolideerde jaarrekening op 6 maart 2025 goedgekeurd voor publicatie.

Deze geconsolideerde jaarrekening heeft betrekking op 12 maanden en eindigt op 31 december 2024. De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld volgens de IFRS-normen en volgens de IFRIC-interpretaties die van toepassing zijn per 31 december 2024 en goedgekeurd zijn door de Europese Unie.

De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld volgens het principe van historische kost, met financiële activa en passiva (inclusief financiële instrumenten), te koop gestelde activa en toegezegd-pensioenregelingen die aan reële waarde worden gewaardeerd in de resultatenrekening, of tegen niet-gerealiseerde resultaten of ‘amortised cost’ (afgeschreven kostprijs) .

De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld op ‘accrual basis’ en volgens het principe van ‘going concern’, nl. dat de Groep zijn activiteiten in de nabije toekomst zal voortzetten.

Bij de voorbereiding van de jaarrekening maakt het management gebruik van schattingen en veronderstellingen. Deze kunnen betrekking hebben op de opbrengsten, kosten, activa en passiva en op de toelichting van niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen. De schattingen en veronderstellingen die een aanmerkelijk risico in zich dragen of die bepalend zijn voor de geconsolideerde jaarrekening, worden verder toegelicht in de waarderingsregels.

GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
ANNUAL REPORT 2024

Standaarden en interpretaties die van toepassing zijn voor het boekjaar beginnend op of na 1 januari 2024:

Wijzigingen aan IAS 1 Presentatie van de jaarrekening: Classificatie van verplichtingen als kortlopend of langlopend en verplichtingen op lange termijn met financiële ratio’s

Wijzigingen aan IFRS 16 ‘Leaseovereenkomsten’: Leaseverplichting in een Sale en Leaseback

Wijzigingen aan IAS 7 ‘Het kasstroomoverzicht’ en IFRS 7 ‘Financiële instrumenten: Toelichtingen: Leveranciersfinancieringsovereenkomsten

Standaarden en interpretaties gepubliceerd, maar nog niet van toepassing voor het boekjaar beginnend op of na 1 januari 2024:

Wijzigingen aan IAS 21 ‘De gevolgen van wisselkoerswijzigingen: Gebrek aan inwisselbaarheid (van toepassing voor het boekjaar beginnend op of na 1 januari 2025)

IFRS 18 Presentatie en Toelichting in de jaarrekening (van toepassing voor boekjaren vanaf 1 januari 2027, maar nog niet goedgekeurd binnen de EU)

IFRS 19 Dochterondernemingen zonder publieke verantwoordingsplicht - Toelichtingen (van toepassing voor boekjaren vanaf 1 januari 2027, maar nog niet goedgekeurd binnen de EU)

Aanpassing aan IFRS 9 en IFRS 7 Classificatie en waardering van financiële instrumenten (van toepassing voor boekjaren vanaf 1 januari 2026, maar nog niet goedgekeurd binnen de EU)

Jaarlijkse verbeteringen - Volume 11 (van toepassing voor boekjaren vanaf 1 januari 2026, maar nog niet goedgekeurd binnen de EU)

Geen van deze IFRS-standaarden heeft een materieel effect op de financiën van de Groep in 2024.

ESEF

Door technische beperkingen inherent aan het block-taggen van de geconsolideerde financiële staten kan de voorstelling van bepaalde tags van toelichtingen mogelijk niet identiek worden weergegeven in vergelijking met de geconsolideerde financiële staten.

De belangrijkste waarderingsregels van de Groep zijn:

Consolidatiemethode

De geconsolideerde jaarrekening wordt uitgedrukt in duizenden euro en afgerond op het duizendtal.

Dochterondernemingen zijn alle entiteiten (inclusief gestructureerde entiteiten) waarin de Groep zeggenschap heeft. Zeggenschap wordt gerealiseerd wanneer de Groep is blootgesteld aan, of rechten heeft op, variabele rendementen vanwege zijn betrokkenheid bij de entiteit en over de mogelijkheid beschikt zijn macht over de entiteit te gebruiken om de omvang van deze rendementen te beïnvloeden.

Dochterondernemingen zijn volledig geconsolideerd vanaf de datum waarop de zeggenschap overgaat naar de Groep tot de datum waarop deze zeggenschap eindigt.

De Groep maakt gebruik van de overnamemethode om bedrijfscombinaties te verwerken. De overgedragen vergoeding voor de acquisitie van een dochteronderneming stemt overeen met de som van de reële waarde van de getransfereerde activa, de aangegane verplichtingen en de deelname in het eigen vermogen dat door de Groep werd uitgegeven. De overgedragen vergoeding omvat de reële waarde van elk actief of passief dat voortvloeit uit een overeenkomst met betrekking tot een voorwaardelijke vergoeding. Identificeerbare overgenomen activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen in een bedrijfscombinatie worden initieel gewaardeerd tegen hun reële waarde op de datum van de overname. De Groep neemt op een acquisitie-per-acquisitie basis elk minderheidsbelang in de overgenomen onderneming op tegen ofwel reële waarde of tegen het proportionele aandeel van het minderheidsbelang in de netto activa van de overgenomen onderneming.

De aan de overname gerelateerde kosten worden als lasten verantwoord zodra deze zich voordoen.

Intragroepstransacties, intragroepssaldi en niet-gerealiseerde winsten en verliezen op verrichtingen tussen groepsondernemingen worden geëlimineerd. Grondslagen voor financiële verslaggeving van dochterondernemingen zijn waar nodig gewijzigd om consistentie te verzekeren met de grondslagen die door de Groep zijn aangenomen.

Investeringen in geassocieerde deelnemingen en joint ventures worden geboekt onder de ‘equity’-methode zoals beschreven in IAS28, behoudens bepaalde uitzonderingen. Volgens de vermogensmutatiemethode wordt de investering initieel opgenomen tegen kostprijs en wordt de boekwaarde verhoogd of verlaagd om het aandeel van de investeerder in de winst of het verlies van de deelneming na de overnamedatum op te nemen. Geassocieerde deelnemingen zijn investeringen waarbij de investeerder een invloed van betekenis uitoefent. Een joint venture is een gezamenlijke onderneming waarbij de investeerder gezamenlijke zeggenschap heeft, maar geen rechtstreekse rechten of plichten. Voor entiteiten waarin de Groep 20% of meer van de stemrechten bezit, direct of indirect, wordt de Groep verondersteld om invloed van betekenis uit te oefenen over die entiteit.

GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
ANNUAL REPORT 2024

De veronderstelling van invloed van betekenis uit een deelneming van 20% of meer kan worden weerlegd als de Groep kan aantonen dat hij al dan niet een invloed van betekenis heeft. Invloed van betekenis kan evengoed worden aangetoond voor een deelneming van minder dan 20%. Dat een andere entiteit een belangrijke of meerderheidsdeelneming bezit, sluit de Groep niet noodzakelijk uit van het hebben van een invloed van betekenis.

Gebruik van schattingen en belangrijke beoordelingen

Bij de opmaak van de jaarrekening worden schattingen en veronderstellingen gebruikt die een impact kunnen hebben op de waardering van de activa en passiva op balansdatum en op de resultatenrekening. Er zijn geen belangrijke bronnen van schattingsonzekerheden bij de Groep. Schattingen zijn gebaseerd op economische gegevens, die kunnen wijzigen in de tijd, en zijn dus deels onzeker. Deze hebben voornamelijk betrekking op contracten in uitvoering (‘percentage of completion’-methode), pensioenverplichtingen, voorzieningen voor overige risico’s en kosten. We verwijzen naar de toelichtingen voor meer informatie.

Er zijn geen belangrijke beoordelingen bij het opstellen van de jaarrekening.

Vreemde valuta’s - transacties

De omrekening van in vreemde valuta’s uitgedrukte bezittingen, schulden en verplichtingen gebeurt op basis van de volgende grondslagen:

- monetaire activa- en passivabestanddelen uitgedrukt in deviezen, worden omgerekend aan slotkoers;

- transacties uitgedrukt in deviezen worden omgerekend aan de valutakoers geldend op de transactiedatum;

- buitenlandse winsten en verliezen die voortkomen uit het afwikkelen van transacties in vreemde munten en uit de omzetting tegen wisselkoersen aan het eind van het jaar van monetaire activa en passiva in vreemde munten worden in het resultaat opgenomen, behalve als ze worden opgenomen in overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten als gekwalificeerde cash flow hedges en gekwalificeerde netto-investering hedges;

- niet-monetaire activa en passiva worden omgezet aan de valutakoers die geldt op de transactiedatum.

Omrekening van vreemde valuta’s - activiteiten

De resultaten en de financiële posities van alle groepsentiteiten (geen enkele groepsentiteit rapporteert in een hyperinflatie markt) waarvan de functionele valuta verschilt van de presentatievaluta, moeten als volgt worden omgerekend in de presentatievaluta:

- de activa en verplichtingen moeten voor elke gepresenteerde balans worden omgerekend tegen slotkoers op die balansdatum;

- de kosten en opbrengsten dienen voor elke resultatenrekening te worden omgerekend tegen de gemiddelde wisselkoers over de periode (tenzij dit gemiddelde geen redelijke inschatting is van het cumulatieve effect van de koersen geldig op het moment van de transacties; in voorkomend geval dienen kosten en opbrengsten te worden omgerekend tegen de wisselkoers op de transactiedata);

- alle resulterende valutakoersverschillen dienen als een afzonderlijke component van het eigen vermogen te worden opgenomen.

Initiële opname

Bij consolidatie worden de wisselkoersverschillen die ontstaan uit de omzetting van de netto-investeringen in de buitenlandse activiteiten van leningen toegerekend aan het eigen vermogen. Wanneer een buitenlandse activiteit wordt verkocht, worden wisselkoersverschillen die in het eigen vermogen waren opgenomen, in de resultatenrekening opgenomen als onderdeel van de winst of het verlies op de verkoop.

Goodwill en aanpassingen in reële waarden die resulteren uit de investering in vennootschappen die rapporteren in vreemde munten, worden geboekt als activa of passiva van de vennootschap en worden herrekend aan slotkoers.

Erkenning opbrengsten - projecten

De JENSEN-GROUP heeft een vijfstappenmodel ontwikkeld voor het verwerken van opbrengst uit contracten met klanten:

- Stap 1. Identificatie van de klantencontracten

Een contract creëert afdwingbare rechten en verplichtingen. Het contract kan schriftelijk, mondeling

of impliciet zijn. Een contract bevat een belofte (of beloften) om goederen of diensten aan een klant

over te dragen.

Bij het identificeren van de klantcontracten moet eerst de klant worden bepaald en vervolgens moet worden beoordeeld of er een contract bestaat. De JENSEN-GROUP definieert een ‘klant’ en een ‘contract’ als volgt:

- Klant: een partij die zich contractueel heeft verbonden tot het verkrijgen van goederen of diensten die een output zijn van gewone activiteiten in ruil voor een vergoeding;

- Contract: een overeenkomst tussen twee of meer partijen die afdwingbare rechten en verplichtingen creëert.

o Contracten worden gecombineerd wanneer ze (bijna) op hetzelfde moment worden aangegaan en als een pakket worden onderhandeld, de betaling van het ene afhangt van het andere of de beloofde goederen/diensten een enkele prestatieverplichting zijn.

o Een contractwijziging of wijzigingsorder wordt verantwoord als een afzonderlijk contract of als een voortzetting van het oorspronkelijke contract, prospectief of retrospectief (‘cumulative catch-up method’) afhankelijk van feiten en omstandigheden.

- Stap 2. Identificatie van de prestatieverplichtingen

De prestatieverplichtingen zijn de rekeneenheid voor de toepassing van de omzetstandaard en bepalen dus wanneer en hoe de opbrengst wordt opgenomen. Een prestatieverplichting is een belofte om een bepaald goed of een bepaalde dienst of een reeks van bepaalde goederen of diensten te leveren, met inbegrip van de goederen of diensten die een klant kan doorverkopen of leveren aan zijn klanten.

De Groep heeft binnen zijn contracten één prestatieverplichting geïdentificeerd: de installatie van een operationeel of in werking gezet heavy-duty wasserijsysteem.

GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
ANNUAL REPORT 2024

De opbrengst met betrekking tot deze prestatieverplichting wordt in de tijd opgenomen, aangezien de JENSEN-GROUP geen activa creëert met een alternatief gebruik (het is praktisch niet mogelijk om het gebouwde actief in voltooide staat naar een andere klant te brengen of over te dragen, aangezien de installaties typisch ontworpen zijn volgens de specifieke behoeften en vereisten van de klant) en zijn contracten de JENSEN-GROUP een afdwingbaar recht geven op betaling voor de tot op heden geleverde prestaties. Dit afdwingbaar recht op betaling vertegenwoordigt een bedrag dat de JENSEN-GROUP minstens compenseert voor de tot op heden geleverde prestaties, indien het contract door de klant of een andere partij wordt beëindigd om andere redenen dan het feit dat de JENSEN-GROUP de beloofde prestaties niet uitvoert.

- Stap 3. Bepaling van de transactieprijs

De transactieprijs in een contract weerspiegelt het bedrag van de vergoeding waarop de Groep verwacht recht te hebben vanwege een klant in ruil voor goederen of diensten die aan die klant zijn overgedragen.

De transactieprijs omvat alleen de bedragen waarop de Groep onder het huidige contract recht heeft.

- Stap 4. Toewijzing van de transactieprijs

De transactieprijs wordt in het contract toegewezen aan de prestatieverplichting op basis van de relatieve standalone verkoopprijzen van de goederen of diensten die aan de klant worden geleverd.

- Stap 5. Erkenning van opbrengsten

Opbrengst wordt opgenomen wanneer (of als) de prestatieverplichtingen worden nagekomen. Opbrengst wordt toegewezen aan de individuele prestatieverplichtingen wanneer of als de klant controle verwerft over de te leveren producten of de uit te voeren diensten in het kader van het klantcontract.

De JENSEN-GROUP neemt de opbrengst in de tijd op door de vooruitgang te meten van de volledige uitvoering van de prestatieverplichting. De JENSEN-GROUP gebruikt de inputmethode (kosten gemaakt tot op de balansdatum in vergelijking met de totale geschatte kosten om het project te voltooien) waarbij de opbrengsten worden opgenomen op basis van de inspanningen van de Groep om de prestatieverplichting na te komen. Alle kosten in verband met niet-geïnstalleerde materialen of gemaakte kosten die betrekking hebben op toekomstige activiteiten worden uitgesloten van de meting van de vooruitgang van de volledige uitvoering van de prestatieverplichting.

- Wanneer het resultaat van een bestelling in uitvoering niet precies kan worden ingeschat, wordt enkel dat deel van de opbrengst uit contracten erkend dat met zekerheid zal worden gerealiseerd.

- Wanneer de afloop van een bouwproject op een betrouwbare manier kan worden ingeschat, en wanneer het waarschijnlijk is dat het project winstgevend is, dan wordt de opbrengst erkend over de periode van het contract. Wanneer het waarschijnlijk is dat de kosten groter zullen zijn dan de baten, wordt het totale verwachte verlies onmiddellijk in het resultaat opgenomen.

De JENSEN-GROUP presenteert een contract als een contractactief, met uitsluiting van de bedragen die reeds zijn ontvangen door vooruitbetalingen, indien de JENSEN-GROUP heeft gepresteerd door goederen of diensten over te dragen aan een klant voordat de klant de vergoeding betaalt of voordat de betaling verschuldigd is.

Een contractactief is het recht van een entiteit op een vergoeding in ruil voor goederen of diensten die de entiteit heeft overgedragen aan een klant.

De JENSEN-GROUP presenteert een contract als een contractverplichting wanneer de betaling is gedaan of wanneer de betaling verschuldigd is (ongeacht wat eerder is), als de klant een vergoeding heeft betaald voordat de JENSEN-GROUP een goed of dienst overdraagt aan de klant. Een contractverplichting is de verplichting van een entiteit om goederen of diensten over te dragen aan een klant waarvoor de entiteit een vergoeding heeft ontvangen (of waarvoor een vergoeding verschuldigd is) van de klant. De timing van de facturatie en de betalingsvoorwaarden worden geval per geval besproken. Het facturatieschema en de typische timing van de betaling verschillen niet materieel van het model van opbrengstverantwoording.

Er zijn geen belangrijke variabele vergoedingen voor projecten. Het hele proces van een order produceren, installeren, in werking zetten en overdragen duurt gewoonlijk een jaar of minder.

Erkenning opbrengsten - Overige

- Royalty’s en huuropbrengsten worden in de resultatenrekening opgenomen als het waarschijnlijk is dat de economische voordelen van de transactie naar de Groep zullen vloeien en met een zekere graad van betrouwbaarheid kunnen worden gemeten. De opbrengsten worden op ‘accrual basis’ geboekt, in overeenstemming met de essentie van de hierop betrekking hebbende overeenkomst.

- Opbrengsten uit reserveonderdelen worden op een bepaald moment in de tijd opgenomen.

Overige opbrengsten en kosten hebben hoofdzakelijk betrekking op opbrengsten ontvangen van de verzekeringsmaatschappij, overheidssteun, aftrekbare belastingen, herstructureringsmaatregelen of andere opbrengsten of uitgaven die voortvloeien uit gebeurtenissen of transacties die duidelijk te onderscheiden zijn van de gewone bedrijfsactiviteiten van de Groep.

Goodwill

Bij verwerving van nieuwe deelnemingen wordt het verschil tussen de aanschaffingsprijs en de waarde van de activa, passiva en mogelijke verplichtingen van de geconsolideerde dochtervennootschappen, na toewijzing van eventuele meer- en minderwaarden op de activa en passiva, in de geconsolideerde balans opgenomen als goodwill. Goodwill wordt niet afgeschreven maar jaarlijks getest op bijzondere waardevermindering, of frequenter indien specifieke aanwijzingen of gebeurtenissen dit vereisen. Winsten en verliezen op de verkoop van een entiteit omvatten de boekwaarde van de goodwill met betrekking tot de verkochte entiteit. Goodwill wordt toegewezen aan een kasstroomgenererende eenheid met het oog op een test op bijzondere waardeverminderingen.

GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
ANNUAL REPORT 2024
Jaarlijkse afschrijvingspercentages:
Gebouwen
3,33%
30j
Infrastructuur
10% - 20%
5j - 10j
Dak
10%
10j
Installaties, uitrusting en machines
10% - 33%
3j - 10j
Kantoorbenodigdheden en meubilair
10% - 20%
5j - 10j
Computer
20% - 33%
3j - 5j
Rollend materieel
20% - 33%
3j - 5j

Immateriële vaste activa

Kosten van onderzoek en ontwikkeling

De kosten van onderzoek worden onmiddellijk ten laste genomen in het jaar waarin ze worden gemaakt.

Tot eind 2020 heeft de JENSEN-GROUP de kosten voor ontwikkeling niet geactiveerd, maar ze ten laste genomen wanneer ze werden gemaakt. De kosten hadden toen vooral betrekking op productverbeteringen.

Voor specifieke projecten (zoals Inwatec) worden ontwikkelingskosten alleen geactiveerd als het waarschijnlijk is dat zij toekomstige economische voordelen zullen opleveren.

Geactiveerde ontwikkelingskosten worden lineair afgeschreven over de geschatte gebruiksduur, die normaal gesproken niet langer dan 10 jaar wordt beschouwd. De afschrijvingsperiode wordt voortdurend geëvalueerd en jaarlijks wordt nagegaan of het actief een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan.

Concessies, patenten, licenties, knowhow en andere soortgelijke rechten

Investeringen in licenties, handelsmerken, enz. worden vanaf een bedrag van 50.000 euro geactiveerd en afgeschreven over 5 tot 10 jaar. Investeringen in licenties en handelsmerken onder 50.000 euro worden geacht niet materieel te zijn en worden niet geactiveerd, maar worden als kosten in rekening gebracht op het moment dat ze worden gedaan.

Materiële vaste activa

De materiële vaste activa worden geboekt tegen hun aanschaffingswaarde of vervaardigingsprijs, verminderd met de gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen, eventueel verhoogd met de aanverwante kosten.

Materiële vaste activa worden gewaardeerd op basis van grote componenten. Deze componenten, die regelmatig worden vervangen, worden afgeschreven over hun verwachte levensduur.

Materiële vaste activa worden lineair afgeschreven over hun geraamde nuttige levensduur vanaf de maand van aanschaf. Indien nodig worden activa beschouwd als een samenstelling van verschillende componenten met elk hun specifieke levensduur.

De jaarlijkse afschrijvingspercentages zijn als volgt:

Leaseovereenkomsten waarbij de Groep optreedt als huurder - Activa met gebruiksrecht

De Groep neemt in de balans bijna alle leaseovereenkomsten op die het gebruiksrecht van een actief gedurende de leaseperiode weerspiegelen, en eveneens de daarmee samenhangende leaseverplichting voor betalingen die de huurder gedurende de leaseperiode aan de verhuurder moet verrichten.

De Groep verantwoordt de activa voor gebruiksrecht op de aanvangsdatum van de leaseovereenkomst (d.w.z. de datum waarop het onderliggende actief beschikbaar is voor gebruik). Gebruiksrechtvorderingen worden gewaardeerd tegen kostprijs, verminderd met eventuele geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingsverliezen, en worden aangepast voor eventuele herwaardering van leaseverplichtingen.

De kostprijs van activa met een gebruiksrecht omvat het bedrag van de opgenomen leaseverplichtingen, de initiële directe kosten en de leasebetalingen die op of vóór de aanvangsdatum van de leaseovereenkomst zijn gedaan, verminderd met de ontvangen leasebonussen.

Tenzij de Groep redelijk zeker is dat de eigendom van het geleasede actief op het einde van de leaseperiode wordt verkregen, worden de opgenomen activa met recht van gebruik lineair afgeschreven over de geschatte gebruiksduur of, indien deze korter is, de leaseperiode. Activa met een gebruiksrecht zijn onderhevig aan bijzondere waardeverminderingen.

Leaseverplichtingen

Op de aanvangsdatum van de leaseovereenkomst neemt de Groep leaseverplichtingen op tegen de contante waarde van de over de leaseperiode te verrichten leasebetalingen. De leasebetalingen omvatten vaste betalingen (inclusief in wezen vaste betalingen), verminderd met eventuele te ontvangen huurincentives, variabele leasebetalingen die afhangen van een index of een rentevoet, en bedragen die naar verwachting zullen worden betaald onder restwaardegaranties. De leasebetalingen omvatten ook de uitoefenprijs van een aankoopoptie waarvan redelijk zeker is dat deze door de Groep zal worden uitgeoefend en de betaling van boetes voor het beëindigen van een leaseovereenkomst, indien de leaseperiode een weerspiegeling is van het feit dat de Groep de optie tot beëindiging van de overeenkomst uitoefent. De variabele leasebetalingen die niet afhangen van een index of een rentevoet worden als kost opgenomen in de periode waarin de gebeurtenis of voorwaarde die de betaling veroorzaakt, zich voordoet.

De Groep boekt de betaalde rente op zijn leaseverplichtingen als financieringsactiviteiten in het kasstroomoverzicht. Variabele betalingen en bedragen betaald voor huurcontracten van korte termijn en geringe waarde worden weergegeven onder de lijn operationele activiteiten.

Bij de berekening van de contante waarde van de leasebetalingen gebruikt de Groep de marginale leenrentevoet op de aanvangsdatum van de leaseovereenkomst indien de impliciete rentevoet van de leaseovereenkomst niet onmiddellijk kan worden bepaald. Na de aanvangsdatum wordt het bedrag van de leaseverplichtingen verhoogd om de toename van de rente te weerspiegelen en verlaagd voor de betaalde leasebetalingen.

GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
ANNUAL REPORT 2024

Bovendien wordt de boekwaarde van de leaseverplichtingen geherwaardeerd indien er sprake is van een wijziging, een aanpassing van de leaseperiode, een wijziging in de inhoudelijke vaste leasebetalingen of een wijziging in de beoordeling van de aankoop van het onderliggende actief.

Leaseovereenkomsten op korte termijn en van activa met geringe waarde

De Groep past de vrijstelling voor kortetermijnleasing toe op de kortetermijnleasing van machines en uitrusting (d.w.z. met een leaseperiode van 12 maanden of minder vanaf de aanvangsdatum en die geen aankoopoptie bevatten). Hij past ook de vrijstelling van de erkenning van de lease van laagwaardige activa toe op de lease van kantooruitrusting die als laagwaardig wordt beschouwd (d.w.z. minder dan 5.000 euro). Leasebetalingen voor kortetermijn- en leasing van laagwaardige activa worden lineair ten laste genomen over de leaseperiode.

Belangrijke oordeelsvorming bij het bepalen van de leasetermijn van contracten met verlengingsopties

De Groep bepaalt de leaseperiode als de niet-opzegbare looptijd van de leaseovereenkomst, samen met eventuele periodes die worden gedekt door een optie om de leaseovereenkomst te verlengen indien er een redelijke zekerheid bestaat dat deze zal worden uitgeoefend, of periodes die worden gedekt door een optie om de leaseovereenkomst te beëindigen indien er een redelijke zekerheid bestaat dat deze niet zal worden uitgeoefend.

De Groep beoordeelt of het redelijk zeker is dat de optie tot verlenging zal worden uitgeoefend. Dit wil zeggen dat de Groep rekening houdt met alle relevante factoren die voor hem een economische stimulans vormen om de optie tot verlenging uit te oefenen. Na de aanvangsdatum beoordeelt de Groep de leaseperiode opnieuw indien er zich een belangrijke gebeurtenis of wijziging in de omstandigheden voordoet die binnen zijn macht ligt en die van invloed is op zijn vermogen om de optie tot verlenging al dan niet uit te oefenen (bijvoorbeeld een wijziging in zijn bedrijfsstrategie).

Bijzondere waardeverminderingen van activa

Indien er door omstandigheden aanwijzingen zijn dat de realisatiewaarde van de activa met uitzondering van voorraden, uitgestelde belastingvorderingen, personeelsvoordelen, afgeleide financiële instrumenten en activa met betrekking tot bestellingen in uitvoering is veranderd, worden de activa van de Groep nagezien voor bijzondere waardeverminderingen.

Indien de boekwaarde van een actief de realisatiewaarde (zijnde het hoogste van de netto verkoopprijs en de bedrijfswaarde) overschrijdt, wordt een bijzondere waardevermindering geboekt in de resultatenrekening. De bedrijfswaarde wordt bepaald door verdiscontering van de verwachte toekomstige kasstromen uit het verdere gebruik van de activa en van de verkoopwaarde op het einde van de gebruiksduur.

De realisatiewaarde wordt geschat per individueel actief of, indien dit niet mogelijk is, per kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort.

Terugnemingen van eerder geboekte bijzondere waardeverminderingen worden in inkomsten opgenomen voor het oorspronkelijke bedrag.

Minstens eenmaal per jaar wordt getest wat de goodwill waard is (impairment test). De bijzondere waardevermindering op goodwill kan niet worden teruggenomen.

Voorraden en bestellingen in uitvoering

Voorraden worden gewaardeerd tegen de laagste waarde van de kostprijs of directe opbrengstwaarde. Afhankelijk van de verschillende ERP-systemen wordt de kostprijs bepaald aan de hand van de FIFO-methode (first in, first out) of op basis van de gewogen gemiddelde methode. Voor geproduceerde voorraden is de kostprijs gelijk aan de volledige kostprijs inclusief alle directe en indirecte productiekosten die voortvloeien uit de afwerking van de voorraden op balansdatum. De directe opbrengstwaarde is de verwachte verkoopprijs in het kader van de normale bedrijfsvoering, verminderd met de afwerkingskosten en de variabele verkoopkosten.

Voorzieningen voor risico's en kosten

Een voorziening dient uitsluitend te worden opgenomen als en slechts als de Groep een bestaande (in rechte afdwingbare of feitelijke) verplichting heeft ten gevolge van een gebeurtenis in het verleden; en als het waarschijnlijk is (dat wil zeggen, meer kans dat het gebeurt dan niet) dat een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen, vereist zal zijn om de verplichting af te wikkelen en als het bedrag van de verplichting op betrouwbare wijze kan worden geschat.

Het bedrag van de voorziening is gebaseerd op een schatting naar best vermogen van de uitgaven die vereist zijn om de bestaande verplichtingen op balansdatum af te handelen. De voorzieningen worden verdisconteerd als de impact van de tijdswaarde van geld materieel is.

Er wordt een voorziening aangelegd voor terugkoopverplichtingen in het geval dat de JENSEN-GROUP materiaal verkoopt aan een klant en de klant voor dat materiaal een leasingovereenkomst wil afsluiten met een leasingmaatschappij. Indien de klant in gebreke blijft, kan de leasingmaatschappij in bepaalde situaties de JENSEN-GROUP vragen om de machine terug te nemen (zie financiering, p.171). Op basis van historische gegevens wordt een passend percentage van de openstaande vordering geboekt en teruggenomen a rato van de terugbetaling door de klant.

Personeelsverplichtingen

De Groep voorziet voor bepaalde werknemers in vergoedingen na uitdiensttreding. Deze vergoedingen worden verstrekt onder de vorm van toegezegde bijdrageregelingen en toegezegd-pensioenregelingen.

Een externe, onafhankelijke actuaris bereidt de berekening voor van de voorzieningen voor personeelsverplichtingen. De berekening gebeurt op basis van de toekomstig pensioenwaarderingsmethode (‘projected unit credit’-methode).

- Toegezegde bijdrageregelingen: de betaalde bijdragen worden onmiddellijk als kost in de resultatenrekening opgenomen.

- Toegezegd-pensioenregelingen: de boekwaarde op de balansdatum van de toegezegd-pensioenregelingen wordt bepaald als de contante waarde van de bruto verplichtingen uit hoofde van het toegezegd-pensioenplan, verminderd met de reële waarde van fondsbeleggingen.

GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
ANNUAL REPORT 2024

De nog niet- opgenomen pensioenkosten van verstreken diensttijd worden opgenomen in de resultatenrekening.

De opname van actuariële winsten en verliezen in het geconsolideerd overzicht van het totaalresultaat gebeurt in de periode waarin ze zich voordoen, buiten de winst- en verliesrekening.

Uitgestelde belastingen

Uitgestelde belastingen worden volledig opgenomen via de balansmethode voor tijdelijke verschillen die ontstaan tussen de fiscale basis van activa en verplichtingen en hun boekwaarde in de geconsolideerde jaarrekening. De uitgestelde belastingen worden echter niet geboekt als ze ontstaan uit de eerste opname van een actief of de verplichting in een transactie die geen bedrijfscombinatie is en op het moment van de transactie geen invloed heeft op de boekhoudkundige of op de fiscale winst (het fiscale verlies).

De uitgestelde belastingen worden gewaardeerd op basis van de belastingtarieven die wettelijk van toepassing zijn op de balansdatum en die naar verwachting van toepassing zullen zijn op de periode waarin de vordering wordt gerealiseerd of de verplichting wordt afgewikkeld. Uitgestelde belastingen moeten worden opgenomen als het waarschijnlijk is dat fiscale winsten beschikbaar zullen zijn die voor de uitgestelde belastingen kunnen worden aangewend. Een onderneming dient uitgestelde belastingen op te nemen voor alle belastbare tijdelijke verschillen die verband houden met investeringen in dochterondernemingen, filialen en geassocieerde deelnemingen, tenzij de moedermaatschappij het tijdstip kan bepalen waarop het tijdelijke verschil wordt afgewikkeld; en het waarschijnlijk is dat het tijdelijke verschil in de nabije toekomst niet zal worden afgewikkeld.

Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen worden verrekend, als er een in rechte afdwingbaar recht is om de actuele belastingvorderingen te verrekenen met de actuele belastingverplichtingen en de uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen verband houden met winstbelastingen die door dezelfde belastinginstantie worden geheven op ofwel dezelfde belastbare entiteit, of verschillende belastbare entiteiten die voornemens zijn om de actuele belastingvorderingen op een nettobasis af te wikkelen.

Courante belastingen

De belastingen op het resultaat van het boekjaar omvatten courante en uitgestelde belastingen.

Beide belastingen worden in de resultatenrekening geboekt, behalve in die gevallen waar het bestanddelen betreft die rechtstreeks in overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten of in het eigen vermogen geboekt worden. In dat geval worden de belastingen eveneens rechtstreeks ten laste van de overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten of het eigen vermogen genomen.

De over de huidige periode verschuldigde winstbelastingen worden berekend op basis van de belastingwetten waarvan het wetgevingsproces materieel is afgesloten aan het einde van de rapporteringsperiode in de landen waar de Groep en zijn dochtervennootschappen actief zijn en belastbare inkomsten genereren. Het management evalueert geregeld de standpunten in belastingaangiftes met betrekking tot situaties waarin de toepasselijke fiscale regelgeving vatbaar is voor interpretatie. Het legt waar nodig voorzieningen aan op basis van bedragen die het aan de fiscus verwacht te moeten betalen.

Overlopende rekeningen

Toe te rekenen kosten zijn kosten die op balansdatum nog niet gemaakt zijn maar die wel toegewezen zijn in de winst- en verliesrekening. Over te dragen opbrengsten zijn opbrengsten die pas gerealiseerd worden in toekomstige periodes.

Financiële instrumenten

Financiële instrumenten worden geboekt op transactiedatum. De reële waarde van de financiële instrumenten wordt bepaald d.m.v. verschillende waarderingstechnieken. De Groep gebruikt een waaier van waarderingstechnieken en formuleert hypotheses die gebaseerd zijn op marktomstandigheden die zich voordoen op elke balansdatum.

Vorderingen

Handelsvorderingen worden initieel gewaardeerd tegen marktwaarde en vervolgens gewaardeerd tegen ‘amortised cost’ (afgeschreven kostprijs) via de effectieve intrestmethode, verminderd met de voorziening voor bijzondere waardeverminderingen. Een voorziening voor bijzondere waardeverminderingen van handelsvorderingen wordt aangelegd als er objectief bewijs is dat de Groep niet alle uitstaande bedragen zal kunnen recupereren. De JENSEN-GROUP neemt de verwachte kredietverliezen over de levensduur van alle handelsvorderingen op. Voor specifieke gevallen geldt dat significante financiële problemen van de schuldenaar, de waarschijnlijkheid dat de schuldenaar failliet zal verklaard worden of een financiële reorganisatie zal ondergaan, het gebrek of het staken van betalingen, evenals toekomstgerichte informatie zoals economische toekomstverwachtingen, regelgevingsklimaat, bbp, werkgelegenheid, politiek of andere externe marktindicatoren, als indicatoren worden erkend die aantonen dat de handelsvordering dient afgewaardeerd te worden. Het bedrag van de voorziening is het verschil tussen de boekwaarde van het actief en de huidige waarde van de verwachte toekomstige kasstromen, verdisconteerd tegen de effectieve intrest. Dit kredietrisicobeheer wordt in de volledige JENSEN-GROUP toegepast door de individuele entiteiten op basis van de lokale historische gegevens en toekomstgerichte informatie.

De vereenvoudigde benadering wordt toegepast.

Geldbeleggingen en liquide middelen

Geldbeleggingen en liquide middelen hebben betrekking op kastegoeden, bankdeposito’s en kredietlijnen. In de balans worden de kredietlijnen opgenomen onder de korte termijn schulden, leningen.

Schulden (op meer dan één jaar - op ten hoogste één jaar)

De schulden worden gewaardeerd tegen nominale waarde op balansdatum.

GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
ANNUAL REPORT 2024

Afgeleide financiële instrumenten

De Groep gebruikt afgeleide financiële instrumenten om het risico op ongunstige wisselkoers- en intrestevoluties in te dekken. Het is een politiek van de Groep om geen afgeleide financiële instrumenten te gebruiken voor speculatieve doeleinden of trading.

Financiële instrumenten worden initieel gewaardeerd tegen reële waarde. Na initiële erkenning worden de financiële instrumenten opgenomen in de balans tegen reële waarde. De boekhoudkundige verwerking van de hieruit voortvloeiende winsten en verliezen is afhankelijk van de aard van de ingedekte positie. Veranderingen in de reële waarde van derivaten die formeel niet toegewezen zijn als financieel instrument of niet in aanmerking komen voor hedge accounting, worden opgenomen in de resultatenrekening.

Kasstroomindekkingen

Het effectieve deel van de winsten of verliezen uit de reële waardeveranderingen van derivaten die als indekkingsinstrument specifiek toegewezen werden ter indekking van de variabiliteit van de kasstromen van een in de balans opgenomen actief of passief, een niet in de balans opgenomen bestaand order of een verwachte transactie, wordt opgenomen in de overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten.

Als het bestaand order of de verwachte transactie aanleiding geeft tot de effectieve opname van een actief of een passief in de balans, zullen alle gecumuleerde winsten of verliezen die tot dan toe opgenomen werden in de overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, geïncorporeerd worden in de aanschaffings- of boekwaarde van het betrokken actief of passief.

In de andere gevallen wordt de gecumuleerde winst of het gecumuleerde verlies verwijderd uit de overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten en tegelijk met de ingedekte transactie in de resultatenrekening opgenomen. Het niet-effectieve deel van de winsten of verliezen wordt onmiddellijk in de resultatenrekening opgenomen. Winsten of verliezen afkomstig van de veranderingen in de tijdswaarde van de derivaten worden niet in rekening genomen in de effectiviteitsbepaling van de indekkingstransactie en worden onmiddellijk in de resultatenrekening geboekt.

Cumulatieve winsten of verliezen met betrekking tot reeds afgelopen derivaten blijven verwerkt als onderdeel van de overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, zolang het waarschijnlijk is dat de afgeleide transactie zich zal voordoen. Dergelijke transacties worden verwerkt zoals beschreven in voorgaande paragraaf. Indien de ingedekte transactie niet langer waarschijnlijk blijkt, worden alle gecumuleerde niet-gerealiseerde winsten of verliezen op dat moment overgedragen van de overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten naar de resultatenrekening.

Financiële activa aan afgeschreven kostprijs

Alle bewegingen in financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs worden geboekt op de transactiedatum. Financiële activa aan afgeschreven kostprijs worden gewaardeerd tegen aankoopprijs.

Financiële activa aan reële waarde via de overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten

Alle bewegingen in financiële activa aan reële waarde verwerkt via de overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten worden geboekt op de transactiedatum. Financiële activa aan reële waarde verwerkt via de overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten worden geboekt tegen reële waarde. Niet-gerealiseerde winsten en verliezen uit wijzigingen in de reële waarde van dergelijke activa worden in het eigen vermogen opgenomen als financiële activa aan reële waarde verwerkt in overige reserves. Wanneer de activa worden verkocht of een waardevermindering ondergaan, worden de gecumuleerde aanpassingen voor de reële waarde ook in de overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten opgenomen. Financiële activa worden niet langer in de balans opgenomen wanneer de rechten op kasstromen uit de beleggingen zijn vervallen of zijn overgedragen en de Groep nagenoeg alle risico's en voordelen van eigendom heeft overgedragen.

Overheidssubsidies

De overheidssubsidies die de JENSEN-GROUP ontvangt, worden systematisch in de resultatenrekening opgenomen als overige opbrengsten gedurende de periodes waarin de entiteiten de gerelateerde kosten opnemen die de subsidies beogen te compenseren. In het geval van subsidies met betrekking tot activa vereist dit dat de subsidie wordt opgenomen als over te dragen opbrengsten of in mindering wordt gebracht op de boekwaarde van het actief.

De opbrengsten van overheidssubsidies worden alleen opgenomen als er een redelijke mate van zekerheid is dat de entiteiten zullen voldoen aan de voorwaarden die eraan verbonden zijn, en dat de subsidie zal worden ontvangen. Zolang niet aan alle voorwaarden is voldaan, wordt de ontvangen overheidssubsidie als een schuld opgenomen.

Leningen

De leningen worden initieel opgenomen onder hun reële waarde exclusief transactiekosten. Vervolgens worden ze gewaardeerd volgens afgeschreven kostprijs. Het verschil tussen de opbrengst (exclusief transactiekosten) en de aflossingswaarde wordt opgenomen in de resultatenrekening over de periode van

de lening op basis van de effectieve intrestmethode.

Vaste activa te koop (of verkoop van een groep)

Wanneer een vaste activa (of een groep) hoogstwaarschijnlijk verkocht zal worden, dan wordt ze in de balans apart opgenomen onder de activa te koop en gewaardeerd aan de laagste van de boekwaarde of

de marktwaarde, min de kosten die nodig zijn om de activa te verkopen.

Aankoop op termijn (‘forward’) van minderheidsbelang

De termijnkoopovereenkomst wordt als een verplichting opgenomen op de balans. Bij de eerste opname wordt de debetpost in het eigen vermogen gepresenteerd als een aftrek van de belangen van derden (NCI), het verschil wordt weergegeven in het eigen vermogen.

GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
ANNUAL REPORT 2024

Geconsolideerd kasstroomoverzicht

Het geconsolideerde kasstroomoverzicht geeft een overzicht van de gegenereerde kasstroom tijdens

het boekjaar en dit voor operationele kasstromen, investerings- en financieringsactiviteiten.

Bedrijfscombinatie

Acquisitie per acquisitie waardeert de Groep een niet-controlerend belang in de overgenomen onderneming aan reële waarde of aan het proportioneel deel van het niet-controlerend belang in de nettovermogenswaarde van de overgenomen onderneming.

Gesegmenteerde informatie

De Groep is actief in één enkel bedrijfssegment: de heavy-duty wasserij-sector.

Afsluitdatum en lengte boekjaar

Alle boekjaren omvatten 12 maanden van activiteit, beginnend op 1 januari van elk jaar.

Wijziging in waarderingsregels

Er zijn geen wijzigingen in de waarderingsregels ten opzichte van de waarderingsregels die gebruikt werden bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening per 31 december 2023.

In 2022 werd aan alle voorwaarden voldaan om Turkije volgens de IFRS-normen als een hyper inflatoire economie te beschouwen. Bijgevolg werd de IAS 29-norm over financiële verslaggeving in hype inflatoire economieën van toepassing. De Groep past dan ook vanaf 1 januari 2022 hyperinflatieboekhouding toe op zijn Turkse dochterondernemingen. De IAS 29-norm vereist de aanpassing van de niet-monetaire elementen van de activa en passiva van het land in hyperinflatie, alsook van zijn resultatenrekening om de evolutie van de algemene koopkracht van zijn functionele munt weer te geven. Dit resulteert in een winst of een verlies op de netto monetaire positie die in de winst van het jaar wordt opgenomen. Bovendien wordt de jaarrekening van dit land omgerekend tegen de slotkoers van de betrokken periode. De gevolgen van de toepassing van IAS 29 voor Turkije worden beschreven in Toelichting 22.

Toelichting 2: Consolidatiekring

De geconsolideerde jaarrekening omvat de JENSEN-GROUP NV en alle dochtervennootschappen die

zij controleert.

Wijzigingen in de consolidatiekring in 2024

In oktober 2023 verwierf JENSEN Denmark A/S, een Deense dochteronderneming van de JENSEN-GROUP, Ole Almeborg A/S. Vervolgens sloot JENSEN Denmark op 17 mei 2024 een overeenkomst voor de verkoop en aankoop van aandelen met Logitrans A/S, wat resulteerde in de verkoop van 50% van de aandelen tegen eind augustus 2024. Bijgevolg heeft de JENSEN-GROUP nu een participatie van 50% in Ole Almeborg, dat geconsolideerd werd volgens de vermogensmutatiemethode vanaf 1 september 2024. Deze transactie heeft geen significante impact op de geconsolideerde jaarrekening van de JENSEN-GROUP.

Eind mei 2024 verwierf JENSEN Italië 33% van de aandeelhoudersrechten in PrimaFolder. De participatie wordt opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode.

Op 23 juli 2024 verwierf de JENSEN-GROUP een meerderheidsbelang van 85% in MAXI-PRESS Holding GmbH, Duitsland en zijn dochterondernemingen. Deze participatie wordt geconsolideerd volgens de integrale consolidatiemethode vanaf 1 augustus 2024. Voor meer informatie, zie toelichting 23.

GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
ANNUAL REPORT 2024

Toelichting 3: Gesegmenteerde informatie

De volledige wasserijsector kan worden opgedeeld in consumentenmarkt, commerciële en heavy-duty wasserijen. De entiteiten van de JENSEN-GROUP bedienen alleen eindklanten in de heavy-duty wasserijsector. De meeste van deze wasserijen variëren van grote on-premise wasserijen tot grote internationale textielverhuurgroepen. In principe werken alle klanten van de JENSEN-GROUP volgens hetzelfde proces. De JENSEN-GROUP verkoopt zijn producten en diensten onder de merknamen JENSEN en INWATEC via eigen verkoopkantoren en via onafhankelijke distributeurs wereldwijd.

Bedrijfssegmenten verwijzen naar de verschillende gebieden van de activiteiten van een bedrijf die regelmatig worden geanalyseerd door de ‘chief operating decision maker’ (CODM) met het oog op de toewijzing van middelen en de beoordeling van de prestaties van de segmenten.

De segmentrapportering van de JENSEN-GROUP is afgestemd op de organisatie- en rapporteringstructuur van zijn interne financiële informatie, zoals die werd beoordeeld door de Chief Executive Officer (CEO), het Executive Management Team (EMT) en de Raad van Bestuur.

Het management van de Groep, met inbegrip van de CEO, het EMT en de Raad van Bestuur, houdt toezicht op de heavy-duty wasserijactiviteiten als één enkele entiteit, geleid door het strategische ‘50/500’ plan.

De beoordeling van de prestaties van het bedrijf, samen met beslissingen over de toewijzing van middelen, zijn gebaseerd op de uitgebreide beoordeling van de resultatenrekening.

De voortgang en prestaties van deze rekening worden tien keer per jaar onder de loep genomen, met een meer diepgaande rapportage en analyse op kwartaalbasis. In mei en november worden trading updates uitgegeven, waarbij halverwege het jaar een verkorte reeks financiële cijfers wordt vrijgegeven en aan het einde van het boekjaar een volledige reeks.

De belangrijkste maatstaf voor het beoordelen van de winstgevendheid binnen de resultatenrekening, die beschouwd wordt als de CODM van de JENSEN-GROUP, is het operationeel resultaat (EBIT).

Ondanks de analyse van opbrengsten en bepaalde directe kosten door het Group Controlling departement, maakt de CODM geen gebruik van een meer gedetailleerde uitsplitsing van de geconsolideerde resultatenrekening voor zakelijk of operationeel management. Beslissingen over prestatiebeoordeling of toewijzing van middelen worden op geconsolideerde basis genomen. Bijgevolg heeft de JENSEN-GROUP vastgesteld dat het als één bedrijfssegment functioneert.

Europa
Amerika
Azië en Australië
31 december
(in duizenden euro)
2024
2023
2024
2023
2024
2023
2024
2023
Opbrengsten van externe klanten
265.933
232.910
114.630
96.407
72.603
70.804
453.166
400.121
Toerekenbaar aan
(in duizenden euro)
België
Duitsland
Frankrijk
Amerika
Denemarken
China
Opbrengsten van externe klanten
21.075
52.263
42.832
99.192
n.v.t.
n.v.t.
Vaste activa*
1.644
4.660
3.313
6.534
16.062
11.467

De volgende tabel geeft informatie over omzet op basis van de geografische locaties van de Groep.

De basis voor de toewijzing van de opbrengsten is de locatie van de klant:

Ten tweede, als opbrengsten van externe klanten die worden toegekend aan een individueel land materieel zijn, dan moeten deze opbrengsten afzonderlijk worden bekendgemaakt volgens de standaard, zoals Duitsland, Frankrijk en Amerika die hierna worden toegelicht. De Groep identificeert 10% van de totale geconsolideerde opbrengsten als materieel. België wordt bekendgemaakt als het vestigingsland van de moedermaatschappij van de Groep. De basis voor de toegelichte externe opbrengsten en vaste activa is de juridische entiteit in dat gebied (vóór enige consolidatieboekingen).

Tot slot merkt de Groep op dat er geen belangrijke klanten zijn, of groepen van klanten waarover dezelfde eigenaar zeggenschap heeft, die per 31 december 2024 materieel zijn en waarover informatie moet worden verstrekt.

* Vaste activa uit bovenstaande tabel zijn beperkt tot de lokale goodwill, immateriële activa en materiële vaste activa.

GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
ANNUAL REPORT 2024
(in duizenden euro)
31 december
2024
31 december
2023
ACQUISITIEKOST
Aan het einde van het voorgaande jaar
24.820
24.868
Omrekeningsverschillen
8
-48
Toevoegingen
24.939
0
Verkopen
0
0
Overdrachten
0
0
Totale verwervingskost
49.767
24.820
AFSCHRIJVINGEN EN WAARDEVERMINDERINGEN
Aan het einde van het voorgaande jaar
1.995
1.989
Omrekeningsverschillen
1
6
Afschrijving
0
0
Verkopen
0
0
Overdrachten
0
0
Totaal afschrijvingen en waardeverminderingen
1.996
1.995
Netto boekwaarde aan het einde van het jaar
47.771
22.826

Toelichting 4: Vaste activa

Goodwill

De goodwill is voornamelijk ontstaan bij de overname van JENSEN Australië, JENSEN Austria, JENSEN Benelux, JENSEN France, JENSEN Italia, JENSEN Norway, JENSEN Spain , JENSEN Sverige (Zweden), JENSEN Zwitserland en Inwatec.

Dankzij de acquisitie van MAXI-PRESS nam de goodwill van de JENSEN-GROUP met 24,9 miljoen euro toe. Voor meer informatie, zie toelichting 23.

De JENSEN-GROUP stelt de kasstroom genererende eenheden gelijk met de Groep. De JENSEN-GROUP ondersteunt de heavy-duty wasserijsector wereldwijd door duurzame enkelvoudige machines, systemen en geïntegreerde oplossingen te ontwikkelen en te leveren.

Het succes van de JENSEN-GROUP is het resultaat van de combinatie van globale kennis en lokale aanwezigheid. De vaste activa van de fabrieken worden samen beheerd, en de kasstromen die gegenereerd worden door het gebruik van deze fabrieken komen van één groep lokale, regionale of internationale klanten. Deze worden voorzien van dezelfde producten om de activiteiten in heavy-duty wasserijen te optimaliseren. Voor de testen op bijzondere waardeverminderingen worden de activa van de fabrieken daarom toegewezen aan één kasstroom genererende eenheid.

Goodwill wordt onderworpen aan een jaarlijkse test op bijzondere waardevermindering, door middel van een aantal kritische beoordelingen, schattingen en veronderstellingen. Op basis van de vergelijking van de ‘waarde in gebruik’ (afgeleid met behulp van de verdisconteerde vrije kasstroom benadering) en de boekwaarde (boekwaarde van het geïnvesteerde vermogen) van de kasstroom genererende eenheid

(de Groep), wordt de realiseerbare waarde berekend. De JENSEN-GROUP is van mening dat zijn schattingen redelijk zijn; ze zijn gebaseerd op ervaringen, externe informatiebronnen (zoals het langetermijn-groeipercentage en de verdisconteringsvoet) en geven de best mogelijke inschatting van het management weer.

31 december 2024
(in duizenden euro)
Knowhow en
productontwikkeling
Licenties
Overige
immateriële
vaste activa
TOTAAL
ACQUISITIEKOST
Aan het einde van het voorgaande jaar
6.546
2.512
1.440
10.498
Omrekeningsverschillen
-5
-1
0
-6
Acquisitie van dochterondernemingen
0
190
0
190
Wijzigingen in de consolidatiekring
0
0
-1.440
-1.440
Toevoegingen
856
21
0
877
Verkopen
0
-343
0
-343
Overdrachten
0
0
0
0
Totale verwervingskost
7.397
2.379
0
9.766
AFSCHRIJVINGEN EN WAARDEVERMINDERINGEN
Aan het einde van het voorgaande jaar
2.808
1.833
24
4.665
Omrekeningsverschillen
-17
21
-30
-26
Acquisitie van dochterondernemingen
0
66
0
66
Wijzigingen in de consolidatiekring
0
0
-96
-96
Afschrijving
612
182
102
896
Verkopen
0
-343
0
-343
Overdrachten
0
0
0
0
Totaal afschrijvingen en waardeverminderingen
3.402
1.760
0
5.162
Netto boekwaarde 31 december 2024
3.994
619
0
4.614

De belangrijkste beoordelingen, veronderstellingen en schattingen voor de kasstroom genererende eenheid zijn:

- Het eerste jaar van het model is gebaseerd op de best mogelijke inschatting van het management van het vrije kasstroomvooruitzicht voor het volgende jaar; voor het tweede, derde, vierde en vijfde jaar van het model zijn de kasstromen gebaseerd op het langetermijnplan van de Groep, waarin belangrijke schattingen zijn opgenomen, zoals het impliciete groeipercentage van de omzet en de EBIT-marge;

- Kasstromen na de periode van de eerste vijf jaar worden geëxtrapoleerd, meestal door gebruik te maken van een groeipercentage van 0% (tegenover 0% PY) van de vrije kasstromen;

- Projecties worden verdisconteerd aan de gewogen gemiddelde kapitaalkost die tussen de 9% en 10% ligt;

Deze berekende waarde wordt vergeleken met de boekwaarde.

Hoewel de JENSEN-GROUP van mening is dat zijn beoordelingen, veronderstellingen en schattingen geschikt zijn, kunnen werkelijke resultaten afwijken van deze inschattingen in geval van andere veronderstellingen of voorwaarden. De Groep is van mening dat redelijke schattingswijzigingen niet zullen leiden tot een bijzonder waardeverminderingsverlies gezien de realiseerbare waarde.

Immateriële vaste activa

De overige immateriële activa op het einde van 2023 hebben betrekking op de acquisitie van Ole Almeborg in oktober 2023. Vanaf september 2024 is deze entiteit niet langer opgenomen in de consolidatiekring van de JENSEN-GROUP.

GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
ANNUAL REPORT 2024
31 december 2023
(in duizenden euro)
Knowhow en
productontwikkeling
Licenties
Overige
immateriële
vaste activa
TOTAAL
ACQUISITIEKOST
Aan het einde van het voorgaande jaar
5.746
2.516
0
8.262
Omrekeningsverschillen
-12
-4
0
-16
Acquisitie van dochterondernemingen
0
0
1.440
1.440
Toevoegingen
812
0
0
812
Verkopen
0
0
0
0
Overdrachten
0
0
0
0
Totale verwervingskost
6.546
2.512
1.440
10.498
AFSCHRIJVINGEN EN WAARDEVERMINDERINGEN
0
Aan het einde van het voorgaande jaar
2.297
1.664
0
3.962
Omrekeningsverschillen
4
-5
0
-1
Afschrijving
507
174
24
705
Verkopen
0
0
0
0
Overdrachten
0
0
0
0
Totaal afschrijvingen en waardeverminderingen
2.809
1.833
24
4.666
Netto boekwaarde 31 december 2023
3.737
679
1.416
5.832

Ontwikkelingskosten worden alleen geactiveerd als het waarschijnlijk is dat zij toekomstige economische voordelen zullen opleveren voor specifieke projecten (bijv. Inwatec). De geactiveerde ontwikkelingskosten worden lineair afgeschreven over de geschatte gebruiksduur, die normaal gesproken niet langer dan 10 jaar wordt beschouwd. De afschrijvingsperiode wordt voortdurend geëvalueerd en jaarlijks wordt nagegaan of het actief een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan. Ontwikkelingskosten voor een bedrag van 7,5 miljoen euro (6,7 miljoen euro in 2023) werden in kosten genomen gedurende het jaar. Deze kosten zijn opgenomen in de posten ‘Diensten en overige goederen’, ‘Bezoldigingen en sociale lasten’ en ‘Afschrijvingen’.

De licenties verwijzen naar de kapitalisatie van de licentiekosten van het ERP-systeem en andere IT-middelen.

31 december 2024
(in duizenden euro)
Terreinen en
gebouwen
Machines
en
uitrusting
Meubilair
en
rollend
materieel
Activa
met
gebruiksr
echt -
gebouwe
n
Activa
met
gebruiks
recht –
Overige
Overige
immateri
ële vaste
activa
Activa in
aanbouw
TOTAAL
ACQUISITIEKOST
Aan het einde van het voorgaande jaar
44.684
30.974
14.448
11.340
2.766
0
881
105.095
Omrekeningsverschillen
251
446
62
321
-2
0
20
1.099
Acquisitie van dochterondernemingen
2.458
2.741
392
1.883
714
70
0
8.258
Wijzigingen in de consolidatiekring
0
-130
0
0
-112
0
0
-242
Toevoegingen
1.982
1.972
3.110
4.769
1.883
33
304
14.054
Verkopen
-151
-882
-1.190
-1.563
-279
-4
0
-4.070
Overdrachten
0
1.375
0
0
-396
0
-979
0
Totale verwervingskost
49.224
36.496
16.822
16.749
4.574
99
226
124.192
AFSCHRIJVINGEN EN
WAARDEVERMINDERINGEN
Aan het einde van het voorgaande jaar
22.611
26.839
10.720
2.549
1.151
0
0
63.871
Omrekeningsverschillen
64
392
13
-17
-1
0
0
450
Acquisitie van dochterondernemingen
22
1.751
258
0
0
77
0
2.108
Wijzigingen in de consolidatiekring
0
-63
0
0
-112
0
0
-175
Afschrijving
2.504
1.417
1.539
1.688
866
18
0
8.033
Verkopen
-151
-874
-1.017
-1.005
-344
-4
0
-3.395
Overdrachten
0
0
0
0
0
0
0
0
Totaal afschrijvingen en
waardeverminderingen
25.050
29.463
11.511
3.216
1.561
91
0
70.892
Netto boekwaarde 31 december
2024
24.174
7.033
5.311
13.533
3.013
8
226
53.299

Materiële vaste activa

In de loop van 2024 steeg de netto boekwaarde van de materiële vaste activa met 12,1 miljoen euro. Wanneer de afschrijvingskosten van 8 miljoen euro buiten beschouwing worden gelaten, vertoonden de materiële vaste activa een stijging van 20,1 miljoen euro.

De kapitaaluitgaven in deze periode waren gericht op het verder verbeteren van onze infrastructuur om aan de toekomstige marktvraag te kunnen voldoen. Dit omvatte strategische investeringen in de uitbreiding van onze fabrieken in China (3,4 miljoen euro), geclassificeerd als activa met gebruiksrecht, en Denemarken (2,6 miljoen euro). Andere investeringen in machines, apparatuur en voertuigen bedroegen 4,5 miljoen euro. Bovendien voegde de acquisitie van MAXI-PRESS 6,2 miljoen euro toe aan de vaste activa, waarvan 2,6 miljoen euro activa met gebruiksrecht. De verlenging van verschillende huurovereenkomsten zorgt voor een stijging van de activa met gebruiksrechten tot 3,2 miljoen euro.

De netto boekwaarde van de activa, gebouwen en materieel die als zakelijke zekerheid voor de schulden worden gesteld, bedraagt 12,0 miljoen euro (7,6 miljoen euro in december 2023).

De gebouwen geclassificeerd als activa met gebruiksrecht bestaan voornamelijk uit gebouwen in China en Denemarken. Er zijn geen materiële opbrengsten uit onderverhuur van de activa per eind december 2024.

Meer informatie over de gerelateerde leaseverplichtingen is te vinden in toelichting 9.

Er zijn geen materiële beperkingen of financiële ratio’s opgelegd door de bovenstaande leaseovereenkomsten.

GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
ANNUAL REPORT 2024
31 december 2023
(in duizenden euro)
Terreinen
en
gebouwe
n
Machines
en
uitrusting
Meubilair
en
rollend
materieel
Activa
met
gebruiksr
echt
Activa in
aanbouw
TOTAAL
ACQUISITIEKOST
Aan het einde van het voorgaande jaar
37.969
30.442
12.577
15.343
794
97.146
Omrekeningsverschillen
-248
-575
-64
-549
-29
-1.465
Acquisitie van dochterondernemingen
3.355
110
0
762
0
4.227
Toevoegingen
3.651
1.000
2.506
1.818
117
9.092
Verkopen
0
-54
-585
-3.265
0
-3.905
Overdrachten
-43
52
14
0
0
0
Totale verwervingskost
44.684
30.974
14.448
14.107
881
105.095
AFSCHRIJVINGEN EN
WAARDEVERMINDERINGEN
Aan het einde van het voorgaande jaar
21.490
26.094
10.069
5.148
0
62.801
Omrekeningsverschillen
-73
-453
46
-99
0
-578
Acquisitie van dochterondernemingen
0
0
0
0
0
0
Afschrijving
1.194
1.252
1.115
1.674
0
5.234
Verkopen
0
-53
-510
-3.022
0
-3.585
Overdrachten
0
0
0
0
0
0
Totaal afschrijvingen en waardeverminderingen
22.611
26.839
10.720
3.701
0
63.871
Netto boekwaarde 31 december 2023
22.073
4.135
3.727
10.405
881
41.219

Er zijn geen toegezegde leaseovereenkomsten die nog niet zijn opgenomen in de bovenstaande tabel per

31 december 2024. De berekeningen in het kader van IFRS16 worden jaarlijks bijgewerkt met de indexering,

om de huidige status van de verplichting weer te geven. Er zijn geen andere posten die naar verwachting

de toekomstige kasuitstromen zullen beïnvloeden.

In de loop van 2023 steeg de netto boekwaarde van de materiële vaste activa met 6,9 miljoen euro. Wanneer de afschrijvingskosten van 5,2 miljoen euro buiten beschouwing worden gelaten, vertoonden de materiële vaste activa een stijging met 12,1 miljoen euro.

De kapitaaluitgaven in deze periode waren voornamelijk gericht op het verbeteren van onze infrastructuur om aan de toekomstige marktvraag te kunnen voldoen. Dit omvatte aanzienlijke investeringen in de uitbreiding van onze vestigingen in Odense, Denemarken, om de AI- en Robotica-capaciteiten van Inwatec te versterken, evenals de strategische overname van Ole Almeborg in Hasle.

De activa met gebruiksrecht bestaan voornamelijk uit gebouwen voor een bedrag van 8,8 miljoen euro.

(in duizenden euro)
31
december
2023
Acq. van
dochter
maatsch.
Via
winst of
verlies
Via niet-
gerealiseerde
resultaten
Wissel
-koers
31
december
2024
DTA
uitgestelde
belasting-
vordering
DTL
uitgestelde
belasting-
verplichting
Voorraden
1.122
102
-312
0
0
912
1.061
-149
Vaste activa
-2.945
-695
578
0
0
-3.062
-1.028
-2.034
Voorzieningen
3.677
-37
1.067
-87
0
4.620
4.376
244
Fiscale verliezen
101
0
-13
0
0
88
88
0
Uitgestelde belastingen op
andere verschillen tussen
fiscale en lokale boekhouding
247
5
141
-64
446
775
877
-102
Valutaresultaat in permanente
financiering
-951
0
-51
0
0
-1.002
0
-1.002
Financiële instrumenten
-45
0
-355
95
0
-305
-136
-169
Totaal uitgestelde
belastingvorderingen (netto)
1.207
-625
1.055
-56
447
2.027
5.238
-3.211
(in duizenden euro)
31
december
2022
Acq. van
dochter
maatsch.
Via winst
of verlies
Via niet-
gerealiseerde
resultaten
Wissel
-koers
31
december
2023
DTA
uitgestelde
belasting
vordering
DTL
uitgestelde
belasting
verplichting
Voorraden
-190
0
1,312
0
0
1.122
818
305
Vaste activa
-2.114
-803
-28
0
0
-2.945
-733
-2.212
Voorzieningen
3.109
0
238
329
0
3.677
3.484
193
Fiscale verliezen
128
0
-27
0
0
101
101
0
Uitgestelde belastingen op
andere verschillen tussen
fiscale en lokale boekhouding
675
0
-22
-133
-273
247
533
-286
Valutaresultaat in permanente
financiering
-955
0
4
0
0
-951
0
-951
Financiële instrumenten
-291
0
177
69
0
-45
-42
-3
Totaal uitgestelde
belastingvorderingen (netto)
363
-803
1,653
266
-272
1.207
4.161
-2.954

Toelichting 5: Uitgestelde belastingen

Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen kunnen worden toegerekend aan de volgende posten, waarbij hun beweging sinds vorig jaar hieronder wordt samengevat:

De stijging houdt verband met de uitgestelde belastingvorderingen die zijn geboekt op de tijdelijke verschillen tussen de groepsboekhouding en de fiscale boekhouding, vooral op de voorzieningen.

De uitgestelde belastingen hebben voornamelijk betrekking op JENSEN USA (1,8 miljoen euro), JENSEN Italia (0,7 miljoen euro) en JENSEN Australia (0,6 miljoen euro).

De uitgestelde belastingvorderingen worden erkend omdat het management en de Raad van Bestuur ervan overtuigd zijn, conform de waarderingsregels van de Groep, dat deze uitgestelde belastingvorderingen binnen een redelijke periode kunnen gerealiseerd worden. De Groep is voorzichtig met het opnemen van uitgestelde belastingen op overgedragen fiscale verliezen.

GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
ANNUAL REPORT 2024
(in duizenden euro)
31 december
2024
31 december
2023
Opbrengsten
453.166
400.121
Contractactiva
68.046
62.336
Contractpassiva
54.751
43.966
(in duizenden euro)
YTD Q4 2024
Q4 2024
Q3 2024
Q2 2024
Q1 2024
Orderontvangst
517.266
157.249
118.527
126.551
114.939
Opbrengsten
453.166
118.348
107.503
118.188
109.127
(in duizenden euro)
Contractactiva
Contractpassiva
31 december 2023
62.336
43.965
Opbrengsten die waren opgenomen in het saldo van de contractverplichting aan
het begin van de periode
-25.867
Toename als gevolg van ontvangen geldmiddelen, exclusief bedragen opgenomen
als opbrengsten gedurende de periode
35.601
Waardeverminderingen geboekt tijdens het jaar
455
Overboeking van contractactiva opgenomen aan het begin van de periode naar
vorderingen
-35.501
Toenames als gevolg van wijzigingen in de maatstaven van vooruitgang
40.184
Omrekeningsverschillen
573
1.051
31 december 2024
68.046
54.750

Toelichting 6: Contractactiva en -passiva

De bovenstaande contractactiva vertegenwoordigen het recht van de Groep op een vergoeding in ruil voor goederen of diensten die de Groep heeft overgedragen aan een klant. Deze bedragen konden echter nog niet worden gefactureerd gezien het recht op vergoeding nog niet onvoorwaardelijk is, omdat er nog aanvullende verplichtingen aan de klant moeten worden voldaan. De projecten worden gewaardeerd op basis van de ‘percentage of completion’-methode. Op 31 december 2024 was in de contractactiva 23,5 miljoen euro, 15,1%, aan gecumuleerde winst op de brutowaarden opgenomen (20,4 miljoen euro, 15,8% op 31 december 2023). Zowel de contractactiva als -passiva zijn aan het einde van het jaar hoger dan vorig jaar door de groei in 2024.

De opbrengsten uit contracten houden verband met bouwcontracten voor klanten. De orders die in de loop van 2024 werden binnengehaald, bereikten een nieuwe recordhoogte, en onderstrepen de voortdurende groei en lokale aanwezigheid van de Groep op de markt.

- Op 31 december 2024 heeft de Groep 19,4 miljoen euro aan uitstaande, nog niet vervulde prestatie-verplichtingen die voortvloeien uit lopende contracten die na 2025 zullen worden uitgevoerd (15,3 miljoen euro op 31 december 2023). Deze prestatieverplichtingen hebben voornamelijk betrekking op scheepswerven en openbare ziekenhuizen.

- Er zijn geen prestatieverplichtingen die meer dan 12 maanden in beslag nemen tussen het opstarten van de productie en de oplevering. Voor werven van cruiseschepen duurt de installatie van de wasserij minder dan 12 maanden. Dit kan echter uitlopen tot 24 maanden tussen de installatie van de wasserij en de uiteindelijke oplevering van het cruiseschip. Voor deze periode tekent de JENSEN-GROUP uitvoerings-garanties.

De reconciliatie van de contractactiva en -passiva is als volgt:

(in duizenden euro)
31 december
2024
31 december
2023
Handelsvorderingen
133.032
107.196
Voorziening voor dubieuze debiteuren
-4.835
-3.475
Belastingen
4.359
4.978
Overige vorderingen
5.387
4.591
Overlopende rekeningen
4.313
2.910
Afgeleide financiële instrumenten
315
652
Totale handels- en overige vorderingen
142.570
116.852
Handelsvorderingen
4.641
6.574
Overige vorderingen
3.872
3.860
Afgeleide financiële instrumenten
193
307
Vorderingen op lange termijn
8.707
10.741
Vorderingen op korte termijn
133.863
106.111

Toelichting 7: Handels- en overige vorderingen

Vorderingen op lange termijn

Het langlopende deel van de handels- en overige vorderingen daalde met 2,0 miljoen euro door betalingen van de projectfinanciering in de vorige periode. De Groep is actief bezig om klanten bij te staan door hen financiële oplossingen aan te reiken, zoals de implementatie van strikte terugbetalingsschema's (4,4 miljoen euro) en terugkoopverplichtingen bij financiële instellingen (1,6 miljoen euro). Deze aanpak maakt deel uit van ons streven naar sterke, ondersteunende relaties met onze klanten, ook in financieel uitdagende tijden.

In de overige vorderingen zijn garanties in contanten opgenomen voor een bedrag van 0,8 miljoen euro, wat stabiel is in vergelijking met vorig jaar, alsook overige vorderingen voor 1,7 miljoen euro.

Vorderingen op korte termijn

De opbrengsten voor het vierde kwartaal bedroegen 118,3 miljoen euro (+ 17% tegenover het laatste kwartaal van 2023). Naast de hogere activiteiten stijgen de handelsvorderingen op korte termijn door het hoge volume aan facturen in de laatste weken van het jaar.

GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
ANNUAL REPORT 2024
Bedragen
Aantal
aandelen
Staat van het kapitaal (positie op 31 december 2024)
(in duizenden euro)
A. Kapitaal
1. Kapitaal
Aan het einde van het voorbije jaar
38.050
Wijzigingen tijdens het jaar
0
Aan het einde van dit jaar
38.050
2. Kapitaalvertegenwoordiging
2.1 Aandelen zonder nominale waarde
38.050
9.631.408
2.2 Aandelen op naam of aan toonder
Op naam
6.230.339
Gedematerialiseerd
3.401.069
B. Eigen aandelen gehouden door
het bedrijf of een zijn dochterondernemingen
5.264
146.793
C. Verplichtingen tot uitgifte van aandelen
1. Als gevolg van de uitoefening van conversierechten
0
0
2. Als gevolg van de uitoefening van inschrijvingsrechten
0
0
D. Toegestaan, niet-geplaatst kapitaal
38.280
Aantal
aandelen
Totaal
aandelen
%
- Aantal aandelen
4.260.781
9.631.408
44,24%
- Stemrechten
4.260.781
9.484.615
44,92%

Toelichting 8: Eigen vermogen

Kapitaal

Op 31 december 2024 bedroeg het aandelenkapitaal 38,3 miljoen euro (voor aftrek van de uitgiftekosten van 0,2 miljoen euro), en bestond het uit 9.631.408 gewone aandelen zonder nominale waarde. Er waren geen preferente aandelen. Alle aandelen zijn volledig volstort. Op 31 december 2024 had de vennootschap 146.793 eigen aandelen.

Hierna wordt meer informatie weergegeven over de staat van het kapitaal per 31 december 2024 en 2023.

Volgende kennisgevingen van deelname in aandelen die het kapitaal van de vennootschap vertegenwoordigen, werden ontvangen:

JENSEN Invest A/S, JF Tenura ApS, dhr. Jesper M. Jensen, The Jørn M. Jensen en Lise M. Jensen Family Trust, mevr. Anne M. Jensen en mevr. Karine Munk Finser

JENSEN INVEST A/S, Ejnar Jensen Vej 1, 3700 Rønne, Denmark

De controleketen is als volgt: JENSEN Invest A/S bezit 44,2% van de aandelen van de JENSEN-GROUP NV. JF Tenura Aps bezit 100 % van de aandelen in JENSEN Invest A/S. SWID AG, vertegenwoordigd door dhr. Jesper M. Jensen, bezit 51% van het aandelenkapitaal en 99% van de stemrechten in JF Tenura Aps. De Jørn Munch Jensen en Lise Munch Jensen Family Trust, waarvan Mevr. Anne Munch Jensen en Mevr. Karine Munk Finser de uiteindelijke begunstigden zijn, bezit de overige 49% van de aandelen in JF Tenura Aps.

Aantal
aandelen
Totaal
aandelen
%
- Aantal aandelen
484.473
9.631.408
5,03%
- Stemrechten
484.473
9.484.615
5,11%
Aantal
aandelen
Totaal
aandelen
%
- Aantal aandelen
1.926.282
9.631.408
20,00%
- Stemrechten
1.926.282
9.484.615
20,31%

Lazard Frères Gestion SAS

25, rue de Courcelles 75008 PARIS France

Lazard Frères Gestion SAS wordt gecontroleerd door Compagnie Financière Lazard Frères SAS, Compagnie Financière Lazard Frères SAS wordt gecontroleerd door Lazard Group LLC, Lazard Group LLC wordt gecontroleerd door Lazard Inc. Lazard Frères Gestion SAS treedt onafhankelijk op van Compagnie Financière Lazard Frères, Lazard Group LLC, Lazard Ltd en van de rest van de Lazard Group, inclusief Lazard Asset Management, een vennootschap onder Amerikaans recht.

Miura Co Ltd.

7 Horie, Matsuyama, Ehime, 799-2696 Japan

De controleketen is als volgt: Miura Co. Ltd. bezit 20% van de aandelen van de JENSEN-GROUP NV.

Op 31 december 2023 bedroeg het aandelenkapitaal 38,3 miljoen euro (voor aftrek van de uitgiftekosten van 0,2 miljoen euro), en bestond het uit 9.631.408 gewone aandelen zonder nominale waarde. Er waren geen preferente aandelen. Alle aandelen zijn volledig volstort. Op 31 december 2023 had de vennootschap 15.122 eigen aandelen in bezit.

Op 3 april 2023 verhoogde de JENSEN-GROUP NV zijn kapitaal met een inbreng in natura (4,6 miljoen euro) en een inbreng in cash (2,9 miljoen euro). Bij beide transacties werden 1.926.282 nieuwe aandelen gecreëerd. Meer details over de nieuwe aandelen vindt u in het prospectus voor beursgang dat op de website van de vennootschap beschikbaar is, onder Prospectus.

Op 16 mei 2023 keurden de aandeelhouders de vernietiging van 113.873 eigen aandelen goed.

GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
ANNUAL REPORT 2024
Bedragen
Aantal aandelen
Staat van het kapitaal (positie op 31 december 2023)
(in duizenden
euro)
A. Kapitaal
1. Kapitaal
- Aan het einde van het voorbije jaar
30.710
- Wijzigingen tijdens het jaar
7.340
- Aan het einde van dit jaar
38.050
2. Kapitaalvertegenwoordiging
2.1 Aandelen zonder nominale waarde
38.050
9.631.408
2.2 Aandelen op naam of aan toonder
- Op naam
6.230.339
- gedematerialiseerd
3.401.069
B. Eigen aandelen gehouden door
- het bedrijf of een zijn dochterondernemingen
499
15.122
C. Verplichtingen tot uitgifte van aandelen
1. Als gevolg van de uitoefening van conversierechten
0
0
2. Als gevolg van de uitoefening van inschrijvingsrechten
0
0
D. Toegestaan, niet-geplaatst kapitaal
38.280

Elk aandeel heeft één stem. De stemrechten zijn in overeenstemming met het Wetboek van vennootschappen en verenigingen. De statuten bevatten geen andere regelingen met betrekking tot de stemrechten.

De regelingen betreffende de overdracht van aandelen zijn in overeenstemming met het Wetboek van vennootschappen en verenigingen. De statuten bevatten geen andere regelingen met betrekking tot de overdracht van aandelen.

Uitgiftepremie

De uitgiftepremie is het resultaat van (i) de fusie van LSG, dat toen de naam JENSEN-GROUP NV aannam (5,8 miljoen euro), (ii) de kapitaalverhoging in 2023 door inbreng in natura (37,9 miljoen euro) en (iii) de kapitaal-verhoging in 2023 door inbreng in cash (23,9 miljoen euro). De eindbalans van de uitgiftepremie bedraagt 67,6 miljoen euro.

Eigen aandelen

De statuten (art. 11) staan de Raad van Bestuur toe om eigen aandelen terug te kopen. Tijdens de vergadering van 10 maart 2022 heeft de Raad van Bestuur beslist om een programma voor de inkoop van eigen aandelen in te voeren en zo maximaal 781.900 of 10% van de eigen aandelen in te kopen. In het licht van de transactie met MIURA, kondigde de JENSEN-GROUP op 9 maart 2023 aan dat de Raad van Bestuur het programma heeft opgeschort. Op 16 mei 2023 keurden de aandeelhouders de vernietiging van 113.873 eigen aandelen goed. De Raad van Bestuur van 10 augustus 2023 besliste om een programma voor de terugkoop van eigen aandelen in te voeren en zo maximaal 668.027 of 10% van zijn aandelen terug te kopen. De aandelen worden op de beurs ingekocht door een investeringsbank, gemandateerd door de Raad van Bestuur. Het mandaat voor de terugkoop vervalt op 18 mei 2026. Per 31 december 2024 had de vennootschap 146.793 eigen aandelen.

Munt
Gemiddelde koers
Slotkoers
2024
2023
2024
2023
AED
3,9730
3,9676
3,8252
3,8831
AUD
1,6399
1,6285
1,6772
1,6263
BRL
5,8268
5,4016
6,4253
5,3618
CHF
0,9526
0,9717
0,9412
0,9260
CNY
7,7863
7,6591
7,5833
7,8509
DKK
7,4589
7,4510
7,4578
7,4529
EUR
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
GBP
0,8466
0,8699
0,8292
0,8691
JPY
163,8175
151,9425
163,0600
156,3300
NOK
11,6268
11,4243
11,7950
11,2405
NZD
1,7879
1,7618
1,8532
1,7504
SEK
11,4309
11,4728
11,4590
11,0960
SGD
1,4457
1,4523
1,4164
1,4591
TRY
35,5653
25,7487
36,7372
32,6531
USD
1,0821
1,0816
1,0389
1,1050

Omrekeningsverschillen

De geconsolideerde jaarrekening wordt in dit jaarverslag uitgedrukt in duizenden euro. Alle posten van de balans van buitenlandse vennootschappen worden omgerekend in euro, de valuta waarin de Groep werkt en de cijfers rapporteert, aan de wisselkoers per einde van het boekjaar, met uitzondering van het eigen vermogen, dat aan historische koers wordt opgenomen. De resultatenrekeningen worden omgezet aan de gemiddelde koers van het boekjaar. De wisselkoersverschillen die aldus ontstaan uit de omzetting van het eigen vermogen en de resultatenrekeningen worden afzonderlijk vermeld in overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten onder de post ‘Omrekeningsverschillen’.

De omrekeningsverschillen daalden met 3,3 miljoen euro, voornamelijk door de zwakkere JPY en TRY, maar werden gecompenseerd door een sterkere USD.

De wisselkoersverschillen die ontstaan uit de omzetting van de netto-investeringen in de buitenlandse activiteiten worden opgenomen in overige resultaten. In totaal wordt 0,2 miljoen euro aan wisselkoersverliezen van de financiële resultaten naar overige resultaten overgedragen.

De gebruikte wisselkoersen voor de omzetting waren de volgende:

Hedging reserves

De Groep merkt valutacontracten en renteswaps aan als kasstroomindekkingen van zijn valuta- en renterisico. Veranderingen in de reële waarde van het afdekkingsinstrument en de afgedekte positie (toerekenbaar aan het afgedekte risico), vanaf het begin van de afdekking, worden onmiddellijk in de overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten opgenomen als de afdekking effectief wordt geacht (toelichting 20).

Op jaareinde werd 0,03 miljoen euro in overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten geboekt.

GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
ANNUAL REPORT 2024

Winsten en verliezen opgenomen in de afdekkingsreserve in overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten:

- op valutatermijncontracten per 31 december 2024 zullen op verschillende data tussen één en zes maanden in de resultatenrekening worden opgenomen.

- op de renteswapcontracten per 31 december 2024, zullen in de resultatenrekening opgenomen worden a rato van de terugbetaling van de bankleningen.

Wijzigingen in de herwaarderingen van toegezegd-pensioenregelingen

De JENSEN-GROUP heeft vier toegezegd-pensioenregelingen waarvoor alle actuariële winsten en verliezen rechtstreeks worden opgenomen in niet-gerealiseerde resultaten. Het gecumuleerde verlies van de vier regelingen bedraagt op 31 december 2024 4,7 miljoen euro.

Dividend

De Raad van Bestuur stelt aan de aandeelhoudersvergadering voor om een dividend van 1,00 euro per aandeel goed te keuren. Het dividendvoorstel is gebaseerd op het nettoresultaat van de vennootschap aan het einde van het jaar. De dividenduitkering zal 9.484.615 euro bedragen, gebaseerd op het aantal uitstaande aandelen op 31 december 2024. Er wordt geen dividend uitgekeerd voor de eigen aandelen.

In 2023 stelde de Raad van Bestuur een dividend van 0,75 euro per aandeel voor en de aandeelhouders keurden dat voorstel goed. Het dividendvoorstel was gebaseerd op het nettoresultaat van de vennootschap aan het einde van het jaar.

Kapitaalrisicobeheer

De doelstelling van de JENSEN-GROUP bij het kapitaalbeheer is ervoor te zorgen dat de JENSEN-GROUP verder kan functioneren als een ‘going concern’ om rendement te genereren voor de aandeelhouders en voordelen te bieden aan de andere stakeholders, en om een optimale structuur te behouden die de vermogenskosten minimaliseert.

(in duizenden euro)
31
december
2023
Acq.
dochter
maats.
Opbrengst
-en
Terug-
betalingen
Herclass.
LT naar
KT
CTA
31
december
2024
LT-leningen bij kredietinstellingen
24.090
0
2.235
0
-13.342
95
13.078
Overige LT-leningen
1.764
0
441
0
0
0
2.205
LT-factoring
2.034
0
0
0
-468
29
1.595
Subtotaal
27.888
0
2.676
0
-13.810
124
16.878
Leaseverplichtingen – KT
2.655
2.390
3.327
-472
-2.464
3
5.440
Totaal langetermijnleningen
30.543
22.318
(in duizenden euro)
31
december
2023
Acq.
dochter
maats.
Opbrengst
-en
Terug-
betalingen
Herclass.
LT naar
KT
CTA
31
december
2024
Kortlopend deel van LT-leningen
3.112
0
115
-3.226
13.371
22
13.393
Kredietinstellingen KT
0
20.005
20.005
Kredietlijnen
9.656
4
-1.351
0
305
8.613
Ontvangen betalingen (factoring)
1.674
0
1.736
-1.735
468
54
2.197
Subtotaal
14.442
4
21.856
-6.312
13.839
380
44.208
Leaseverplichtingen - KT
1.346
423
335
-1.819
2.570
46
2.900
Totaal kortetermijnleningen
15.788
47.108
Totaal leningen
46.331
69.426

Toelichting 9: Financiële schuld

De korte- en langetermijnleningen kunnen als volgt worden samengevat:

De totale leningen stegen van 46,3 miljoen euro op 31 december 2023 tot 69,4 miljoen euro op 31 december 2024, voornamelijk door de nieuwe roll-over lening van 20 miljoen euro die de transactie voor de verwerving van een participatie van 85% in MAXI-PRESS mogelijk maakt. De terugbetalingen voor leaseverplichtingen houden rekening met rentelasten op leaseverplichtingen voor een bedrag van 0,2 miljoen euro.

Meer informatie over de gerelateerde activa met gebruiksrecht is te vinden in toelichting 4.

De Groep heeft handelsvorderingen voor een totaal bedrag van 3,8 miljoen euro in factoring, waarvan 2,2 miljoen euro op lange termijn en 1,6 miljoen euro op korte termijn. Aangezien de controle niet substantieel wordt overgedragen aan de derde partij, leidt de factoringregeling niet tot de verwijdering van een bedrag op de balans.

Rekening houdend met de totale leningen (69,4 miljoen euro), financiële activa (30,1 miljoen euro) en liquide middelen (42,4 miljoen euro), rapporteert de Groep een netto kaspositie van 3,0 miljoen euro per eind december 2024, ten opzichte van 35,9 miljoen euro netto kasstroom per eind december 2023. De belangrijkste kasuitgaven hebben betrekking op de acquisitie van MAXI-PRESS, de dividenduitkering en de verwerving van eigen aandelen, gecompenseerd door een positieve EBITDA. De Groep heeft een netto kaspositie, en maakt daarom geen gebruik van de beschikbare kredietfaciliteiten.

GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
ANNUAL REPORT 2024
(in duizenden euro)
31 december
2024
31 december
2023
Tussen 1 en 2 jaar
8.785
15.173
Tussen 2 en 5 jaar
5.884
9.306
> 5 jaar
7.650
6.064
Totaal langetermijnleningen
22.318
30.543
(in duizenden euro)
Minder dan 1
jaar
Tussen 1 en
2 jaar
Tussen 2 en
5 jaar
> 5 jaar
TOTAAL
Kredietinstellingen (incl. kredietlijn)
42.011
5.879
2.350
4.850
55.089
Overige
0
0
0
2.205
2.205
Ontvangen betalingen (factoring)
2.197
500
500
595
3.792
Leaseverplichtingen
2.900
2.406
3.090
8.340
Totaal
47.108
8.785
5.884
7.650
69.426
Renteswaps afgedekt
0
444
1.333
1.625
3.402
Totaal niet-afgedekt
47.108
8.341
4.551
6.024
66.024
(in duizenden euro)
31 december
2024
31 december
2023
EUR
19.267
21.570
DKK
27.015
5.702
CNY
14.804
15.058
Totaal
61.086
42.330
Leaseverplichtingen
8.340
4.001
Totaal leningen
69.426
46.331
(in duizenden euro)
31 december
2024
31 december
2023
Hypotheken
7.009
5.702
Letter of Intent
12.893
14.404
Totaal
19.902
20.106

De volgende tabel geeft de langetermijnleningen weer per vervaldag:

De blootstelling van de Groep met betrekking tot rentewijzigingen op de leningen en met betrekking tot contractuele herzieningen van de intresten op de leningen voor en na het effect van de renteswaps (Interest Rate Swaps of IRS) is als volgt:

Het management gaat ervan uit dat de boekwaarde van de leningen aan vaste rente de reële waarde benadert.

Voor meer details met betrekking tot de renteswaps verwijzen we naar toelichting 20, Financiële instrumenten - markt- en overige risico’s.

Het bedrag van de leningen van de Groep per munt kan als volgt worden samengevat:

Er zijn geen bankconvenanten.

Schulden gewaarborgd door zakelijke zekerheden

De boekwaarde van de activa, gebouwen en materieel die als zakelijke zekerheid voor de schulden worden gesteld, bedraagt 12,0 miljoen euro.

(in duizenden euro)
31 december
2024
31 december
2023
Voorzieningen voor toegezegd-pensioenregelingen
9.730
10.394
Voorzieningen voor overige personeelsverplichtingen
327
298
Totale voorziening voor personeelsverplichtingen
10.058
10.692
(in duizenden euro)
31 december
2024
31 december
2023
Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten
211
170
Rentelasten
398
442
Rentebaten op fondsbeleggingen
-103
-133
Administratieve uitgaven en belastingen
22
18
Pensioenlasten
528
497

Toelichting 10: Voorziening voor personeelsverplichtingen

De voorziening voor overige personeelsverplichting heeft betrekking op een toegezegde bijdrageregeling in Oostenrijk en Duitsland.

Toegezegd-pensioenregeling

JENSEN GmbH, JENSEN France, JENSEN Italia en JENSEN AG Burgdorf voorzien in een toegezegd-pensioenregeling. Deze vergoedingen zijn gebaseerd op het salaris van de werknemer en het aantal dienstjaren.

- De verplichtingen van de JENSEN-GROUP met betrekking tot de toegezegd-pensioenregelingen worden berekend door onafhankelijke actuarissen, rekening houdend met de verwachte eindsalarissen en gebruikmakend van veronderstellingen zoals disconteringsvoet, sterftecijfer, omzet, salarisevolutie en inflatie.

- De gewogen gemiddelde duur van de toegezegd-pensioenregeling aan het einde van het jaar 2024 is 13,90 jaar (2023: 13,32).

Per 31 december 2024 bedroeg de totale netto verplichting 9,7 miljoen euro. De netto verplichting daalde ten gevolge van veranderingen in de veronderstellingen en door ervaringseffecten. Globaal genomen resulteerde de verandering in de disconteringsvoet in een winst van 28 kEUR. Ervaringswinsten van 0,3 miljoen euro houden verband met een winst van 0,5 miljoen euro als gevolg van een volledige waardering uitgevoerd in Zwitserland na twee jaar van roll-forwards. Deze ervaringswinsten weerspiegelen voornamelijk de veranderingen in bevolking, lonen en kredietverhogingen, en worden gedeeltelijk gecompenseerd door een verlies van 0,2 miljoen euro in Duitsland.

Voor de toegezegd-pensioenregelingen bedroeg de nettokost voor 2024 0,5 miljoen euro (2023: 0,5 miljoen euro)

GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
ANNUAL REPORT 2024
(in duizenden euro)
31 december
2024
31 december
2023
Nettoverplichting uit hoofde van toegezegd-pensioenregelingen (actief) aan het
begin van het jaar
10.394
9.201
Kosten voor toegezegd-pensioenregelingen opgenomen in resultatenrekening
528
497
Werkgeversbijdrage of uitkeringen betaald door werkgever
-762
-779
Totaal waardeaanpassingen opgenomen in niet-gerealiseerde resultaten
-393
1.373
Effect van wisselkoerswijzigingen
-37
102
Nettoverplichting uit hoofde van toegezegd-pensioenregelingen (actief) aan het
einde van het jaar
9.730
10.394
(in duizenden euro)
31 december
2024
31 december
2023
Toegezegd-pensioenverplichting aan het einde van vorig jaar
18.165
15.482
Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten
211
170
Rentelasten
398
442
Betaalde uitkeringen
-737
-84
Bijdrage van de deelnemers
250
238
Effect van wijzigingen in demografische hypotheses
8
0
Effect van wijzigingen in financiële hypotheses
-28
1.285
Effect van ervaringsaanpassingen
-254
81
Effect van wisselkoerswijzigingen
-156
551
Toegezegd-pensioenverplichting aan het einde van het jaar
17.857
18.165
(in duizenden euro)
31 december
2024
31 december
2023
Reële waarde van fondsbeleggingen aan einde van vorig jaar
7.771
6.281
Bijdragen
1.012
1.016
Rendement op fondsbeleggingen
119
-7
Rentebaten op fondsbeleggingen
103
133
Betaalde uitkeringen
-737
-84
Administratieve uitgaven
-22
-18
Effect van wisselkoerswijzigingen
-119
450
Reële waarde van fondsbeleggingen aan einde van het jaar
8.127
7.771

De wijziging in de nettoverplichting gedurende de jaren 2024 en 2023 wordt in onderstaande tabel weergegeven:

Voor Zwitserland is de hoogte van de bijdragen gebaseerd op het op dat moment geldende pensioenplan in combinatie met het reglement voor het pensioenfonds van de stichting. De spaarbijdragen worden voor de helft gefinancierd door de werkgever en voor de helft door de werknemer. De risicopremies worden betaald door de werknemer tegen een tarief van 1% vanaf de leeftijd van 18 tot 24 jaar en 1,5% vanaf de leeftijd van 25 jaar. De werkgeversbijdrage komt overeen met het verschil tussen het totaal van alle bijdragen en de som van de bijdragen van alle werknemers. In geval van onderfinanciering moeten herstelmaatregelen worden genomen. Een mogelijke maatregel is het betalen van aanvullende herstelbijdragen.

De wijzigingen in de toegezegd-pensioenregelingen en in fondsbeleggingen zijn samengevat als volgt:

De JENSEN-GROUP is aangesloten bij een collectieve stichting die verantwoordelijk is voor het beheer van de activa en de reconciliatie van de activa en passiva. De fondsbeleggingen worden belegd in overeenstemming met de huidige investeringsregels van deze stichting. De beleggingsstrategie en de verplichtingenstructuur worden op regelmatige basis op elkaar afgestemd.

(in duizenden euro)
31 december
2024
31 december
2023
Toegezegd-pensioenverplichtingen - volledig ongefinancierd
8.413
8.515
Toegezegd-pensioenverplichtingen - (gedeeltelijk gefinancierd)
9.444
9.650
Reële waarde van fondsbeleggingen
8.127
7.771
Netto toegezegd-pensioenverplichting (actief)
9.730
10.394
Disconteringsvoet
Prijsinflatie
Verwachte loonstijging
2024
2023
2024
2023
2023
Zwitserland
1,10%
1,35%
1,10%
1,25%
1,75%
Frankrijk
3,45%
3,30%
n.v.t.
n.v.t.
3,00%
Duitsland
3,50%
3,30%
2,25%
2,25%
3,00%
Italië
3,40%
3,25%
2,00%
2,23%
n.v.t.

De volgende tabel geeft de voornaamste veronderstellingen weer die gebruikt worden bij de berekening van de voorzieningen:

Voor de eurozone zijn de disconteringsvoeten in de loop van 2024 toegenomen vanwege de stijgende rendementen op de internationale obligaties. Voor Zwitserland is het rendement op obligaties gedaald,

wat resulteerde in een lagere disconteringsvoet. Wat de inflatie in de eurozone betreft, hebben we rekening gehouden met een prijsinflatie van 2,25% voor Duitsland en 2,00% voor Italië (respectievelijk 2,25% en 2,23% gebruikt vorig jaar), door de inflatiecurve toe te passen op de kasstromen voor deze regelingen. In Frankrijk heeft de inflatie geen invloed op de uitkering. De verwachte loonstijgingspercentages zijn sinds vorig jaar niet gewijzigd voor de eurozone, maar daalden voor Zwitserland met 15 basispunten.

Via zijn toegezegd-pensioenverplichtingen is de Groep blootgesteld aan verschillende risico’s, waarvan de belangrijkste de volgende zijn:

- Volatiliteit van de activa: Van andere beleggingsinstrumenten dan obligaties wordt verwacht dat ze op lange termijn beter presteren dan (bedrijfs)obligaties, maar op korte termijn volatiliteit en risico creëren. De toewijzing van de fondsbeleggingen wordt opgevolgd om ervoor te zorgen dat deze passend is met betrekking tot de looptijd van het plan.

- Wijzigingen in obligatierendementen: De verplichtingen worden berekend aan de hand van een verdisconteringsfactor waarvoor als referentie het rendement op bedrijfsobligaties wordt genomen. De discontovoet voor de verplichtingen uit hoofde van vergoedingen na uitdiensttreding wordt bepaald aan de hand van het marktrendement op bedrijfsobligaties van hoge kwaliteit aan het einde van de verslagperiode, dit in overeenstemming met IAS 19.83. Een daling van de rendementen op bedrijfsobligaties zal de verplichtingen van de regelingen doen toenemen. Voor regelingen met kapitaaldekking zal dit gedeeltelijk gecompenseerd worden door een stijging van de reële waarde van de activa van de regeling.

GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
ANNUAL REPORT 2024
(in duizenden euro)
Wijziging in
veronderstelling
Disconteringsvoet
-25bp
623
+25bp
-586
Gewogen gemiddelde duur (in
jaren)
-25bp
14
+25bp
13

De sensitiviteit van de toegezegd-pensioenverplichtingen voor wijzigingen in de veronderstellingen is:

Deze voornoemde sensitiviteitsanalyses zijn gebaseerd op een wijziging in één parameter in de veronderstelling dat alle andere veronderstellingen gelijk blijven. Toch is het waarschijnlijk dat wijzigingen in de veronderstellingen met elkaar gecorreleerd kunnen zijn.

Het percentage fondsbeleggingen volgens asset-allocatie is als volgt op 31 december 2024 (2023):

- Gewone aandelen 5,79% (3,92%)

- Obligaties en andere schuldinstrumenten: 46,36% (49,74%)

- Onroerend goed: 24,55% (23,72%)

- Derivaten: 9,68% (10,32%)

- Cash: 0,40% (0,60%)

- Overige: 13,23% (11,70%)

De te verwachten bijdragen aan het plan en als directe betalingen tijdens het jaar dat begint na deze rapporteringsperiode worden geschat op 0,7 miljoen euro.

De JENSEN-GROUP biedt één pensioenplan aan in België dat wettelijk gestructureerd is als een toegezegde bijdrageregeling. In het boekjaar 2024 bedroegen de kosten van dit plan voor de JENSEN-GROUP NV 0,1 miljoen euro (2023: 0,1 miljoen euro).

Volgens de Belgische wet op de aanvullende pensioenen, de zogenaamde ‘Wet Vandenbroucke’, moeten alle Belgische toegezegde bijdrageregelingen volgens IFRS beschouwd worden als toegezegd-pensioenregelingen. De Wet Vandenbroucke voorziet in de context van toegezegde bijdrageregelingen dat de werkgever een jaarlijks minimumrendement van 1,75% op de bijdragen vanaf 2016 dient te garanderen, en een minimumrendement van 3,75% op de bijdragen van voor 2016.

Ten gevolge van dit minimumrendement voor toegezegde bijdrageregelingen in België wordt de werkgever blootgesteld aan een financieel risico. Het is immers wettelijk verplicht om de bijdragen te blijven betalen als het fonds over onvoldoende middelen beschikt om alle uitkeringen uit te betalen met betrekking tot de diensttijd in de huidige en voorgaande periodes. Deze regelingen moeten daarom worden geclassificeerd en geboekt als toegezegd-pensioenregelingen onder IAS 19.

In het verleden boekte het bedrijf deze regelingen niet als toegezegd-pensioenregelingen omdat hogere disconteringsvoeten van toepassing waren en het rendement dat verzekeringsmaatschappijen voorzagen op fondsbeleggingen volstond om het minimumrendement te garanderen.

Ten gevolge van de continu lage rentevoeten op de Europese financiële markten worden werkgevers in België daadwerkelijk blootgesteld aan een hoger risico met betrekking tot pensioenplannen met een gegarandeerd minimumrendement dan in het verleden, zodat ze de mogelijke gevolgen van een boeking als toegezegd-pensioenregelingen van deze plannen moeten evalueren.

Wij vroegen aan een externe partij om een schatting te maken van de mogelijke bijkomende verplichtingen en zij oordeelden dat er geen mogelijke bijkomende verplichtingen waren per 31 december 2024.

GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
ANNUAL REPORT 2024
(in duizenden euro)
31 december
2024
31 december
2023
Voorzieningen voor garanties
8.686
8.377
Voorzieningen voor terugnameverplichtingen
354
256
Overige voorzieningen
820
1.338
Voorzieningen voor overige risico’s en kosten
9.861
9.971
(in duizenden euro)
31
december
2023
Acq.
dochter
maats.
Toevoeg
-ingen
Gebruik
Terug-
name
Wissel
-koers
Herclass.
31
december
2024
Voorzieningen voor garanties
8.377
49
6.573
-4.521
-1.797
5
0
8.687
Voorzieningen voor
terugkoopverplichtingen
256
0
173
0
-75
0
0
354
Overige voorzieningen
1.338
0
-1
-40
-100
24
-400
820
Totaal voorzieningen
9.971
49
6.745
-4.561
-1.972
29
-400
9.861

Toelichting 11: Voorzieningen voor overige risico’s en kosten

Wijzigingen in voorzieningen kunnen als volgt worden samengevat:

Garantieverplichting: Op basis van de verkopen tijdens het jaar wordt een voorziening voor garantie-verplichtingen aangelegd. De voorziening wordt berekend op basis van de huidige verkoopcijfers van het jaar en de beschikbare informatie over de producten die terugkeren tijdens de standaardgarantie (gemiddeld tussen 18 en 24 maanden). De voorziening voor garantieverplichtingen aan het einde van 2024 komt proportioneel overeen met de toename van onze operationele activiteiten gedurende het jaar. Het is opmerkelijk dat de voorziening voor garantieverplichtingen als percentage van de opbrengsten van de Groep ondanks de uitbreiding van de activiteiten constant is gebleven op 2%. Deze stabiliteit onderstreept het streven van de Groep naar kwaliteit en uitmuntende klantenservice, zelfs te midden van een aanzienlijke operationele groei.

Terugkoopverplichtingen: Een voorziening voor terugkoopverplichtingen wordt opgenomen wanneer de JENSEN-GROUP apparatuur verkoopt waarvoor de klant een leasingovereenkomst aangaat met een leasingmaatschappij en deze partij een terugkoopclausule vraagt. Indien de klant in gebreke blijft, kan de leasingmaatschappij aan de JENSEN-GROUP vragen om de machine terug te nemen.

Dit verhoogt het risico dat de Groep machines moet terugnemen tijdens de duur van de financiering.

De waarde van de machines zou al lager kunnen zijn dan de resterende financiële verplichting, en daarom is er een voorziening getroffen.

Overige voorzieningen: worden gevormd voor juridische geschillen, waarvoor op basis van een voorzichtige beoordeling, een voorziening werd aangelegd. De meeste geschillen zijn gedekt door de verzekering. Op basis van ingewonnen juridisch advies, verwacht het management dat deze geschillen geen significante invloed zullen hebben op de winstgevendheid van de Groep. De voorziening voor onzekere belastingposities werd opgenomen als belastingverplichting (0,4 miljoen euro).

(in duizenden euro)
31 december
2024
31 december
2023
Handelsschulden
30.485
28.450
Schulden m.b.t. bezoldigingen en sociale lasten
16.605
16.380
Overige schulden
13.025
5.724
Overlopende rekeningen
13.491
8.645
Afgeleide financiële instrumenten
611
67
Totale handels- en overige schulden
74.217
59,266
Overige schulden
6.670
2.545
Vorderingen op lange termijn
6.670
2.545

Toelichting 12: Handels- en overige schulden

De handelsschulden komen gemiddeld overeen met de laatste maand van uitstaande aankopen. Eind december zijn de uitstaande handelsschulden met 7% gestegen ten opzichte van de vorige periode, een verandering die volledig toerekenbaar is aan de toegenomen activiteit van de Groep.

De uitbreiding van ons personeelsbestand van 1.830 naar 2.059 werknemers aan het einde van het jaar, in combinatie met de inflatie en wisselende economische omstandigheden in verschillende landen, heeft geleid tot een stijging van 12% van de personeels-vergoedingen zoals weergegeven in de resultatenrekening. Ondanks deze stijging blijft het te betalen bedrag stabiel ten opzichte van december 2023.

De overige schulden stijgen met 7,3 miljoen euro, voornamelijk door de lopende investeringen in de uitbreiding van de productiefaciliteiten in China (0,7 miljoen euro) en de termijnaankoop (5,4 miljoen euro) op het minderheidsbelang (NCI) van MAXI-PRESS waarvan 1,2 miljoen euro is opgenomen in het kortlopende gedeelte. Voor meer informatie, zie toelichting 23.

De toe te rekenen kosten hebben voornamelijk betrekking op de gemaakte kosten voor bouwcontracten

die worden toegewezen aan het relevante boekjaar. Bovendien zijn ook niet-operationele kosten die in het jaar 2024 moeten worden geboekt, in deze overlopende post opgenomen.

De over te dragen opbrengsten bedragen 3 miljoen euro (1,4 miljoen euro in 2023). Deze factoren dragen samen bij aan de toename van de uitstaande schulden aan het einde van het jaar

(+15,0 miljoen euro). Deze stijging weerspiegelt onze strategische investeringen en groei-initiatieven.

GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
ANNUAL REPORT 2024
(in duizenden euro)
31 december
2024
31 december
2023
Verschil
%
Grond- en hulpstoffen
-202.886
-188.928
7%
Diensten en diverse goederen
-56.145
-45.772
23%
Bezoldigingen en sociale lasten
-132.302
-118.486
12%
Afschrijvingen en waardeverminderingen
-8.888
-5.995
48%
Bijzondere waardeverminderingen en voorzieningen
-3.421
-1.638
109%
Totale kosten
-403.642
-360.819
12%

Toelichting 13: Operationele kosten

De kosten voor grond-en hulpstoffen, die gedetailleerd worden weergegeven in de verschillende hieronder vermelde subcomponenten, zijn met 7% gestegen ten opzichte van vorig jaar. Deze stijging is zowel toe te schrijven aan de uitbreiding van de operationele activiteiten als aan de schommelingen in de marktprijzen door de inflatie. De belangrijkste onderdelen zijn:

- Grond- en hulpstoffen

- Handelsgoederen

- Verpakking

- Vracht

- Reserveonderdelen & diensten

- Onderaanneming

De groei in onze operationele activiteiten, inclusief orders en opbrengsten, is bijzonder hoog. Onze uitgaven aan grondstoffen worden momenteel echter beperkt door de capaciteit van onze productie- en engineeringcentra (PEC's). In antwoord hierop investeert de Groep actief in de uitbreiding van productiefaciliteiten in China en Denemarken, met bijkomende investeringen gepland voor Zweden.

Diensten en overige goederen bedragen 56,1 miljoen euro en hun evolutie (+ 10,4 miljoen euro) ligt in lijn met de groei van de Groep.

De belangrijkste onderdelen bestaan uit:

- Marketing

- Nuts- en kantoordiensten

- IT

- Onderhoud en herstellingen

- Reizen

- Onderzoek

De uitbreiding van ons personeelsbestand van 1.830 naar 2.059 op het einde van het jaar, in combinatie met de inflatie en de wisselende economische omstandigheden in verschillende landen, heeft geleid tot een stijging van de bezoldigingen en sociale lasten met 12% ten opzichte van 31 december 2023.

Afschrijvingen bedragen 8,9 miljoen euro in 2024. Deze kosten worden verder gedetailleerd per activaklasse in toelichtingen 4 en 5.

(in duizenden euro)
31 december
2024
31 december
2023
Verschil
Waardeverminderingen op handelsvorderingen
2.144
1.210
934
Waardeverminderingen op contractactiva
455
0
455
Waardeverminderingen op voorraden
811
309
502
Wijzigingen in voorzieningen voor personeelsverplichtingen
-228
-288
60
Wijziging in voorzieningen
241
405
-164
Bijzondere waardeverminderingen en voorzieningen
3.421
1.636
1.785
(in duizenden euro)
31 december
2024
31 december
2023
Verschil
Overige bedrijfsopbrengsten
1.406
1.797
-391
Overige operationele kosten
-193
-356
163
Totaal
1.213
1.441
-228

Bijzondere waardeverminderingen en voorzieningen worden in onderstaande tabel samengevat:

Als gevolg van een toename in de uitstaande saldi van debiteuren neemt de voorziening voor dubieuze debiteuren toe ten opzichte van de vorige periode. Zie toelichting 20 voor de roll-forward van de voorziening voor dubieuze debiteuren van 31 december 2023 tot 31 december 2024.

De wijziging in voorzieningen wordt samengevat in toelichting 11, en vertegenwoordigt voornamelijk de beweging van de voorziening voor garantieverplichting.

Toelichting 14: Overig operationeel resultaat

In 2023 stegen de overige bedrijfsopbrengsten - voornamelijk commissies - met 0,5 miljoen euro uit bepaalde producten, samen met eenmalige verzekeringsbaten van 0,3 miljoen euro. In 2024 zijn de opbrengsten weer op het voorgaande niveau, gezien de toegenomen activiteit van de Groep.

GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
ANNUAL REPORT 2024
(in duizenden euro)
31 december
2024
31 december
2023
Verschil
Financiële opbrengsten
4.326
3.697
629
Interest opbrengsten
2.577
1.994
583
Overige financiële opbrengsten
235
121
114
Wisselkoerswinsten
1.513
1.582
-68
Financiële kost
-6.503
-4.655
-1.848
Interest kosten
-1.806
-1.653
-153
Overige financiële kosten
-1.672
-954
-718
Wisselkoersverliezen
-3.024
-2.048
-976
Totaal netto financiële kosten
-2.177
-958
-1.219

Toelichting 15: Financiële opbrengsten en financiële kosten

De interest opbrengsten zijn voornamelijk afkomstig van opbrengsten uit financiële activa en uit liquide middelen en stijgen met 0,6 miljoen euro.

De Groep belegt in twee soorten obligaties, geclassificeerd als financiële activa (zie toelichting 20):

- aangehouden binnen een bedrijfsmodel met als doel de contractuele kasstroom en de kasstromen te innen (betalingen van hoofdsom en interesten);

- en obligaties die niet worden aangehouden voor handelsdoeleinden.

De kost van de financiële schuld stijgt met 0,2 miljoen euro door de positieve impact van terugbetalingen en van de stijging als gevolg van nieuwe financiële schulden bij kredietinstellingen (zie toelichting 9).

De overige financiële kosten stijgen met 0,7 miljoen euro in vergelijking met de vorige periode door de gerealiseerde minderwaarde op de verkoop van 50% van de aandelen van Ole Almeborg (0,4 miljoen euro).

De herwaardering van de posities op de balans en van de hedgingcontracten aan slotkoers leidt tot een wisselkoerswinst of -verlies. De classificatie van deze wisselkoersresultaten als operationeel of financieel resultaat is afhankelijk van de specifieke aard van het wisselkoerseffect.

(in duizenden euro)
31 december
2024
31 december
2023
Verschil
Courante belastingen
-14.012
-12.147
-1.865
Uitgestelde belastingen
1.055
1.653
-598
Totale winstbelastingen
-12.957
-10.494
-2.463
(in duizenden euro)
31 december
2024
31 december
2023
Boekhoudkundige winst vóór belastingen
52.498
41.926
Resultaat van participaties opgenomen volgens de
vermogensmutatiemethode
3.938
2.141
Belastingbasis
48.560
39.785
Theoretisch belastingtarief
24,50%
23,84%
Winstbelasting berekend aan het gewogen gemiddelde
van de theoretische belastingtarieven voor de
verschillende entiteiten.
11.897
9.484
Verworpen uitgaven
211
233
Belastingaanpassingen vorig jaar
120
-50
Fiscale verliezen waarvoor geen uitgestelde belastingvordering is
opgenomen
616
176
Overige
113
651
Subtotaal
211
879
Werkelijke belastinguitgaven
12.957
10.494
Effectief belastingtarief
26,68%
26,38%

Toelichting 16: Winstbelastingen

De winstbelastingen kunnen als volgt worden samengevat:

De totale winstbelastingen stijgen met 2,5 miljoen euro, en zijn te wijten aan een verbeterd resultaat voor belastingen. De beweging van de balansposities van uitgestelde belastingen wordt verder uitgesplitst naar hun aard in toelichting 5.

Het verband tussen belastinglasten en boekhoudkundige winst per 31 december 2024 en 31 december 2023 wordt in onderstaande reconciliatietabel samengevat:

Reconciliatie van effectief belastingtarief:

Het effectieve belastingtarief van 26,68% is hoger dan het theoretische belastingtarief van 24,50% van de verschillende entiteiten, en is voornamelijk te wijten aan verworpen uitgaven en fiscale verliezen waarvoor geen uitgestelde belastingvordering is opgenomen.

In 2024 worden op verschillende locaties belastingcontroles aangekondigd. De Groep heeft de nodige voorzieningen aangelegd op basis van de beste schatting van de verwachte uitkomst van deze controle.

GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
ANNUAL REPORT 2024
31 december
2024
31 december
2023
Verschil %
Gewone winst per aandeel (in euro)
4,31
3,39
27%
Gewogen gem. aantal uitstaande aandelen
9.542.241
9.150.330

Toelichting 17: Winst per aandeel

De gewone winst per aandeel wordt berekend door het aandeel van de Groep in de winst van het jaar, d.i. 41,2 miljoen euro (31 miljoen euro in 2023) te delen door het gewogen gemiddeld aantal gewone uitstaande aandelen gedurende de jaren eindigend op 31 december 2024 en 2023.

De winst per aandeel (WPA) steeg met 0,92 euro per aandeel, een stijging met 27% in vergelijking met de vorige periode.

(in duizenden euro)
31 december
2024
31 december
2023
Verschil
Geldbeleggingen en liquide middelen
42.455
51.112
-8.657
Kredietlijn
-8.613
-9.656
1.043
Nettokas en liquide middelen
33.842
41.455
-7.614
KASSTROOM UIT OPERATIONELE ACTIVITEITEN
30.619
21.621
KASSTROOM UIT INVESTERINGSACTIVITEITEN
-41.360
-12.756
KASSTROOM UIT FINANCIERINGSACTIVITEITEN
1.958
2.826
Netto toename / (afname) van liquide middelen
-8.783
11.691
Wisselkoerswinst /(verlies) op liquide middelen en opgenomen
kredietlijnen
1.169
-147

Toelichting 18: Kasstroomoverzicht

In het kasstroomoverzicht zijn liquide middelen en opgenomen kredietlijnen als volgt samengesteld:

Net als in 2023 hebben de operationele activiteiten in 2024 geprofiteerd van verbeterde jaarresultaten. Deze positieve impact werd gedeeltelijk geneutraliseerd door een stijging van het werkkapitaal, wat resulteerde in een kasuitstroom van 16,6 miljoen euro. De contractactiva stegen met 29,3 miljoen euro, wat het indrukwekkende orderboek weerspiegelt dat de Groep blijft realiseren. Anderzijds stijgen de contractpassiva ook met 29,8 miljoen euro. In 2023 bleef de betaalde winstbelasting beperkt tot 4,5 miljoen euro. Door de sterke resultaten van 2023 en de vooruitbetalingen voor de verwachte resultaten van 2024 is de kasuitstroom voor winstbelastingen in 2024 echter gestegen tot 18,4 miljoen euro.

De verwerving van 85% van de aandelen van MAXI-PRESS Holding GmbH, Duitsland, en zijn dochter-ondernemingen heeft de investeringsactiviteiten aanzienlijk geïmpacteerd met 31,7 miljoen euro (na aftrek van verworven liquide middelen). Daarnaast resulteerden strategische investeringen in de uitbreiding van productie-faciliteiten in China en Denemarken, samen met reguliere investeringen in materiële vaste activa, in een extra uitstroom van 11,8 miljoen euro. Deze investeringen vergroten onze productiefaciliteiten en sluiten ook aan bij onze strategische doelen van capaciteitsuitbreiding en diversificatie van ons productaanbod. Deze investerings-activiteiten werden gedeeltelijk gecompenseerd door de positieve impact van de opbrengsten uit en aankoop van financiële instrumenten voor een bedrag van 1,2 miljoen euro en de ontvangst van een dividend van Inax van 0,9 miljoen euro met betrekking tot de resultaten van 2023.

De dividenduitkering aan de aandeelhouders, gebaseerd op de financiële resultaten van 2023, bedraagt

7,4 miljoen euro. Daarnaast werden de financieringsactiviteiten verder beïnvloed door het terugkoopprogramma van aandelen, waarmee de Groep voor een totaalbedrag van 4,8 miljoen euro aan aandelen terugkocht. De ontvangsten uit en terugbetalingen van leningen worden voornamelijk beïnvloed door de nieuwe roll-over lening van 20 miljoen euro die de transactie voor de verwerving van 85% in MAXI-PRESS mogelijk maakt.

GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
ANNUAL REPORT 2024
(in duizenden euro)
31 december
2024
31 december
2023
Verschil
Letters of Intent
12.893
14.404
-1.511
Bankgaranties
9.277
9.344
-67
Hypotheken
7.009
5.702
1.307
Onderpand
20.006
0
20.006
Terugkoopverplichtingen
3.368
2.560
-5.362

Toelichting 19: Zakelijke zekerheden

De JENSEN-GROUP ging de volgende verbintenissen aan:

Het nieuwe onderpand van 20 miljoen euro is gerelateerd aan de acquisitie van MAXI-PRESS, die de Groep gedeeltelijk financierde via een roll-over lening van 20 miljoen euro. Die roll-over werd gegarandeerd door een onderpand op de financiële activa dat geboekt werd aan reële waarde via overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, DKK-obligaties, zoals weergegeven in toelichting 20.

Het management verwacht niet dat deze verbintenissen een grote impact zullen hebben op de financiële positie of de rentabiliteit van de Groep.

(in duizenden euro)
31 december 2024
31 december 2023
Boekwaarde
Bedrag
reële
waarde
Boekwaarde
Bedrag
reële
waarde
FINANCIËLE ACTIVA
Financiële activa aan afgeschreven kostprijs
4.869
4.433
5.139
4.609
Financiële activa aan reële waarde via overige gerealiseerde
en niet-gerealiseerde resultaten
25.234
25.234
25.953
25.953
Overige LT-vorderingen
1.455
1.351
1.929
1.791
Handelsvorderingen
128.197
128.197
103.721
103.721
Afgeleide financiële instrumenten - Valutacontracten
121
121
345
345
Afgeleide financiële instrumenten - Renteswaps
193
193
307
307
Geldbeleggingen en liquide middelen
42.455
42.455
51.112
51.112
Totaal
202.524
201.984
188.506
187.839
FINANCIËLE VERPLICHTINGEN
Financiële schulden
57.294
56.793
38.622
38.052
Financiële schulden - factoring
3.792
3.792
3.708
3.708
Aankoop op termijn (forward) van het minderheidsbelang
5.400
5.400
0
0
Handelsschulden
30.485
30.485
28.450
28.450
Afgeleide financiële instrumenten - Valutacontracten
611
611
67
67
Afgeleide financiële instrumenten - Renteswaps
0
0
0
0
Totaal
97.582
97.081
70.842
70.277

Toelichting 20: Financiële instrumenten - Markt- en overige risico’s

De onderstaande tabel geeft een overzicht van de financiële instrumenten van de Groep. De boekwaarden worden verondersteld dicht bij de reële waarde te liggen.

Financiële activa

Om het risico te beperken dat gepaard gaat met het aanhouden van contanten, heeft de Groep er strategisch voor gekozen om een deel van de kasreserves toe te wijzen aan financiële activa, meer specifiek aan beleggingen in obligaties. Deze beleggingen worden geclassificeerd als financiële activa aan geamortiseerde kostprijs. Deze classificatie is gebaseerd op het feit dat de activa worden aangehouden binnen een bedrijfsmodel dat gericht is op het innen van contractuele kasstromen en dat de contractuele voorwaarden van deze activa kasstromen genereren die uitsluitend bestaan uit betalingen van hoofdsom en interesten. Deze benadering zorgt niet alleen voor een diversificatie van de beleggingsportefeuille van de Groep, maar sluit ook aan bij zijn risicobeheersingsstrategie.

Daarnaast is een deel van de kasreserves van de Groep belegd in obligaties die geclassificeerd zijn als financiële activa aan reële waarde via overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten. Deze specifieke DKK-obligaties, uitgegeven door Nykredit Realkredit AS en Realkredit Denmark, hebben vervaldagen in respectievelijk 2025, 2026 en 2033. Er wordt verwacht dat ze stabiele coupons zullen genereren over de periode en ze worden niet aangehouden om te worden verhandeld. In plaats daarvan heeft de Groep bij de initiële opname een onherroepelijke keuze gemaakt om deze obligaties op deze manier te categoriseren. Deze beslissing is gebaseerd op de beoordeling van de Groep dat een dergelijke classificatie beter aansluit bij zijn beleggingsstrategie en een meer relevante weergave geeft van de waarde van de financiële activa en de financiële positie van de Groep.

GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
ANNUAL REPORT 2024

Overige vlottende en vaste activa

Handelsvorderingen worden door de Groep geëvalueerd, waarbij verschillende parameters in overweging worden genomen zoals rentevoeten, specifieke risicofactoren van landen, individuele kredietwaardigheid van de klant en de risicokenmerken van het gefinancierde project. Deze uitgebreide beoordeling vormt de basis voor het aanleggen van voorzieningen voor de verwachte verliezen op deze vorderingen. De Groep is van mening dat de boekwaarde van deze vorderingen per 31 december 2024, na verwerking van de voorzieningen, nauw aansluit bij hun berekende reële waarde.

Afgeleide financiële instrumenten

De Groep gaat afgeleide financiële transacties aan met financiële instellingen, waarbij derivaten worden gewaardeerd met behulp van waarderingstechnieken die gebruikmaken van marktconforme inputs.

Deze derivaten bestaan voornamelijk uit renteswaps en valutatermijncontracten. De meest toegepaste waarderingstechnieken zijn forward pricing en swapmodellen, die gebaseerd zijn op actuele waarde berekeningen. Deze modellen maken gebruik van een reeks inputs, waaronder contante wisselkoers, termijnkoersen en rentecurves.

Afgeleide financiële instrumenten in de portefeuille van de Groep worden gewaardeerd door een onafhankelijke financiële instelling op basis van de huidige rentevoeten en wisselkoersen op de liquide markten. Deze financiële instrumenten worden gewaardeerd tegen reële waarde, en worden geclassificeerd in niveau 2. Deze classificatie geeft aan dat de gebruikte waarderingstechnieken gebruikmaken van andere inputs dan genoteerde prijzen die direct of indirect waarneembaar zijn voor de activa of verplichtingen.

Methoden en veronderstellingen om de reële waarden te schatten die afwijken van de boekwaarde:

- De financiële activa aan geamortiseerde kostprijs: de reële waarde is gebaseerd op de waardering door een onafhankelijke financiële instelling, die gebruikmaakt van de huidige rentevoeten en wisselkoersen op de liquide markten. Deze financiële instrumenten worden gewaardeerd tegen reële waarde, en worden geclassificeerd in niveau 2.

- Vorderingen op lange termijn binnen de Groep hebben voornamelijk betrekking op de financiering die aan klanten wordt verstrekt. De reële waarde van deze vorderingen op lange termijn wordt bepaald door de toekomstige kasstromen te disconteren naar hun huidige waarde met behulp van de effectieve rentevoeten die momenteel van toepassing zijn voor vorderingen met vergelijkbare voorwaarden, kredietrisicoprofielen en resterende looptijden.

- Handelsvorderingen, liquide middelen en handelsschulden benaderen hun boekwaarde als gevolg van de korte looptijden van deze instrumenten.

- De reële waarde van de financiële schulden wordt bepaald door de toekomstige kasstromen te disconteren naar hun huidige waarde met behulp van de effectieve rentevoeten die momenteel van toepassing zijn voor schulden met vergelijkbare voorwaarden, kredietrisico en resterende looptijden.

(in duizenden euro)
31 december
2024
31 december
2023
Vaste activa
193
307
Vlottende activa
121
346
Verplichtingen op lange termijn
0
0
Verplichtingen op korte termijn
-611
-67
Totaal
-296
586
Valutatermijncontracten: reële waarde
-489
279
Renteswaps: reële waarde
193
307
Totaal
-296
586

Bij de normale bedrijfsvoering is de JENSEN-GROUP blootgesteld aan valuta-, kredietrisico’s en risico’s

van rentevoeten. De Groep analyseert elk van deze risico’s afzonderlijk, en bepaalt strategieën om de economische impact op de resultaten van de JENSEN-GROUP te beheersen.

Reconciliatie van activa en passiva

Valutarisico's

De JENSEN-GROUP is blootgesteld aan valutarisico's op leningen, investeringen, alsook actuele en verwachte verkopen en aankopen, wanneer deze financiële transacties uitgedrukt zijn in een andere munt dan de functionele munt van de betrokken dochteronderneming. De belangrijkste valuta’s die een risico vormen zijn de US dollar, Zwitserse frank, Zweedse kroon, Deense kroon, Britse Pond, Chinese yuan, Australische dollar en Nieuw-Zeelandse dollar. Deze blootstelling weerspiegelt het wereldwijde karakter van de activiteiten en de verschillende valutaomgevingen waarin de Groep actief is.

De belangrijkste afgeleide financiële instrumenten die de Groep gebruikt om valutarisico’s te beheersen zijn valutatermijncontracten. In overeenstemming met het beleid van de Groep worden deze afgeleide instrumenten niet aangehouden voor speculatieve doeleinden of trading.

De JENSEN-GROUP hanteert een duidelijk omschreven beleid dat o.a. volgende bepalingen omvat:

- Het implementeren van indekkingen op alle bestaande orders in vreemde valuta’s op voortschrijdende basis van 12 maanden, om een consistent en proactief beheer van het valutarisico te garanderen.

- Afwijkingen van dit beleid moeten vooraf worden goedgekeurd door het Audit- en Risicocomité, zodat het Risk Management Framework van het bedrijf wordt nageleefd.

Bijgevolg worden deze indekkingen dus geclassificeerd als kasstroomindekkingen. Ze worden systematisch gecontracteerd als onderdeel van onze standaard operationele procedures, onafhankelijk van enige anticiperende visie op wisselkoersschommelingen. Het hoofddoel van deze aanpak is om de winstmarge veilig te stellen op het moment dat een projectcontract wordt getekend met een klant.

Alle valutacontracten binnen de JENSEN-GROUP worden gecentraliseerd en beheerd door de treasury-afdeling van de Groep. De contracten worden enkel aangegaan op basis van de input van de verschillende dochter-ondernemingen. Deze gecentraliseerde aanpak zorgt voor een coherent en gestroomlijnd beheer van de valutarisico's binnen de Groep en vergemakkelijkt een effectief toezicht op en hefboomwerking van de collectieve valutarisico's van de Groep.

GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
ANNUAL REPORT 2024
2024
(in duizenden euro)
Totale blootstelling
Totaal derivaten
Open positie
EUR/USD
-11.361
11.000
-361
EUR/GBP
-1.647
1.500
-147
EUR/AUD
-5.809
2.165
-3.644
EUR/SEK
5.225
-3.500
1.725
EUR/NZD
-18
380
362
EUR/CHF
2.315
-538
1.777
TOTAAL
-11.295
11.007
-287
2023
(in duizenden euro)
Totale blootstelling
Totaal derivaten
Open positie
EUR/USD
-7.059
9.936
2.877
EUR/GBP
-3.354
3.000
-354
EUR/AUD
-652
1.324
672
EUR/SEK
3.233
-1.500
1.733
EUR/NZD
-69
350
281
EUR/NOK
-1.601
901
-700
TOTAAL
-9.502
14.010
4.508

Het valutarisico als gevolg van omzetting van de financiële staten van niet-euro vennootschappen, wordt niet ingedekt (toelichting 8).

De volgende tabel geeft inzicht in de netto posities van de Groep in vreemde valuta’s per 31 december 2024 en 31 december 2023, die zowel gerelateerd zijn aan bestaande orders als aan verwachte transacties. Een negatieve blootstelling duidt op de intentie van het bedrijf om vreemde valuta’s te verkopen in ruil voor euro's, terwijl een positieve positie een plan aangeeft om vreemde valuta’s te kopen en tegelijk euro's te verkopen. Deze open posities zijn een rechtstreeks gevolg van het uitgebreide risicobeheersingsbeleid

van de JENSEN-GROUP.

De productie binnen de JENSEN-GROUP gebeurt wereldwijd op verschillende locaties, waarbij elke locatie in haar eigen munt werkt om zo te kunnen inspelen op de regionale economische omgeving:

- De Europese vestigingen werken met de euro, Deense kroon en Zweedse kroon als transactievaluta.

- In de VS worden de productieactiviteiten uitgevoerd in USD, wat de lokale munteenheid weerspiegelt.

- In China is de operationele munteenheid voor productieactiviteiten de CNY.

Deze geografische en financiële diversificatie weerspiegelt de wereldwijde voetafdruk van de productiecapaciteit van de JENSEN-GROUP en zijn strategische aanpak om te navigeren doorheen de complexiteit van de internationale valutamarkten.

(in duizenden
euro)
Valutawijziging
Impact op
nettowinst1
Impact op eigen
vermogen
USD
-5,98%
-993
-2.670
5,98%
1.259
3.009
GBP
-3,71%
-63
-167
3,71%
99
180
AUD
-2,34%
-268
-105
2,34%
285
110
NZD
-3,87%
-38
-20
3,87%
40
21
CNY
-3,33%
263
-414
3,33%
-479
441
SEK
-3,21%
240
-493
3,21%
-238
526
CHF
-5,26%
142
-463
5,26%
-92
515
DKK
-0,09%
37
-145
0,09%
-57
145
NOK
-3,88%
-10
-12
3,88%
17
13
SGD
-3,27%
-132
3,27%
141
JPY
-7,60%
-1.693
7,60%
1.971
BRL
-19,20%
-1
19,20%
1
AED
-4,52%
-11
4,52%
12
TRY
-15,26%
-834
15,26%
1.134

Gevoeligheidsanalyse voor 2024

1: De raming is gebaseerd op de standaard afwijking van de dagelijkse volatiliteit van de wisselkoersen gedurende de laatste 360 dagen per 31 december 2024, en gaat uit van een betrouwbaarheidsmarge van 95%.

Deze berekeningen zijn een puur theoretische oefening en houden geen rekening met de potentiële winst of verlies in verkoop als gevolg van de relatieve verzwakking of versterking van valuta’s. Deze benadering richt zich enkel op het wiskundige aspect van wisselkoersschommelingen zonder rekening te houden met de praktische impact op de verkoopprestaties en de marktdynamiek.

GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
ANNUAL REPORT 2024
Munt
Verkoop
Gemiddelde
wisselkoers
Vervaldatum
Reële waarde
in duizenden
euro
EUR/GBP
1.245.955
0,83
16/1/2025
-2
EUR/AUD
3.532.734
1,63
4/03/2025
88
EUR/USD
12.076.407
1,10
25/2/2025
-605
EUR/NZD
684.434
1,80
17/4/2025
11
Munt
Koop
Gemiddelde
wisselkoers
Vervaldatum
Reële waarde
in duizenden
euro
EUR/SEK
40.300.993
11,51
2/03/2025
22
EUR/CHF
500.000
0,93
27/2/2025
-3
Munt
Verkoop
Gemiddelde
wisselkoers
Vervaldatum
Reële waarde
in duizenden
euro
EUR/GBP
2.604.181
0,87
4/2/2024
7
EUR/AUD
2.214.133
1,67
19/4/2024
-31
EUR/USD
10.763.272
1,08
10/4/2024
252
DKK/SEK
11.247.823
1,43
30/12/2024
16
EUR/NZD
640.606
1,83
20/6/2024
-14
EUR/NOK
10.349.000
11,49
10/1/2024
-22
Munt
Koop
Gemiddelde
wisselkoers
Vervaldatum
Reële waarde
in duizenden
euro
EUR/SEK
17.466.336
11,64
19/1/2024
70

Per 31 december 2024 had de Groep een portefeuille van valutacontracten. Het is opmerkelijk dat de saldi die binnen de komende 12 maanden vervallen gelijk zijn aan hun boekwaarde, aangezien de impact van discontering van deze saldi als onbelangrijk wordt beschouwd. Dit wijst op een nauwe afstemming tussen de nominale en geboekte waarden van deze contracten, wat een weerspiegeling is van het efficiënte beheer door de Groep van zijn valutarisico op de korte termijn.

2024

2023

In overeenstemming met vorig jaar zijn alle valutacontracten die door de Groep worden aangehouden vanaf eind 2024 toegewezen, en dienen ze effectief als kasstroomafdekkingen. De variaties in hun reële waarde in de loop van 2024, die in totaal -0,1 miljoen euro na belastingen bedragen (0,1 miljoen in 2023), zijn overgedragen in het eigen vermogen. Het is belangrijk om op te merken dat er geen ineffectiviteit van deze afdekkingen is opgenomen, wat duidt op een nauwkeurige afstemming tussen de gebruikte afdekkingsstrategieën en de beoogde financiële resultaten.

Renterisico

De Groep gebruikt afgeleide financiële instrumenten als strategische maatregel om het risico op ongunstige schommelingen in rentepercentages te beperken. De Groep voert een strikt beleid om afgeleide instrumenten niet te gebruiken voor speculatieve of trading doeleinden, en zorgt er zo voor dat hun gebruik duidelijk is

(in duizenden euro)
Effectieve
rentevoet
Boekwaarde
< 1
maand
> 1 maand < 3
maanden
> 3 maanden <
12 maanden
1-5
jaar
> 5
jaar
VARIABELE RENTE
CNY
3,25% - 4,80%
12.893
8.610
158
475
3.650
0
Totaal variabele rente
12.893
8.610
158
475
3.650
0
VASTE RENTE
EUR
1,32% - 2,28%
17.383
191
382
11.717
2.632
2.462
DKK1
0,44% -2,99%
27.011
20.039
78
354
1.947
4.593
Totaal vaste rente
44.394
20.230
460
12.071
4.579
7.055
FACTORING
EUR
3.792
183
366
1.648
1.000
595
Totaal
61.079
29.023
984
14.193
9.229
7.650
2023
(in duizenden euro)
Effectieve
rentevoet
Boek-
waarde
< 1
maand
> 1 maand <
3 maanden
> 3 maanden
< 12
maanden
1-5 jaar
> 5
jaar
VARIABELE RENTE
CNY
3,94% -5,0%
14.404
9.655
153
458
4.138
0
Totaal variabele rente
14.404
9.655
153
458
4.138
0
VASTE RENTE
EUR
1,32% - 2,28%
18.515
183
366
1.646
14.316
2.005
DKK1
0,44% -1,5%
5.703
26
51
232
1.336
4.059
Totaal vaste rente
24.218
208
417
1.877
15.652
6.064
FACTORING
EUR
3.708
139
279
1.255
2.034
0
Totaal
42.330
10.003
848
3.591
21.824
6.064
1: Omvat zowel leningen tegen vaste rente als leningen tegen variabele rente gedekt door
renteswaps.

afgestemd op de doelstellingen van de risicobeheersing.

De financieringingsactiviteiten binnen de JENSEN- GROUP worden gecentraliseerd in de treasury-afdeling. Deze centralisatie vergemakkelijkt het afdekkingsbeleid van de Groep door gebruik te maken van renteswaps (Interest Rate Swaps of kortweg IRS).

Een dergelijke aanpak verbetert de efficiëntie en effectiviteit van de financiële managementpraktijken van de Groep, en zorgt voor een coherent en eenduidig overzicht van de afdekkingsstrategieën en blootstellingen aan financiële risico’s.

Met betrekking tot rentedragende financiële verplichtingen geeft de tabel hun effectieve rentevoeten op balansdatum weer, samen met de vervaldagen of de intervallen waarop deze verplichtingen moeten worden herzien. Het is belangrijk op te merken dat voor saldi die binnen de komende 12 maanden vervallen, de verschuldigde bedragen gelijk zijn aan hun boekwaarde, aangezien het effect van discontering als verwaarloosbaar wordt beschouwd.

2024

GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
ANNUAL REPORT 2024
2024
Munt
SWAP bedrag
Vaste rente
Vervaldatum
Reële waarde
in duizenden euro
DKK
13.206.509
0,44%
30/12/2039
241
DKK
12.162.025
2,99%
31/3/2029
-47
TOTAAL in euro
3.401.611
193
2023
Munt
SWAP bedrag
Vaste rente
Vervaldatum
Reële waarde
in duizenden euro
DKK
14.083.848
0,44%
30-12-2039
307
TOTAAL in euro
1.889.714
307
(in duizenden euro)
Boekwaarde
Effectieve
rentevoet
Mogelijke rentes op
31 december 2024
CNY
12.893
3,25% - 4,80%
1,69% - 6,36%
TOTAAL in euro
12.893

De volgende tabel geeft een overzicht van de voorwaarden van de renteswaps:

In overeenstemming met vorig jaar zijn de renteswaps die worden aangehouden door het bedrijf effectieve kasstroomafdekkingen. Gedurende 2024 werden de schommelingen in hun reële waarde, die 0,2 miljoen euro bedroegen na belastingen (0,2 miljoen euro in 2023), overgedragen in het eigen vermogen.

Deze boekhoudkundige verwerking weerspiegelt de strategie van het bedrijf om het renterisico te beheren, en is in lijn met de principes van hedge accounting. Het is significant dat er geen ineffectiviteit van deze afdekkingsactiviteiten is opgenomen, wat duidt op een nauwkeurige afstemming tussen de gebruikte afdekkingsinstrumenten en het onderliggende risico.

Zoals toegelicht in de bovenstaande tabel, hebben in totaal 12,9 miljoen euro van de totale rentedragende financiële verplichtingen van de Groep een variabele rentevoet. Dit bedrag bevat niet de 3,4 miljoen euro

die wordt ingedekt door een renteswap.

Volgens de inschatting van de Groep zouden de marktrentes die van toepassing zijn op de leningen met variabele rentevoet redelijkerwijs als volgt kunnen wijzigen:

Rekening houdend met de redelijkerwijs mogelijke fluctuatie in de marktrente zoals beschreven en door

dit toe te passen op de leningen met variabele rentevoet van de Groep per 31 december 2024 terwijl alle andere variabelen constant worden gehouden wordt geschat dat de winst voor 2024 0,6 miljoen euro lager of hoger had kunnen zijn. Deze projectie onderstreept de gevoeligheid van de financiële prestaties van de Groep voor veranderingen in rentevoeten, en benadrukt de potentiële impact op zijn winstgevendheid als gevolg van variaties in de kosten van zijn leningen met variabele rente. Deze analyse is van cruciaal belang om inzicht te krijgen in de financiële risico's die gepaard gaan met rentebewegingen en om de strategieën van de Groep voor risicobeheersing te beoordelen.

2024
(in duizenden euro)
Korte termijn
< 60 dagen
> 60 dagen
< 90 dagen
achterstallig
> 90 dagen <
120 dagen
achterstallig
> 120 dagen
achterstallig
Totaal
Uitstaande handelsvorderingen
92.312
15.721
5.191
4.614
10.552
128.390
Onderpand als zekerheid
0
Netto blootstelling
92.312
15.721
5.191
4.614
10.552
128.390
Geboekte voorzieningen
-4.835
Totaal
123.555
2023
(in duizenden euro)
Korte termijn
< 60 dagen
> 60 dagen
< 90 dagen
achterstallig
> 90 dagen <
120 dagen
achterstallig
> 120 dagen
achterstallig
Totaal
Uitstaande handelsvorderingen
71.062
10.194
4.324
3.304
11.378
100.622
Onderpand als zekerheid
0
Netto blootstelling
71.062
10.194
4.324
3.304
11.378
100.622
Geboekte voorzieningen
-3.475
Totaal
97.147

Kredietrisico

Kredietrisico is het risico waarbij een partij die betrokken is bij een financieel instrument haar verplichting niet nakomt, wat leidt tot een financieel verlies voor de andere partij.

Bij het beheren van kredietrisico's maakt de Groep in zijn beleid gebruik van historische gegevens over achterstallige handelsvorderingen. Naast deze retrospectieve analyse, zoals uiteengezet in zijn waarderingsbeleid, neemt de Groep toekomstgerichte informatie op om een volledig beeld te krijgen van potentiële kredietrisico's.

In overeenstemming met het kredietbeleid van de Groep worden klanten die projecten uitvoeren verplicht om ofwel een voorschot te betalen ofwel een vorm van garantie te geven, zoals kredietbrieven of bankgaranties. Deze vereiste maakt deel uit van het due diligence proces van de Groep, waarbij de kredietwaardigheid wordt beoordeeld van zowel nieuwe als bestaande klanten van wie het inkoopvolume toeneemt. Deze uitgebreide aanpak zorgt ervoor dat de Groep kredietrisico's effectief beheert en beperkt, waardoor zijn financiële gezondheid en stabiliteit worden gewaarborgd.

Geconsolideerde ouderdomsbalans van de openstaande klanten KT

Saldi die binnen de komende 12 maanden vervallen, worden opgenomen tegen hun boekwaarde, aangezien het effect van discontering van deze bedragen niet significant wordt geacht.

Handelsdebiteuren en overige vorderingen worden in de balans opgenomen aan hun geamortiseerde kostprijs. Die is gewoonlijk gelijk aan het oorspronkelijk gefactureerde bedrag, en gecorrigeerd met een voorziening voor verwachte kredietverliezen.

GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
ANNUAL REPORT 2024
(in duizenden euro)
Voorziening voor dubieuze debiteuren eind 2023
3.475
Toevoegingen
2.144
Terugnames
-818
Wisselkoersverschil
34
Voorziening voor dubieuze debiteuren eind 2024
4.835

Gezien de projectmatige aard van de activiteiten van de Groep en de opmerkelijke concentratie van handelsvorderingen/contractactiva met betrekking tot individueel significante projecten binnen de Groep, worden voorzieningen voor zowel geleden als verwachte toekomstige verliezen bepaald op individuele projectbasis.

Deze benadering omvat echter geaggregeerde historische gegevens met betrekking tot ervaringen uit het verleden met gelijkaardige klanten. Deze methode zorgt voor een evenwichtige en onderbouwde beoordeling van het kredietrisico, waarbij zowel specifieke projectrisico's als bredere trends tot uiting komen die bij soortgelijke opdrachten zijn waargenomen.

Bij de toepassing van IFRS 9 gaat de JENSEN-GROUP heel oordeelkundig te werk om de realiseerbare waarde met betrekking tot handelsvorderingen te bepalen. De Groep hanteert de vereenvoudigde benadering zoals beschreven in IFRS 9 om verwachte kredietverliezen te waarderen. Die benadering legt een voorziening op voor levenslange verwachte verliezen, en dit voor alle handelsvorderingen. Bij de berekening van de levenslange verwachte kredietverliezen houdt de JENSEN-GROUP rekening met factoren zoals de waarschijnlijkheid van wanbetaling en de blootstelling op het moment van wanbetaling.

Deze evaluatie omvat ook een inschatting van mogelijke recuperaties via kredietverzekering en de effectiviteit van andere vormen van onderpand.

De historische kredietverliezen bij individuele klanten worden regelmatig herzien en waar nodig bijgewerkt om rekening te houden met eventuele verschillen tussen de huidige en verwachte economische omstandigheden en die welke in het verleden zijn opgetreden.

Naast de voorzieningen voor verwachte kredietverliezen (ECL) op basis van historische gegevens en toekomstige projecties, erkent de Groep ook blootstellingen die op individuele basis worden beheerd. Deze worden afzonderlijk opgenomen voor zover ze niet worden behandeld in het ECL-model. Dit model zorgt voor een omvattende en evenredige aanpak om kredietrisico's te beheren en beperken in overeenstemming met de vereisten van IFRS 9.

Onderstaande tabel geeft de wijziging weer in de voorziening dubieuze debiteuren:

Als gevolg van een toename van de uitstaande saldi van debiteuren werd de voorziening voor potentiële kredietverliezen netto met 1,4 miljoen euro verhoogd. Deze aanpassing weerspiegelt een genuanceerde benadering van het beheer van het kredietrisico in verband met vorderingen, waarbij de positieve impact van teruggevorderde middelen wordt afgewogen tegen de noodzaak om rekening te houden met een verhoogde blootstelling als gevolg van hogere uitstaande saldi. De impact van de beweging van de voorziening op het resultaat bedraagt 2,1 miljoen euro.

Per 31 december 2024 is er één klantengroep, Elis genaamd, met een concentratie van meer dan 10% van de totale uitstaande vorderingen.

De drie belangrijkste financiële groepen waarmee de JENSEN-GROUP werkt zijn Nordea, KBC en Nykredit. De kredietratings van hun bank (S&P) per 31 december 2024 zijn:

- Nordea: AA-

- KBC: A+

- Nykredit: AA-

Liquiditeitsrisico

Liquiditeitsrisico verwijst naar het risico waarbij een entiteit moeilijkheden ondervindt om aan haar financiële verplichtingen te voldoen wanneer deze vervallen, omdat ze niet in staat is om activa te liquideren of om tijdig voldoende financiering te verkrijgen.

De Groep pakt het liquiditeitsrisico aan door zijn financiële middelen strategisch te beheren en ervoor te zorgen dat er voldoende kasreserves en kredietopnemingsfaciliteiten beschikbaar zijn. Dit houdt in dat zowel de verwachte als de actuele kasstromen nauwlettend worden opgevolgd, naast een zorgvuldige afstemming van de looptijden van de financiële activa en passiva (Toelichting 9). Met deze aanpak wil

de Groep zijn financiële stabiliteit behouden en ervoor zorgen dat hij aan zijn verplichtingen kan voldoen wanneer deze zich voordoen.

De belangrijkste stimulansen van de kasinstroom voor de Groep zijn afkomstig van de operationele activiteiten. Deze aanpak benadrukt hoe gericht de Groep is op het handhaven van een robuust liquiditeitsbeheer. Door zowel gebruik te maken van de opbrengsten uit zijn bedrijfsactiviteiten als van strategische financiële activiteiten zoals kapitaalverhogingen, verzekert de Groep de beschikbaarheid van de nodige fondsen om zijn lopende activiteiten te ondersteunen en het financiële welzijn te waarborgen.

Toelichting 21: Te koop gestelde activa

De resultaten opgenomen als verlies uit te koop gestelde activa voor een bedrag van 0,5 miljoen euro, hebben betrekking op het voormalige Cissell-gebouw in het Amerikaanse Kentucky, dat verband houdt met de vroegere CLD-activiteiten. Daarnaast zijn de kosten met betrekking tot dit gebouw, in totaal 0,1 miljoen euro, opgenomen in het resultaat van te koop gestelde activa.

GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
ANNUAL REPORT 2024
44.2%
1.6%
20.0%
5.0%
29.3%
JENSEN Invest A/S
JENSEN-GROUP NV *
Miura Co Ltd
Lazard Frères
Free float
In duizenden euro
31 december
2024
31 december
2023
Vergoedingen betaald aan Bestuurders
365
336
Brutosalarissen betaald aan senior managers
3.121
2.382
Basisvergoeding
1.182
897
Gefactureerde diensten
954
836
Variabele vergoeding over een jaar
862
570
Vaste onkosten
30
30
Extralegale voordelen
42
19
Pensioenplan
50
31

Toelichting 22: Transacties met betrokken partijen

Aandeelhoudersstructuur

De aandeelhouders van de vennootschap per december 2024 zijn:

(*) Terugkoopprogramma van aandelen

Transparantiekennisgevingen

In 2024 ontving de JENSEN-GROUP NV de volgende kennisgevingen:

- een kennisgeving van JENSEN Invest A/S volgend op het lopende terugkoopprogramma van aandelen dat werd geïmplementeerd door de JENSEN-GROUP, JENSEN Invest A/S, die de facto de controle heeft over de vennootschap, overschreed de drempel van 45% op 8 maart 2024; en

- een kennisgeving van Lazard Frères Gestion SAS dat ze de minimumdrempel van 5% hebben overschreden door de verwerving of overdracht van stemrechtverlenende aandelen of stemrechten.

Vergoeding aan het key management

Voor meer details over de remuneratie van het senior management verwijzen we naar het remuneratierapport dat opgenomen is in het rapport van de Raad van Bestuur.

In duizenden euro
31 december
2024
31 december
2023
Vennootschappen opgenomen volgens de
vermogensmutatiemethode
47,538
49.764
In duizenden euro
31 december
2024
31 december
2023
Ondernemingen opgenomen volgens de
vermogensmutatiemethode aan het einde van het jaar
49.764
5.573
Overname van Inax
0
42.374
Wijzigingen in de consolidatiekring van Ole Almeborg (50%)
613
0
Acquisitie van PrimaFolder (33%)
412
0
Aandeel in de resultaten
4.562
3.085
Impact van hyperinflatie op het aandeel in het resultaat
-624
-944
Correctie hyperinflatie - direct eigen vermogen
0
3.266
Omrekeningsverschillen
-6.778
-3.589
Ondernemingen opgenomen volgens de
vermogensmutatiemethode aan het einde van het jaar
47.538
49.764

Vennootschappen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode

De ondernemingen die worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode vertegenwoordigen de waardering van de participaties in Tolon, Inax Corporation (opgenomen vanaf 3 april 2023), PrimaFolder (30 mei 2024) en Ole Almeborg (vanaf 1 september 2024). Deze boekhoudkundige benadering weerspiegelt de investeringsstrategie van de Groep en zijn relatie met deze entiteiten.

Volgens de vermogensmutatiemethode neemt de Groep zijn aandeel in de winsten of verliezen van deze ondernemingen op in zijn jaarrekening, waarbij de boekwaarde van de investeringen in die zin wordt aangepast.

Eind mei 2024 verwierf JENSEN Italië 33% van de aandelen van PrimaFolder voor een aankoopprijs van 0,4 miljoen euro. PrimaFolder is een bedrijf dat gevestigd is in Italië. Het is gespecialiseerd in het ontwerp en de productie van automatische vouwmachines.

Roll-over van de vennootschappen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode

Tolon

Op 29 januari 2016 nam de JENSEN-GROUP een participatie van 30% in TOLON GLOBAL MAKINA Sanyi Ve Tikaret Sirketi A.S., Turkiye, en ging de Groep ermee akkoord om de komende drie jaar in totaal 19% bijkomende aandelen te verwerven. In 2017 verhoogde de JENSEN-GROUP zijn deelneming met 6,33% tot 36,33%, in 2018 met nog eens 6,33% tot 42,66% en in 2019 met 6,34% tot 49%.

Gezien de JENSEN-GROUP slechts een belang van minder dan 50% bezit in TOLON, is deze deelneming geconsolideerd volgens de vermogensmutatiemethode.

Het nettoresultaat per eind december 2024 (hyperinflatie niet meegerekend) bedraagt 2,5 miljoen euro, vergeleken met 2,6 miljoen euro per eind december 2023 (hyperinflatie niet meegerekend).

GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
ANNUAL REPORT 2024
(in duizenden euro)
31 december
2024
31 december
2023
Opbrengsten
33.796
31.086
Operationeel resultaat (EBIT)
3.679
3.825
Geconsolideerde winst van het boekjaar
1.272
689
Vaste activa
12.823
9.242
Vlottende activa
13.206
16.986
Eigen vermogen
9.232
8.856
Verplichtingen op lange termijn
2.655
2.953
Verplichtingen op korte termijn
14.143
14.420
Netto activa - %
4.524
4.339
Goodwill
352
3.322
Ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode aan het
einde van het jaar
4.876
7.661
(in duizenden euro)
31 december
2024
31 december
2023
(9 maanden)
Opbrengsten
122.798
77.692
Operationeel resultaat (EBIT)
9.149
5.399
Geconsolideerde winst van het boekjaar
6.907
3.682
Vaste activa
45.628
50.166
Vlottende activa
67.844
72.837
Eigen vermogen
48.589
45.536
Verplichtingen op lange termijn
13.619
15.451
Verplichtingen op korte termijn
51.264
62.016
Netto activa - %
23.809
22.313
Goodwill
17.925
20.182
Ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode aan het
einde van het jaar
41.734
42.494

Hyperinflatie

De Groep past IAS29 toe (Financiële verslaggeving in economieën met hyperinflatie) voor de consolidatie van zijn Turkse dochterondernemingen. Voor de toepassing van deze standaard en om de resultatenrekeningen en niet-monetaire activa en passiva per 31 december 2024 aan te passen, heeft de Groep de producentenprijsindex (PPI) ‘PPI.ITUR’ gebruikt vanaf januari 2005, gepubliceerd door het Turks Statistisch Instituut (Turkstat): de PPI per 31.12.2024 bedraagt 3.746,52 (de PPI per 31.12.2023 bedraagt 2.915,02).

De impact van de herwaardering op het aandeel in het resultaat voor het jaar 2024 was een kost van 0,6 miljoen euro.Vorig jaar resulteerde de impact van de toepassing van IAS 29 voor het boekjaar eindigend op 31 december 2023 in een verlies van 0,9 miljoen euro in de resultatenrekening van de Groep.

Inax

Op 3 april 2023 verwierf de JENSEN-GROUP 49% van de aandelen van Inax Corporation (‘Inax’), een Japanse dochteronderneming van MIURA, via de uitgifte van aandelen van de JENSEN-GROUP NV.

Omdat de JENSEN-GROUP slechts een belang van minder dan 50% bezit, is deze deelneming geconsolideerd volgens de vermogensmutatiemethode.

In duizenden euro
31 december
2024
31 december
2023
Resultaat toerekenbaar aan minderheidsbelang
-1.737
277
Eigen vermogen van NCI
-58
1.896

Ole Almeborg

Op 15 oktober 2023 nam JENSEN Denmark A/S, een Deense dochteronderneming van de JENSEN-GROUP, Ole Almeborg A/S over. Deze participatie wordt geconsolideerd volgens de integrale consolidatiemethode vanaf 15 oktober 2023.

Op 17 mei 2024 sloot JENSEN Denemarken een overeenkomst af met Logitrans A/S voor de verkoop en aankoop van aandelen. Bijgevolg bezit de JENSEN-GROUP per eind augustus 2024 50% van Ole Almeborg, en wordt deze participatie vanaf 1 september 2024 geconsolideerd volgens de vermogensmutatiemethode.

Het bedrijf dat is opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode wordt gewaardeerd op 0,6 miljoen euro op het einde van het jaar.

Minderheidsbelangen

In 2016 richtten de JENSEN-GROUP en Veins Holding BV samen een nieuw bedrijf op, Gotli Labs AG. Aangezien de JENSEN-GROUP beslissende zeggenschap uitoefent over Gotli Labs AG (meer dan 50% van de aandelen), is deze deelneming volledig geconsolideerd. Contractueel heeft de JENSEN-GROUP recht op 40% van de resultaten, waarvan de overige 60% in de resultatenrekening wordt weergegeven als ’opbrengsten toerekenbaar aan minderheidsbelangen’.

Op 2 januari 2018 verwierf de JENSEN-GROUP een participatie van 30% in Inwatec ApS (Denemarken). De JENSEN- GROUP heeft de optie om zijn participatie te verhogen tussen 2020 en 2023. Op 26 maart 2021 verhoogde de JENSEN-GROUP zijn participatie in Inwatec ApS van 30% naar 70%. Aangezien de JENSEN-GROUP een participatie heeft van 70%, wordt de participatie geconsolideerd volgens de integrale consolidatiemethode vanaf 26 maart 2021. Voor die datum werd de participatie geconsolideerd volgens de vermogensmutatiemethode.

Op 23 juli 2024 verwierf de JENSEN-GROUP 85% van de aandelen in MAXI-PRESS Holding GmbH, Duitsland en zijn dochterondernemingen. Aangezien de JENSEN-GROUP een participatie heeft van 85%, wordt de participatie geconsolideerd volgens de integrale consolidatiemethode. Zie Toelichting 23 voor meer informatie over de acquisitie.

Het aan de minderheidsbelangen toerekenbare resultaat bedraagt een verlies van 1,7 miljoen euro vergeleken met een inkomen van 0,3 miljoen euro in de vorige periode. Deze daling is voornamelijk te wijten aan een afname in de ontvangen bestellingen voor Inwatec, een bedrijf dat uitsluitend op basis van klantorders produceert in plaats van voor voorraad.

GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
ANNUAL REPORT 2024

In de tweede helft van het jaar richtte het management zich op het versterken van het orderboek voor Inwatec. Beperkte personeelsinkrimpingen werden doorgevoerd om de capaciteit voor groei te behouden. Tegen eind december 2024 waren deze initiatieven succesvol, wat resulteerde in een orderboek dat een solide basis biedt voor 2025 en daarna.

De Groep is niet op de hoogte van enige beperkingen om fondsen over te dragen in de vorm van cash en dividenden, noch van enige verplichtingen of voorwaardelijke verplichtingen gerelateerd aan het belang in de joint ventures en geassocieerde deelnemingen.

Voor de wettelijke structuur verwijzen we naar toelichting 26.

(in duizenden EUR)
31 juli 2024
31 juli 2024
Vóór PPA
PPA-
aanpassingen
Na PPA
Immateriële vaste activa (excl. goodwill)
19
123
142
Materiële vaste activa
4.061
2.408
6.469
Voorraad
5.230
1.538
6.767
Handels- en overige vorderingen
4.024
0
4.024
Cash
2.881
0
2.881
Handels- en overige schulden
-8.360
0
-8.360
Uitgestelde belastingen
345
-1.172
-827
VERWORVEN NETTOACTIVA
8.199
2.897
11.096
Goodwill
24.939
Betaalde vergoeding (85%)
34.371
Minderheidsbelang (15%)
1.664

Toelichting 23: Acquisities

MAXI-PRESS

Op 23 juli 2024 verwierf de JENSEN-GROUP 85% van de aandelen in MAXI-PRESS Holding GmbH, Duitsland en zijn dochterondernemingen ("MAXI-PRESS"). MAXI-PRESS staat bekend voor zijn marktaandeel in perskussens en zijn uniek gamma hulpstoffen. Het zal een cruciale rol spelen in de uitbreiding van het dienstenaanbod van de JENSEN-GROUP. De acquisitie is volledig afgestemd op de langetermijnstrategie van de JENSEN-GROUP om een uitgebreid dienstenaanbod te bieden aan wasserijen over de hele wereld.

De onderstaande tabel geeft een overzicht van de reële waarde op acquisitiedatum, na IFRS-conversie, van

de totale overgedragen vergoeding en van het resterende bedrag aan goodwill dat is opgenomen als deel van de investering:

Vergoeding

De verwerving van een participatie van 85% in MAXI-PRESS gebeurde tegen een aankoopprijs van 34,4 miljoen euro, vrij van cash en zonder schulden, wat overeenkomt met 85% van de totale bedrijfswaarde van MAXI-PRESS.

Daarnaast heeft de JENSEN-GROUP zich ertoe verbonden om de resterende 15% van de aandelen die momenteel in handen zijn van de stichtende CEO en aandeelhouder, de heer Zaiser, in de komende drie jaar te verwerven. Deze transacties zullen gebeuren volgens waarderingsprincipes die consistent zijn met deze die van toepassing waren bij de initiële acquisitie, waarbij de aandelen gekocht worden in drie jaarlijkse schijven van 5%, met als eindpunt dat de JENSEN-GROUP tegen het einde van juni 2027 volledige eigendom is van MAXI-PRESS.

GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
ANNUAL REPORT 2024

Schattingen van de reële waarde van de PPA

- De reële waarde van de merknaam MAXI-PRESS is bepaald via de ‘relief from royalty’ methode, en wordt afgeschreven over een periode van tien jaar.

- De machines en apparatuur worden geherwaardeerd door de historische aanschaffingswaarde te actualiseren voor het resterende deel van de economische levensduur van elk actief, in combinatie met de expertise van het management. Hun gebruiksduur stemt overeen met de beleidslijnen van de JENSEN-GROUP.

- De voorraad aangehouden voor handelsdoeleinden wordt gewaardeerd aan de individuele verkoopwaarde minus de verkoopkosten per 31 juli 2024. De opwaardering van deze reële waarde gebeurt in overeenstemming met de rotatiesnelheid van de voorraad van elke betrokken dochteronderneming.

Goodwill

De goodwill die geboekt is bij de acquisitie van MAXI-PRESS bedraagt 24,9 miljoen euro. Dit bedrag vertegenwoordigt, onder andere, de intrinsieke waarde van het personeelsbestand van MAXI-PRESS, evenals de verwachte toekomstige economische voordelen die aan de transactie verbonden zijn.

De waardering van de goodwill in deze context onderstreept het strategische belang van de acquisitie, en erkent niet alleen de materiële vaste activa, maar ook de immateriële vaste activa en het groei- en synergie-potentieel dat MAXI-PRESS toevoegt aan de JENSEN-GROUP.

Het minderheidsbelang wordt gewaardeerd op 15% van de reële waarde van de verworven netto activa.

Transactiekosten

De totale transactiekosten voor de overname bedragen 0,7 miljoen euro in 2024.

Aankoop op termijn (Forward) van het minderheidsbelang (NCI)

In lijn met onze verbintenis om het resterende belang van 15% te verwerven, wordt de aankoop op termijn van een minderheidsbelang ('NCI') geboekt als een financiële verplichting op de balans van de JENSEN-GROUP. Deze waardering wordt bepaald door berekening van de contante waarde van de verwachte betalingen voor de drie komende termijnen. De gebruikte methodologie voor deze berekening houdt rekening met de kost van schulden op een termijn van drie jaar, in combinatie met de toepasselijke kredietspreiding. De JENSEN-GROUP zal de reële waarde halfjaarlijks herwaarderen. De reële waarde wordt gewaardeerd volgens niveau 3.

De belangrijkste beoordelingen, veronderstellingen en schattingen die in aanmerking werden genomen voor de berekening van de reële waarde zijn de volgende:

- Elke schijf van 5% van de participatie is gebaseerd op het gewogen resultaat van drie opeenvolgende jaren, beoordeeld op een waarde vrij van cash en zonder schulden.

- Projecties zijn gebaseerd op het budget van de MAXI-PRESS Group, met inbegrip van belangrijke veronderstellingen zoals het impliciete groeipercentage (0%) en de inflatie (2%).

(in duizenden euro)
31 december
2024
(eerste 7
maanden)
31 december
2024
(laatste 5
maanden)
31 december
2024
(12 maanden)
Opbrengsten
13.508
9.331
22.839
Operationeel resultaat (EBIT)
3.083
775
3.858
Winst voor het jaar
2.111
533
2.644

De JENSEN-GROUP bevestigt dat zijn schattingen degelijk zijn. Ze steunen op de historische prestaties van de MAXI-PRESS Group en zijn aangevuld met externe gegevensbronnen, zoals cijfers over de kost van schulden. Deze schattingen vertegenwoordigen de beste beoordeling van het management en er wordt erkend dat de werkelijke resultaten kunnen afwijken als gevolg van verschillende veronderstellingen of omstandigheden. Desondanks is de Groep van mening dat redelijke variaties in deze schattingen geen materiële impact zouden hebben voor 2024.

Bij aanvang neemt de JENSEN-GROUP het minderheidsbelang niet langer op in de balans door de aankoop op termijn (forward) van het minderheidsbelang te boeken als een financiële verplichting. De resulterende afwijking wordt rechtstreeks aangepast via het eigen vermogen van de Groep. De verplichting wordt opgenomen onder overige schulden voor een bedrag van 5,1 miljoen euro, waarvan 1,2 miljoen euro kortlopende schulden zijn.

Pro forma resultatenrekening MAXI-PRESS Group

MAXI-PRESS draagt 9,3 miljoen euro bij aan de opbrengsten en 0,5 miljoen euro aan de winst voor het jaar. Als de overname op 1 januari 2025 had plaatsgevonden, dan zou de bijdrage aan de opbrengsten en nettowinst respectievelijk 22,8 miljoen euro en 2,6 miljoen euro geweest zijn.

Het operationeel resultaat in de tweede periode wordt aanzienlijk beïnvloed door de gedeeltelijke vrijgave van de reële opwaardering van voorraden aangehouden voor handelsdoeleinden, die rekening houdt met de omzetsnelheid van handelsgoederen. Deze aanpassing bedraagt 1,1 miljoen euro voor belastingen.

GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
ANNUAL REPORT 2024

Toelichting 24: Non-audit fees

De commissaris is Deloitte bv, vertegenwoordigd door mevr. Charlotte Vanrobaeys.

Wereldwijd hebben de commissaris en zijn netwerk een vergoeding van 578.460 euro (excl. btw), ontvangen voor de uitoefening van hun mandaat met betrekking tot de statutaire jaarrekening van de juridische entiteiten en de geconsolideerde jaarrekening van de JENSEN-GROUP. Naast hun mandaat hebben de commissaris en zijn netwerk in de loop van 2024 een bijkomende vergoeding ontvangen van 133.000 euro (excl. btw) voor de beoordeling (beperkte zekerheid) van de Duurzaamheidsverklaring in overeenstemming met het ESRS. Dat bedrag werd gefactureerd aan de JENSEN-GROUP NV. De vennootschap heeft één enkel auditkantoor benoemd voor de audit van de geconsolideerde jaarrekening.

Toelichting 25: Belangrijke gebeurtenissen na jaareinde

Er zijn geen belangrijke gebeurtenissen na balansdatum te melden.

Toelichting 26: Wettelijke structuur

GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
ANNUAL REPORT 2024
Geconsolideerde vennootschappen
Maatschappelijke zetel
Deelnemingspercentage
België
JENSEN-GROUP NV
Neerhonderd 33
9230 Wetteren
Moedervennootschap
TOLON Europe BV
Neerhonderd 33
9230 Wetteren
49%
Australië
JENSEN Laundry Systems Australia
PTY Ltd.
Unit 16, 38-46 South Street
Rydalmere NSW 2116
100%
Orboc Pty Ltd
3/14 Hinkler Court
4500 Brendale- QLD
85%
MAXI-PRESS Australia Pty Ltd
3/14 Hinkler Court
4500 Brendale- QLD
85%
Oostenrijk
JENSEN Austria Holding GmbH
Reinhartsdorfgasse 9 2324
Schwechat-Rannersdorf
100%
JENSEN ÖSTERREICH GmbH
Reinhartsdorfgasse 9
A-2324 Schwechat-Rannersdorf
100%
Brazilië
JENSEN-GROUP BRASIL COMERCIO E
SERVICOS DE EQUIPAMENTOS DE
LAVANDERIA LTDA
Rua Aparecida José Nunes de
Campos 19
CEP 18087-089, Jardim do Paço,
Sorocaba-SP
100%
China
JENSEN Industrial Laundry
Technology (Xuzhou) Co., Ltd
Phoenix Avenue,
Xuzhou Clean Technology Zone
221121 Xuzhou,
Jiangsu Province,
P.R. China
100%
Denemarken
JENSEN Industrial Group A/S
Industrivej 2
3700 Rønne
100%
JENSEN Denmark A/S
Industrivej 2
3700 Rønne
100%
Ole Almeborg A/S
Svalhøjvej 15
3790 Hasle
50%

Toelichting 27: Consolidatiekring per 31 december 2024

Inwatec ApS
Hvidkærvej 30
5250 Odense SV
70%
Svalhøjvej 15 ApS
Svalhøjvej 15
3790 Hasle
100%
Frankrijk
JENSEN France SAS
2 “Village d’entreprises”
ZA de la Couronne des Près
Avenue de la Mauldre
78680 Epône
100%
Duitsland
JENSEN GmbH
Jörn-Jensen-Straβe 1
31177 Harsum
100%
JENSEN Components GmbH
Ludwig-Erhard-Strasse 18
30982 Pattensen
100%
MAXI-PRESS Holding GmbH
Zum Lingeshof 1 c
36124 Eichenzell-Welkers
85%
MAXI-PRESS Elastomertechnik
GmbH
Zum Lingeshof 1 c
36124 Eichenzell-Welkers
85%
ELASTOPRESS Polytex GmbH
Im Weilerlen 12
74321 Bietigheim-Bissingen
85%
SPE Polymertechnik GmbH
Zum Mühlgraben 6
68642 Bûrstadt
85%
Italië
JENSEN Italia s.r.l.
Strada Provinciale Novedratese 46
22060 Novedrate
100%
Prima Folder s.r.l.
Via Agostino Depretis, 9
48123 Ravenna
33%
Japan
JENSEN Japan Co., Ltd.
4-9-1-203 Imagawa, Urayasu-city
279-0022 Japan
100%
Inax Corporation
5-1-11, Osaki, Shinagawa-ku,
Tokyo, 141-0032 Japan
49%
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
ANNUAL REPORT 2024
Midden-Oosten
JENSEN Industrial Laundry Systems
M.E. M.E. DMCC
JENSEN Industrial Laundry Systems
M.E. DMEE
Unit No: 204 Fortune Tower Plot
No: JLT-PH1-C1A Jumeirah Lakes
Towers Dubai
VAE
100%
Noorwegen
JENSEN NORGE AS
Østensjøveien 36
0667 OSLO
100%
Nieuw-Zeeland
JENSEN New Zealand Ltd
C/- MinterEllisonRuddWatts
15 Customs Street
Auckland Central 1010
100%
Singapore
JENSEN Asia PTE Ltd.
No. 6 Jalan Kilang #02-01
Dadlani Industrial House
Singapore 159406
100%
Spanje
JENSEN Spain S.L.
Calle Energia, 34
Poligono Famades
ES-08940 Cornella de Llobregat
(Barcelona)
100%
Zweden
JENSEN Sweden AB
Företagsgatan 68
504 94 Borås
100%
JENSEN Sweden Holding AB
Box 363
503 12 Borås
100%
Zwitserland
JENSEN AG Burgdorf
Buchmattstrasse 8
3400 Burgdorf
100%
JENSEN Holding AG
Buchmattstrasse 8
3400 Burgdorf
100%
GOTLI Holding
Industriestrasse 51
6312 Steinhausen
51%
GOTLI Labs AG
Industriestrasse 51
6312 Steinhausen
51%
Turkije
TOLON GLOBAL MAKINA Sanyi Ve
A.O.S.B. 10007. Sk. No:9 Çiğli,
49%
Tikaret Sirketi A.S.
İzmir
TOLON EXPORT MAKİNE TİCARET
A.Ş.
10007 SOK. NO:9 AOSB ÇİĞLİ
İzmir
49%
Verenigd Koninkrijk
JENSEN UK Ltd.
Unit 5, Network 11
Thorpe Way Industrial Estate
Banbury, Oxfordshire OX16 4XS
100%
Verenigde Staten
JENSEN NA Inc.
Corporation Trust Center
Orange Street 1209
Wilmington - Delaware
100%
JENSEN USA, Inc.
Aberdeen loop 99
Panama City, FL 32405
100%
831 South 1st Street, Inc.
831 South 1st Street
Louisville, KY 40203
100%
Tolon US
Aberdeen loop 99
Panama City, FL 32405
49%
MAXI-PRESS ELASTOMERIC Inc
80 Turnpike Drive Suite #4
6762 Middlebury - CT
85%
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
ANNUAL REPORT 2024
Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering van JENSEN-GROUP NV
over het boekjaar afgesloten op 31 december 2024 - Geconsolideerde jaarrekening
In het kader van de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van JENSEN-GROUP NV (de
“vennootschap”) en haar filialen (samen “de groep”), leggen wij u ons commissarisverslag voor. Dit bevat ons
verslag over de geconsolideerde jaarrekening alsook de overige door wet- en regelgeving gestelde eisen. Dit vormt
één geheel en is ondeelbaar.
Wij werden benoemd in onze hoedanigheid van commissaris door de algemene vergadering van 16 mei 2023,
overeenkomstig het voorstel van het bestuursorgaan uitgebracht op aanbeveling van het auditcomité. Ons
mandaat loopt af op de datum van de algemene vergadering die beraadslaagt over de jaarrekening afgesloten op
31 december 2025. Wij hebben de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van JENSEN-GROUP
NV uitgevoerd gedurende 2 opeenvolgende boekjaren.
Verslag over de geconsolideerde jaarrekening
Oordeel zonder voorbehoud
Wij hebben de wettelijke controle uitgevoerd van de geconsolideerde jaarrekening van de groep, die de
geconsolideerde balans op 31 december 2024 omvat, alsook het geconsolideerd overzicht van de winst- en
verliesrekening, het geconsolideerd overzicht van het volledige periode resultaat over het boekjaar afgesloten op
die datum, het geconsolideerd mutatieoverzicht van het eigen vermogen en het geconsolideerd
kasstroomoverzicht over het boekjaar afgesloten op die datum en de toelichting, met de belangrijkste
gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en overige informatieverschaffing, waarvan het totaal van
de geconsolideerde balans 516 386 (000) EUR bedraagt en waarvan het geconsolideerd overzicht van winst of
verlies en niet-gerealiseerde resultaten afsluit met een winst van het boekjaar van 39 433 (000) EUR.
Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld van het vermogen en van de financiële
toestand van de groep op 31 december 2024 alsook van zijn geconsolideerde resultaten en van zijn
geconsolideerde kasstromen over het boekjaar dat op die datum is afgesloten, in overeenstemming met de
International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België
van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften.
Basis voor het oordeel zonder voorbehoud
Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens de internationale controlestandaarden (ISAs) zoals van toepassing in
België. Wij hebben bovendien de door IAASB goedgekeurde internationale controlestandaarden toegepast die van
toepassing zijn op huidige afsluitdatum en nog niet goedgekeurd op nationaal niveau. Onze
verantwoordelijkheden op grond van deze standaarden zijn verder beschreven in de sectie
Verantwoordelijkheden van de commissaris voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening” van ons
verslag. Wij hebben alle deontologische vereisten die relevant zijn voor de controle van de geconsolideerde
jaarrekening in België nageleefd, met inbegrip van deze met betrekking tot de onafhankelijkheid.
Wij hebben van het bestuursorgaan en van de aangestelden van de vennootschap de voor onze controle vereiste
ophelderingen en inlichtingen verkregen.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons
oordeel.
Kernpunten van de controle
Kernpunten van onze controle betreffen die aangelegenheden die naar ons professioneel oordeel het meest
significant waren bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de huidige verslagperiode. Deze
aangelegenheden zijn behandeld in de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening als geheel
en bij het vormen van ons oordeel hierover, en wij verschaffen geen afzonderlijk oordeel over deze
aangelegenheden.
Kernpunt van de controle: erkenning van opbrengsten voor klanten contracten in opdracht van derden.
Beschrijving van het kernpunt van de controle:
Wij hebben op de erkenning van opbrengsten gefocust voor klanten contracten in opdracht van derden en lopende
per jaareinde omdat JENSEN-GROUP NV haar omzet in belangrijke mate haalt uit projecten die kwalificeren als
construction contracts” onder IFRS. De groep erkent de marge over de looptijd van de contracten heen. De
erkenning van opbrengsten en de schatting van de uitkomst van lopende klanten contracten in opdracht van
derden met vaste prijzen is complex en vereist belangrijke door het management gemaakte inschattingen, in het
bijzonder voor wat betreft de schatting van gedragen kosten en kosten verbonden aan de afwerking van
contracten. Om deze redenen hebben we omzet afkomstig van klanten contracten in opdracht van derden
geïdentificeerd als een kernpunt van de controle.
We verwijzen naar toelichting 1 en 6 van het jaarverslag: toelichting 1 geeft de voornaamste waarderingsregels
weer inclusief deze omtrent de erkenning van opbrengsten voor project omzet, terwijl toelichting 6 meer details
weergeeft over de contract-activa. Op 31 december 2024 is in de bruto-tegoeden op de klanten voor contract-
activa 23,5 miljoen EUR aan gecumuleerde winsten opgenomen.
Onze auditbenadering met betrekking tot het kernpunt van de controle:
Bij het toetsen van de erkenning van opbrengsten afkomstig van klanten contracten in opdracht van derden
hebben we zowel het ontwerp en de operationele doeltreffendheid van controles getoetst als gegevensgerichte
controlewerkzaamheden toegepast. We hebben een toetsing uitgevoerd op de controles die de groep ingesteld
heeft voor het boeken van contract gerelateerde kosten en opbrengsten en het bepalen van het stadium van
voltooiing. In het kader van onze controle-werkzaamheden zijn we onder meer nagegaan of de groep gepaste
waarderingsregels inzake erkenning van opbrengsten hanteert.
Onze controlewerkzaamheden omvatten ook een beoordeling van de significante inschattingen van het
management op basis van een doorlichting van de projectdocumentatie en een bespreking over de status van de
lopende projecten met financiële en technische medewerkers van de groep. Ook manuele omzetboekingen
hebben we gecontroleerd op eventuele ongebruikelijke of onregelmatige zaken. We hebben op basis van onze
testprocedures geen afwijkingen van materieel belang vastgesteld.
Verantwoordelijkheden van het bestuursorgaan voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die een getrouw
beeld geeft in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door
de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften, alsook voor
de interne beheersing die het bestuursorgaan noodzakelijk acht voor het opstellen van de geconsolideerde
jaarrekening die geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten.
Bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening is het bestuursorgaan verantwoordelijk voor het inschatten
van de mogelijkheid van de groep om haar continuïteit te handhaven, het toelichten, indien van toepassing, van
aangelegenheden die met continuïteit verband houden en het gebruiken van de continuïteitsveronderstelling,
tenzij het bestuursorgaan het voornemen heeft om de groep te liquideren of om de bedrijfsactiviteiten te
beëindigen of geen realistisch alternatief heeft dan dit te doen.
Verantwoordelijkheden van de commissaris voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening
Onze doelstellingen zijn het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid over de vraag of de geconsolideerde
jaarrekening als geheel geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten en het
uitbrengen van een commissarisverslag waarin ons oordeel is opgenomen.
Een redelijke mate van zekerheid is een hoog niveau van zekerheid, maar is geen garantie dat een controle die
overeenkomstig de ISAs is uitgevoerd altijd een afwijking van materieel belang ontdekt wanneer die bestaat.
Afwijkingen kunnen zich voordoen als gevolg van fraude of fouten en worden als van materieel belang beschouwd
indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij, individueel of gezamenlijk, de economische beslissingen
genomen door gebruikers op basis van deze geconsolideerde jaarrekening, beïnvloeden.
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
ANNUAL REPORT 2024
Bij de uitvoering van onze controle leven wij het wettelijk, reglementair en normatief kader na dat van toepassing
is op de controle van de geconsolideerde jaarrekening in België.
De wettelijke controle biedt geen zekerheid omtrent de toekomstige levensvatbaarheid van de vennootschap,
noch van de efficiëntie of de doeltreffendheid waarmee het bestuursorgaan de bedrijfsvoering van de
vennootschap ter hand heeft genomen of zal nemen.
Als deel van een controle uitgevoerd overeenkomstig de ISAs, passen wij professionele oordeelsvorming toe en
handhaven wij een professioneel-kritische instelling gedurende de controle. We voeren tevens de volgende
werkzaamheden uit:
het identificeren en inschatten van de risico's dat de geconsolideerde jaarrekening een afwijking van
materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten, het bepalen en uitvoeren van
controlewerkzaamheden die op deze risico's inspelen en het verkrijgen van controle-informatie die
voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Het risico van het niet detecteren van een van
materieel belang zijnde afwijking is groter indien die afwijking het gevolg is van fraude dan indien zij het
gevolg is van fouten, omdat bij fraude sprake kan zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het
opzettelijk nalaten om transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het
doorbreken van de interne beheersing;
het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle, met als doel
controlewerkzaamheden op te zetten die in de gegeven omstandigheden geschikt zijn maar die niet zijn
gericht op het geven van een oordeel over de effectiviteit van de interne beheersing van de groep;
het evalueren van de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en het
evalueren van de redelijkheid van de door het bestuursorgaan gemaakte schattingen en van de daarop
betrekking hebbende toelichtingen;
het concluderen dat de door het bestuursorgaan gehanteerde continuïteitsveronderstelling
aanvaardbaar is, en het concluderen, op basis van de verkregen controle-informatie, of er een
onzekerheid van materieel belang bestaat met betrekking tot gebeurtenissen of omstandigheden die
significante twijfel kunnen doen ontstaan over de mogelijkheid van de groep om haar continuïteit te
handhaven. Indien wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij ertoe
gehouden om de aandacht in ons commissarisverslag te vestigen op de daarop betrekking hebbende
toelichtingen in de geconsolideerde jaarrekening, of, indien deze toelichtingen inadequaat zijn, om ons
oordeel aan te passen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die verkregen is tot de
datum van ons commissarisverslag. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter
toe leiden dat de groep haar continuïteit niet langer kan handhaven;
het evalueren van de algehele presentatie, structuur en inhoud van de geconsolideerde jaarrekening, en
van de vraag of de geconsolideerde jaarrekening de onderliggende transacties en gebeurtenissen
weergeeft op een wijze die leidt tot een getrouw beeld;
het verkrijgen van voldoende en geschikte controle-informatie met betrekking tot de financiële
informatie van de entiteiten of bedrijfsactiviteiten binnen de groep gericht op het tot uitdrukking
brengen van een oordeel over de geconsolideerde jaarrekening. Wij zijn verantwoordelijk voor de
aansturing van, het toezicht op en de uitvoering van de groepscontrole. Wij blijven ongedeeld
verantwoordelijk voor ons oordeel.
Wij communiceren met het auditcomité onder meer over de geplande reikwijdte en timing van de controle en
over de significante controlebevindingen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne
beheersing die wij identificeren gedurende onze controle.
Wij verschaffen aan het auditcomité tevens een verklaring dat wij de relevante deontologische voorschriften over
onafhankelijkheid hebben nageleefd, en wij communiceren met hen over alle relaties en andere zaken die
redelijkerwijs onze onafhankelijkheid kunnen beïnvloeden en, waar van toepassing, over de daarmee verband
houdende maatregelen om onze onafhankelijkheid te waarborgen.
Uit de aangelegenheden die aan het auditcomité zijn gecommuniceerd bepalen wij die zaken die het meest
significant waren bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de huidige verslagperiode, en die
derhalve de kernpunten van onze controle uitmaken. Wij beschrijven deze aangelegenheden in ons verslag, tenzij
het openbaar maken van deze aangelegenheden is verboden door wet- of regelgeving.
Overige door wet- en regelgeving gestelde eisen
Verantwoordelijkheden van het bestuursorgaan
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag over de
geconsolideerde jaarrekening, met inbegrip van de duurzaamheidsinformatie en de andere informatie opgenomen
in het jaarrapport over de geconsolideerde jaarrekening.
Verantwoordelijkheden van de commissaris
In het kader van ons mandaat en overeenkomstig de Belgische bijkomende norm bij de in België van toepassing
zijnde internationale controlestandaarden (ISAs), is het onze verantwoordelijkheid om, in alle van materieel
belang zijnde opzichten, het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening, en de andere informatie
opgenomen in het jaarrapport te verifiëren, en verslag over deze aangelegenheden uit te brengen.
Aspecten betreffende het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening en andere informatie opgenomen in
het jaarrapport over de geconsolideerde jaarrekening
Het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening bevat de geconsolideerde duurzaamheidsinformatie die het
voorwerp uitmaakt van ons afzonderlijk verslag betreffende de beperkte mate van zekerheid met betrekking tot
deze duurzaamheidsinformatie. Deze sectie betreft niet de assurance over de geconsolideerde
duurzaamheidsinformatie opgenomen in het jaarverslag. Voor dit deel van het jaarverslag over de geconsolideerde
jaarrekening verwijzen wij naar ons verslag hieromtrent.
Na het uitvoeren van specifieke werkzaamheden op het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening, zijn wij
van oordeel dat dit jaarverslag overeenstemt met de geconsolideerde jaarrekening voor hetzelfde boekjaar en is
opgesteld overeenkomstig het artikel 3:32 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.
In de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening, zijn wij tevens verantwoordelijk voor het
overwegen, in het bijzonder op basis van de kennis verkregen tijdens de controle, of het jaarverslag over de
geconsolideerde jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat, hetzij informatie die onjuist vermeld is of
anderszins misleidend is. In het licht van de werkzaamheden die wij hebben uitgevoerd, dienen wij u geen
afwijking van materieel belang te melden.
Vermeldingen betreffende de onafhankelijkheid
Ons bedrijfsrevisorenkantoor en ons netwerk hebben geen opdrachten verricht die onverenigbaar zijn
met de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening en ons bedrijfsrevisorenkantoor is in de
loop van ons mandaat onafhankelijk gebleven tegenover de groep.
De honoraria voor de bijkomende opdrachten die verenigbaar zijn met de wettelijke controle bedoeld in
artikel 3:65 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen werden correct vermeld en
uitgesplitst in de toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening
Europees uniform elektronisch formaat (ESEF)
Wij hebben ook, overeenkomstig de ontwerpnorm inzake de controle van de overeenstemming van de financiële
overzichten met het Europees uniform elektronisch formaat (“ESEF”), de controle uitgevoerd van de
overeenstemming van het ESEF-formaat en de markeertaal met de technische reguleringsnormen vastgelegd door
de Europese Gedelegeerde Verordening nr. 2019/815 van 17 december 2018 (“Gedelegeerde Verordening”).
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen, in overeenstemming met de ESEF vereisten, van de
geconsolideerde financiële overzichten in de vorm van een elektronisch bestand in ESEF-formaat (“digitale
geconsolideerde financiële overzichten”) opgenomen in het jaarlijks financieel verslag.
Het is onze verantwoordelijkheid voldoende en geschikte onderbouwende informatie te verkrijgen om te
concluderen dat het formaat en de markeertaal van de digitale geconsolideerde financiële overzichten in alle van
materieel belang zijnde opzichten voldoen aan de ESEF-vereisten krachtens de Gedelegeerde Verordening.
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
ANNUAL REPORT 2024
Op basis van de door ons uitgevoerde werkzaamheden zijn wij van oordeel dat het formaat van en de markering
van informatie in de digitale geconsolideerde financiële overzichten opgenomen in het jaarlijks financieel verslag
van JENSEN-GROUP NV per 31 december 2024 in alle van materieel belang zijnde opzichten in overeenstemming
zijn met de ESEF-vereisten krachtens de Gedelegeerde Verordening.
Andere vermeldingen
Huidig verslag is consistent met onze aanvullende verklaring aan het auditcomité bedoeld in artikel 11 van de
verordening (EU) nr. 537/2014.
Getekend te Gent.
De commissaris
Deloitte Bedrijfsrevisoren BV
Vertegenwoordigd door Charlotte Vanrobaeys
VERKORTE VERSIE STATUTAIRE JAARREKENING JENSEN-GROUP NV
Verkorte balans JENSEN-GROUP NV
Boekjaar eindigend op
31 december
31 december
(in duizenden euro)
2024
2023
Vaste activa
176.039
139.629
Immateriële vaste activa
766
197
Materiële vaste activa
360
396
Financiële vaste activa
174.913
139.035
Vlottende activa
13.656
51.806
Voorraden en projecten in uitvoering
1.463
1.418
Vorderingen op ten hoogste één jaar
5.922
7.089
Eigen aandelen
5.264
499
Liquide middelen
958
42.748
Overlopende rekeningen
49
52
TOTAAL ACTIVA
189.695
191.435
Boekjaar eindigend op
31 december
31 december
(in duizenden euro)
2024
2023
Eigen vermogen*
163.329
164.086
Kapitaal
38.280
38.280
Uitgiftepremies
67.590
67.590
Eigen aandelen
5.264
499
Reserves
3.329
3.316
Overgedragen winst
48.866
54.387
Voorzieningen en uitgestelde belastingen
672
443
Voorzieningen voor risico's en kosten
672
443
Financiële verplichtingen op lange termijn
0
10.000
Financiële schuld LT
0
10.000
Financiële verplichtingen op korte termijn
25.695
16.906
Financiële schuld KT
10.000
0
Schulden op ten hoogste één jaar
15.461
16.811
Overlopende rekeningen
234
95
TOTAAL PASSIVA
189.695
191.435
STATUTAIRE JAARREKENING
ANNUAL REPORT 2024
Verkorte resultatenrekening JENSEN-GROUP NV
Boekjaar eindigend op
31 december
31 december
(in duizenden euro)
2024
2023
Bedrijfsopbrengsten
30.048
25.032
Omzet
30.845
25.888
Afgewerkte producten en contracten in uitvoering:
toename (afname)
-2.348
-3.237
Overige bedrijfsopbrengsten
1.550
2.381
Bedrijfskosten
-30.085
-24.707
Grond- en hulpstoffen en handelsgoederen
-16.909
-12.715
Diensten en diverse goederen
-9.869
-8.959
Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen
-2.732
-2.536
Afschrijving
-209
-135
Waardeverminderingen
23
19
Voorzieningen voor risico's en kosten
-229
-244
Overige bedrijfskosten
-160
-138
Operationeel resultaat
-38
325
Financieel resultaat
8.831
5.222
Financiële opbrengsten
9.173
5.222
Financiële kosten
-342
0
Resultaat van het boekjaar vóór belastingen
8.793
5.547
Winstbelastingen
-65
-395
Resultaat van het boekjaar
8.729
5.152
Resultaatverwerking JENSEN-GROUP NV
Boekjaar eindigend op
31 december
31 december
(in duizenden euro)
2024
2023
Te bestemmen winst (verlies)
63.116
64.189
Te bestemmen winst (verlies) van het boekjaar
8.729
5.152
Overgedragen winst (verlies) van de vorige boekjaren
54.387
59.037
Toevoeging aan het eigen vermogen
5.201
2.589
aan de wettelijke reserve
436
257
aan de reserve voor eigen aandelen
4.765
2.332
Over te dragen resultaat
-48.430
-54.387
Over te dragen winst
48.430
54.387
Winstverdeling
-9.485
-7.212
Dividenden
-9.485
-7.212
2024
2023
(in euro)
(12 maanden)
(12 maanden)
Courante winst per aandeel na belastingen(1)
0,91
0,56
Aantal uitstaande aandelen (gemiddelde)
9.542.241
9.150.330
Aantal uitstaande aandelen (einde jaar)
9.484.615
9.616.286
(1)
Het courant nettoresultaat is gelijk aan de nettowinst vermeerderd met de uitzonderlijke kosten minus de uitzonderlijke opbrengsten (beide na belastingcorrectie).
Statutaire jaarrekening JENSEN-GROUP NV
Conformhet Wetboek van vennootschappen en verenigingen werd in dit jaarverslag een verkorte versie van de
statutaire jaarrekening van de JENSEN-GROUP NV opgenomen. De jaarrekening werd opgesteld volgens de
Belgische boekhoudnormen. Het verslag van het management, de statutaire jaarrekening van de JENSEN-GROUP
NV en het verslag van de commissaris worden neergelegd bij de bevoegde instanties en zijn eveneens beschikbaar
op de maatschappelijke zetels van de vennootschap.
De commissaris heeft een goedkeurende verklaring zonder voorbehoud gegeven met betrekking tot de statutaire
jaarrekening van de JENSEN-GROUP NV.
De JENSEN-GROUP NV fungeert als holdingmaatschappij en eveneens als commerciële entiteit, verantwoordelijk
voor de verkoop en dienst na verkoop in de Benelux.
In augustus 2024 verwierf de JENSEN-GROUP 85% van het aandelenkapitaal van de MAXI-PRESS Holding GmbH in
Duitsland, samen met zijn dochterondernemingen. MAXI-PRESS wordt erkend als marktleider in perskussens, en
biedt een uniek gamma hulpstoffen aan. Deze overname past perfect in de strategie van de JENSEN-GROUP om
langetermijnwaarde te creëren, omdat ze nieuwe bronnen van recurrente opbrengsten aanboort en de
mogelijkheid biedt om wasserijen wereldwijd een uitgebreider dienstenpakket aan te bieden.
Op 3 april 2023 verhoogde de JENSEN-GROUP NV zijn kapitaal met een inbreng in natura (4,6 miljoen euro) en een
inbreng in cash (2,9 miljoen euro). Met beide transacties werden 1.926.282 nieuwe aandelen gecreëerd en steeg
de uitgiftepremie met 61,8 miljoen euro. MIURA nam een participatie van 20% in de JENSEN-GROUP en de
JENSEN-GROUP verwierf 49% van de aandelen van Inax.
Tijdens de vergadering van 10 maart 2022 heeft de Raad van Bestuur beslist om een programma voor de inkoop
van eigen aandelen in te voeren en zo maximaal 781.900 of 10% van de eigen aandelen in te kopen. In het licht
van de transactie met MIURA, kondigde de JENSEN-GROUP op 9 maart 2023 aan dat de Raad van Bestuur het
programma heeft opgeschort. Op 16 mei 2023 keurden de aandeelhouders de vernietiging goed van 113.873
eigen aandelen. De Raad van Bestuur van 10 augustus 2023 besliste om opnieuw een programma voor de
terugkoop van eigen aandelen in te voeren, en zo maximaal 668.027 of 10% van zijn aandelen terug te kopen. De
aandelen worden op de beurs ingekocht door een investeringsbank, gemandateerd door de Raad van Bestuur. Het
mandaat voor de terugkoop vervalt op 18 mei 2026. Per 31 december 2024 had de vennootschap 146.793 eigen
aandelen.
De Raad van Bestuur stelt aan de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering voor om een dividend van 1,00 euro per
aandeel goed te keuren. Het dividendvoorstel is gebaseerd op het nettoresultaat van de vennootschap aan het
einde van het jaar. De dividenduitkering zal 9.484.615 euro bedragen, gebaseerd op het aantal uitstaande
aandelen op 31 december 2024. Er wordt geen dividend uitgekeerd voor de eigen aandelen.
De volledige versie van de statutaire jaarrekening van de JENSEN-GROUP NV is beschikbaar op de website van de
vennootschap: www.jensen-group.com.
STATUTAIRE JAARREKENING
ANNUAL REPORT 2024
Waarderingsregels
De waarderingsregels zijn opgesteld conform het KB van 29 april 2019.
Financiële vaste activa
Aangezien de JENSEN-GROUP NV vooral een holdingfunctie heeft, benadrukken we dat in overeenstemming met
onze waarderingsregels en de boekhoudwetgeving in België financiële vaste activa worden gewaardeerd tegen
hun initiële aanschaffingswaarde of volgestort kapitaal. Waardeverminderingen op financiële vaste activa worden
geboekt wanneer zij verondersteld worden permanent te zijn. Indien blijkt dat waardeverminderingen die
voorheen werden opgenomen niet langer nodig zijn, worden ze terug-genomen. Financiële vaste activa worden
nooit boven hun aanschaffingswaarde of volgestort kapitaal gewaardeerd.
Immateriële vaste activa
De immateriële vaste activa omvatten goodwill die ontstaan is uit de acquisities van de distributie-activiteiten in
de Benelux. Om statutaire redenen wordt de goodwill afgeschreven over een periode
van vijf jaar. De uitgiftekosten van de kapitaalverhoging worden over een periode van vijf jaar afgeschreven.
Materiële vaste activa
De materiële vaste activa worden geboekt tegen hun aanschaffingswaarde of vervaardigingsprijs, eventueel
verhoogd met de aanverwante kosten. Materiële vaste activa worden lineair afgeschreven over hun geschatte
gebruiksduur vanaf de maand van aanschaf.
De jaarlijkse afschrijvingspercentages zijn als volgt:
Rubriek
Afschrijvings%
Infrastructuur
10% - 20%
Installaties, machines en uitrusting
20%
Kantoorbenodigdheden en meubilair
20%
Rollend materieel
20%
Voorraden en bestellingen in uitvoering
Voorraden worden gewaardeerd tegen de laagste waarde van de kostprijs of directe opbrengstwaarde. De
kostprijs wordt bepaald volgens de FIFO-methode (First In First Out). Voor geproduceerde voorraden is de
kostprijs gelijk aan de volledige kostprijs inclusief alle directe en indirecte productiekosten die voortvloeien uit de
afwerking van de voorraden op balansdatum. De directe opbrengstwaarde is de verwachte verkoopprijs in het
kader van de normale bedrijfsvoering, verminderd met de afwerkingskosten en de variabele verkoopkosten.
De vennootschap maakt gebruik van de ‘percentage of completion’-methode om het juiste bedrag te bepalen dat
tijdens de periode in het resultaat zal worden erkend. Het percentage van afwerking wordt bepaald op basis van
de verhouding van de reeds gemaakte kosten ten opzichte van de totale kosten van het project.
Bij deze berekening worden de kosten niet mee opgenomen die tijdens het jaar gemaakt zijn, maar betrekking
hebben op toekomstige projecten.
Deze kosten worden opgenomen als voorraad, vooruitbetalingen of overige activa, afhankelijk van hun aard.
Vorderingen
De handelsvorderingen en andere vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Op de vorderingen
worden waardeverminderingen toegepast indien er onzekerheid bestaat over de ontvangst of de betalingsdata
voor het geheel of een deel van de balans. Bijkomende waardeverminderingen worden ook geboekt indien de
realisatiewaarde op balansdatum lager is dan de boekwaarde.
Geldbeleggingen en liquide middelen
Tegoeden bij financiële instellingen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Waardeverminderingen
worden toegepast wanneer de realisatiewaarde op balansdatum lager is dan
de aanschaffingswaarde.
Voorzieningen voor risico's en kosten
De voorzieningen voor risico’s en kosten worden individueel bepaald naargelang van de risico’s en toekomstige
kosten die ze moeten dekken. Ze worden slechts gehandhaafd in de mate dat zij vereist zijn volgens een actuele
beoordeling van de risico’s en kosten waarvoor ze werden gevormd.
Schulden (op meer dan één jaar en op ten hoogste één jaar)
De schulden worden gewaardeerd tegen nominale waarde op balansdatum. In de overlopende rekeningen wordt
er enkel rekening gehouden met de nog te betalen kosten op balansdatum die betrekking hebben op het boekjaar
of op voorgaande boekjaren.
Financiële instrumenten
Het bedrijf gebruikt afgeleide financiële instrumenten om het risico op ongunstige wisselkoers- en intrestevoluties
te beperken. Het is de politiek van de Groep om geen afgeleide financiële instrumenten te gebruiken voor
speculatieve doeleinden of trading.
Afgeleide financiële producten worden geboekt tegen kostprijs en hun premie wordt pro rata temporis in het
resultaat opgenomen. Op balansdatum worden de financiële instrumenten gemeten aan marktwaarde op basis
van het mark-to-market mechanisme. De niet-gerealiseerde verliezen worden in resultaat genomen terwijl de
niet- gerealiseerde winsten uitgesteld worden.
De ingedekte balansposten (openstaande klanten en leveranciers) worden gewaardeerd aan indekkingskoers.
Eigen aandelen
De eigen aandelen worden op balansdatum geboekt tegen de laagste waarde van de kostprijs of tegen de
marktprijs.
STATUTAIRE JAARREKENING
ANNUAL REPORT 2024
Algemene informatie
1. Identificatie
Naam: JENSEN-GROUP NV
Maatschappelijke zetel: Neerhonderd 33, 9230 Wetteren
De vennootschap is opgericht op 23 april 1990 voor een onbeperkte duur.
De vennootschap is een naamloze vennootschap naar Belgisch recht en valt onder toepassing van het
Wetboek van vennootschappen en verenigingen.
De vennootschap heeft tot doel, in Belgen in het buitenland, in eigen naam of in naam van derden, voor
eigen rekening of voor rekening van derden:
Elke en alle verrichtingen die rechtstreeks of onrechtstreeks betrekking hebben op of verband
houden met de engineering, productie, aan- en verkoop, verdeling, import, export en
vertegenwoordiging van wasserijmachines en -installaties en de herstelling ervan;
Verlenen van technische, commerciële, financiële en andere diensten aan verbonden
ondernemingen, met inbegrip van ondersteunende commerciële en industriële activiteiten;
Nemen van belangen, op welke wijze dan ook, in alle ondernemingen die eenzelfde, een
gelijkaardig of een verwant doel nastreven of die haar eigen activiteiten kunnen bevorderen of de
afzet van haar producten of diensten kunnen vergemakkelijken, evenals het samenwerken met of
fuseren met deze ondernemingen; in het algemeen het beleggen, het intekenen op, kopen,
verkopen en verhandelen van financiële instrumenten uitgegeven door Belgische of buitenlandse
ondernemingen;
Beheren van beleggingen en van deelnemingen in Belgische of buitenlandse ondernemingen, met
inbegrip van het verlenen van borgstellingen, aval, voorschotten, kredieten, persoonlijke of
zakelijke zekerheden ten gunste van deze ondernemingen en het optreden als hun agent of
vertegenwoordiger;
Waarnemen van bestuursfuncties, het verlenen van advies, management en andere diensten aan
andere Belgische of buitenlandse ondernemingen krachtens contractuele relatie of statutaire
benoeming en in de hoedanigheid van externe raadgever of orgaan van deze onderneming.
De vennootschap mag, in België en in het buitenland, alle industriële, handels-, financiële, roerende en
onroerende verrichtingen uitvoeren die rechtstreeks of onrechtstreeks haar activiteiten kunnen uitbreiden of
bevorderen of ermee verband houden. Zij mag alle roerende en onroerende goederen verwerven, zelfs als deze
noch rechtstreeks, noch onrechtstreeks verband houden met het doel van de vennootschap.
Zij kan, op welke wijze ook, belangen nemen in alle verenigingen, zaken, ondernemingen of vennootschappen die
eenzelfde, gelijkaardig of verwant doel nastreven of die haar activiteiten kunnen bevorderen of de afzet van haar
producten of diensten kunnen vergemakkelijken, en ze kan ermee samenwerken of fuseren.
De vennootschap is ingeschreven in het Handelsregister van Gent, afdeling Dendermonde, en is
onderworpen aan de btw onder het nummer BE 0440.449.284.
De gecoördineerde statuten van de vennootschap liggen ter inzage op de maatschappelijke zetel en zijn
beschikbaar op de website www.jensen-group.com. De jaarrekening wordt neergelegd bij de
balanscentrale van de Nationale Bank van België. De financiële berichten betreffende de vennootschap
worden gepubliceerd in de financiële pers en zijn beschikbaar op de website van de vennootschap:
www.jensen-group.com.
De andere documenten die voor het publiek toegankelijk zijn en in het jaarverslag worden vermeld, kunnen
op de maatschappelijke zetel van de vennootschap worden geraadpleegd, en zijn eveneens beschikbaar op
de website van de vennootschap: www.jensen-group.com. Het jaarverslag van de vennootschap wordt
verstuurd naar elke aandeelhouder die dit wenst te ontvangen.
2. Maatschappelijk kapitaal
Het geplaatst kapitaal bedraagt 38.280.396 euro en is vertegenwoordigd door 9.631.408 aandelen zonder
nominale waarde. Er zijn geen aandelen die het maatschappelijk kapitaal niet vertegenwoordigen. Alle
aandelen zijn gewone aandelen, er zijn geen preferente aandelen.
De aandelen zijn gedematerialiseerd of aandelen op naam, naargelang de voorkeur van de aandeelhouder.
De gedematerialiseerde aandelen zijn uitgegeven, hetzij door een kapitaalverhoging, hetzij door de
omruiling van bestaande aandelen op naam of aan toonder in gedematerialiseerde aandelen. Elke
aandeelhouder zal de omruiling kunnen vragen, hetzij in aandelen op naam, hetzij in gedematerialiseerde
aandelen. Een aandelencertificaat wordt door ten minste twee Bestuurders ondertekend; de
handtekeningen mogen door naamstempels worden vervangen.
Evolutie van het maatschappelijk kapitaal:
Datum
Maatschappelijk kapitaal
Munt
Aantal aandelen
24/05/2002
42.714.560
euro
8.264.842
20/05/2008
42.714.560
euro
8.252.604
13/01/2009
42.714.560
euro
8.039.842
30/11/2011
42.714.560
euro
8.002.968
04/10/2012
30.710.108
euro
8.002.968
15/05/2016
30.710.108
euro
7.818.999
03/04/2023
38.280.396
euro
9.745.281
16/05/2023
38.280.396
euro
9.631.408
BIJLAGEN
ANNUAL REPORT 2024
Bijlage I
Kennisgevingen van belangenconflicten - Uittreksels uit de notulen van de
vergaderingen van de Raad van Bestuur gehouden op 7 maart 2024, 8
augustus 2024 en 5 december 2024
“Op 7 maart 2024, om 11.30 u., houdt de Raad van Bestuur van de JENSEN-GROUP NV (hierna: “de Raad
van Bestuur”) van de JENSEN-GROUP NV (hierna: “de vennootschap”) een vergadering via
videoconferentie waarbij alle deelnemers elkaar kunnen zien en horen.
De volgende bestuursleden zijn aanwezig:
YquitY bv, vertegenwoordigd door dhr. Rudy Provoost
SWID AG, vertegenwoordigd door dhr. Jesper Munch Jensen
TTP bv, vertegenwoordigd door dhr. Erik Vanderhaegen
Dhr. Jobst Wagner
Cross Culture Research LLC, vertegenwoordigd door mevr. Anne Munch Jensen
Acacia I bv, vertegenwoordigd door mevr. Els Verbraecken
Dhr. Daisuke Miyauchi.
De volgende uitgenodigden die eveneens deelnemen:
Werner Vanderhaeghe bv, vertegenwoordigd door dhr. Werner Vanderhaeghe Secretaris van de
vennootschap
Dhr. Markus Schalch Chief Financial Officer.
Dhr. Provoost zit de vergadering voor. Dhr. Vanderhaeghe treedt op als Secretaris. De Voorzitter wijst
erop dat de aankondiging van de vergadering op 1 maart 2024 per mail werd verstuurd, dat alle Bestuurders
aanwezig zijn en dat de vergadering dusdanig geldig is bijeengeroepen. De Voorzitter stelt vervolgens de
onderstaande agendapunten voor.
Belangenconflict
De Voorzitter deelt de leden van de Raad van Bestuur mee dat Cross Culture Research LLC en dhr. Jobst
Wagner en Daisuke Miyauchi via brieven dd. 5 maart 2024, gericht aan de Voorzitter en met een kopie aan de
commissaris van de vennootschap, kennis hebben gegeven van een belangenconflict met betrekking tot het
agendapunt 5 “Dividendvoorstel”, terwijl SWID AG via een soortgelijke brief van 5 maart 2024 kennis gaf van een
belangenconflict met betrekking tot de agendapunten 4 “Nazicht en goedkeuring voorstel remuneratierapport” en
5 “Dividendvoorstel”. De Voorzitter deelt de leden van de Raad van Bestuur ook nog mee dat Yquity bv via een brief
van 5 maart 2024, gericht aan de Voorzitter en met kopie aan de commissaris van de vennootschap, heeft
meegedeeld dat het een belangenconflict heeft met betrekking tot het agendapunt 4 ‘Voorstel herbenoeming van
niet-uitvoerend Bestuurder. Nadat de brieven zijn overhandigd aan de Secretaris voor de archieven van de Raad
van Bestuur, bevestigen mevr. Anne Jensen en dhr. Jesper Jensen, Jobst Wagner, Daisuke Miyauchi en Rudy
Provoost dat zij zich zullen onthouden van de discussie en de stemming over de agendapunten waarvoor een
belangenconflict werd gemeld. Alle andere leden van de Raad van Bestuur bevestigen vervolgens dat zij met
betrekking tot geen enkel punt op de agenda een belangenconflict hebben.
BIJLAGEN
ANNUAL REPORT 2024
Volgend op een korte herziening van de agendapunten door de Voorzitter en van de verschillende
documenten gerelateerd aan deze agendapunten die aan de leden van de Raad van Bestuur werden
toegestuurd, stuurde de Voorzitter aan op een beslissing omtrent de agendapunten die een goedkeuring van de
Raad van Bestuur vereisen. Na de discussie besluit de Raad van Bestuur als volgt:
(...)
Presentatie en goedkeuring van de statutaire financiële jaarrekening 2023 van de JENSEN-
GROUP NV en geconsolideerde jaarrekening van 2023 JENSEN-GROUP - Voorbereiding en
goedkeuring van rapport aan de Aandeelhouders - Voorbereiding en goedkeuring van Corporate
Governance Statement Voorstel tot dividenduitkering
De Voorzitter controleerde samen met de Raad van Bestuur de voorlopige statutaire jaarrekening van
de vennootschap en de geconsolideerde jaarrekening van de JENSEN-GROUP voor het jaar dat eindigde op 31
december 2023, het voorstel rond het Rapport aan de Aandeelhouders over de activiteiten van de
vennootschap in de loop van 2023 en het voorstel tot dividenduitkering.
(...)
(In het Nederlands)
“De Raad van Bestuur besluit met eenparigheid van stemmen, maar met uitzondering van SWID AG
met als vaste vertegenwoordiger de heer Jesper Munch Jensen, van Cross Culture Research LLC met als vaste
vertegenwoordiger mevrouw Anne Munch Jensen, en van de heren Jobst Wagner en Daisuke Miyauchi die zich
onthouden van de deliberatie en de stemming, tot goedkeuring van het voorstel om aan de aandeelhouders van
de vennootschap een dividend uit te keren ten bedrage van 0,75 Euro per aandeel, betaalbaar met ingang van
31 mei 2024.
(...)
De Voorzitter informeert de Raad van Bestuur over de werkzaamheden van het Nominatie- en
Remuneratiecomité op 6 maart 2024.
(...)
Op dit punt tijdens de vergadering bespreekt de Raad van Bestuur het Remuneratiebeleid, zoals herzien
en aanbevolen door het Nominatie- en Remuneratiecomité, en het Remuneratierapport zoals goedgekeurd en
ingediend door dat Comité, en met advies van de Counsel over zijn rol in dat opzicht, neemt de Raad van
Bestuur de volgende resolutie aan:
(In het Nederlands)
“De Raad van Bestuur besluit met eenparigheid van stemmen tot het goedkeuren van het
Remuneratiebeleid, zoals gewijzigd in overeenstemming met de aanbevelingen van het Nominatie- en
Remuneratiecomité welke ter zitting worden voorgelegd; besluit met eenparigheid van stemmen, doch met
uitzondering van SWID AG vertegenwoordigd door de heer Jesper Munch Jensen die zich onthoudt van de
deliberatie en stemming, tot het goedkeuren van het Remuneratieverslag zoals dit ter zitting door het
Nominatie- en Remuneratiecomité wordt voorgelegd; besluit verder tot sub-delegatie aan de Voorzitter van de
Raad van Bestuur van de bevoegdheid om hierover en in naam van de Raad van Bestuur verslag uit te brengen
en voor te leggen aan de e.k. Algemene Vergadering van Aandeelhouders welke doorgaat op 21 mei 2024;
besluit verder met eenparigheid van stemmen tot het goedkeuren van (i) de verhogingen van de vaste
vergoedingen en de doelstellingen voor de leden van het Executive Management Team voor het boekjaar 2024
en (ii) de doelstellingen voor de Chief Executive Officer voor het boekjaar 2024 .
De Voorzitter verwijst vervolgens naar zijn verslag van eerder in deze vergadering over de
werkzaamheden van het Nominatie- en Remuneratiecomité en het voorstel van dat Comité voor de
(her)verkiezing van een Bestuurder. Aangezien de Voorzitter heeft gemeld dat er sprake is van een
belangenconflict, neemt dhr. Jobst Wagner, het oudste aanwezige lid van het Comité, het woord. Hij herinnert
de leden van de Raad van Bestuur eraan dat het mandaat van Yquity bv, vertegenwoordigd door de heer Rudy
Provoost, als Bestuurder zal aflopen op de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering, dat dhr. Provoost de intentie
heeft uitgesproken om zich kandidaat te stellen voor herverkiezing en dat het Nominatie- en
Remuneratiecomité een voorstel heeft gedaan voor deze herverkiezing. Dhr. Wagner bevestigt in dit verband
dat de zittende Bestuurder onder huidig recht de kwalificatie van niet-onafhankelijk zal behouden. Volgend op
een korte discussie over de beoordeling van het Nominatie- en Remuneratiecomité over de verplichte
kwalificaties en het trackrecord van Yquity bv in de Raad van Bestuur en bijbehorende Comités, stuurt dhr.
Wagner aan op een beslissing waarbij de Raad van Bestuur tot de volgende conclusie komt:
(In het Nederlands)
“De Raad van Bestuur besluit met eenparigheid van stemmen, doch met uitzondering van Yquity bv,
vertegenwoordigd door de heer Rudy Provoost die zich onthoudt van de deliberatie en de stemming, tot
voordracht van Yquity bv, met als vaste vertegenwoordiger de heer Rudy Provoost, om herverkozen te worden
als lid van de Raad van Bestuur voor een termijn van 4 jaar met de hoedanigheid van niet-uitvoerend,
onafhankelijk bestuurder; besluit verder om deze voordracht aan de aandeelhouders ter goedkeuring voor te
leggen op de eerstkomende Algemene Vergadering die doorgaat op 21 mei 2024.”
(...)
Aangezien er geen verdere discussiepunten zijn, werd de vergadering om 15.20 u. opgeheven.”
BIJLAGEN
ANNUAL REPORT 2024
“Op 8 augustus 2024 om 11.30 u., houdt de Raad van Bestuur van de JENSEN-GROUP NV (hierna de
‘vennootschap’) een vergadering via videoconferentie waarbij alle deelnemers elkaar kunnen zien en horen.
De volgende Bestuurders zijn aanwezig:
YquitY bv, vertegenwoordigd door dhr. Rudy Provoost
SWID AG, vertegenwoordigd door dhr. Jesper Munch Jensen
TTP bv, vertegenwoordigd door dhr. Erik Vanderhaegen
Dhr. Jobst Wagner
Cross Culture Research LLc, vertegenwoordigd door mevr. Anne Munch Jensen
Acacia I bv, vertegenwoordigd door mevr. Els Verbraecken
Dhr. Daisuke Miyauchi.
De volgende uitgenodigden die eveneens deelnemen:
Werner Vanderhaeghe bv, vertegenwoordigd door dhr. Werner Vanderhaeghe
Dhr. Markus Schalch
Dhr. Mads Andresen (gedeeltelijk)
Mevr. Camela Crippa (gedeeltelijk)
Mevr. Stefanie Roscam (gedeeltelijk).
Dhr. Provoost zit de vergadering voor. Dhr. Vanderhaeghe treedt op als Secretaris. De Voorzitter wijst
er verder op dat de aankondiging van de vergadering op 2 augustus 2024 per mail werd verstuurd, dat alle
Bestuurders aanwezig zijn en dat de vergadering dusdanig geldig is bijeengeroepen. De Voorzitter stelt
vervolgens de volgende agendapunten voor.
Belangenconflict
De Voorzitter deelt de leden van de Raad van Bestuur mee dat SWID AG, Cross Culture Research LLc en
dhr. Jobst Wagner en Daisuke Miyauchi via een brief van 6 augustus 2024, gericht aan de Voorzitter en met
kopie aan de commissaris van de vennootschap, hebben meegedeeld dat zij een belangenconflict hebben met
betrekking tot het agendapunt 7 ‘Programma voor terugkoop van aandelen’. De Voorzitter verzoekt de
Secretaris van de vennootschap om de brieven te archiveren bij de administratie van de Raad van Bestuur, en
merkt op dat dhr. Jesper Jensen, Jobst Wagner, Daisuke Miyauchi en mevr. Anne Jensen hebben bevestigd dat
zij zich zullen onthouden van de discussie en stemming over het punt waarop het belangenconflict betrekking
heeft. Alle andere aanwezige of vertegenwoordigde leden van de Raad van Bestuur bevestigen vervolgens dat
zij met betrekking tot geen enkel punt op de agenda een belangenconflict hebben.
Volgend op een kort nazicht van de items op de agenda door de Voorzitter en van de verschillende
documenten gerelateerd aan deze agendapunten die aan de Raad van Bestuur werden toegestuurd, zette de
Voorzitter aan tot een beslissing omtrent de agendapunten die een goedkeuring van de Raad vereisten. Na de
discussie besluit de Raad als volgt:
(...)
Programma voor terugkoop van aandelen
(...) de Voorzitter stelt vervolgens voor om de volgende resolutie aan te nemen:
(In het Nederlands)
“De Raad van Bestuur besluit met eenparigheid van stemmen, maar met uitzondering van SWID A.G.
met als vaste vertegenwoordiger de heer Jesper Munch Jensen, van Cross Culture Research LLC, met als vaste
vertegenwoordiger mevrouw Anne Munch Jensen, van de heer Jobst Wagner en van de heer Daisuke Miyauchi
die zich onthouden van de deliberatie en de stemming, tot goedkeuring van de voortzetting van het
programma inkoop eigen aandelen dd. 20 maart 2022 aan de huidige voorwaarden en tot het hernieuwen van
het inkoop mandaat aan een zakenbank onder de bestaande voorwaarden zoals besproken op de vergadering.”
(...)
Er zijn geen verdere discussiepunten, dus de vergadering werd opgeheven om 16.25 u.”
BIJLAGEN
ANNUAL REPORT 2024
Op 5 december 2024 om 08.30 u., houdt de Raad van Bestuur van de JENSEN-GROUP NV (hierna de
‘vennootschap’) een vergadering via videoconferentie waarbij alle deelnemers elkaar kunnen zien en horen.
De volgende Bestuurders zijn aanwezig:
YquitY bv, vertegenwoordigd door dhr. Rudy Provoost
TTP bv, vertegenwoordigd door dhr. Erik Vanderhaegen
Dhr. Jobst Wagner
Cross Culture Research LLc, vertegenwoordigd door mevr. Anne Munch Jensen
Acacia I bv, vertegenwoordigd door mevr. Els Verbraecken
Dhr. Daisuke Miyauchi (gedeeltelijk)
De volgende Bestuurder is verontschuldigd:
SWID AG, vertegenwoordigd door dhr. Jesper Munch Jensen.
De volgende uitgenodigden die eveneens deelnemen:
Dhr. Markus Schalch
Dhr. Doga Cagdas
Werner Vanderhaeghe bv, vertegenwoordigd door dhr. Werner Vanderhaeghe
Dhr. Provoost zit de vergadering voor. Dhr. Vanderhaeghe treedt op als Secretaris. De Voorzitter wijst
erop dat de aankondiging van de vergadering op 28 november 2024 per mail werd verstuurd, dat dhr. Jesper
Jensen verontschuldigd is wegens een last-minute planningsconflict, maar dat alle andere Bestuurders aanwezig
zijn en dat de vergadering dus geldig samengesteld is. De Voorzitter verwijst verder naar de presentaties die
voorafgaand aan de vergadering naar de aanwezigen zijn gestuurd, en stelt voor dat de vergadering zich buigt
over de volgende agendapunten:
Belangenconflict
De Voorzitter deelt de leden van de Raad van Bestuur mee dat SWID AG, Cross Culture Research LLc en
dhr. Jobst Wagner en Daisuke Miyauchi via een brief van 29 november 2024, gericht aan de Voorzitter en met
kopie aan de commissaris van de vennootschap, hebben meegedeeld dat zij een belangenconflict hebben met
betrekking tot het agendapunt 8 Verlengen instructie programma voor terugkoop van aandelen. De Voorzitter
verzoekt de Secretaris van de vennootschap om de brieven te archiveren bij de administratie van de Raad van
Bestuur, en merkt op dat dhr. Jesper Jensen, Jobst Wagner, Daisuke Miyauchi en mevr. Anne Jensen hebben
bevestigd dat zij zich zullen onthouden van de discussie en stemming over het punt waarop het belangenconflict
betrekking heeft. Alle andere aanwezige of vertegenwoordigde leden van de Raad van Bestuur bevestigen
vervolgens dat zij met betrekking tot geen enkel punt op de agenda een belangenconflict hebben.
Volgend op een korte herziening van de agendapunten door de Voorzitter en van de verschillende
documenten gerelateerd aan deze agendapunten die aan de leden van de Raad van Bestuur werden toegestuurd,
besluit de Raad van Bestuur als volgt:
(…)
Verlengen instructie programma voor terugkoop van aandelen
Dhr. Schalch informeert de Raad van Bestuur dat de huidige instructie voor de uitvoering van het
programma voor terugkoop van aandelen afloopt op 14 december 2024, zoals uiteengezet in de Instructiebrief
Fase 5 van Degroof Petercam dd. 14 juni 2024, en waarvan een kopie is meegestuurd met de aankondiging van
deze vergadering. Na een korte discussie gaat de Raad van Bestuur akkoord met het verlengen van de instructie
met ongewijzigde voorwaarden. Op voorstel van de Voorzitter stemt de Raad van Bestuur ermee in om de
voorwaarden van het programma opnieuw te bekijken tijdens de geplande vergadering in maart 2025, op basis
van een waarderingsverslag van een derde partij, en verzoekt de Raad van Bestuur het management om de
nodige stappen daartoe te ondernemen.
(…)
Aangezien er geen verdere verdere zaken meer te bespreken zijn, bedankt de Voorzitter alle leden van
de Raad van Bestuur en wenst hij hen prettige kerstdagen en een gelukkig nieuwjaar. Hij sluit de vergadering om
12.25 uur.
BIJLAGEN
ANNUAL REPORT 2024
www.jensen-group.com
JENSEN-GROUP N.V. | Neerhonderd 33 | 9230 Wetteren | Belgium
T. +32 0(9) 333 83 30 | www.jensen-group.com
549300VL91FV2CP8L8822024-01-012024-12-31549300VL91FV2CP8L8822023-01-012023-12-31549300VL91FV2CP8L8822024-12-31549300VL91FV2CP8L8822023-12-31549300VL91FV2CP8L8822022-12-31ifrs-full:IssuedCapitalMember549300VL91FV2CP8L8822023-01-012023-12-31ifrs-full:IssuedCapitalMember549300VL91FV2CP8L8822023-12-31ifrs-full:IssuedCapitalMember549300VL91FV2CP8L8822022-12-31ifrs-full:SharePremiumMember549300VL91FV2CP8L8822023-01-012023-12-31ifrs-full:SharePremiumMember549300VL91FV2CP8L8822023-12-31ifrs-full:SharePremiumMember549300VL91FV2CP8L8822022-12-31ifrs-full:TreasurySharesMember549300VL91FV2CP8L8822023-01-012023-12-31ifrs-full:TreasurySharesMember549300VL91FV2CP8L8822023-12-31ifrs-full:TreasurySharesMember549300VL91FV2CP8L8822022-12-31ifrs-full:ReserveOfExchangeDifferencesOnTranslationMember549300VL91FV2CP8L8822023-01-012023-12-31ifrs-full:ReserveOfExchangeDifferencesOnTranslationMember549300VL91FV2CP8L8822023-12-31ifrs-full:ReserveOfExchangeDifferencesOnTranslationMember549300VL91FV2CP8L8822022-12-31ifrs-full:ReserveOfCashFlowHedgesMember549300VL91FV2CP8L8822023-01-012023-12-31ifrs-full:ReserveOfCashFlowHedgesMember549300VL91FV2CP8L8822023-12-31ifrs-full:ReserveOfCashFlowHedgesMember549300VL91FV2CP8L8822022-12-31ifrs-full:ReserveOfGainsAndLossesOnHedgingInstrumentsThatHedgeInvestmentsInEquityInstrumentsMember549300VL91FV2CP8L8822023-01-012023-12-31ifrs-full:ReserveOfGainsAndLossesOnHedgingInstrumentsThatHedgeInvestmentsInEquityInstrumentsMember549300VL91FV2CP8L8822023-12-31ifrs-full:ReserveOfGainsAndLossesOnHedgingInstrumentsThatHedgeInvestmentsInEquityInstrumentsMember549300VL91FV2CP8L8822022-12-31ifrs-full:ReserveOfRemeasurementsOfDefinedBenefitPlansMember549300VL91FV2CP8L8822023-01-012023-12-31ifrs-full:ReserveOfRemeasurementsOfDefinedBenefitPlansMember549300VL91FV2CP8L8822023-12-31ifrs-full:ReserveOfRemeasurementsOfDefinedBenefitPlansMember549300VL91FV2CP8L8822022-12-31ifrs-full:OtherReservesMember549300VL91FV2CP8L8822023-01-012023-12-31ifrs-full:OtherReservesMember549300VL91FV2CP8L8822023-12-31ifrs-full:OtherReservesMember549300VL91FV2CP8L8822022-12-31ifrs-full:RetainedEarningsMember549300VL91FV2CP8L8822023-01-012023-12-31ifrs-full:RetainedEarningsMember549300VL91FV2CP8L8822023-12-31ifrs-full:RetainedEarningsMember549300VL91FV2CP8L8822022-12-31ifrs-full:EquityAttributableToOwnersOfParentMember549300VL91FV2CP8L8822023-01-012023-12-31ifrs-full:EquityAttributableToOwnersOfParentMember549300VL91FV2CP8L8822023-12-31ifrs-full:EquityAttributableToOwnersOfParentMember549300VL91FV2CP8L8822022-12-31ifrs-full:NoncontrollingInterestsMember549300VL91FV2CP8L8822023-01-012023-12-31ifrs-full:NoncontrollingInterestsMember549300VL91FV2CP8L8822023-12-31ifrs-full:NoncontrollingInterestsMember549300VL91FV2CP8L8822022-12-31549300VL91FV2CP8L8822024-01-012024-12-31ifrs-full:IssuedCapitalMember549300VL91FV2CP8L8822024-12-31ifrs-full:IssuedCapitalMember549300VL91FV2CP8L8822024-01-012024-12-31ifrs-full:SharePremiumMember549300VL91FV2CP8L8822024-12-31ifrs-full:SharePremiumMember549300VL91FV2CP8L8822024-01-012024-12-31ifrs-full:TreasurySharesMember549300VL91FV2CP8L8822024-12-31ifrs-full:TreasurySharesMember549300VL91FV2CP8L8822024-01-012024-12-31ifrs-full:ReserveOfExchangeDifferencesOnTranslationMember549300VL91FV2CP8L8822024-12-31ifrs-full:ReserveOfExchangeDifferencesOnTranslationMember549300VL91FV2CP8L8822024-01-012024-12-31ifrs-full:ReserveOfCashFlowHedgesMember549300VL91FV2CP8L8822024-12-31ifrs-full:ReserveOfCashFlowHedgesMember549300VL91FV2CP8L8822024-01-012024-12-31ifrs-full:ReserveOfGainsAndLossesOnHedgingInstrumentsThatHedgeInvestmentsInEquityInstrumentsMember549300VL91FV2CP8L8822024-12-31ifrs-full:ReserveOfGainsAndLossesOnHedgingInstrumentsThatHedgeInvestmentsInEquityInstrumentsMember549300VL91FV2CP8L8822024-01-012024-12-31ifrs-full:ReserveOfRemeasurementsOfDefinedBenefitPlansMember549300VL91FV2CP8L8822024-12-31ifrs-full:ReserveOfRemeasurementsOfDefinedBenefitPlansMember549300VL91FV2CP8L8822024-01-012024-12-31ifrs-full:OtherReservesMember549300VL91FV2CP8L8822024-12-31ifrs-full:OtherReservesMember549300VL91FV2CP8L8822024-01-012024-12-31ifrs-full:RetainedEarningsMember549300VL91FV2CP8L8822024-12-31ifrs-full:RetainedEarningsMember549300VL91FV2CP8L8822024-01-012024-12-31ifrs-full:EquityAttributableToOwnersOfParentMember549300VL91FV2CP8L8822024-12-31ifrs-full:EquityAttributableToOwnersOfParentMember549300VL91FV2CP8L8822024-01-012024-12-31ifrs-full:NoncontrollingInterestsMember549300VL91FV2CP8L8822024-12-31ifrs-full:NoncontrollingInterestsMemberiso4217:EURiso4217:EURxbrli:sharesxbrli:shares